Inle Lake: een dolle treinrit, prachtig resort en mooie boottocht


Advertisement
Burma's flag
Asia » Burma » Eastern Burma » Taunggyi
September 24th 2016
Published: September 25th 2016
Edit Blog Post

Total Distance: 0 miles / 0 kmMouse: 0,0

Aungban-Shwenyaung-Kaung Dain (Inle Lake)


De volgende dag worden we door het hotel naar het treinstation gebracht. Daar wordt voor ons een kaartje gekocht voor 900 Kyat, omgerekend 70 eurocent. Er zit zelfs een levensverzekering bij, waar die goed voor is weten we niet. We eten wat bij een klein restaurantje, waar je zelf je eten kan opscheppen. Zoveel je wilt voor 1000 Kyat (75 eurocent). Op het station is het een drukte van belang als de trein die de andere kant op gaat aankomt. Hout en kolen worden in en uitgeladen en vrouwen proberen wat te verkopen aan de treinreizigers. Niet veel later komt ook onze trein aan, die komt alleen niet langs het perron te staan, dus we moeten even aan boord klimmen. Leuk aan deze lokale treinen is dat de ramen openstaan, dus je kan makkelijk foto’s nemen. Onze reis zal 2.5 uur duren over een afstand van ongeveer 40 kilometer. We zitten in de eerste klas in een 1 bij 2 opstelling. De stoelen kunnen ver naar achteren, zodat je ook een dutje kan doen. Erg schoon is de trein niet, maar de stoelkussens lijken recentelijk nog vervangen te zijn. Stipt op tijd vertrekken we, maar naar een paar honderd meter stoppen we en rijden we achteruit terug. Vervolgens herhalen we heel dit proces nog eens, wat blijkt, er is een goederenwagen afgekoppeld en een andere weer aangekoppeld. Onder luid getoeter vertrekken we dan richting het oosten.



De trein rolt met een sukkelgangetje de stad uit, luid toeterend bij iedere overgang, die nog met de hand bediend worden. Niet veel later rijden we over het platteland, waar de boeren weer overal op het land aan het werk zijn. De trein kan soms heel erg heen en weer slingeren, een eigenschap die alle treinen in dit land hebben. Het maakt de rit des te leuker. Met de wind in de ramen is het ook lekker koel in de trein, af en toe is de begroeiing zo dicht dat de takken langs de ramen naar binnen komen. Onderweg stoppen we een keer in een klein dorpje en ook in Heho. Hier staan weer mensen klaar om van alles te verkopen, bijvoorbeeld zelfgemaakte chips voor 7,5 eurocent, welke prima smaken. Af en toe passeren we een modderpoel met een paar waterbuffels, de vergezichten over de heuvels, met witte wolkenpartijen aan de horizon, zijn schitterend. Het langzame tempo van de trein zorgt ervoor dat je alles goed in je kan opnemen. Na Heho beginnen we te stijgen, neemt het tempo nog verder af en rijden we door beboste heuvels de bergpas over en dalen dan via een 360 graden bocht af in de volgende vallei, waar ook het Inle Meer ligt. Een kwartier later komen we aan op het station van Shwenyaung, waar een taxichauffeur de trein inspringt (ook de deuren staan de hele tijd open). Hij vraagt ons waar we naartoe willen en geeft ons een prijs die veel te laag is. Eenmaal in de taxi leggen we nogmaals uit waar we naartoe willen. Hij rijdt een stukje verder en laat dan een vriend ons in het Engels uitleggen dat onze rit langer en dus duurder is. Natuurlijk, dat hadden we al verwacht. De taxichauffeur laat er geen gras over groeien en rijdt als een dolle naar het hotel toe, iets wat we nog niet eerder hebben meegemaakt.



We zitten aan de westkant van het Inlemeer in een resort met 100 kamers. Aan de ene kant van de weg liggen grotere villa’s, wij zitten in een kamer die als boot gebouwd is. De kamer is van alle luxe voorzien en heeft ook een bad in de vorm van een traditionele boot in het woonvertrek. Na een verfrissende duik eten we in het restaurant, wat het beste eten heeft wat we tot nu toe op hebben in Myanmar. De volgende ochtend huren we een fiets in het hotel, zonder versnellingen toch wel aan de matige kant voor een resort. In het dorp naast het hotel worden we aangesproken door een man die ons wel naar de overkant van het meer wil varen in zijn longtail boot. Wij fietsen achter hem aan naar de waterkant, hij legt onze fietsen in de boot en weg zijn we. We varen eerst langs een aantal huizen op palen en langs drijvende groentetuinen voordat we op het Inle Meer komen. Het is ongeveer 20 minuten varen naar de overkant. Onderweg komen we een aantal vissers tegen die al staande aan het roeien zijn met hun been en hun netten aan het binnenhalen zijn. Deze traditionele manier van roeien wordt overal op het meer gebruikt. Ook zien we vele boten vol met mensen over het meer razen. De man wil ons morgen wel op tour meenemen en noemt zijn prijs, die heel redelijk is, dus we spreken af dat hij ons morgen om acht uur komt ophalen. We gaan liever in zee met een iemand die er zelf wat aan verdient, dan via het hotel een tour boeken, die met rede bijna twee keer zo duur is (het meeste geld gaat naar henzelf natuurlijk).



Aan de overkant komen we uit bij een lange pier die een stuk het meer oploopt. Er wordt nu aan gewerkt, een kraan op een ponton maakt ruimte voor ons en we kunnen het laatste stukje verder varen. In het dorp bekijken we en klooster en rijden dan verder richting het noorden. Veel van het meer zie je niet vanaf de weg, wel komen we een wijngaard tegen. Onderweg worden we begroet door veel passerende mensen. Na een half uur komen we in het stadje Nyaungshwe, hier verblijven de meeste toeristen. Wij gelukkig niet, want het is een trieste, stoffige plaats. Wel is er vandaag een uitgebreide markt, die iedere vijf dagen wordt gehouden. Om de dag is deze markt in een andere plaats, mensen komen van verre uit de omliggende heuvels om hun waren te verkopen, voornamelijk groente, zoals tomaten, courgette, aubergine, citroengras en ga zo maar door. Wij moeten bukken, want de marktkramen zijn verbonden met zonwerende doeken, die nogal laag hangen. Iedereen heeft het erg gezellig, er wordt veel verkocht en gekletst. Na de markt eten we wat en fietsen we verder over een hobbelige weg met bomen aan weerszijden. Het laatste stukje gaat behoorlijk omhoog en dat merken we zonder versnellingen. Gelukkig is het laatste stuk heuvelaf. Later die dag eten we wat in een lokaal restaurantje in Kaung Dain, wat op 10 minuten lopen ligt van het hotel. Een nadeel van een resort als het onze is dat de restaurantprijzen vergelijkbaar zijn met die in Europa en dus vele malen hoger dan normaal.



De volgende dag ontmoeten we onze gids vlakbij het hotel, hij neemt ons op zijn scooter mee naar zijn boot. Onderweg pikken we nog zwemvesten, zitkussens en paraplu’s op. Net als andere ochtenden is het bewolkt en dat is niet erg op het water. Al snel varen we over het Inle Meer en komen we verschillende vissers tegen. We stoppen bij een visser, die eigenlijk geen visser is, maar alleen doet alsof voor een fooi. Een beetje jammer, maar het hoort erbij. Iets verderop zijn verschillende boten wier uit het water aan het halen, sommige zijn zo vol beladen dat ze maar net boven water blijven. Het wier wordt gebruikt om de drijvende tuinen te bemesten. Links en rechts van ons varen nog grotere boten vol met mensen of goederen, je ziet ze al van verre aankomen door het opspattende water. We passeren een aantal hotels die op palen op het water gebouwd zijn, wij hebben er ook naar gekeken, qua locatie liggen ze schitterend, maar je hebt vanaf zonsopgang een continue stroom boten die langs je kamer scheren. We varen door een paar dorpen die geheel op palen gebouwd zijn. Hier kan je je alleen per boot verplaatsen, ook als je bij je buren langs gaat, of bij een van de vele winkels. Er is net als op land veel verschil in huizen, er staan ontzettend grote, maar ook huizen die letterlijk op omvallen staan. Ze bestaan vaak uit twee verdiepingen, onder ligt de boot en hangt de was op, boven is het leefgedeelte. We varen nog een heel stuk tussen de drijvende tomatenvelden door, wat bij ons in de kas staat, drijft hier op het water.



Iedere tour doet verschillende werkplaatsen aan, het is aan jou om hier je grenzen in aan te geven. De schipper krijgt hier commissie voor (als je wat koopt) en uiteindelijk is dit voor de lokale bevolking het hoofddoel van een boottour. Wij gaan eerst langs een weverij, waar een uit elkaar gehaalde fiets als spinnewiel dient. In een grote ruimte zitten verschillende vrouwen aan een weefgetouw. Het is ontzettend knap hoe ze zeer snel allerlei patronen maken. Speciaal voor deze regio zijn de zijdedraden die met de hand uit de stengels van een lotusbloem worden gehaald, een tijdrovend en dus kostbaar proces. Hierna bezoeken we een botenmakerij, waar afhankelijk van de grootte van een boot, een week tot een maand aan een boot wordt gewerkt (kosten 1000 tot 3200 dollar per boot). In een andere ruimte zitten vrouwen sigaren te draaien. We stoppen ook nog bij een long-neck vrouw, eigenlijk niet leuk om te zien, maar in Thailand hebben we ze ook al overgeslagen, dus besluiten we het hier dan toch maar te doen. Met ringen wordt hun nek stukje voor stukje opgerekt (zie foto). Er is ook nog een markt, maar die slaan we over, aangezien we in Pindaya en Nyaungshwe al naar de markt geweest zijn.



Een van de laatste stops die we maken is bij de tempels van Indein, die we via een rivier stroomopwaarts bereiken. Af en toe moeten we tegen een klein watervalletje in varen. Na een heerlijke lunch lopen we via een overdekt pad de heuvel op. Hier ligt een klooster, omringd door vele nieuwe stoepas. Daaromheen liggen ongeveer 1000 andere stoepas uit de 13e en 14e eeuw. Ze liggen allemaal dicht bij elkaar, waardoor het erg vol staat. Het mooie van Indein is dat de stoepas bijna niet gerestaureerd zijn en soms zelfs overgroeid door bomen en struiken, waardoor het een authentieke indruk maakt. Helaas zijn veel Boeddhabeelden allang gestolen of vernield, maar her en der treffen we toch nog wat intacte aan. Na Indein varen we terug naar het Inle Meer en bezoeken we nog het Jumping Cat Monastery, waar vroeger katten werden geleerd om trucjes te doen, nu gelukkig verboden door de overheid. Natuurlijk staat het klooster geheel op palen, binnen is een grote hal met verschillende gouden Boeddhabeelden, en natuurlijk zijn er een hoop katten. Na meer dan vijf uur varen hebben we wel genoeg gezien en zetten we koers naar het hotel. Onderweg is het genieten van al het scheepvaartverkeer en de vele mensen die iets ondernemen op het meer. Met de heuvels op de achtergrond en de bloeiende lelies op het water is het een schitterende omgeving om te varen en zeker een van de hoogtepunten van het land.



De volgende dag is het onze laatste dag aan het Inle Meer en zitten we na het ontbijt heel wat uren aan het zwembad. We hebben het al eerder over het hotelpersoneel gehad, we hebben nu uitgebreid de tijd om hen nog eens bezig te zien, of misschien beter gezegd niet. Een ding is zeker, ze hebben het ontzettend gezellig met elkaar. In groepjes wordt de tuin gedaan of de kamers schoongemaakt. Al pratend en lachend doen ze hun werk. In het restaurant is niets te doen, dus de negen obers en serveersters staan ook daar gezellig te kletsen. Het zwembad wordt bemand door een jongen die we ineens kwijt zijn, later blijkt dat hij ergens in de schaduw zit naast een hotelkamer. Wij hebben zijn schema aardig in de war geschopt, want hij was ‘s ochtends het zwembad aan het schoonmaken en vijf uur later zijn wij net weg, als wij hem weer verder zien werken. Tegen het eind van de middag lopen we naar het nabijgelegen dorp om wat inkopen te doen. Handig aan alle landen in deze regio is dat je om de paar honderd meter een klein winkeltje hebt waar je drinken en wat snacks kunt kopen, dus je zal nooit zonder eten komen te zitten. In ieder hotel krijg je dagelijks twee flessen water, dus dat is ook makkelijk. In een restaurantje eten we een bord noedels en drie verschillende soorten salades. Dat zijn hier eigenlijk roergebakken groentes, wij hebben een salade van theeblaadjes, aubergines en avocado.



Het zit er nu bijna op, maar nog niet helemaal. Mogen vliegen we naar Yangon, de dag erop gaan we nog een paar dingen bekijken in de stad en vliegen we naar Bangkok, waar we de dag daarop terug naar Nederland vliegen.


Additional photos below
Photos: 38, Displayed: 30


Advertisement



25th September 2016

Roeien
Tsja, een mens moet roeien met de riemen die hij heeft, maar met een peddel aan een been is wel erg apart. Zo te zien en te horen, is dit wel jullie mooiste reis. Beter dan dat kan een huwelijksreis natuurlijk ook niet zijn. Houd Eshter goed vast in Bankok, want Westerse vrouwen zijn daar nogal in trek. Behouden vlucht terug! Liefs, Linda en verdrietige Su, omdat ome Loek vertrokken is.
26th September 2016

Oh wat een prachtig fruit! Hopelijk smaakt het ook zo lekker als het er uitziet. Een treinkaartje met levensverzekering is wel apart trouwens. Jullie zijn nu ik dit schrijf al bijna thuis. Ik kon op mijn eigen laptop niets openen gisteren, dus ik heb alles vandaag pas kunnen bekijken op school.

Tot: 0.136s; Tpl: 0.015s; cc: 12; qc: 49; dbt: 0.0697s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.2mb