Red Teeth white cheeks


Advertisement
Burma's flag
Asia » Burma
November 22nd 2012
Published: November 22nd 2012
Edit Blog Post

Total Distance: 0 miles / 0 kmMouse: 0,0

Myanmar


Bezoek Myanmar: zoveel mooie, vreemde, authentieke en buddhistische indrukken, en bovenal de aardigste mensen ter wereld! Tradities die in andere landen vooral voor toeristen worden uitgevoerd zijn hier nog springlevend. Hier wordt harder gebouwd aan nieuwe pagodes dan snelwegen. Mensen zijn oprecht blij om je te ontmoeten en je te helpen. Je bent hier veiliger dan waar dan ook en reizen met de bus gaat ontzettend makkelijk. Ondanks de relatief dure hotels hebben we samen maar 70 dollar per dag uitgegeven. Wij komen hier zeker terug zodra de nu nog afgesloten gebieden toegankelijk worden. Kortom, dit verhaal is weer veel te lang geworden...

Zondag 14 oktober, Don Muang Airport. Money, money, money! Uitdaging: 2000 dollar op de kop tikken, en dat in nieuwe, ongevouwen, onbevlekte biljetten. In Myanmar zelf kun je geen geld opnemen, je moet dus ruim voldoende dollars meenemen en daar wisselen in Kyat. Wij zetten in op max 100 dollar per dag. Op het veel grotere internationale vliegveld hebben gisteren drie keer gevraagd of hier een bankautomaat staat dat dollars uitgeeft. Twee maal ja eenmaal nee. Nee dus. Optie twee, pinnen, is alweer wat duurder: wisselkoers Euro - Baht; 4 euro per pin actie; wisselkoers Baht - Dollar; wisselkoers Dollar -Kyat. De passen van Miek weigeren na een keer het maximum bedrag nog eens geld uit te geven, de Rabobank blokkeert passen uit voorzorg na een opvallend bedrag. Handig en erg fijn - de ING doet daar gelukkig minder moeilijk over... Vervolgens met het wisselkantoor door stapels dollarbiljetten om de gaafste exemplaren eruit te vissen. Vliegen!

Yangon Airport. De Lonely Planet van juli 2012 verzekert ons met vetgedrukte letters: wissel geen geld om op het vliegveld of bij banken. De officiële rate van 8 Kyat per dollar hoort 800 te zijn! Om precies te zijn 850, de veranderingen gaan snel in het Myanmar dat zich voor de buitenwereld aan het openen is. Voor de zekerheid wisselen we niet al te veel in, maar dit was de beste rate van de hele reis. Een taxi brengt ons naar het busstation en een paar minuten later zitten we al in een vrolijke lokale bus op weg naar Bagó. Rijdend door het platteland van de Irawaddy delta voelen we ons bijna thuis, ware het niet dat veertig gezichten ons nieuwsgierig bekijken, met wit gesmeerde wangen (voornamelijk de vrouwen) en een lach vol rode rotte tanden (voornamelijk de mannen). Het eerste is een smeersel van boomschors dat bescherming biedt tegen de zon en in mooie vlakken of figuren (bij kinderen) op het gezicht wordt aangebracht. Het tweede is de nachtmerrie van elke tandarts, en wordt veroorzaakt door een opgevouwen boomblad met daarin onder andere een witte pasta, kruidnagel en stukjes betel nut. In India zie je dit ook wel eens, maar hier zit werkelijk elke man er op te kauwen en rochelt om de zoveel tijd rode drab uit het raam. Op straat lijkt het daarom of er om de paar meter iemand is neergeknald... Alle mannen dragen een longyi, omslagdoek met grote knoop aan de voorkant. Overal zie je monniken in oranje gewaad en de vrouwelijke variant in het roze, eveneens met kaalgeschoren hoofd.

Twee uur later in het stadje Bagó. Met onze in India opgebouwde ongezonde dosis achterdocht balen wij erg van de man die er op staat om ons vanaf de bushalte naar ons hostel te brengen. Maar hij blijkt er echt te werken en laat ons een paar slechte kamers zien, vanaf 20 dollar wat wij belachelijk vinden: gewend aan India en Nepal, drie keer de opgegeven prijs in onze gids, en het verder lege hotel. Het wordt San Francisco aan de overkant van de straat voor 12 dollar, nog steeds veel te veel voor een kamer met slechte fan, koude douche boven de wc en plastic lakens. Dit zijn de gouden jaren voor hotels in Myanmar: nauwelijks concurrentie en steeds meer toeristen. We wandelen rond zonsondergang naar de indrukwekkende (blad)gouden stupa van zo'n honderd meter hoog en omzeilen de overheidsfee van 10 dollar. Een stupa is een omgekeerd wijnglas, met gestapelde parasols in plaats van de voet, meestal massief en herbergt relieken als een Buddha bot of snorhaar. Je hoort hier met de klok mee omheen te lopen en op blote voeten uiteraard!

Lunch en avondeten (en in het geval van Bagó ook ontbijt) gaat als volgt: je bestelt een beef, kip, pork, of vis curry uit een van de grote pannen, door de dikke laag olie blijft dit dagen lang goed buiten de koelkast. Je krijgt hier rijst en onbeperkt groene thee bij en veel verschillende bakjes met rauwe en gefermenteerde groente, waaronder chilipepers en kleine witte aubergines (eggplant..), verder veel onbekends! Myanmar bier van de overheid smaakt ons beter dan het private Mandalay bier. En omdat geïmporteerde drankjes niet te betalen zijn hebben ze de lokale varianten van Coca Cola, Fanta, Sprite en Red Bull. Straattentjes verkopen veel gefrituurde bananen, gevulde eieren en deeghapjes. De eerste avond proberen we al de nationale delicatesse: salade van gefermenteerde theeblaadjes, tomaat, geroosterde bonen en veel pepers - we zijn er gek op!

Mengala ba! = Hallo!, die zit er de volgende morgen al goed in bij ons. Zo gezegd na een curry ontbijt gaan we op de voet langs de overblijfselen van deze oude hoofdstad. Dat zijn alleen nog buddhabeelden, stupa's en pagodes (tempels) in nieuwstaat want dat is hun manier van restaureren. Achtereenvolgens zien we pagode, 50 meter lange liggende buddha buiten, nog grotere liggende buddha binnen en hoge gouden stupa. Een paar lokale meisjes met wit gesmeerde wangen willen met ons op de foto, omgekeerde wereld dus. Als lunch een paar bapao's op het busstation, bus en dan achterop twee scooters naar het dorpje Kingpun aan de voet van de Gouden Rots. Leuk hostel, leuk dorpje, maar niks te beleven dus na een curry vroeg naar bed.

The Golden Rock. Dit is een enorme kei die boven in de heuvels sinds mensenheugenis op een randje balanceert, volgens de legende door een strategisch geplaatste haar van Buddha. De op een na heiligste plek in Myanmar trekt veel pelgrims die er vijf uur voor naar boven klimmen. Wij kiezen voor de afdaling en laten ons door een truck omhoog brengen. Dan is het nog steeds een eind klimmen en we gaan ongeveer gelijk op met een paar Chinezen in sportoutfit. Het andere verschil is dat zij op een draagstoel zitten die door vier Birmezen wordt gedragen... We hebben pech want er is bijna niemand en zonder honderden pelgrims is het grote plein op de top erg saai en de gouden rots toch vooral een grote met bladgoud velletjes beplakte kiezelsteen. Als lunch heeft Steven de pittigste soep ever en zijn maag protesteert bij de afdaling, die verder alles goedmaakt! Het pad gaat langs bamboe en rieten hutjes, waar de bewoners aan het werk zijn en eten ligt te drogen. Iedereen is supervriendelijk en poseert graag voor de foto .

Centrum Yangon (Rangoon), woensdag 17 oktober. De 2000 jaar oude Suya stupa staat in het midden van een drukke verkeersrotonde, bijna aan het oog onttrokken door de winkeltjes die hier weer in een cirkel omheen zijn gebouwd. Morgen hebben we hier met Oscar en Louise afgesproken die dan aan het einde van hun Myanmar vakantie zijn. Ze hebben een kamer in The White House gereserveerd, dus dat doen we ook. Voor 22 dollar hebben we een hok op de achtste verdieping die alleen via heel veel trappen te bereiken is. Best zwaar met 18 kilo op je rug in 30 graden. Vanaf de buitenkant zie je dat de laatste drie verdiepingen een slordige aanbouw van het bestaande gebouw zijn. Ons raam is een gat in de stalen platen en door het dekzeil hier op te knopen komt er nog iets van frisse lucht binnen. En dan zien we dat de naam van de kamer 'River View' nog klopt ook. 's Avonds gaan we naar de Chinees met een Australische dame, die haar levensverhaal vertelt: gescheiden, zoon mislukt, dus trekt ze er zelf maar op uit.

Ontbijt. The White House heeft de naam hoog te houden van het beste inbegrepen ontbijt in een guest house ter wereld. En inderdaad staan we versteld van het tien meter lange buffet met Birmese gerechten, pannekoeken en fruit. De prijs voor beste thee en koffie zullen ze niet winnen. Omdat de eigenaar een hobby sjamaan is krijgt iedereen een potje met 'infinite Buddha power' pillen. De mappen op tafel bevatten uitgeprinte emails van dankbare gasten die hierdoor van de meest uiteenlopende kwalen zijn genezen, en vragen als: "Ik heb het potje ongeopend op mijn rug gezet en het heeft geholpen, maar bevatten de pillen nu nog genoeg kracht om mijn vriend te genezen?". Miek mag mijn potje hebben, dus richt je met je klachten op haar!

Onze gids Uncle Khaing laat ons vandaag de verrassingen van Yangon zien. Ondanks zijn traditionele verschijning met zijn lange grijze haar in een knotje boven op zijn hoofd en de longyi omslagdoek ziet hij er jonger uit dan hij is. 1) We gaan eerst naar de krachtigste sjamaan in de wereld. Zijn huis en praktijk staat vol met geschenken, altaren en foto's van genezen patiënten. Een andere foto laat een bijeenkomst van een dertigtal sjamanen van over de hele wereld zien, de Afrikaanse met verentooien, leeuwenhuiden en neusbotjes. Een zieke patiënt wordt door familieleden binnengedragen. De sjamaan ziet er tientallen jaren jonger uit dan zijn 84 jaar en kijkt ons met priemende blauwe ogen aan. We krijgen thee en hij laat ons zien hoe hij een van zijn assistentes in trance brengt en telkens als hij langs haar heen wuift laat ze drie harde boeren. Hij geeft Miek de kracht over en ja hoor zij kan het ook! Als we voor de rest van ons leven alcohol en vlees afzweren kan hij ons de kracht blijvend doorgeven, maar hoe leuk het ook is om jullie op commando te laten boeren, bedanken we hier vriendelijk voor. We moeten liggen en hij onderzoekt de toestand van onze organen door hier met een koker hard op te drukken. Naast die pijn voelen we verder geen steken dus zijn gezond verklaard! Tot slot laat hij zien hoe sterk hij is door mij met alle kracht op zijn pols te laten drukken en mij vervolgens twee keer om te duwen. Zijn assistente is foto's aan het nemen dus wie weet hangen wij hier straks ook aan de muur... 2) Door naar drie heilige witte olifanten die zielig onder een afdak met een ketting aan hun poot heen en weer staan te wiegen. Erg naar om te zien. 3) Het huis van de bevrijder van Birma, generaal Aung San, ook vader van 'The Lady' Su Kyi. Nu een klein museum met foto's, in de kleine vijver is haar broertje ooit verdronken. Onze gids blijkt een grondige hekel te hebben aan 'The Lady' en probeert ons te overtuigen dat wij er in het westen helemaal naast zitten en de legerleiders juist het beste voor hebben met het land. 4) Als laatste gaan we naar onze derde enorme liggende Buddha, met uitleg dit keer. Ook deze gids presteert het om consequent alles behalve de voeten op foto's te zetten dit tot ergenis van Steven.

Oz&Louise in Yangon. We hebben geluk dat we elkaar straks ontmoeten, ons derde hondard dollar biljet is zojuist door de bank afgekeurd... Als we om vijf uur hijgend de laatste trap naar de receptie afstappen komen gebruinde O&L net aan met de taxi. Backpacks droppen en bijpraten in achtereenvolgens een theehuis, kroeg, expat restaurant en weer dezelfde kroeg. We worden getracteerd in het restaurant waar minstens 100 verschillende raadselachtige gerechten staan die je kunt aanwijzen. Voltreffers, een paar missers en Myanmar bier - het wordt steeds gezelliger! Uitgaan in Yangon (toch een grote stad) is erg beperkt, maar onze stamkroeg is inmiddels een Karaoke bar geworden met ongemotiveerde Birmese schonen op het podium. Oz drinkt zijn bier tegenwoordig met een scheut whisky dus we bestellen een fles met de lokale trots en biertap aan tafel... Na sluitingstijd kruipen we nog net op tijd ons hotel binnen, dollar bills ruilen, bagage meegeven, Quote en LP meepikken en afscheid nemen voor twee maanden. Was top!

19 t/m 21 oktober, de 6000 tempels van Bagan. Vooral Steven zit niet zo heel erg fit in een deluxe airco bus naar Bagan in het noorden. De snelweg lijkt uitgestorven, uren lang komen we vrijwel niemand tegen. Op een enorm leeg parkeerterrein stoppen we om te lunchen. We komen net na zonsondergang aan in het backpackersdorpje aan de rand van de tempels. Steven krijgt het voor elkaar om ons te laten verdwalen maar na een uur dwalen over zandpaden vinden we een prima hotel in een straat met leuke restaurantjes waar we de komende drie avonden eten. De volgende morgen zitten we op de fiets en rijden door de uitgestrekte vlakte met akkers en barstensvol grote en kleine, gerestaureerde en vervallen, beroemde en verlaten tempels. Buiten de hoofdwegen kom je alleen maar ossenkarren en vriendelijke locals tegen. Sommige tempels kun je beklimmen en geven een geweldig uitzicht over alle wite, rode en gouden pieken om je heen. Andere tempels hebben prachtige fresco's die je met zaklamp kunt bewonderen. Of een mysterie zoals de arbeiders die na de dood van een wrede heerser de binnenkant van zijn tempel hebben dichtgemetseld. Een ding hebben ze allemaal gemeen, overal waar een Buddha hoort te zitten vind je een goed onderhouden beeld, vaak omringd door biddende mensen, offers, kaarsen en wierook. De tempels worden aan een kant begrensd door de brede Irawaddy rivier. In een bocht van de rivier ligt Old Bagan, van de stad zijn nu alleen nog de stadsmuren en tempels over en kun je lunchen onder de schaduw van stokoude bomen. Hier ontdekken we ook de heerlijke tamarinde curry en verslavende tamarinde vlokken, die als stapeltje van tien in papier gerold zijn als snoepje. De eerste dag fietsen we door de middaghitte heen en volgen de zonsondergang vanaf het dakterras op een verafgelegen tempel, waar helaas ook drie schoolbussen met scholieren zijn gedropt. De tweede dag kiezen we voor het zwembad van een luxe hotel in Old Bagan en sluiten we de dag prachtig af vanaf een bootje op de rivier.

The road to Mandalay volgt eerst de rivier over een zandweg. In de hete zon zijn vooral vrouwen aan de weg aan het werken, en allemaal kijken ze lachend op en zwaaien ons na, een doet een dansje en kindjes rennen achter de grote bus aan. Mandalay is een grote drukke benauwde en niet al te boeiende stad, we komen hier voor de sfeervolle omliggende dorpjes. De eerste middag huren we fietsen, proeven een soort sushi uit stomende bakjes en pittige pannekoekjes in straatstalletjes en fietsen de marmotte, nou ja Mandalay hill op voor de zoveelste zonsondergang en leuke gesprekken met jonge monniken.De volgende ochtend gebruik ik onze netgehuurde scooter om backpacks van hotel A naar hotel B te verplaatsen. Dat gaat met ups and downs wat ik wijt aan gewenning, maar als ik aan het einde van de dag nog steeds moet schoppen en schelden om te schakelen en door het scheve zadel steeds met Miek naar voren schuif geef ik de schuld aan de afgeragde scooter. De hoofdweg uit de stad gaat door een groene tunnel van bomen en brengt ons in Amarapura met de langste teakhouten loopbrug ter wereld. Locals, toeristen en monniken met parasols maken de oversteek van het meer. In het water trekken vissers hun netten vol vette vis in hun bootje. Net zo'n bootje roeit ons weer terug. Vlakbij is een groot klooster waar honderden jonge monniken leven en je ziet ze zich wassen, eten bereiden, en net gewassen oranje gewaden uithangen. Met de scooter rijden we naar de Irawaddy rivier waar we met een pontje naar het dorp Inwa aan de overkant worden gebracht. Dat dit ooit een hoofdstad is geweest is nog te zien aan de oude stadsmuur, stemmige teakhouten tempel, stupa's, lokale toren van pisa en overblijfselen van het paleis, nu verbonden door stoffige paden. Pont terug, brug over en we komen aan in Sagaing: een parkachtig dorp vol oude koloniale gebouwen en honderden pagodes. Hier komen veel monniken om hun rust te vinden. Ons doel is duidelijk te zien: de top van de heuvel met de grootste concentratie tempels. De rechte lijn tactiek brengt ons eerst door een houthaven met duizenden (illegaal?) gekapte woudreuzen, zandpaden en uiteindelijk de voet van de heuvel. Op de top ontdekken we dat dit het heuveltje voor de grote heuvel is, maar een oude monnik is blij met onze aandacht en verwent ons: hij plaatst ons in twee ligstoelen in zijn huisje met uitzicht over Mandalay, vult onze waterfles, brengt kussens, thee en bananen... Even later neemt ie ons mee naar alle uithoeken van zijn tempel voor de mooiste uitzichten op de omgeving. Zoiets overkomt je echt alleen in Myanmar! Met de scooter beklimmen we uiteindelijk de grote heuvel en de zon is alweer onder. Op weg terug naar Mandalay: prut, prut, benzine op, donker, oeps. En dat vlak voor een standje met benzine in waterflessen merk 'Lucky'...haha!

24-25 oktober, Pyin Oo Lwin. Een volle pick-up brengt ons naar dit mooie koloniale dorp in de verkoelende heuvels buiten Mandalay. Miek naast de chauffeur voorin en ik op de houten bankjes achterin. Naast me zit een gezellige christelijke Birmese dame van 85 jaar oud die ooit Engelse les gaf. Als ze op haar bestemming is aangekomen springt ze als een jonge geit uit de laadbak. De aardige eigenaar van Bravo hostel kan zich Oscar nog goed herinneren (?). In het islamitische familierestaurantje aan de overkant krijgen we wel 20 bijgerechtjes wat onze lunch een feest maakt. Daarna met paard en wagen en een jonge besnorde Fransoos naar de Engelse tuinen. Helaas geen thee en scones hier! De volgende ochtend gaan we er weer op uit met scooter en bezoeken een aantal mooie tempels op heuvels of naast dikke heilige bamiyan bomen (waaronder Buddha na maanden mediteren zijn enlightment kreeg). In een krijgen we weer de monniken treat. We lunchen twee keer in de strawberry farm, waar je onder beschutting in het veld de meest heerlijke verse gerechtjes krijgt voorgeschoteld. Het grappigste is de Buddha cave met duizenden beelden in mooi verlichte settings die zijn levensverhaal vertellen. Hier doorheen stroomt een beekje dat je regelmatig moet doorsteken. Algauw zit het 'it's a small world' deuntje in mijn hoofd dat Miek gek maakt, maar het is net Buddhaworld hier! Tot slot dalen we af naar een ijskoude waterval, met een meisje dat zichzelf tot onze gids bombardeert. Niet onhandig want op de klim terug wordt het donker, en ze neemt ons mee op de thee bij een monnik in een grottempeltje. Eenmaal boven geven we haar als derde op de scooter een lift naar huis. We eten op het terras van een goed maar beetje stijf restaurant.

26-29oktober, trekken rondom Hsipaw in Shan state. De Shan minderheid heeft decennia lang gevochten tegen de Birmese overheid, maar in de meest toegankelijke gebieden is het nu rustig, daarbuiten mag je als toerist niet komen. In een oude trein met mooie houten bankjes tsjoeken we door de groene heuvels naar Hsipaw. Een conducteur geeft ons een Engels boek dat ie ergens heeft gevonden. Krakend rollen we langzaam over een 100 jaar oude hoge ijzeren constructie die een ravijn overbrugt. De dikke vrouw naast ons heeft een hele rijsttafel meegenomen en blijft maar eten. De trein dient ook als snoeischaar en de hele wagon ligt vol bladeren. In Hsipaw overnacht bijna iedereen bij het guesthouse van Mister Charles. We verkennen het dorp en eten curry uit de grote pan bij een van de eetstalletjes onder de bomen langs de hoofdweg. We hebben zin om morgen een paar dagen te gaan trekken langs Shan en Palaung dorpjes in de heuvels!

Even voorstellen: O Maung ('Omo'😉 onze 32 jaar oude briljante gids, die uiteindelijk ook opperhoofd van zijn Palaung dorp blijkt te zijn; Peter een jonge Australiër met autistische trekjes die altijd de minst sociaal wenselijke antwoorden weet te geven; de net afgestudeerde medisch biologen Edu en Maria uit Spanje die als enigen van hun afstudeerjaar een baan hebben gevonden - in Finland welteverstaan; en de veertig jaar oude Steve uit Engeland met bodybuilder profiel, die zijn fortuin heeft gemaakt met verzekeringen verkopen voor bakstenen en nu al een paar jaar gepensioneerd is en zonder zijn vrouw bezoekjes aan Thailand brengt...

In de lage heuvels rondom Hsipaw zijn veel traditionele Shan dorpjes in de maïsvelden, overal worden we hartelijk begroet en krijgen we bananen mee. Alle mannen zijn getatoeëerd, hebben en Birmese cheruby sigaar in hun mondhoek, de oude vrouwen lachen hun door betel nut roodzwarte tanden bloot. In the middle of nowhere stopt een scooter met twee mannen in legerbroek en kalasnikov. Onze gids maakt een praatje en zegt dat ze jagen op zwijnen. Ik tegen Miek "Je jaagt toch niet met een machinegweer?", Miek vraagt het aan de gids, maar moet even wachten op een antwoord. Als ze weg zijn vertelt hij dat het in werkelijkheid Shan rebellen zijn...

Hoog in de heuvels wonen de Palaung die leven voor en van hun theestruiken. Tot voor kort moesten ze elke maand een paar dagen onbetaald werken in de akkers van het leger. We bereiken het primitieve maar supermooie dorp van onze gids boven in de heuvels. Na de toegangspoort komt de heilige bamiyan boom, een sprookjesachtig meditatiehuisje, het centrale plein met, wilde pauw, tempel en schooltje, de waterput gesponsord door de verenigde naties, en hierom heen houten huisjes en kleurige tuinen vol bloemen, groente en kruiden.

We slapen in zijn huis, waar zijn vrouw ons verwelkomt met een uitgebreide lunch, inclusief een soort blauwe kaas van tofu, onze favoriete tea leave salad en de thee waar ze zo trots op zijn. We gaan op de thee bij zijn ouders en herkennen net als Oz&Louise de foto van de Lonely Planet die hier gemaakt is. We zijn niet de eerste toeristen, maar het is nog allemaal heel oprecht. In het dorpje willen alle kindjes zichzelf graag zien op de foto, waar ze in andere landen 'candy', 'pen' of 'money' roepen...Met z'n allen borrelen, eten en de saaie afscheidsceremonie bijwonen die eens in het jaar gehouden wordt voor alle overledenen. Alle vrouwen van het dorp zijn er, veel mannen zitten bij elkaar bier te drinken, zo ook onze gids en Engelsman Steve. Als wij al lang op zolder liggen te slapen horen wij een dronken Steve de aangeschoven rebellen vertellen dat hij mee wil vechten... Sure Steve!

's Ochtends brengt het hele dorp bloemen en eten naar de tempel waar twee monniken met grote kommen alles in ontvangst nemen. Steve heeft een kater. Wij trekken verder door de slordige theeplantages, in vergelijking met de keurige bosjes in China en India. We spreken inmiddels drie wooren Palaung: kam sa = hallo; rok mai = dank je; loolooi ie = tot ziens! Het Palaung dorp waar we die middag aankomen is een beetje vreemd: Iedereen heeft hetzelfde kenmerkende ronde hoofd en er lopen veel mensen bij die niet helemaal honderd zijn. Hier zien we waarom je maar beter niet met een familielid kunt trouwen... We slapen allemaal zij aan zij op zolder en worden gewekt door de eigenaar die voor een met kerstlichtjes verlichte altaartje in de hoek zit te zingen. Lolooi ie: Miek en ik nemen afscheid van de groep, want we moeten straks de bus naar Inle Lake halen. Achterop twee scooters worden we teruggebracht over modderpaden. Tussendoor helpen we een man overeind die hulpeloos onder zijn belachelijk zwaar beladen scooter met pompoenen ligt. Hij zwalkt gewoon weer verder. We hebben met het Spaanse stel en Steve afgesproken te gaan stappen in Bangkok.

30 okt-1 nov, Inle Lake. Ons hostel heeft bustickets geboekt voor de verkeerde dag, maar we mogen op twee reserveplekken vlak achter de buschauffeur zitten. Het is al diep in de nacht en de eentonige traditionele Birmese muziek is achtereenvolgens overgegaan in urenlang lawaaiig Birmees cabaret en een discussie tussen twee hardhorende buschauffeurs. We zijn blij als we om vijf uur 's ochtends onze koelcel uitstappen. Op aanraden van Oz&Louise hebben we een nachtje op het meer gereserveerd bij Golden Island Cottages, een splurge dus!

We spreken af dat de boot die ons brengt en haalt ons onderweg langs de bezienswaardigheden van het enorme meer brengt. Het is full moon dag, de dag van Buddha, en dat wordt gevierd met een botenparade. We vliegen over het meer om er om zeven uur bij te zijn. Zo'n vijftig lange smalle roeiboten met elk honderd mannen aan boord zijn verbonden via een lange kabel. Aan het eind hangt de tempelboot met bijzondere Buddha beeldjes. De meesten roeien synchroon op de traditionele manier: met een been om hun roeispaan, erg gaaf om te zien. Door de harde muziek en dansende jongeren op de versierde boten doet het ook aan de gay parade door de Amsterdamse grachten denken. Na de parade gaan we net als alle locals naar een tempel op een eiland om bloemen en eten te brengen naar vijf buddha beeldjes die zo vol geplakt zijn met bladgoud dat het gouden barbapapa's zijn geworden.

In twee halve dagen vaart de boot ons langs en door de houten palendorpjes en tempels aan het meer, door de eindeloze drijvende tuinen vol groente, langs kleine houten fabriekjes met de lokale specialisatie: ijzersmid, zilverwerk, weverij van zijde en lotus, sigaren draaien, lacquerware. Miek koopt zilveren vogelkooi oorbelletjes. Onze prachtige bungalow op het water heeft een balkon dat uitkijkt over het meer, hier roeien vissers voorbij met hun ene been en gooien hun grote ronde fuiken uit. Na vier maanden een badkuip, daar moeten we gebruik van maken! Maar onze boiler is stuk, in de volgende hut is geen water, maar uiteindelijk hebben we een lekker warm bad. Je komt 's avonds niet weg van het resort dus we eten verplicht in de bijbehorende bejaardensoos, volgende ochtend tillen we een tafel naar buiten wat meteen wordt opgevolgd. Aan het einde van de tweede dag sightseeing schuilen we in een eettentje voor de stortregen tot een bezorgde bootman ons met poncho's komt opzoeken. Veel te laat jakkeren we over het meer en in het donker komen we aan in het dorpje waar we gaan slapen. In het hostel worden we hartelijk ontvangen met thee en snacks.Vandaag fietsen we eerst langs de lokale markt, proeven we verrassend lekkere wijnen in een wijngaard en bezoeken een dorp aan het eind van een eindeloze teakhouten steiger. We zwaaien naar een restaurantje en die komen ons met wiebelende uitgeholde boomstam ophalen. Geroosterde vis en nog een keer de verrukkelijke theeblaadjes salade! Aan het einde van de middag vertrekt onze laatste nachtbus naar Yangon.

2 november, Yangon. Voordat ons AirAsia vliegtuig vertrekt naar Bangkok hebben we nog net tijd om de heiligste plek van Myanmar te bezoeken: de Swedagon paya. Dit is een ruim honderd meter hoge gouden stupa, in de top schitteren duizenden edelstenen in de zon. Obama is hier deze week ook op zijn blote voeten langs geweest en dit is de plek waar de bruut neergeslagen monnikenopstand tegen het militaire regime begon. Voor elke dag van de week is er een hoek van de achthoekige basis van de stupa en mensen komen naar de dag van hun geboorte. Miek en ik blijken net als Buddha op zondag te zijn geboren : ) Met dit laatste buddhistische weetje zijn wij helemaal klaar voor de Thaise eilanden!

Advertisement



22nd November 2012

foto's
wat worden we verwend met de mooie foto's. Kan niet wachten tot het de 24ste is ;_). Kusssssssss.
24th November 2012

24e
Ook ik zie erg uit naar de 24e,ondanks dat ik de hele reis zo heerlijk voor jullie vind! Wat een professioneel en boeiend verslag weer.En die foto,s.....ik wil ook!!! XXXXXX,m-j
25th November 2012

Wauw!
Wat een avonturen! Enjoy, enjoy, enjoy! Tot 3e kerstdag, nu al zin in! xxx
28th November 2012

trek
Tis hier half 12 smiddags, zit lekker achter mn laptopje en krijg honger van al jullie eet omschrijvingen :-) Zometeen maar aan een boterham met kaas :-( Heel veel plezier in jullie laatste maandje, geniet er optimaal van!!! X

Tot: 0.053s; Tpl: 0.017s; cc: 10; qc: 24; dbt: 0.0246s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.1mb