Mt. Ijen: Nachtwerk naar de Blue Flames


Advertisement
Indonesia's flag
Asia » Indonesia » Java » Banyuwangi
October 1st 2015
Published: October 1st 2015
Edit Blog Post

Total Distance: 0 miles / 0 kmMouse: 0,0

Surabaya - Banyuwangi - Mt Ijen


We checken in bij de Sriwijaya Air balie en gaan vervolgens door security. In Indonesië mogen alleen vliegende passagiers de terminal in, meestal wordt je bij de ingang gecontroleerd en later nog een keer. Hoewel er maar vier vluchten meer gaan vanavond is het heel erg druk. Er is namelijk al een vlucht van negen uur vanochtend die nu, om half acht, nog niet is vertrokken. Een andere vlucht die al sinds 10 uur vanochtend vertraagd is, gaat dan toch rond acht uur weg. Bij een andere vlucht van 16.15 uur staat DELAY UNKNOWN, een opbeurende tekst dus. Er wordt wel voor de mensen gezorgd, de ene vlucht krijgt een zakje met eten, voor de andere passagiers is er zelfs een warme maaltijd. Ons vliegtuig komt een kwartier te laat binnen, dus dat is acceptabel. Niet veel later lopen we een heel eind over het platform naar ons toestel toe, een Boeing 737-300 van 20 jaar oud. Er is even verwarring aan boord, want we missen iemand. Er wordt meerdere malen geteld en uiteindelijk zijn ze er dan toch uit. Met een half uur vertraging, een pak penniewafels en water als catering, zetten we koers naar Surabaya, waar we 50 minuten later aankomen. We slapen bovenop de terminal in het Ibis en hebben een mooi uitzicht op het platform.

We vliegen pas om 12 uur verder naar Banyuwangi, dus dat stelt mij mooi in de gelegenheid nog een aantal uur te spotten vanuit de kamer. Het ontbijt stelt niet zoveel voor vandaag, dus we doen het met een toastje en wat mie. Rond 11 uur checken we in bij Wings Air en gaan naar de gate toe. Onze 2 jaar oude ATR-72 prop gaat een half uur te laat weg bij de gate. We zitten op de eerste rij bij de nooduitgang, aan de andere kant zit nog een westerse toerist. Blijkbaar vertrouwen ze ons meer met de procedures, al worden die niet uitgelegd. De zeer lage kruishoogte van 13.000 voet hebben we al snel bereikt en we vliegen met een boog om de oostelijke kust van Java heen. Bij het dalen zien we links van ons Bali liggen, aan de andere kant de vulkanen van de Ijen caldera. De terminal is piepklein en niet veel later rolt de bagage van de band, die 4 meter lang is. Openbaar vervoer gaat er niet vanaf het vliegveld, dus we nemen een taxi, die hier zonder pardon wel op de meter rijdt. Meestal willen de chauffeurs in Indonesië hier niet aan en er moet vaak stevig onderhandeld worden over de prijs. Wat meteen opvalt is dat het hier een stuk rustiger aan toe gaat dan in overige delen van Java. Het verkeer is best druk, maar men loopt niet zo te pushen als elders. Alles ziet er ook een stuk schoner uit. Na een half uur komen we aan bij ons hotel, dat aan de rand van de stad ligt. We worden ontvangen met een welkomstdrankje en onze tassen worden naar de kamer gebracht.

Over een ding moeten we toch echt contract opnemen met het ministerie van toerisme. Het wordt personeel overal, zoals in hotels, de trein, op de luchthaven, de taxi enzovoort, geleerd om bij alles sorry te zeggen. Natuurlijk is dit heel beleefd, maar soms wissel je drie zinnen met de uit, en bij iedere nieuwe zin waar even een pauze valt, zeggen ze sorry. Dat gaat op den duur wel een beetje vervelend. Na aankomst in het hotel gaat de elektriciteit uit, weer aan, even later weer uit, en weer aan. We horen verder geen commotie, dus het zal hier wel gewoon zijn. De airco gaat natuurlijk ook uit, dus we besluiten om in het zwembad te springen, het water heeft een aangename temperatuur. Na het zwemmen lopen we een straat in en komen een restaurantje tegen waar we kip met nasi goreng eten en wat boodschappen doen.

De volgende ochtend doen we iets wat er bijna nooit van komt en dat is uitslapen. Het ontbijt blijkt het beste te zijn tot nu toe. Er worden verse eieren en pannenkoeken gebakken, er is zelfs “echt” brood, en heel veel warme Aziatische en westerse gerechten. Na nog een bezoekje aan het zwembad nemen we ‘s middags de taxi naar het centrum om onze scooter/motor op te halen. In Indonesië kennen ze geen onderscheid tussen een motor of een scooter, je kunt met hetzelfde rijbewijs beide besturen. Met 125cc is het voor Nederlandse begrippen ook niet echt een scooter meer, hier in Indonesië is het de standaard. Als alle papieren zijn ingevuld kunnen we op weg, we maken eerst een proefrit door wat kleine straatjes en gaan dan de hoofdweg op. Scooters gaan in de bebouwde kom vaak harder dan het overige verkeer, mede doordat ze links en rechts kunnen inhalen. We gaan gewoon mee met de flow en rijden voorbij het hotel een willekeurige weg in. Al snel rijden we de stad uit en komen tussen de rijstvelden. Sommige zijn net aangeplant, andere worden met een primitieve ploeg omgeploegd. Af en toe stoppen we om foto’s te nemen en voorbijgangers groeten ons hartelijk. Naast rijst worden er ook mais, aardappelen en bonen verbouwd. Vee zie je voornamelijk in de vorm van schapen en geiten, af en toe ook wat koeien en buffels. We komen onderweg ook nog een groep eenden tegen, de dames lopen keurig en luid kwakend van het ene naar het andere veld toe. Onderweg tanken we nog even bij een klein winkeltje. Er zijn in Indonesië alleen staatstankstations langs de grote weg. Elders kan je overal benzine en diesel kopen die in glazen literflessen worden aangeboden. Elk dorp heeft meerdere verkooppunten, dus je zit nooit zonder benzine.

Via steeds smaller wordende wegen komen we bij de kust. Het strand is zwart van het vulkaanzand en het ligt vol met aangespoelde plastic zakjes. Aan de andere kant van het water zien we de bergen van Bali liggen. Er is verder niemand en na een korte strandwandeling rijden we terug naar Banyuwangi. In het hotel is het vandaag bbq, dat wil zeggen onbeperkt barbecueën voor ongeveer 7.50 euro per persoon, inclusief koffie, thee en sappen. Gisteren was het vlees, vandaag liggen er allerlei vissen en garnalen te wachten om gegrild te worden. Verder is er een koud en warm buffet met Aziatische en westerse gerechten. We zijn onder de indruk van de kwaliteit die voor deze prijs geboden wordt. Het personeel vind het erg leuk dat we dit concept proberen. Buiten ons zijn er ook maar zeven tafels bezet, dus storm loopt het niet. Opmerkelijk is een lange tafel die gedekt is voor 14 personen, waar af en toe een paar mensen aan gaan zitten om wat te eten, waarna ze snel weer weg zijn. Er is ook een liveband die een mix van nationale en internationale nummers speelt en zingt. Om negen uur doen we het licht uit, want over drie uur gaat de wekker alweer.

En dat viel niet mee. Om half een rijden we op de motor bij het hotel weg, gewapend met onze routeplanner. We slaan nog een paar etenswaren in bij de supermarkt en beginnen aan onze klim van zeeniveau naar 1800 meter. De weg is goed verlicht en gelukkig pas nog opnieuw geasfalteerd. De bijna volle maan staat helder aan de hemel. De weg gaat af en toe zeer steil omhoog en maakt veel haarspeldbochten. Een klim kan de motor niet aan en Esther moet even te voet verder. Beneden was het nog aangenaam, hierboven wordt het zeer fris aan de handen. We rijden voornamelijk door bossen en worden af en toe gepasseerd door een auto. Via een blog uit 2013 ben ik op het idee gekomen om Mt. Ijen te beklimmen. Overdag heb je een prachtig uitzicht over de krater en wijde omgeving, ‘s nachts zie je “blue flames”, dat zijn vlammen die veroorzaakt worden door zwavelgassen van 600 graden C. In de blog staat dat als je vroeg begint het niet zo druk is, maar dat was 2013........ Eenmaal boven zien we ineens uit het niets tientallen auto’s staan en een paar honderd motoren. Zoals wel vaker kijken we elkaar aan en zeggen, wat is dit nu weer? Het antwoord is: weekend dus. De entreeprijzen zijn ook aan het weekend aangepast, voor Indonesiërs is het 7500 of 10000 pp, ons boekje wordt uit een laatje getrokken waar 150000 opstaat. We beginnen aan de klim, die volgens internet vooral in het begin zwaar is en met ons voornamelijk groepen Indonesiërs. Het pad is goed begaanbaar, maar het grootste gedeelte ongelofelijk steil en dat is niet overdreven. Her en der staan mensen over te geven, die natuurlijk veel te snel naar boven willen lopen. De klim tot de kraterrand is ongeveer 3 kilometer en duurt op ons tempo iets meer dan anderhalf uur.

Mt Ijen is 2900 meter hoog, wij zijn tot 2400 meter geklommen. De vulkaan is in 1999 voor het laatst uitgebarsten en maakt deel uit van een veel grotere caldera met een doorsnee van 30 kilometer. In de verte steekt de nog hogere Mount Raung tegen de hemel af, deze vulkaan is afgelopen maand voor het laatst uitgebarsten en heeft het vliegverkeer van Bali vele malen ontregeld. Even dacht men dat het tot een volledige uitbarsting zou komen, maar gelukkig voor ons is hij net op tijd gestopt. In de krater van Mount Ijen is een zwavelmijn, waarbij mijnwerkers met manden van 90 kilo uit de krater moeten klimmen en vervolgens de 3 kilometer naar beneden. Het salaris bedraagt 5 tot 8 dollar, een bedrag dat veel is voor deze regio. Een keerzijde van het werk is dat de gemiddelde leeftijd van de mijnwerkers blijft steken opeen schamele 47 jaar.

De wind staat vandaag helaas verkeerd, want de zwavelgassen worden over de enige route die in de krater afdaalt geblazen. We worden aangeraden om een gasmasker te huren en dat doen we dan ook. Het is een zee aan lampjes die de krater ingaan en na een half uur zijn we dan eindelijk beneden. Hier valt het nog redelijk mee met de zwavelgeur. Op twee plaatsen komen er inderdaad blue flames uit de grond en mijnwerkers hakken hier hun zwavelbrokken om ze vervolgens in manden te laden. De blue flames zijn indrukwekkend om te zien, al dachten we dat er meer zouden zijn. Wellicht worden andere door de zwavelgassen verborgen. Door alle toeristen is het voorzichtig vechten om een goed plaatsje, je wil hier geen uitglijder maken. Zeker niet in het meer wat verderop ligt en zo zuur is dat het een Ph waarde van 0.5 heeft. Ondanks de toeristen is het geheel indrukwekkend. Je staat toch in de krater van een actieve vulkaan, in het donker onder de sterrenhemel.

De tocht naar boven is vele malen zwaarder en we doen het rustig aan. Ondertussen begint het al te schemeren, het is nog geen 5 uur in de ochtend. Eenmaal boven zijn de zwavelgassen zo verspreid dat je moeilijk adem kunt halen zonder masker, ook je ogen tranen van irritatie. Het is mogelijk om nog verder te lopen naar een uitzichtpunt over het kratermeer en de omliggende vulkanen. Ons lijkt dit niet zinvol gezien de omstandigheden, dus we besluiten om weer naar beneden te gaan. Je kan niet alles hebben. Het wordt steeds lichter en onderweg naar beneden genieten we van het uitzicht over de vulkanen in de verte, die worden omringd door wolken en mist. We komen veel toeristen tegen die in het daglicht naar boven gaan. Eenmaal beneden zien we tientallen tenten staan van toeristen die hier de nacht hebben doorgebracht. Wij zijn blij dat we op de motor kunnen stappen terug naar het hotel. De afdaling verloopt niet zonder problemen, want het gaat soms zo steil dat de remmen van de motor erg warm worden. Met een paar stops zijn we rond negen uur weer in het hotel, nog op tijd voor het ontbijt. We hebben een late check-out aangevraagd, zodat we nog even kunnen slapen voordat we weer naar het vliegveld gaan voor onze vlucht naar Bali.

Al met al is deze onderneming niet helemaal geworden wat we ervan hebben voorgesteld, maar zeker de moeite waard. We gaan nu richting Flores, waar we de Komodo varaan willen zien, de grootste nog levende hagedis op aarde.


Additional photos below
Photos: 27, Displayed: 27


Advertisement



5th October 2015

krater
Toch wel heel bijzonder en spectaculair om in een vulkaankrater af te dalen! Zou niets voor mij zijn trouwens, een beetje te steil denk ik.

Tot: 0.142s; Tpl: 0.015s; cc: 13; qc: 48; dbt: 0.0738s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.2mb