Borobodur - Dieng - Merapi: Hit the road Jack


Advertisement
Indonesia's flag
Asia » Indonesia » Java » Borobudur
September 28th 2015
Published: September 28th 2015
Edit Blog Post

Total Distance: 0 miles / 0 kmMouse: 0,0

Borobodur - Dieng -Merapi


Het is al even geleden dat we geblogd hebben, en deze is wat langer geworden dan gepland, ook al beslaat hij maar 3 dagen. Anders gaan we te ver achterlopen, onze excuses hiervoor.

Met de gratis airport shuttle gaan we van het centrum van Jogjakarta naar het vliegveld, dat tegen de stad aangeplakt ligt. Om 11 uur hebben we afgesproken met de autoverhuurder. In Indonesië is het gebruikelijk om een auto met chauffeur te huren, gezien de hectiek op straat lijkt dat ook nodig. Toch verhuren sommige bedrijven ook auto’s zonder chauffeur en na wat speurwerk op internet hebben wij er een gevonden. Op het vliegveld zien we niemand van de verhuurmaatschappij, na wat heen en weergemail met de baas treffen we toch iemand bij de informatiebalie van het vliegveld. Hij spreekt bijna geen Engels en brengt ons naar de auto toe, een Toyota Avanza, waar bijna heel Indonesië in lijkt te rijden. Na alle formulieren te hebben ingevuld is het tijd om te betalen. Geen borg, gewoon het verhuurbedrag en tot ziens dan maar. De tank is nagenoeg leeg, dus we stoppen op weg naar de Borobodur eerst bij een tankstation. Zelf tanken is er niet bij, je geeft geld aan een mannetje en die tankt voor je.

Het verkeer in Jogjakarta is half zo druk als in Bandung, waar het half zo druk als in Jakarta was, dus eigenlijk valt het best mee. Natuurlijk doet iedereen maar wat en het is vooral goed opletten op de vele scooters en motoren die de king of de road zijn. Links en rechts vliegen ze je voorbij en het is go with the flow. Bij stoplichten mag je net als in Amerika afslaan als het rood is en voorrang geven is er niet bij, wie het eerst denkt te gaan heeft voorrang. Het is even wennen om weer links te rijden, instappen en schakelen gaan links, dat vergeet je wel eens. En natuurlijk links rijden. Net als in Australië is het soms lastig om links te houden als je net ergens wegrijdt waar geen verkeer is. Net als in andere landen waar het verkeer hectisch is, zie je bijna geen auto’s met deuken rijden. Alles gaat voor Indonesische begrippen soepel.

Het is maar een uur rijden naar de Borobodur vanaf het vliegveld, voornamelijk door stedelijk gebied en dat is wel jammer. De navigatie op onze telefoon wijst ons feilloos naar het hotel toe, dat aan de rand van een woonwijk ligt. We moeten dan ook eerst door een paar smalle straatjes voordat we er zijn. Het hotel heeft tien kamers die allemaal rond een tuin met een overdekt restaurant liggen. Buiten ons zijn er niet veel andere gasten, dus het is heerlijk rustig. In het restaurant kiezen we twee gerechten van het menu, helaas is een ervan “finished”. Dit komt vaak voor in restaurants. Er staat van alles op het menu, maar dat betekent niet dat ze het ook kunnen serveren. We kiezen wat anders uit, wat ook een goede keuze blijkt te zijn. Na de late lunch pakken we de auto en rijden langs de Borobodur een willekeurige weg in. Niet veel verder komen we een open veld tegen dat vol ligt met bamboe matten met iets erop. We stappen uit en gaan op onderzoek uit, na wat ruiken en proeven blijkt het tabak te zijn. Even verderop zien we de planten in een veld staan. Onderweg zagen we een bord staan dat verweest naar een uitzichtpunt op de Borobur. Via een smalle en steile weg komen we bij de entree, waar we voor de helft van de prijs naar boven mogen. De zon staat al laag aan de hemel, en eenmaal boven heb je een mooi uitzicht over de omgeving. De Borobodur staat als een klein stipje tussen de bossen in de verte.

De volgende ochtend gaat de wekker om 4 uur, want we willen de zonsopkomst op de Borobodur zien. Deze tempel is gebouwd tussen 750 en 850 na Chr. en in de jaren 70 en 80 volledig gerestaureerd door de hele tempel steen voor steen af te breken, een nieuwe fundering aan te leggen en weer op te bouwen. De tempel is 118 bij 118 meter en bestaat uit zes verschillende terrassen. Alleen via het Manhora Hotel kun je voor de reguliere openingstijd, tegen een forse toeslag naar binnen. Gewapend met een zaklamp die je meekrijgt lopen we naar de tempel toe en met ons nog een fors aantal toeristen. De meeste komen uit Jogjakarta en zijn al even onderweg. De meeste van hen zitten aan de oostkant van de tempel vol verwachting op de zonsopkomst te wachten. Ik heb allang door dat die er niet gaat komen, de zon gaat natuurlijk op, maar de lucht is bedekt met een dik pak wolken. Gelukkig is er aan de andere kant van de tempel bijna niemand, en met de heuvels op de achtergrond is het mooi foto’s nemen. De laaghangende nevel geeft het geheel een mystieke sfeer. We bekijken ook de rest van de tempel, voordat meer mensen doorkrijgen dat het er vandaag echt niet inzit. Waarschijnlijk zijn de mooie plaatjes die je overal ziet van de zonsopkomst een toeristenlokker, en is dit bewolkte weerbeeld de norm. Het maakt niet uit, we hebben de Borobodur wel kunnen zien voordat de massa’s toeristen worden toegelaten vanaf 6 uur.

Eenmaal terug in het hotel liggen we nog even op bed, ontbijten we en gaan dan op pad. We rijden eerst over een redelijk vlakke weg met veel verkeer tussen de rijstvelden door, en slaan dan af op de weg naar Wonosobo. Deze weg is smaller en kronkelt over heuvels en door bossen. Ineens doemt de silhouet van een vulkaan op, die naast de plaats Wonosobo ligt. Hier rijden we even mis, maar komen al snel weer op de juiste route terecht richting het Dieng Plateau. De weg die we nu volgen is ook niet al te breed en heeft druk verkeer, met veel ov bussen die ook naar Dieng op pad zijn. De weg voert door dorpjes en gaat met veel kronkels steil omhoog. Bij een uitzichtpunt stoppen we even en kijken uit over de vele landbouwterrassen die op de heuvels zijn aangelegd. Een paar kilometer verderop komen we met een laatste klim aan op het Dieng Plateau, dat op 2200 meter ligt. We hebben hier een pension geboekt, waar we hartelijk worden ontvangen en kunnen kiezen uit wel 7 kamers. Dat is nog knap lastig.

In Dieng rijden we naar een uitzichtpunt waar we via een pad tussen wat akkers door naar boven lopen. Halverwege worden we tegengehouden door een vrouw waar we entree aan moeten betalen, 20000 roepies per persoon. Wij kijken elkaar aan en betalen het maar. Eenmaal boven heb je een mooi uitzicht over het blauwe Telaga Warna meer, het dorp en de verdere omgeving. Op weg naar beneden probeert een andere vrouw die op de akker aan het werk is een paar woordjes Engels met ons. Iets verderop ligt het Kawah Sikidang. Dit is een klein moddermeer dat ontzettend borrelt en stoomt. Eromheen liggen nog een aantal kleinere. Per ongeluk komen we via de achteringang binnen, niemand die ons erop aanspreekt. Er staan wat vervallen hekken rond het meer, maar daar kan je makkelijk overheen, zodat je een veel beter zicht hebt op het natuurschoon. Helaas hebben de Indonesiërs daar niet zo veel respect voor, er drijft een hoop afval in het meer. Nog steeds doen we mensen verbazen als we uit de auto stappen. We vertellen ze in het Nederlands dat ook wij echt auto kunnen rijden. Het Dieng Plateau herbergt ook meer dan 400 boeddhistische tempels, wij bezoeken twee complexen. Het Candi Bima heeft als enige tempel in Java hoofden die uit ramen lijken te kijken. Het Arjuna complex bestaat uit vijf tempels gewijd aan de god Shiva.

Ook op andere plaatsen op het plateau stoomt en borrelt het en we passeren enkele geothermische energiecentrales. We komen een bord tegen waarop een waterpark staat met water uit de warme bronnen, dus daar willen we meer van weten. Eenmaal daar zien we een enorme parkeerplaats die leeg is. Het complex telt twee zwembaden. Een heeft twee grote glijbanen, maar dit bad staat leeg. In het tweede bad zwemmen een paar dozijn Indonesiërs. Het water ziet er niet zo uitnodigend uit, dus zwemmen doen we maar niet. Ook willen we niet de attractie van het zwembad worden. Tegenover het hotel gaan we bij een lokaal restaurantje eten, veel staat er niet op het menu, maar de nasi en mie goreng smaken uitstekend. De eigenaresse is erg trots om buitenlanders op bezoek te hebben en kan haar ogen niet geloven als we haar een fooi geven. De gerechten kosten 55 cent per stuk, dat vinden we te weinig voor al het lekkers.

De volgende ochtend worden we om 4 uur gewekt door de Iman, die aan zijn eerste dienst begint. Als we later weer wakker worden hebben we honger, maar helaas is de vrouw aan de overkant gesloten. We lopen twee deuren verder en wie zien we daar in de deuropening staan..... Natuurlijk gaat ze voor ons wel open, of we hetzelfde als gisteren willen. In het pension zien we niemand meer, dus vertrekken we en rijden dezelfde weg weer terug naar Wonosobo. Het is schitterend weer vandaag, dus de vulkanen steken mooi af tegen de heldere lucht. Onze bestemming is de Merapi vulkaan, die in 2010 voor het laatst is uitgebarsten. De rit van slechts 113 kilometer moet je niet onderschatten door al het verkeer en natuurlijk ook het terrein. Wij hebben er zo’n 5 uur over gedaan inclusief een lunchstop. We slapen vandaag op de flanken van de Merapi in de plaats Kaliurang, op ongeveer 1000 meter hoogte. Het staat hier vol met kleine hotels, die elk een paar kamers hebben. In onze Mt. Fuji Villa’s, wat een toepasselijke naam op een vulkaan, worden wij kennelijk niet verwacht. De jongen die bijna geen Engels spreekt kijkt ons verschrikt en verbaasd aan. We laten onze voucher zien op de tablet en we zien hem denken, 'het zal wel goed zijn' en neemt ons mee naar onze suite met hemelbed. In het dorp is niet veel te beleven en de menuopties zijn ook beperkt, dus we doen het met saté en witte rijst.

Niet ver van het hotel ligt een natuurpark waar je kan wandelen door het bos, naar een waterval en uitzichtpunt op de Merapi. Met zijn 2930 meter hoogte is het de actiefste vulkaan van Indonesië. Vandaag is het offerfeest en op feestdagen moet je meer entree betalen. Het bordje werd net voor onze neus omgedraaid, voor buitenlandse toeristen is het vandaag maar 225.000 roepia, omgerekend 15 euro per persoon. Zoveel betaal je nog niet voor de Grand Canyon, dus dit hebben we beleefd afgeslagen en zijn naar een ander punt gereden. Onderweg is het overal feest en worden allerlei beesten geslacht. We parkeren de auto waar je niet meer verder kan, waarna we nog een stuk de Merapi oplopen en een mooi uitzicht op de vulkaan hebben. We komen onderweg verschillende huizen tegen die door de uitbarsting van 2010 zijn verwoest. Ook zien we een kleine tentoonstelling van foto’s en voorwerpen die zijn teruggevonden. Naast de weg ligt een strook waar met 300 kilometer per uur een allesvernietigende hete wolk van as en steen is langsgetrokken en daarbij hele dorpen heeft weggevaagd. De Indonesiërs gaan hier op lava tour, dat wil zeggen in een Jeep een of meerdere uren rondscheuren door het stof. Wij lunchen bij een lokaal restaurantje, waar een poes ook wel een hapje lust en er luid op los miauwt. Je ziet vooral katten in Indonesië, honden bijna nergens.

Onze dag zit er wat vroeger op dan gepland, dus rijden we de Merapi af terug naar Yogyakarta en vermaken ons in een grote mall met Carrefour, voordat we onze auto op het vliegveld inleveren. De man zit al op ons te wachten, dus we kunnen gelijk door naar de terminal om in te checken voor onze vlucht naar Surabaya. Hierover meer de volgende keer, alsmede wel heel erg vertraagde mensen. Ook vliegen we verder naar Banyuwangi om in het donker de vulkaan Mt. Ijen te bedwingen, waar we grote verwachtingen van hebben.


Additional photos below
Photos: 32, Displayed: 30


Advertisement



Tot: 0.123s; Tpl: 0.015s; cc: 13; qc: 52; dbt: 0.0583s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.2mb