'Oh My God!'


Advertisement
India's flag
Asia » India » Rajasthan
October 15th 2012
Published: October 15th 2012
Edit Blog Post

Total Distance: 0 miles / 0 kmMouse: 0,0

Oh My God!


16 t/m 30 september. Wij reizen met sneltreinvaart via de palmstranden van Goa naar Bollywood in Bombay, langs de paleizen en forten in Rajastan, een pitstop bij de Taj Mahal in Agra en eindigen toepasselijk bij de heilige Ganges in Varanasi. Gegeven de snelheid waarmee we zeven ver uit elkaar gelegen plaatsen bezoeken in twee weken was 'Jalliwalli' een goede titel geweest. Dit schelt constant uit de stationsspeakers en we vermoeden dat het 'vertrek' of 'aankomst' betekent.Maar dít is het India dat al je verwachtingen overtreft en waar eeuwenoude tradities vloeiend overlopen in de eenentwintigste eeuw! In Rajastan wordt onze uitgesproken bewondering door locals en onze gids steevast lachend bevestigd met: "Oh my God!". En zo is het maar net.

Goa provincie, een voormalige Portugese kolonie. In het donker rijdt de riksjachauffeur ons van het treinstation naar het hostel in Palolem Beach dat het leukst klonk in de net aangeschafte rough guide van India. "Ja, we hebben gereserveerd" liegen we vol overtuiging omdat we geen zin hebben in de toko van zijn broer, oom of buurman. Met moeite hobbelt hij over de zandpaden en het hostel blijkt dicht te zijn - laagseizoen. Met onderdrukte glimlach vertelt hij dat dit geldt voor alle hostels in de gids. Aan hem overgeleverd laten we ons langs guest houses rijden en eindigen in een kamer die Miek vergelijkt met gevangeniscel ("Maar daar is de deur vast niet van karton gemaakt, Miek"). We kunnen het onverlichte strand niet zien en lopen door het palmbomenbos naar de straat met leuke visrestaurantjes - waar we de avond goed afsluiten.

De volgende morgen is het heerlijk weer en het halve maanvormige strand met palmbomen en gekleurde houten vissersbootjes voldoet aan de ansichtkaarten! Het water heeft precies de goede temperatuur, op de verkopers na is het rustig en in de enkele geopende strandtent is het lekker eten. We blijven vandaag zo lang mogelijk op het strand... Zoals altijd vertrekken we veel te laat in een taxi naar het treinstation 30 km noordelijker voor onze nachttrein naar Bombay. De jonge Indiase chauffeur laat zich maar wat graag opjutten en we komen veel te vroeg aan, want de trein is een uur vertraagd. Op het perron ontmoeten we de 21-jarige Nederlandse Noralie die drie maanden vrijwilligerswerk in een vrouwen opvanghuis heeft gedaan in de stad Mysore in Kerala. Nu heeft ze de tijd om rond te reizen en ze is blij dat ze haar verhalen in het Nederlands kan vertellen.

Dinsdag 18 september: Mumbai, voorheen Bombay. Als we de volgende ochtend in Bombay aankomen komt Noor met ons mee. Ze is erg enthousiast over onze Rajastan reisplannen en zonder nadenken of het met Miek te bespreken zeg ik "dan reis je toch een stuk met ons mee!", wat Noor met beide handen aangrijpt. Gezellig natuurlijk, maar we kennen haar nog nauwelijks en met zo'n tien euro per dag reist ze wel op een heel laag budget.Eenmaal in de stationshal vragen we naar het ticketoffice om nieuwe treintickets te kopen, en we worden behulpzaam gebracht naar een kantoortje buiten het monumentale Engelse station. "Geen commissie" wordt ons verzekerd, maar als de prijs op de geprinte tickets een derde lager is valt hij door de mand. Na een slappe uitleg besluiten wij weg te lopen maar de man kan de tickets op naam niet meer cancellen. We krijgen ze mee voor de ticketprijs. De man is woedend maar dat is zijn eigen schuld...

De prepaid taxi brengt ons naar de Gate of India, een soort Arc de Triomph naast het Taj Mahal hotel waar Pakistaanse moslimterroristen een aantal jaar geleden verschrikkelijk hebben huisgehouden. Noor checkt in bij een van de slaapzalen van het Leger des Heils...wij vinden een prima hotel in de buurt. Tegenover een toeristische bar die ook aangevallen en beschoten is door de terroristen eten wij in een islamitisch restaurant met baardmannen, deze vreemde tegenstellingen heb je hier overal. Te voet verkennen we het mooie en verbazingwekkend schone centrum van de stad. Prachtige koloniale overheidsgebouwen en musea, zwerven door de wirwar van straatjes met elk een eigen specialisme die tesamen de bazaar vormen en we kopen kaartjes voor de Bollywood blockbuster film 'Barfi' in een art deco bioscoop. De meer H- dan Bollywood film is redelijk te volgen want de hoofdpersoon is doof. Alleen naast de Indiase setting hadden we wel meer dans en uitbundig publiek verwacht. De abri's kondigen een nieuwe premiere aan... 'Oh My God!'

Elephant Island. Breakfast included, twee sneetjes wit brood met jam, en met Noor de boot in naar Elephant Island. Een uur later komen we bij een indrukwekkende in de rotsen uitgehouwen tempel voor Shiva. We hebben kaartjes gekocht mét gids, maar bootpersoneel en doe-het-zelf gidsen raden ons sterk af om hier op te vertrouwen. Dat doen we gelukkig wel en deze overheidsgids neemt ons drieën mee op een boeiende tocht langs beelden met het levensverhaal van Shiva. Zoals je leest proberen werkelijk overal mensen geld aan je te verdienen, waardoor we wel wat afstandelijker tegenover de locals worden, helaas. De boot terug vertrekt laat, moet terugkeren wegens motorpech en we komen veel te laat aan op het vasteland. Rennen naar de taxi die al ruim een uur wacht, skippen lunch en pinnen en racen naar een treinstation dat midden in een enorme gore sloppenwijk ligt. Op de stinkende bergen uitwerpselen, afval en slachtafval grazen geiten, koeien en gieren... Even later zitten we in de trein naar Udaipur in het zuiden van Rajastan. Noodgedwongen geen 3AC dit keer maar Sleeper klasse. Voor de helft van de prijs hebben we nu een nog iets harder 'matras', geen gordijnen tussen de gang, geen lakens en kussen en vermoedelijk ook Indiërs uit een andere kaste, die overigens hartstikke vriendelijk zijn. Er rent een muis heen en weer en onze buurman helpt ons om een kakkerlak het raam uit te werken. Een echt probleem is dat we niet gepind hebben en met z'n drietjes lunch, diner en ontbijt moeten regelen voor onze laatste 200 rupies, en €2,50 is zelfs in India geen vetpot... We maken er het beste van en delen water, drie vegaburgers, één treinmaaltijd en gesneden biet, wortel en komkommer met kruiden in krantenpapier, drie chai als ontbijt.

Donderdag 20 september: Udaipur, de witte stad, of de meest romantische plek van India! Het decor van witte marmeren paleizen aan en op een diepblauw meer is ook gebruikt voor de James Bond film Octopussy, die 's avonds in alle café's herhaald wordt en we natuurlijk niet overslaan. Voor twee euro per persoon slapen in een heel sfeervol hostel met een tuin tegen de paleismuur aan, gerund door een Nederlandse vrouw en haar Indiase man. Na vijf dagen eindelijk weer wifi hoort Steven dat zijn oma van 95 vier dagen eerder overleden is. Te laat om uberhaupt te overwegen naar Nederland te komen branden wij tijdens de begrafenisceremonie een kaars bij het verlaten zomerpaleis op de top van een heuvel net buiten de stad.Verder verwennen we ons in lekkere restaurants, bezoeken het enorme stadspaleis met gids, nemen een boot langs de paleizen op het meer en schieten foto's vanaf het sunset point. De Maharaja woont nog steeds in een deel van het paleis. Overal in de stad liggen koeien, slingeren apen door de bomen en bij schemering vliegen grote vleermuizen over. Dan komen ook de tempels tot leven: wierook, kaarsen, de in oranje doeken gehulde brahmanen met lange haren, baard, stippen en strepen versterken de bijzondere sfeer.

Er is geen goede treinverbinding tussen Udaipur en Jaisalmer dus we nemen een sleeper bus. Miek en ik hebben een double bed met zanderig en bezweet matras, Noor ligt aan de andere kant van de gang. Er liggen al Indiërs te slapen maar die weet Noralie behendig te verjagen. We komen veel te vroeg aan, Miek slaat de gore wc over en plast tussen twee winkelstalletjes met Noor op de wacht, terwijl ik chai haal. In onderhandeling met een riksjachauffeur wijst hij ons erop dat we in een andere stad zijn... Oeps, nog net op tijd pakken we de aansluitende bus en bedanken de vier andere toeristen dat ze ons even gewaarschuwd hebben... Het landschap wordt steeds droger, maar nog niet echt woestijnachtig.

Zaterdag 22 september: Jaisalmer, de gouden woestijnstad van Alibaba! Als je de bus uitstapt wordt om je gevochten, en in elk hotel word je onder druk gezet om een lucratieve kamelentocht te maken. Zo komen wij voor een schijntje verwelkomd in een prachtige replica haveli (prinsenwoning in 1001 nacht thema zeg maar) met groen dakterras en uitzicht over de stad en het indrukwekkende fort dat nog steeds bewoond wordt. Dat we dit terugbetalen in de kamelensafari weten we, alhoewel we de helft van de prijs weten af te dingen. Miek wedt met onze islamitische gastheer Daniël, een Enrique Iglesias look-a-like, dat we het op dag twee tot zes uur volhouden voor bier op het dakterras. Als de schemering inzet gaan we de sfeervolle bazaar onderaan het fort in om sjaals te kopen om ons te beschermen tegen zand en zon en een Alibaba broek voor op de kameel natuurlijk. De koopmannen laten ons verrassend met rust en onder miljoen sterren eten we pizza en pasta op de buitenmuur van het oude fort.

Twee dagen op kamelensafari! Eigenlijk drommedarissen want die hebben toch maar een bult? Eerst met Daniel in de 4wd naar de kamelen. Met ons drieën mee gaan twee leuke Canadese meiden, Ali en Jessica, van 22 jaar die al ruim twee jaar reizen en werken combineren, dat belooft dus mooie verhalen. We bezoeken eerst het dorp van Daniël, waar zijn ex-vrouw woont met haar gezin. Het jongste kind is een paar maanden oud en Daniël weet zijn naam niet, evenmin zijn eigen leeftijd - raar! En daar staan onze jonge enthousiaste gids Ali en de kamelenman ons al op te wachten. Hij maakt een tulband van elke sjaal. Iedereen heeft zijn eigen mannelijke kameel, die van Steven heet Papaya. Ze worden aangestuurd met een touw aan hun neusbel en dat levert af en toe kamelengekreun op. We zitten voor de bult op een paar dekens, benen bungelen in de lucht, en dat is best hoog als de kameel eenmaal is opgestaan! De oudste kameel Rocket weet de weg en loopt voorop.

Na een paar uur op een kameel ben je blij als je er weer afmag en met pijnlijke O-benen zoeken we wankelend beschutting tegen de brandende zon op dekens onder een struik. Ali en de kamelenman bereiden met verse groente en deeg curry en chapati's als lunch. De volgende uren op de kamelen gaan langs akkers met kamelenvoedsel, struiken en nieuwe windmolens. Bij een klein dorpje komt de 'Pepsiboy' langs met koude drankjes. Papaya krijgt kuren en ineens stijgert hij, ik hou vast aan een houten pook van het 'zadel', maar 'kraak!' die breekt en ik word gelanceerd naar de rechter kant, ik land op mn linker zijkant. Miek gilt dus ik sta zo snel mogelijk op. Het valt mee, een stuk huid tussen mn duim en wijsvinger zit nog aan twee koppen van spijkers in de pook, en een paar flinke blauwe plekken op mn been. Ali maakt zich grote zorgen en de kamelenman masseert me om zichzelf zeker te stellen dat ik niets heb gebroken. De rest van de tocht smeekt Ali om het niet tegen het hotel te zeggen want dan krijgt hij nooit meer een opdracht. We nemen hem niets kwalijk dus kunnen dat makkelijk beloven. Niemand rijdt meer op Papaya.

Vlak na de valpartij komen we aan de rand van de echte woestijn, hier slaan we ons kamp op. De zonsondergang zien we vanaf een hoge duinpan, de Pepsiboy zorgt voor koud bier die avond. De kamelen halen ergens echte bedden vandaan die als rijtje in de woestijn worden gezet, een apart gezicht. Miek wijst er terecht op dat ons beloofd is dat we door de woestijn gaan trekken en we een kampvuur maken, Ali zegt steevast 'if you want that, it is possible'. Dus we eten rond het kampvuur en pakken door met sterke verhalen en raadsels. Volgens Ali is de gloed in de verte de verlichte grens met Pakistan ruim honderd kilometer verderop. Middernacht gaat iedereen naar bed, Ali wil zijn eigen dekens weggeven zodat wij er allemaal twee hebben. Hij moet er van mij een houden, ik heb het toch niet koud en gebruik mijn deken als kussen. Onder miljoenen sterren vallen we in slaap. Een paar uur later is het toch best koud en ik ga onder mn deken liggen. Als ik weer wakker word legt Ali net zijn deken over mij heen. Ik maak tevergeefs bezwaar, hij moet het zelf heel koud gehad hebben, maar wat een zorgzame gast is dat!

De warme chai staat dus al vroeg klaar, en na het ontbijt dragen de kamelen ons door de zandduinen. We moeten ruim vier uur onderbroken op de kamelen zitten, maar na twee uur kiezen we om een stuk te lopen, want wat doen die benen pijn, zelfs met de teugels die Miek van haar rugtas weet te maken! We gaan te langzaam en moeten met tegenzin terug op de kameel, dus als we uiteindelijk bij een oase aankomen lijkt dit aanvankelijk een fata morgana. Hier komen herders om hun geiten en koeien te laten drinken. Terwijl onze gidsen lunch maken in de schaduw van een struik springen wij allemaal het verkoelende water in, lekker! Geen van ons wil nog zn kameel op dus Daniel komt ons ophalen met zn 4wd. Wij bedanken Ali en de kamelenman voor een unieke trip. Ruim voor zessen terug, Miek verliest de weddenschap. Maar omdat de Canadesen verklapt hebben dat ze veel minder betaalden en Daniel het woestijndeel wel erg groot had voorgespiegeld krijgt hij geen bier maar een flinke discussie met Miek en Noor. We ontmoeten de Canadesen bij een restaurantje in het fort. De stoere eigenaresse vertelt ons over ongelijke rechten tussen man en vrouw. Maar ze trekt zich daar niets van aan en schenkt illegaal onder de noemer 'rozenwater' gin tonic en bier komt in een theepot. Wel vaker zien we bier op de rekening als 'big juice' terug...

Daniel heeft zijn gastvrijheid behouden en brengt ons 's ochtends naar het treinstation. De komende zes uur op weg naar Jodhpur zitten we tweede klas, deze treinstellen komen altijd tsjokvol te zitten. Voor het eerst reizen we overdag en zien we buiten het dorre landschap voorbijtrekken. Het begint rustig en de eierenverkoper met de typisch Indiase rode haarverfspoeling en zijn vriend de riksjachauffer ontfermen zich over ons als meer en meer mensen zich op de bankjes en in de bagagerekken drukken. Eenmaal aangekomen kopen Miek en ik gelijk de beschikbare Sleeper klasse tickets naar Agra en Noor een ticket terug naar Bombay voor de volgende dag. Na een gezellige week gaat Noor morgen weer haar eigen weg. Voor vrouwen, ouderen en touristen is er een apart ticketloket. Hier vormen zich drie aparte rijen maar ik weet me er niet tussen te drukken, erg frustrerend!

Dinsdag 25 september: Jodhpur, de blauwe stad. We delen een mooie kamer in een haveli met z'n drieën. Na aankomst doen we rustig aan en eten lekker, de volgende ochtend klimmen we door het labyrinth van blauwgeverfde huizen naar het reusachtige en indrukwekkende fort op de heuvel middenin de stad. Dit fort is nooit verslagen maar wel heel lang bezet geweest. Kanonskogelgaten zijn nog te zien en de hoofdgang maakt zo'n sterke bocht dat vechtolifanten deze niet kunnen maken. De vertrekken van de Maharaja en zijn harem zijn prachtig versierd met edelmetalen en -stenen. De stenen motieven in de ramen zijn allemaal anders, vrouwen konden hierdoor wel naar buiten kijken, maar anderen niet naar binnen. Door de invallen van moslims in India zijn ook Hindu vrouwen zich volledig gaan bedekken, wat je nog steeds regelmatig ziet. De Maharaja van Jodhpur woont nu in een paleis met uitzicht op 'zijn' fort.
Na dit bezoek worstelen we ons door de kleine drukke straten met steeds een andere beroepsgroep: armbanden, zilversmeden, bakkers. Noralie heeft pech, ze wordt eerst door een stier op de horens genomen en daarna door een zwerver belaagd waardoor ze achteruit springt en haar onderbeen verbrand aan de uitlaat van een scooter... Van het laatste heeft ze nog dagen last gehad. We nemen afscheid en nemen ieder onze nachttrein in een andere richting. Als er een enorme plas in onze cabine verschijnt (van de kindjes in de cabine naast ons) ga ik vastbesloten voor een upgrade naar de luxere bedden op 3AC, wat ook lukt. Na een prima nacht komen we aan in miljoenenstad Agra, onder Delhi.

Donderdag 27 september: Agra, de stad van de Taj Mahal. Dimitry en Esther zijn volgens eigen zeggen de enige touristen die Agra hebben bezocht en de Taj Mahal hebben overgeslagen. Omdat Agra ons verder een chaotische vieze stinkstad lijkt doen wij het anders en nemen een hostel met prachtig uitzicht over de Taj. Dit mausoleum dat de islamitische Sja Jahan voor zijn favoriete vrouw heeft laten bouwen is het ultieme eerbetoon aan de liefde. Maar op de islamitische vrijdag dicht dus we moeten ons 's middags al door de drukte heen worstelen in plaats van de geplande zonsopgang. En druk is het. We nemen een gids die zich ontpopt tot zeer amateuristische fotograaf. Als we weer van hem af zijn bezoeken we het enorme witmarmeren gebouw, vol bloemenmotieven ingelegd met edelstenen. In het water van de vijvers weerspiegelen de enorme koepel en vier minaretten zich. Ook met deze mensenmassa zeer indrukwekkend!

Voor ons bezoek hadden we nog een riksja genomen naar het mausoleum van Akbar, de grootse moslimleider die een heel deel van India in zijn macht had. De volgende morgen staan we heel vroeg op om ons door dezelfde riksja te laten brengen naar de tuinen tegenover de Taj aan de andere kant van de rivier. Met zn tweetjes zien we hier de zon opkomen over de Taj Mahal die langzaam van kleur veranderd. Pas als we weggaan komen hier ook meer mensen. Met de bus gaan we naar de verlaten paleisstad Fatehpur Sikri. Deze stad heeft Akbar laten bouwen en zelf ook weer verlaten onder invloed van een imam, waarvan hier ook een indrukwekkende moskee staat. Een tunnel van 40km zou uitkomen in het fort van Agra. De paleizen zijn nog helemaal intact, maar zonder alle krioelende Indiërs voelt het wel leeg...

Die avond hebben we weer een 3AC trein naar onze laatste bestemming in India: Varanasi! Zaterdag 29 september: Varanasi, de stad aan de heilige Ganges. Onderweg in de trein raken we aan de praat met een keurig ouder echtpaar dat een guesthouse heeft in Varanasi. 'Als vrienden' worden we uitgenodigd een riksja te delen en naar hun kamers te kijken. De dame is erg aardig en de kamers okee dus ik registreer ons terwijl Miek de douche pakt. Met een theedoek als onze handdoeken kom ik terug op de kamer waar Miek me op staat te wachten: er komen alleen een paar druppels uit de douche. We halen de gastvrouw erbij en die zegt dat het toch ook prima kan met een bakje uit een emmer... Tussendoor merk ik op dat het bed wel erg hard zit, dus Miek is er helemaal klaar mee, verontschuldigt zich en we willen vertrekken. De dame laat haar ware gezicht zien en zegt dat we nu moeten betalen, we staan al geregistreerd. Ja daaag!

Een heel eind lopen, riksja en nog een heel eind lopen met zware backpacks op ontdekken we dat het hostel van onze voorkeur vol is. Wel ontmoeten we twee aardige Australische vrouwen, Kate en Swathi (Indiase ouders) waarmee we uiteindelijk een ander hostel vinden aan de Ganges. Heel erg basic maar ook wel passend bij de sfeer van Varanasi. We spreken af bij een beroemde pizzeria aan de Ganges bij lunch. We zijn alweer bedekt onder zweet en stof dus eerst een koude douche en dan de nauwe stegen langs de Ganges door. Nu net na de moesson staat het water hoog en kun je niet via de 'ghats' aan de oever lopen. In de stegen vol verkeer, winkels, pelgrims, modder, koeien en stront is het moeilijk de weg te vinden. Haaks op onze steeg zijn steegjes naar de ghats, af en toe versperd door koeien met bolle buiken (vermoedelijk vol plastic). De ghats zijn eeuwenoude trappen die van de oever het water van de Ganges in leiden, omringd door oude paleizen en tempels. Dat alles staat nu voor een groot deel onder een laag water of modder. Op de trappen komen pelgrims om zich te ritueel te zuiveren, te reinigen, tandenpoetsen, de was te doen en vast nog veel meer. Dat de Ganges vol afval, uitwerpselen, menselijke overblijfselen en zware metalen, geloosd door fabrieken, zit lijkt niemand te deren. Naast goor ook erg indrukwekkend allemaal! Veel te laat vinden we het sfeervolle pizzarestaurantje en met zn vieren eten we inderdaad hele lekkere pizza's en appeltaart toe. We spreken af om met zonsondergang een bootje over de Ganges te delen.

Miek en ik gaan naar een van de twee ghats waar overledenen ritueel worden verbrand. Door een steeg met enorme stapels hout volgen we de rook en zoeken een plekje aan de zijkant van de verschillende smeulende brandstapels. De klassenloze onaanraakbaren zijn in charge of het hele gebeuren en zien we fanatiek met een bamboestok inslaan op een verbrand stuk lichaam (hoofd?) dat maar niet uiteen wil vallen... Een man begint spontaan te vertellen en we laten hem zijn interessante verhaal doen ook al weten we dat hij straks geld gaat vragen. Varanasi ligt op een doorwaadbare plek in de Ganges die in contact staat met de hemel. Hier sterven met goed karma is het beste wat je kan gebeuren want dan kun je vele reïncarnaties overslaan en gelijk naar de hemel. Vele ouderen komen naar Varanasi om te sterven, ook al duurt dat in sommige gevallen nog twintig jaar... Aan het water staan eeuwenoude ranzige gebouwen zonder voorzieningen waar ze allemaal op elkaar gepakt de dood afwachten. Als je het geluk hebt om zuiver te sterven: kinderen, zwangere vrouwen, gebeten door een cobra (reïncarnatie van Shiva?), of lepra (al gestraft); dan word je met een steen om je middel in het midden van de Ganges gedropt. Anderen komen op de brandstapel. Het speciale geurige hout voorkomt stank. De lichaamsdelen die niet verbrand zijn worden de rivier ingegooid. De onaanraakbaren vissen hier gouden vullingen tussenuit. Dat gaat 24 uur per dag door dus best wat bedrijvigheid hier. Een dolle koe springt hier tussendoor tot hij ergens in de modder wegzakt. Tot grote schrik van Miek ontstaat er een vechtpartij tussen tien honden om ons heen.

Met zn vieren trekken we in een klein bootje langs de ghats bij zonsondergang. En hangt een mooie gloed over alles wat we die middag van dichtbij hebben gezien. Tegen de stroom in heeft onze kapitein het zwaar. Op het water drijven waxinelichtjes die de magische sfeer versterken. We benaderen de andere verbrandingsghat, de vuren verlichten de oude gebouwen, hij stopt: een self proclaimed priester vertelt het verhaal van vanmiddag nog eens dunnetjes over en gaat subtiel over op de kosten van een verbrandingsritueel en een kilo hout: "Hoeveel kilo willen we doneren?" Allevier vinden we het jammer dat we hier in India echt niet meer weten wanneer zo'n vraag oprecht is...We sluiten af voor de grootste ghat waar een groot ritueel aan de gang is dat op Miek meer indruk maakt dan op mij: een stuk of tien mannen die synchroon zwaaien met kerstbomen met lichtjes, rokende potten, etc.

Voor zonsopkomst zitten Miek en ik alweer op een bootje. Op de ghats is dit het drukste deel van de dag en het is mooi om iedereen zn ding te zien doen. In kleine nissen zitten schaarsgeklede mannen te mediteren of te zingen. Hele rijen mannen en vrouwen zijn zich aan het wassen. Na de boot gaan wij dor de stegen op zoek naar de grote moskee die we vanaf de boot zo goed konden zien. We verdwalen weer en laten oms door een fietsriksja naar de moskee brengen. Eenmaal uitgestapt beseffen we dat hij ons naar ons beginpunt heeft gebracht. We geven op en pakken het dakterras van een hoog hotel. Hier wacht ons een verrassing: de lucht zit helemaal vol met felgekleurde vliegers! Net als in 'kite runner' staan kinderen op elk dak en proberen elkaars lijn door te snijden met een scheermesje aan het einde van de lijn - erg gaaf om te zien! Door alle modder en koeienstront zijn we wel klaar met deze stad en toch weet ze ons telkens weer te verbazen.

India was heftig en geweldig, vooral het noorden. We zijn gek op het eten (gedeelde eerste plaats met China), ook al was het grotendeels vegetarisch. Steven is verslaafd aan zijn kleine kopje chai in de morgen, en ook de lassies zijn geweldig. Als je geluk hebt en voorzichtig bent kun je zonder buikproblemen India door! De mensen zijn opdringerig en geïnteresseerd, maar in elk geval zo anders dan we gewend zijn. Laat je door de viezigheid niet tegenhouden om naar India te gaan, er staat zoveel moois tegenover! Onze tip is Rajastan, met een beetje geld slaap je in alle paleizen die wij bewonderd hebben. Zelf komen we zeker terug voor Kashmir en de andere regio's tegen de Himalaya!

We nemen een langzame nachttrein richting de grens met Nepal, zodat we ook wat kunnen slapen. Maar we moeten ruim anderhalf uur wachten op het station vol zwervers, ratten en kakkerlakken. Uiteindelijk stappen we in onze eigen hele ouderwetse eersteklascoupe, geen airco, maar wel ons eigen kamertje dus. De volgende morgen pakken we de eerste beste bus naar de grens. Niet slim want hij vertrekt pas als ie vol is en dat neemt een uur in de brandende zon. Banaan en chai als ontbijt. Na een klapband realiseren we ons dat Kathmandu vandaag niet meer te halen is...

Wordt vervolgd, groeten vanuit Myanmar!

Miek y Esteban

Advertisement



15th October 2012

Klinkt vervelend, ben helemaal niet jaloers
Ben blij dat jullie van noord-India hebben genoten, ook valt er af en toe iemand van een kameel. Het noorden is ook echt indrukwekkender dan het zuiden, krijg gewoon weer zin om terug te gaan als ik jullie verhalen lees! Maar Wolters Kluwer is ook leuk, nu in Londen morgen naar Madrid. Ben benieuwd naar jullie belevenissen in Nepal!
24th October 2012

mooie avonturen!
Lieve Miek en Steef! Wat een heerlijk verhaal weer om even zo te lezen. Jullie beleven fantastische avonturen, en ik word na het lezen van elk verhaal jaloerser en jaloerser... Krijg ondanks het vieze gedeelte ook wel zin om lekker naar india te gaan! Udaipur klonk heeeel mooi, en de woestijn met fata morgana ook. Ik kan jullie overigens uit eigen ervaring ook zeggen dat je nooit mee moet doen met een kamelenrace! Da's nog erger dan een tochtje van 4uur denk ik.. Man wat een gehobbel ;-) Geniet van Myanmar, ben benieuwd naar jullie volgende update! Kus XXX
7th January 2013

luxury travel competition
Hallo, Na het lezen van jouw blog vroeg ik me af of je interesse zou hebben in een deelname aan onze reiswedstrijd? We geven je de kans om een luxe-tour door Noord India te winnen door gewoon je ervaringen (en foto's) te delen, of door ons te vertellen waarom je graag naar India zou gaan. We werken samen met sommige van onze exclusieve hotelpartners in de regio om dit geweldige 14-daagse avontuur voor twee personen, ter waarde van meer dan €4900 te kunnen aanbieden. Beginnend in Jodhpur, the “Blue City” gaat de tour verder via Rohet, Ranakpur (inclusief een fantastische luipaardsafari), Udaipur, Bundi, Ranthambore National Park (ja, ook een tijgersafari!) en tenslotte Rajasthan's bruisende hoofdstad, Jaipur. Je kan aan de wedstrijd deelnemen vanaf 3 januari, en we sluiten af op 15 februari. Iedereen vanaf 18 jaar en die niet in India woont kan deelnemen. De prijs is overdraagbaar, dus je kan ook vrienden of familie nomineren indien je zelf niet de tijd zou kunnen vrijmaken om te reizen. Om onze samenwerking met Katha Children's Trust, een alfabetiseringsproject voor kinderen, te vieren maken we aan hen ook een bijdrage gebaseerd op het aantal mensen die een stem uitbrengen op de deelnemers aan de wedstrijd, door een link te delen op Facebook, Twitter, Google+ of via hun blog of website. Bezoek onze website om deel te nemen : http://rajasthanwithwire.com/win-a-luxury-trip-to-india.html Indien je iemand kent die graag de kans zou krijgen om te winnen, of ons wil helpen om Katha te steunen, stuur dan aub dan deze mail naar hen door of deel via de sociale media. We waarderen jouw steun! Bedankt voor je tijd, en we hopen van harte dat jij ook kan deelnemen. Vriendelijke groeten, Gerd, Khaled en het Wire team Gesponsord door Devi Garh - Rasa Resort - Sher Bagh - Mihir Garh - RAAS - Mana

Tot: 0.092s; Tpl: 0.015s; cc: 8; qc: 55; dbt: 0.0527s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.2mb