Van Dunedin over de Rail Trail en Lindis Pas naar Mount Cook


Advertisement
Published: April 3rd 2014
Edit Blog Post

Vrijdag 28 Maart 2014:



Als de wekker gaat, weet ik dat het mooie leven voorbij is. Vandaag ga ik terug de baan op. Ik bedank Ro en zoef dan de helling af richting stadskern. In de jeugdherberg haal ik men kaartjes op die ik later wel eens zal vernietigen. Ik doe nog inkopen voor ik naar het station ga. De fiets en men bagage gaat in een apart ruim. Het rijtuig waarin ik zit, is oud en van hout. De trein zit goed vol want er is een cruiseschip geland. Als we doorrijden wiebelt da trein dooreen, het is duidelijk dat het een oud model is. Vooraleer we Dunedin uit zijn stopt de trein regelmatig om groen licht te krijgen om door te rijden. Eens we op ons eigen spoor zitten, vlot de rit. We volgen de Taieri rivier en langzaam stijgen we. Naarmate we hoger komen, hebben we uitzicht op de rivier die door de kloof gaat. Het landschap is spectaculair en op de kleine platformpjes aan het einde van de trein is het druk met fotograferden toeristen. Mijn foto's lukken niet echt dus dan maar een GoPro-filmpje. Onderweg is er een stop en dan zie je pas wat een meute aan boord is. Door de highlands doen we het laatste stuk tot Middlemarch. Daar aangekomen verkopen ze een soort braadworsten. Door de lange wachtrij kan ik men drang weerstaan. Als ik de straat uit ben, begint de Otago Rail Trail of beter gezegd 150km autovrij fietspad door het paradijs! Ik rijd een half uur en dan is het etenstijd. Ik zie wat andere fietsers maar allemaal met weinig of geen bepakking. Als ik terug doorrijd, zie ik iets verder een fietskoppel luchen. Het zijn oude bekenden, het Franse koppel da in Wellington bij dezelfde verbleef. Na even bijgepraat te hebben, ga ik verder. Het is een goede gravel en ik kan goed doorrijden. Het is vals plat omhoog en omlaag maar netto, win ik hoogte. Ik ga door een donkere tunnel wat wel spannend is. Er staan wat schapen op de weg en in plaats dat ze opzij gaan, zetten ze het op een loopje. Ik blijf erachter rijden en de diertjes lopen hun pootjes vanonder hun lijf. Als ze een broek zouden dragen, zou ik zeggen dat ze het in hun broek deden. Maar in dit geval vliegen de keutels in het rond. Is het een soort afweermechanisme? De dag was goed begonnen maar later bewolkt het wat en trekt de wind aan. Ik stop in Ranfurly en zet me op de camping. Ik had onderweg nog een leuk wildkampeerplekje gezien maar ik vond het wat vroeg om te stoppen. Ik voel zeer goed dat ik een week niet gefietst ben. Ik ben een beetje stijf en op het einde ging het wat moeizamer. Goed, dat komt wel weer los de komende dagen.



Zaterdag 29 Maart 2014:



Ik ben te laat wakker! In het dorp rijd ik nog naar de bib voor Wifi maar geen signaal. Na men inkopen zit ik direct terug op de Rail Trail. Het is grijs en er komt wat wind. Het eerste deel van het traject wint nog hoogte. Ik heb de indruk dat de weg slechter is dan de dag ervoor. Ik denk dat het men inbeelding is maar 1 ding is wel zeker, de bruggen die ik over moet zijn waanzinnig hobbelig! Hier kunnen ze nog wat verbeteringen aanbrengen. In de andere richting kom ik best nog veel andere fietsers tegen maar het merendeel dagjes toeristen en van verre geen trekkers. Zonder het echt te besef bereik ik het hoogste punt, iets over de 600m. Iets verder stop ik voor de lunch en bekijk ik hoever ik nog zal gaan. Door men late vertrek, zal ik geen grote afstand doen. De weg gaat lekker omlaag en ik kan goed doorrijden. Ik krijg nog wat hobbel-bruggen voorgeschoteld. Ik verlies men colafles 2 maal. Dan krijg ik nog 2 tunnels, yoehoe! Er is geen verlichting maar de Santos zorgt leidt me door de duisternis. De 2de is echter heel donker en op een gegeven moment geraak ik volledig gedesoriënteerd. Ik zie geen licht van de buitenkant, noch de wanden van de tunnel. Ik moet even zoeken maar vind toch de uitgang. Ik vraag me af wat al die andere fietsers doen zonder licht. Ik donder verder richting eindbestemming Owakau. Ik koop men avondeten en kom dan op de camping vlak naast het sportveld. Er is net een rubgywedstrijd ten einde. Morgen nog een stukje rail trail voor ik terug op de gewone baan beland.



Zondag 30 Maart 2014:



Vandaag maak ik de rail trail af. Ik heb een dikke 30km voor de boeg. Het is overtrokken met een matig briesje. De weg gaat nog wat zachtjes op en neer maar dat voel je amper. Aangekomen in Alexandra wijst de GPS iets anders aan den de bordjes. Ik volg toch maar de bordjes. Als ik in Clyde op het eindpunt ben, verneem dat het andere stukje, dat langs de rivier ging, best mooi was. Vanaf Clyde moet ik terug de gewone baan op en jawel ik mag al direct een klim doen. Ik heb zicht op een groot stuwmeer. Dan kom ik op de hoofdweg waar al direct meer verkeer is. Ik moet dus terug mooi links rijden, dit is el even wennen na de luxe van men oude spoorweg. De weg heuvelt wat. Aan de overkant van het meer zie ik iets in de rotsen wat op een soort terrassen lijkt maar ik kan er niet veel van maken. Bij een uitzichtpunt maak ik een praatje met een motorijder. Iets later komt er uit de andere richting een meisje per fiets uit, Julia uit Melbourne. Ze is net vertrokken in Queenstown en moet ik nog in form komen. De heuveltjes kosten al veel moeite, da belooft nog. Ik ben allesinds welkom bij haar mocht ik naar Australië gaan. Na een afdaling ben ik in Cromwell. Ik kom al direct voorbij een camping maar ga eerst naar het centrum voor inkopen en info. Het duurt even voor ik de winkel en toeristische dienst vind. Voor de volgende rit zit ik ik krap qua overnachtingsmogelijkheden. Het wordt een doc-camping of een lange rit van over 100km. Na de winkel kom ik op de camping waar de uitbater me 3 keer laat terugkomen eer ik kan betalen. Op de camping heb ik wat gezelschap van een Fransman en een Duitse meid.



Maandag 31 Maart 2014:



Als ik ontwaak is iedereen die ik gisteren gezien heb weg. Het meerdendeel werkten in de wijngaarden en moesten om 8u al op post zijn. Ik zie nog een française maar dat is dan al. Na men inkopen doe ik nog een fietsenmaker aan op zoek naar nieuwe traparmen. Hij heeft ze niet op voorraad en denkt dat ik meer succes zal hebben als ik terug in Christchurch ben. Men onderhoud in Dunedin heeft niet veel uitgehaald. Ze zijn te hard versleten. Hopelijk houden ze het nog 2 weken en word ik niet zot van het geluid. Vandaag wordt het een rit van meer dan 100km of een kleine 60 als ik op de doc-camping stop. De eerste 20km gaan navenant redelijk plat en ik rijd langs meer Dunstan. Dit weerspiegelt mooi het omliggend landschap. In Tarras lunch ik en daarna klim ik een beetje maar nog niet geweldig. Eens ik wat hoogte heb gemaakt, zak ik al terug. Zo is de weg naar de top natuurlijk lang. Het landschap is dor en droog. De heuvels zijn geel gekleurd. Na men afdaling stijg ik zeer langzaam terug. Ik kom dan aan de splitsing voor de camping. Ik had al het idee om heel de afstand in 1 keer te rijden maar ik denk dat ik me dat later zou beklagen dus naar de camping. Het gravelweggetje klimt en daalt dan. Hier en daar liggen er wat groffe stenen en ik moet 2 hekken passeren. Ik kom dan op de doc-camping die vlakbij een oud hotel ligt dat volledig verlaten en bouwvallig is. Ik zet men tent hdicht bij het poortje dat richting rivier gaat. Ik doe een kattenwasje want ik heb geen zin om te bevriezen ondanks de zon door de wolken breekt. Ik had het terrein voor me alleen maar het duurt niet lang voor er nog een camper afkomt. Gelukkig staat deze aan de andere kant. Het is nog vroeg dus kijk ik een film. Men vrees voor sandflies blijft uit. Er verzamelt zich een troep in men voortent maar wat later zijn ze weg. Het aantal beten dat ik oploop blijft dus minimaal. Bij men avondmaal valt de duisternis snel. Volgende week wordt de klok hier een uur terug gedraaid want resulteert in zeer korte avonden. Morgen probeer ik men hebben en houwen hier over het hek te sleuren om dan vervolgens met een rivierwading op de hoofdweg te komen. Dit zal wel wat energie vragen maar bespaart me 11km.



Dinsdag 1 April 2014:



Ik heb niet zo goed geslapen. Als ik aan het opruimen ben, kreeg ik thee aangeboden van de andere kampeerders. Nu ben ik klaar voor men expeditie. Ik heis men spullen over de draad en vervolgens de fiets. Met alles erop ga ik door het gras naar de rivier. Even peilen naar het waterniveau en dan met alles erdoor. Er zit toch wat stroming op. Aan de andere kant is er toch wel een hek zeker! Gelukkig houd dit me niet tegen en wat later sta ik op de baan. Het wildernisparcour heeft me heel wat afstand gespaard. Ik mag nog wat vlak rijden voor de weg gematigd begint te stijgen. Het duurt even voor hij op gang komt. De laatste 150m zijn dan toch ferm klimmen. Ik stamp goed op de pedalen en kom vlot boven. Het zicht op de top van 965m gaat over kale bergen met wat groens op. Ik duffel me in om dan aan de afdaling te beginnen. Het is niet zo koud als ik had verwacht en de afdaling gaat niet erg snel. Men lunch houd ik in het gras terwijl het een beetje verdr picknick-tafels waren. De weg blijft dalen maar het is nauwelijks merkbaar. Aan men linkerzijde krijg ik een rivier wat weer voor een knap zichtje zorgt. Net voor Omarama komt het gsm-ontvangst terug. Het dorp zelf rijd ik voorbij en ik begin aan de laatste 30km naar Twizel. Dit stuk gaat vals plat omhoog langs landbouwgrond. Het is opvallend hoe alle zo droog en dor is behalve dan op de plekken dat gesproeid wordt. De zon breekt erdoor en het wordt warm. De zon brandt zelfs en ik smeer me vlug nog maar eens in. Ik kom nog een zalmkwekerij voorbij voor ik Twizel binnenkom. Ik haal wat info voor men expeditie naar Mount Cook morgen en ga dan naar de camping. Een douche doet toch altijd net iets meer deugd als je hebt gekampeerd zonder voorzieningen.



Woensdag 2 April 2014:





Als de berg niet naar je komt, moet je er zelf naartoe. Onder dit motto kraam ik op en ga ik de baan op. Eerst ga ik inkopen doen voor 3 dagen aangezien er in Mount Cook dorp niet veel is en hetgeen er is, zal duur zijn. Ik bel de jeugdherberg en reserveer me een bed. Ik kan weer gebruik maken van de lage CO2-uitstoot korting. Als ik aan het rijden ben, weet ik plots niet wat ik zie. Een volledig huis ligt achterop de trailer van een vrachtwagen. Ik neem nu de afslag naar Mount Cook, dit is een doodlopende baan van 50km. Het begin is omgeven met dennenwoud en dan komt de weg open en fiets ik naast het Pukaki. Op een uitzichtplatform meng ik me onder de toeristen. Er is al een mega zicht op de bergen en het meer. De zon is echter slecht gepositioneerd wat de foto's boycot! De weg klimt en daalt maar niets steil. De zon brandt echter goed en het is warm. Ik ga een aantal bruggen over waar een klein riviertje stroomt maar het is overduidelijk dat het waterpeil veel hoger kan. Nadat ik de luchthaven ben gepasseerd, krijg ik de laatste 5km naar het dorp een steivge tegenwind. Het lijkt alsof de berg niet wil dat ik hem nader. Koppig dat ik ben, volhard ik en rijd ik het dorpje binnen. Het is er niet groot dus ik heb de jeugdherberg snel gevonden. Ik lig op een kamer met 8 wat wel eens een lawaaierige bedoeling kan worden. Ik was men kleren en hang deze te drogen onder men stapelbed. Het is een fraai zicht. Morgen ga ik hier op verkenning.


Additional photos below
Photos: 20, Displayed: 20


Advertisement



Tot: 0.075s; Tpl: 0.014s; cc: 11; qc: 25; dbt: 0.0515s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.1mb