Via de Alpen en Hot Springs naar Christchurch


Advertisement
New Zealand's flag
Oceania » New Zealand » South Island » Christchurch
April 30th 2017
Published: January 25th 2018
Edit Blog Post

Total Distance: 0 miles / 0 kmMouse: 0,0

Zuidereiland Deel 4: Mt. Cook - Arthur's Pass - Hanmer Springs - Christchurch


Na de wandeling pakken we onze spullen in en rijden de hele weg weer terug langs Lake Pukaki. We hebben niet echt een bestemming vandaag, dus we zien wel hoe ver we komen. Onderweg passeren we het diepblauwe Lake Tekapo en zien we de Alpen steeds kleiner worden aan onze linkerzijde. Ineens gaan alle auto’s voor ons van de weg, we weten niet waarom, maar we doen het ook maar. Niet veel later komen er verschillende vrachtauto’s langs die allemaal een deel van een huis vervoeren. Ach ja, dat is ook een manier van bouwen. We zien ook vele akkers die in brand gezet zijn om zo de vruchtbaarheid te bevorderen. In Geraldine besluiten we dat het welletjes is geweest en gaan we op een echte camping staan, dat is alweer geleden sinds Fox Glacier, welgeteld 8 nachten geleden. We boffen met de goede batterij in de camper, die steeds genoeg bij laadt door de kilometers die we rijden.



Niet ver van de camping stoppen we in Mount Hutt bij de Rakaia rivier. Hier ligt een jetboat (toeristenspeedboot) op zijn kop in de rivier, er wordt met een helikopter vergeefs getracht hem recht te trekken. We slaan hier van de hoofdweg af en nemen een klein weggetje die de rivier een prachtige vallei in volgt. Het waait vandaag weer eens enorm hard en we hebben moeite de camper de bedwingen. De weg houdt op in een Lake Coleridge waar alleen een heel duur hotel is. Meer is hier ook niet, maar je hebt uitzicht over de brede, meanderende Rakaia rivier die hier de bergen uitkomt. We snijden een stukje af door de heuvels over een prima onverharde weg, waar alleen wat schapen rondlopen en komen zo uit op de hoofdweg richting Athurs Pass. De bergen zijn nu het najaar is ontzettend kaal en alleen begroeid met geel gras. De rotsformaties van Castle Hill doen ons niet zoveel en we slaan ze over. Iets verderop stroomt een riviertje een stuk ondergronds, helaas kan je ondanks wat de reisgidsen zeggen, er niet zomaar doorheen. Gelukkig bij het einde wel een stukje. We rijden nog twintig kilometer verder en gaan dan via een brug de spoorlijn en brede rivier over. De uitzichten op de bergen zijn ontzettend mooi in dit brede dal. De camping van de DOC ligt beschut tussen de bomen en we kunnen nog wat uren genieten van de zon. Bovendien zijn er niet al te veel zandvliegen die de boel verstoren. Hoe kampeerders het op het Zuidereiland in de zomer uithouden weten we niet, maar grote delen moeten toch een hel zijn. Er zitten hier volgens de borden Kiwi’s in de bossen, maar wij zien er geen.



De volgende ochtend is het weer prachtig weer. Als we de camping afrijden worden we beloond met een regenboog die over de vallei hangt. Dat betekent niet veel goeds, en inderdaad maakt Arthurs Pass zijn reputatie waar. We duiken een volgende vallei in en het weer slaat om naar een plensregen. Van wandelen komt hier dus niets terecht. We gaan de pas over en dalen vervolgens af richting de westkust. De omgeving moet hier prachtig zijn, maar we zien er niet veel van. Bij Lake Brunner wordt het even iets beter en we kunnen daarom een glimp opvangen van dit moerasachtige meer. In Reefton, een oud mijnstadje waar we stoppen voor de lunch, klaart het helemaal op en kunnen we in de zon genieten van een hartige pie. Natuurlijk begint het zodra we de bergen weer inrijden weer te regenen en dat houdt de rest van de dag aan. We stoppen net na Lewis Pass op een camping van de DOC en zitten de rest van de dag uit in de camper.



Zoals beloofd is het de volgende dag weer goed weer. We mogen wat dat betreft toch niet echt klagen, want op twee tropische stormen na en nog een paar regenachtige dagen hebben we bijna alleen maar mooi weer gehad en dat is niet geheel gewoon voor dit land. Via de weerapp van de meteorologische dienst hebben we het weer goed in de gaten kunnen houden en zo nodig onze plannen kunnen aanpassen. Zo zijn we bijvoorbeeld wat eerder naar Milford Sound gegaan en wisten we dat het bij Mount Cook na ons bezoek slecht weer zou worden. Na het natte weer van gisteren zoeken we vandaag zelf het water op in de warme bronnen van Hamner Springs. Via een mooie vallei komen we aan bij het complex, wat bestaat uit een tiental baden met verschillende temperaturen (34-40 graden) en mineralen. Even heerlijk ontspannen dus, de baden zijn net opengegaan, waardoor het nog niet zo druk is. Voor de kinderen zijn er wat minder hete baden en een grote glijbaan. Na anderhalf uur ben je toch aardig geweekt en onder invloed van de warmte en houden we het voor gezien. De resterende kilometers naar Christchurch vliegen voorbij en we slaan ons kamp op ten zuiden van de stad bij Governors Bay. We staan aan het water in een inham die ooit door een vulkaanuitbarsting is gevormd en zien het zeewater langzaam opkomen. We kunnen nog net genieten van de laatste zonnestralen die over de heuvels komen.



De volgende ochtend staat er een harde wind en is het druilerig. We rijden naar de Banks Peninsula, een schiereiland dat ooit is ontstaan door een vulkaanuitbarsting. Via een pas steken we de heuvels over en we komen uit bij een u-vormige baai. Hier liggen enkele plaatsen die in de 19e eeuw door Franse kolonisten zijn gesticht. Bijna was het ze gelukt om het Zuidereiland te claimen, maar de Britten wisten hiervan en hesen hun vlag net iets eerder. Mocht dit anders zijn gelopen, dan had Nieuw-Zeeland er mogelijk heel anders uitgezien. De Franse invloeden zie je overal terug in de plaatsnamen en de teksten op winkels. WIj besluiten naar het zuidelijkste puntje te rijden bij een vuurtoren. Dat blijkt een heel smal weggetje te zijn dat ook heel steil omhoog slingert. Jucy kan het gelukkig aan, maar als het asfalt ophoudt keren we toch om in verband met het slechte weer. Wel hebben we mooi uitzicht over de baai. In Akaroa kijken we in wat winkeltjes en het lokale museum, dat informatie geeft over de historie van de omgeving en rijden vervolgens de weg weer terug. Het stormt en giet inmiddels en we kiezen ervoor de rest van de dag uit te zitten op een grote gratis kampeerplaats bij een natuurreservaat. Daar zitten nog heel wat andere kampeerders, vooral in oude auto’s. Het lijkt ons geen pretje om met dit weer zo beperkt te moeten kamperen. Sowieso heb je minder ruimte en ben je daardoor meer butien. Met het slechtere en koudere weer ben je in onze ogen slecht af.



De volgende ochtend is het weer prachtig zonnig en rijden we naar Christchurch toe. De eerste sneeuw van het jaar is in de Alpen gevallen en die steken mooi af tegen de blauwe lucht. We brengen een bezoek aan de oom en tante van Esther, die hier in de jaren 70 naartoe zijn verhuisd. Ze wonen nu rondom de kerk met nog een heel stel Nederlanders. Christchurch is in 2011 en 2012 getroffen door zware aardbevingen, waardoor grote delen van de stad met de grond gelijk zijn gemaakt. In het centrum zie je overal nog gebouwen staan met daartussen grote gaten, waar eens gebouwen stonden en nu parkeerplaatsen staan. Je merkt dat hier niet de normale bruisende sfeer van een grote stad hangt. Veel gebouwen, waaronder de kathedraal, worden onderstut en moeten nog worden opgeknapt. Elders worden alweer nieuwe kantoorgebouwen uit de grond gestampt. We lopen wat door het centrum en het is indrukwekkend om te zien hoe een stad getroffen kan worden door natuurgeweld en hoe lang de wederopbouw kan duren. Waarschijnlijk zal het nooit meer hetzelfde worden. In de grote botanische tuin van het stad zijn de meeste planten nu het herfst is al uitgebloeid.





Veel meer tijd om nog meer van de stad te zien hebben we niet, want onderweg naar het vliegveld moeten we onze gasfles nog bijvullen. Eenmaal op het vliegveld is het alleen een kwestie van de sleutels afgeven, er wordt verder niet naar de camper omgekeken. We vinden het jammer om afscheid te nemen van onze Jucy, die ons zonder problemen meer dan 5000 kilometer vanuit Auckland heeft gebracht. Op het vliegveld hebben we een binnenlandse vlucht met Air New Zealand naar Auckland toe, we verbazen ons dat er niet eens een veiligheidscontrole is. Waarschijnlijk nemen ze het binnenlandse risico voor lief en aangezien er nooit genoeg brandstof aan boord is om een ander land te bereiken, ook geen internationaal risico. Met een half uur vertraging zetten we koers naar Auckland, waar we wel weer op tijd landen. Te voet is het tien minuten lopen naar het Ibis Buget.


Additional photos below
Photos: 54, Displayed: 27


Advertisement



Tot: 0.058s; Tpl: 0.014s; cc: 7; qc: 30; dbt: 0.0347s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.1mb