Otta - Innerdalen - Atlantische Oceaan - Aursjovegen: alles wat Noorwegen te bieden heeft


Advertisement
Norway's flag
Europe » Norway » Western Norway » Sunndalsora
July 7th 2014
Published: July 8th 2014
Edit Blog Post

Total Distance: 0 miles / 0 kmMouse: 0,0

Otta - Dovrefjell - Sunndal - Innerdalen - Kristiansund - Bud - Molde - Eresfjord


Een wat langere blog dit keer, we hebben de afgelopen dagen geen internet gehad, waardoor we wat achterop zijn geraakt.

Het weer voorspellen in Noorwegen blijkt lastig te zijn. De website van het Meteorologisch Instituut wordt overal in de toeristenindustrie gebruikt en is een begrip op internet. Toch kun je vaak niet op hun voorspellingen aan. Staat er ‘s middags een bepaald weerbericht, dan kan het ‘s avonds weer heel anders zijn. We bekijken het weer en daarmee onze route van dag tot dag.

Maandag 29 juni begint zoals iedere dag in deze regio met wat regen. Gelukkig wordt het droog als we de tent willen inpakken. We besluiten eerst wat boodschappen te doen en dan te bekijken wat we met de dag aan willen. We zijn naar Otta gekomen voor Rondane National Park, dus weer of geen weer, we klimmen het dal uit de bergen in. Na veel haarspeldbochten komen we boven op de kale hoogvlakte, waar alleen struiken en mos groeien. De boomgrens ligt hier ergens tussen de 1000 en 1200 meter. De kaalheid heeft ook zo zijn charme. Vanaf een parkeerplaats kan je over een onverharde weg verder lopen naar een grote trekkershut die Rondvassbu heet. Van daaruit lopen verschillende wandelpaden die je in 6-8 uur verder het park in voeren, wij doen de 1.5 uur tot de hut. In Noorwegen lopen bijna geen wegen door nationale parken, dus de natuur blijft echt de natuur (nou ja, bijna dan). De weg is makkelijk begaanbaar, af en toe regent het een beetje en een straffe wind overvalt ons op het laatste gedeelte. De hut ligt aan het begin van een meer tussen twee berghellingen in en is alleen tijdens het zomerseizoen geopend. Het is nu 7 graden hier boven, ‘s nachts rond het vriespunt. De hut is gezellig ingericht, verschillende kamers met tafels en banken. We drinken wat warms en wachten de regenbui af die net overtrekt. Aangenaam is het niet, dus we besluiten terug te gaan naar de auto. Doordat we hier zo hoog zitten kan je over enkele dalen kijken naar het Jotunheimen plateau niet ver van hier. Dat Noren van het buitenleven houden zie je overal, we komen veel trekkers tegen die ondanks het weer de bergen ingaan, waaronder een paar 60+ers met grote backpacks.

We rijden weer naar beneden het dal in en gaan verder noordwaarts naar Dombas. In Noorwegen staan vaak flitspalen langs de weg, er staat alleen wel een waarschuwingsbord met daarop de afstand waarop de palen staan, dus dat is makkelijk. In Dombas slaan we rechtsaf en gaan een hoogvlakte op, de weg loopt langs een spoorlijn. We rijden door bossen met aan beide kanten van de vlakte glooiende, kale bergtoppen met sneeuw. Het is hier koud, dus kamperen gaan we niet doen. We nemen een kleine Hytte op een camping. Ingericht met een stapelbed, een bank en tafel, een kookplaat en koelkast. Wat wil je nog meer? De zon is ook volop aanwezig, dus we kunnen op de veranda koken en van het uitzicht genieten.

De volgende dag rijden we verder en stoppen we in Hjerkinn om naar een uitzichtpunt over het Dovrefjell National Park te klimmen. Bovenop staat een paviljoen van hout en glas, welke gebruikt wordt om Oxen te spotten in het park. Deze dieren warden 2000 jaar geleden uitgeroeid in Noorwegen, maar zijn sinds de vorige eeuw weer terug uitgezet vanuit Groenland. Momenteel zijn er weer 220. We hebben die imposante beesten helaas niet kunnen ontdekken, misschien toch een, maar het uitzicht was schitterend (zie foto). Via een mooie route tussen steile bergwanden door komen we in Opdal uit, een ski/vakantieplaats. Hier doen we boodschappen bij de Kiwi, onze favoriete supermarktketen (goedkoop en een groot assortiment). Er is in bijna iedere plaats wel een supermarkt, die vaak geopend zijn van 7 tot 21-23 uur. In kleinere plaatsen is vaak een plattelandswinkel van een grotere keten. In Opdal gaan we verder westwaarts richting Sunndal. De weg slingert zich eerst door dorpjes en gaat daarna steil naar beneden het beboste dal in, met aan beide kanten zeer steile berghellingen. Het begint erg te dreigen en we krijgen een flinke bui over ons heen bij Sunndal. We besluiten door te rijden tot in Alvund, want hier de tent opzetten lijkt ons niet verstandig. Een goed besluit, want daar schijnt de zon de rest van de dag, terwijl de buien over Sunndal blijven trekken. De camping ligt op een mooie locatie aan de monding van een riviertje aan de fjord. Buiten ons staan er nog campers en een aantal Duitse vissers die met hun bootje op de fjord vissen.

Het is de volgende dag ook weer prachtig weer, onze bestemming Innderdalen. We genieten eerst van de ochtendzon, waarna we via een smal weggetje rijden we het dal in tot de parkeerplaats. Het is 4 kilometer lopen naar een trekkershut, vanwaar er vele wandelingen dieper het dal ingaan of de bergen over naar andere dalen. We passeren enkele boerderijen en de weg gaat 3 kilometer lang erg steil omhoog, waarna we maar een stukje naar beneden moeten. De vallei zelf is omringd door bergen van 1800 meter die veel spitser zijndan we tot nu toe hebben gezien, meer als de Alpen of de Canadese Rocky Mountains. In het midden van de vallei ligt een meer waar de trekkershut en een eethuisje aan staan. Wij nemen de wafels met jam en sour cream, wat een goede keuze blijkt te zijn. Genietend van het uitzicht eten we de lunch op. De verdere dag nemen we vrij.

Zoals voorspeld zou het vroeg gaan regenen, gelukkig hield het om acht uur op, zodat we de tent droog konden inpakken. Via diverse mooie fjorden rijden we richting Kristiansund. In een 6 kilometer lange tunnel onder een fjord door rijden we achter een Noor, die tot twee keer toe bijna tegen de kant rijdt. Even afstand houden dus. In Kristiansund stoppen we bij de haven, waar je een mooi uitzicht hebt over de verschillende heuvels waar de stad op is gebouwd. We eten fish en chips, die ons goed smaken. Vanuit Kristiansund duiken we weer onder het water door en rijden naar de Atlanterhaveien. Deze weg loopt over verschillende bruggen en eilandjes langs de kust en is een toeristische trekpleister. Het waait hard, donkere wolken trekken langs de bergen verderop, wat een mooie achtergrond geeft. We volgen de kust verder tot in Bud, een klein vissersdorpje waar we in de oude haven rondsnuffelen. Bovenop een heuvel staan resten van de kustverdediging van de Duitsers uit de Tweede Wereldoorlog. Het is koud, dus we besluiten een hut te nemen op een camping met uitzicht over het Malmefjord.

De kwaliteit van de campings is over het algemeen gezien goed. Soms is het sanitair wat verouderd, maar altijd goed onderhouden en schoon. Meestal staan er ook vriezers waar wij onze koelelementen in kunnen doen. De blokhutten zijn vaak al ouder, dat zie je vooral aan de meubels, maar goed onderhouden en schoon.



Vrijdag komen we door Molde waar we de heuvel Varden oprijden, hier heb je op 400 meter een mooi uitzicht over de stad, de fjorden en de vele bergpieken die daarachter in het binnenland liggen. Het is vandaag bewolkt, wat wel goed uitkomt, anders keken we recht tegen de zon in. Vanuit Molde gaan we terug naar Sunndal, waar we eergisteren ook al doorkwamen om de Aursjovegen te rijden. Deze grotendeels onverharde weg werd aangelegd in de jaren 30 de vele meren te bereiken die gebruikt worden om stroom op te wekken. Vanuit het dal slingert de weg zich met veel haarspeldbochten omhoog naar de hoogvlakte, waar het heel hard waait. We komen langs enkele stuwmeren waar veel vakantiehuisjes aan zijn gebouwd. De weg gaat verder over de hoogvlakte en we passeren nog enkele stuwmeren. Het einde van de weg zou het spectaculairst moeten zijn, en dat is ook zo. We volgen een bergkam tot aan het Eikesdal, waar we met veel haarspeldbochten naar beneden duiken. Eenmaal beneden rijden we naar de Mardalfossen. Deze waterval maakt in 2x een val van 650 meter en is daarmee een van de grootste van Europa. Sinds de Jaren 60 staat de waterval 10 maanden per jaar uit vanwege een waterkrachtcentrale boven op de berg. Alleen van 20 juni t/m 20 augustus wordt hij voor de toeristen aangezet. Een beetje jammer, maar dat maakt de waterval niet minder spectaculair. We volgen het Eikesdalsvatnet (meer) en komen enkele campings tegen die ons niet aanstaan. Er is bijna geen ruimte voor doorreizende kampeerders, alleen maar vaste plaatsen. In de plaats Eikesdal komen we dan weer een camping tegen. We worden begroet door een nogal vreemde man die in zichzelf gekeerd lijkt en traag op ons overkomt. Wij kijken elkaar aan en denken, ach ja…… Onze creditcard hebben we maar niet geprobeerd. De camping blijkt uiteindelijk heel leuk te zijn, we kiezen geheel alleen een plaatsje onder de bomen aan een rivier. Robbert informeerde nog bij de eigenaar of ere en vriezer was om wat koelelementen te vriezen, wat later stond hij met zijn fiets ineens achter ons. Hoe laat wil je ze ophalen? Moeten we daar een afspraak voor maken? Niet te vroeg hoor! Negen uur, tien uur dan? Ja, echt niet vroege!. Ok….. Wat later kwam hij weer terug, of half negen ook goed was…. Wij genieten nog van de mooie avond en zijn benieuwd of we morgen onze elementen kunnen afhalen.


Additional photos below
Photos: 45, Displayed: 28


Advertisement



Tot: 0.076s; Tpl: 0.015s; cc: 12; qc: 33; dbt: 0.0444s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.1mb