Oude bekenden

---

Het weerbericht voorspelt 2 mooie dagen. Met deze informatie op zak, verlaat ik de camping. Met nog slaapogen kan ik al direct op de pedalen stampen want het gaat flink omhoog. Hoger als 130m kom ik niet. Bij de glooiende afdaling wordt ik 2 maal langs achteren opgeschrikt door getoeter. De eerste maal zijn het de Fransen die me enkele dagen terug de thee aanboden en wat later de Nederlanders die me de vis gaven op de camping. Als het bonte gezelschap me verlaten heeft, ga ik net voor Sandnessjoen over een brug die afdaalt in de zee. Via een weg over de zee kom ik terug op het vaste land en zo kom ik iets later het stadje binnen. Ik lunch hier. Wat verder is een Vikingmuseum waar ik even binnenkijk voor ik verder ga. De zon straalt en de hemel is strak blauw. Met een muziekje in de oren begin ik aan de etappe van 37km tot aan de ferry. De rit gaat vlot en het gemiddelde schiet de hoogte in. Bergen langs een zijde en de zee aan de andere. Een klein stukje heb ik wat wind tegen maar dan schiet ik weer vooruit. Bij de ferry moet ik nog een halfuurtje wachten. Tijd voor een koekje. Voor de overtocht van een uur stal ik men was uitgebreid over de fiets zodat deze kan drogen. Ik ga even op het dek en zet me da binnen met een boekje. Uiteindelijk dommel ik langzaam tot ik plots wordt opgeschrikt door een kletterend geluid. Het giet! En plots is het over en is de hemel terug blauw maar men poging om de was te drogen was tevergeefs. Terug aan land fiets ik nog en dikke 10km voor ik men tent neerzet. Het is niet makkelijk om een plekje te vinden want overal zijn omheining of bordjes van “no camping” Om het me toegeëigende plekje moet ik wat stenen ruimen en de tent met de wind mee zetten. De wind waait krachtig dus ik zorg ervoor dat de tent stevig staat, alle scheerlijnen span ik. Koken doe ik in de voortent wegens de felle wind. Het wordt warm in de tent door het vuur en de zon die erop staat. ’s Avonds heb ik de zon zien zakken in de zee, ollé!

---