Belanda Goreng


Advertisement
Indonesia's flag
Asia » Indonesia
December 24th 2012
Published: December 26th 2012
Edit Blog Post

Total Distance: 0 miles / 0 kmMouse: 0,0

Indonesia


24 november 2012 Onze laatste dertig dagen in Indonesië zijn aangebroken - dat is veel te kort om zo'n enorm eilandenrijk te zien. Dus we kiezen voor de highlights van Sumatra en Java en gaan als toetje naar de stranden en gastvrijheid van Bali. De grootste afstanden overbruggen we met drie binnenlandse vluchten die we online boeken, bij de invulbox is het nog even zoeken naar Nederland dat we terugvinden als Belanda.

Indonesië is een feest der herkenning! Bioscoop, apotheek, knalpot, doorsmeer, kantine, handdoek, kantor pos, afdeling, halte, gordijn en nog veel meer woorden zijn opgenomen in het Indonesisch, oftewel Bahasa Indonesia. Dagelijks ontdekken we nieuwe woorden. En elke Nederlander kent al die lekkere (Chinees) Indonesische gerechten en ingrediënten zoals: nasi/bami goreng, gado gado, babi pangang, foe jong hai, tjap tjoi, sambal, kroepoek, ketjap, katjang pedis. Heineken is hier Bintang bier met z'n rode ster. Veel Indonesiërs spreken een aardig woordje Nederlands, al is dat vaker door de toeristen dan onze historie. Maar het is niet allemaal even makkelijk, 'dank je wel' zeggen doen we nu al in drie talen: terima kasih in Bahasa, mahuliate in Batak en suksema in Balinees. En wennen: de wasbak ontbreekt in bijna elke badkamer en katten hebben genetisch misvormde staarten! Indonesiërs zijn ontzettend vriendelijk, maar zeker niet op hun mondje gevallen. De eerste middag worden we al door een jonge moslim terechtgewezen op ons koloniale verleden...

24 t/m 27 november, Tobameer. Het vliegtuig vanuit Malesië steekt in een uurtje over naar Medan in Sumatra. Volgens de Lonely Planet staat deze stad bovenaan de lijst met meest weerzinwekkende Aziatische steden dus we laten ons direct in luxe familiewagen naar het Tobameer brengen. Daar kopen we een bos rambutans en een bootkaartje voor de oversteek naar het grote eiland Samosir in het midden van het oude kratermeer. We zien de vele riviertjes die zich van de hoogvlakte op het eiland naar beneden storten steeds dichterbij komen. Het eiland wordt bewoond door het christelijke Batakvolk, te herkennen aan de vele kerken en de typische houten huizen met hun unieke vorm en mooie houtsnijwerk. We eten en slapen in een replica van zo'n huis in het gezellige dorpje Tuktuk.

We huren voor twee dagen een felgroene scooter met bijkleurende helmen voor een 'rondje' om het eiland. We komen met moeite langs de tientallen groepjes schoolkinderen die Engels willen oefenen en onze handtekeningen verzamelen. Eenmaal ten noorden van Tuktuk is het rustig en passeren we zwaaiende mensen, stenen beelden, akkers en kleine Batak dorpjes met de typische huizen in twee rijen tegenover elkaar. Kerkjes in Batakstijl en in het noorden zien we een soort torentjes van gestapelde graven. Aan de andere kant van het eiland ontdekken we dat het op een haar na een schiereiland is en steken we over op zoek naar de hot springs. Het hete water wordt met buizen naar verschillende 'resorts' geleid met gescheiden baden voor mannen en vrouwen. Omdat ze ook al hun afval hier dumpen ziet het er niet zo aantrekkelijk uit en besluiten we verder naar het zuiden te rijden voor een goede slaapplaats. Die we maar niet vinden. Wel varkens die aan het spit geroosterd worden, groene heuvels, rijstplateaus en een weg die steeds slechter wordt.

Het begint steeds harder te regenen en de tweepersoonsregenjas die bij de scooter hoort komt goed van pas. In de schemering worden we uiteindelijk gewezen op het enige hotel in een iets groter dorpje. De kamers zien eruit alsof de laatste gast dertig jaar geleden is vertrokken en van vloer tot plafond vinden we muizenkeutels. Ze durven er nog veel voor te vragen ook maar Miek weet dit resoluut te halveren! In de drie eettentjes is het eten wat de pot schaft en we gaan voor het tentje met ayam goreng (kip). Een meisje wordt opgetrommeld dat een beetje Engels spreekt en met haar als gids hebben we een gezellig etentje. De volgende morgen rijden we alweer vroeg langs de potholes, gouden rijstvelden vol vogelverschrikkers en boeren die aan het ploegen zijn met hun buffel, met op de achtergrond het glimmende Tobameer. Als ontbijt babi pangang en inktviscurry tussen de nieuwsgierige kinderen en kippen die op de kast eieren aan het leggen zijn. We vervolgen door de heuvels en het begint weer te stortregenen. De weg wordt een beek, aangevuld door spontane watervallen, bij een landverzakking verdwijnen Steven zijn slippers in een dikke laag modder, op blote voeten terugzoeken dus! Tijd om te schuilen in een klein hutje met hoogzwangere vrouw die warme thee maakt. Als de regen is opgehouden rijden we terug naar ons batak huisje in Tuktuk.

27 t/m 30 november, Bukit Lawang. Openbaar vervoer zit in Indonesië (voor toeristen) onhandig in elkaar en daardoor is er een groot aanbod van vervoer in luxe vans. Met twee Amerikanen, Chelsea en Cole, worden we in zo'n van naar Bukit Lawang gebracht. Hier kun je op Sumatra orang oetans spotten! We verwachten steeds in de jungle te komen maar tot aan het kleine toeristendorpje rijden we langs eindeloze palmolieplantages. Voor bijna niets hebben we een kamer met matras op de grond in Rainforest hostel van de behulpzame en tenminste 120 kilo wegende Yulia. En net als wij stapt ze bij jonge Indonesische gasten achterop de scooter om van A naar B te gaan, die van haar blijkt haar man te zijn, arme jongen! Met z'n vieren regelen we gids Firman voor een tweedaagse jungletocht. Al het hostelpersoneel zit aan de tafel naast ons met gitaar en na Anouk komen we in kerststemming met de lokale hit gebaseerd op de jingle bells tune, hier het refrein:

Jungle trek, jungle trek, in Bukit Lawang.

See the monkeys, see the birds, see orang oetan!

De volgende morgen gaan we op stap met z'n zevenen, een Spaans-Canadees koppel is aan de groep toegevoegd: orthodontist Javier en Dina. Gelijk bij de ingang van het park zien we een groep Thomas 'funky' monkeys die alleen hier voorkomen! De komende twee uur moeten we het doen met orang oetan uitwerpselen en berensporen in de bomen. Geen van de drie gidsen in het bos heeft een orang oetan gespot deze morgen. We moeten het doen met het verhaal van 'Dolle Mina'. Ooit gehouden door mensen valt ze groepen nu af en toe aan om aan fruit te komen. Een zak met fruit is dan ook het verdedigingsmiddel, maar de gids heeft een paar flinke littekens overgehouden aan een gevecht! Even later staan we plotseling oog in oog met een roodharig monster, de gids krijst uit: "Run, run, run!!!" Alle zeven rennen we voor oms leven door de struiken... maar het blijkt Mina niet te zijn en algauw wordt signaal veilig gegeven, pfew. Een uur lang zien we moeder en jong om ons heen klimmen, slingeren, rollen, makaki's plagen, fruit en termietennesten eten! Op een paar meter afstand, ze laten zich totaal niet storen door ons, echt fantastisch. Een uur later spotten we hoog in een boom een tweede moeder met jong aan, die maken van bladeren een paraplu tegen de komende regenbui. Het pad gaat stijl naar beneden en het laatste stuk gaat door een beek, afdalen langs een waterval en daar is ons kamp, dat bestaat uit palen met overkappingen van zeil. We worden verwelkomd door een andere groep, de kok en twee hagedissen van een meter lang. Met de anderen spelen we het kaartspel 'bullshit', we krijgen een soort rijsttafel met kaarslicht en niet al te laat maken we het ons gemakkelijk op het flinterdunne matje op een plastic zeil...

We worden wakker voor een aardekasteel waarin Miek haar schoenen en slippers kunstig zijn verwerkt... Een legioen grote en kleine rode mieren heeft hier de hele nacht aan gebouwd! Iedereen behalve Miek (oh en Steven natuurlijk) vindt dit stiekem wel een beetje grappig. Uitwassen werkt niet want de mieren zitten tussen elke naad en hebben zich door het rubber van haar slippers gegeten. Een uur koken en uitroken heeft wel het gewenste effect. De tocht gaat eerst, klimmend via boomwortels, heel stijl omhoog, en daarna, hangend aan wortels, weer stijl omlaag naar de rivier. We hebben geluk: ver weg in een boom spotten we een veel minder talrijke mannelijke orang oetan. Nasi goreng als lunch en raftend over de kolkende rivier op vier aan elkaar gebonden opgeblazen autobanden terug naar Bukit Lawang - heftig en erg gaaf! Yulia van het hostel vindt dat we nog niet genoeg gedaan hebben en stuurt ons achterop scooters naar de Rafflesia flower, de grootste bloem ter wereld. Dat we vervolgens een uur door de modder moeten lopen vertelt ze er niet bij en na een half uur in de stortregen kiest iedereen het hazenpad. We schuilen met onze aardige kretek kettingrokende gidsen in de geitenstal.

30 november t/m 3 december, Pulau Weh. Dit is een tropisch eilandje in het verre westen van Indonesië. Maar eerst een reisdag met Javier en Dina: hele vroege taxi naar Medan, vliegtuig naar Banda Aceh, taxi, ferry, taxi en de zoektocht naar het leukste hostel in het donker. Mooie bungalows in een tuin tussen de bomen met een restaurant boven de zee voor 15 euro. In dit backpackersdorpje draait alles om het duiken, en het is spotgoedkoop: 20 euro per duik! Miek doet er de komende tweeënhalve dag vijf en ik ben grieperig en doe er drie inclusief mijn deep dive adventure, dit om tot 30 meter te mogen duiken. Elke duik kom ik boven met een bebloed gezicht - het is slechts een bloedneus. Het duiken is prachtig, muren en hellingen vol koraal en de meest uiteenlopende vissen en kleine beestjes. Wel veel stroming waardoor je af en toe lijkt te vliegen, maar soms bijna wegschiet. Leuk om naar huis te Skypen als thuis Sinterklaas wordt gevierd! Na de laatste ochtendduik op 3 november nemen we de ferry terug naar Banda Aceh, het streng islamitische maar supervriendelijke stadje dat zo erg door de tsunami is getroffen. In een motor met zijspan laten we ons rondrijden naar een vissersboot die op een dak is geland, langs een enorm schip dat kilometers inland is geëindigd, met gruwelijke en indrukwekkende foto's van slachtoffers, en naar een specialiteitenrestaurant waar ons laatste beetje trek verdwijnt wanneer we twintig gerechten voorgeschoteld krijgen met on top de kop van een zeemonster... De nachtbus naar Medan is erg luxe en vandaar vliegen we met Batavia Air door naar Yogyakarta op Java.

4 tot 7 december, Yogyakarta, Java. Liefkozend 'Jogja' genoemd is deze leuke stad het culturele hart van Java, gekoesterd door de sultan die nooit is afgezet door de Nederlanders. Sfeervol door de mooi onderhouden 'betjak' fietstaxi's met slapende chauffeurs op de passagiersstoel, paardenkoetsen en ontelbare batik winkels waar je ingelokt wordt. Wel is een volle dag rondlopen en shoppen meer dan genoeg. Ons hostel is een mooi opgeknapt koloniaal huis met zwembad, maar we hebben wel onze tweede keer bedbugs deze reis! Na de tweede nacht met een nerveuse Miek in een andere kamer staan we om vier uur 's morgens op om met onze gehuurde scooter de Borobudur te zien in de ochtendmist. Deze alleenstaande buddhistische tempel is erg mooi en fotogeniek, maar valt wel in het niet bij de overvloed van Angkor Wat of Bagan. Na een uur hebben we nog een dag voor ons en gaan we zonder kaart af op een vulkaan die we in de verte zien, de Sumbing ofzo. De rijstvelden zijn mooi en vooral de dorpjes op de vulkaan zijn leuk om langs te rijden. Op de terugweg pakken we weer een flinke regenbui mee en schuilen achtereenvolgens tussen de grafzerken bij een grafzerkenfabriekje, een dierentuin aan beelden en een moskee.

7 tot 9 december, vulkanen! In een minibusje worden we, na een dag rijden, gedropt op de kraterrand van de inactieve vulkaan waarin de actieve Bromo vulkaan weer groeit. In het donker zien we er nog niets van, de keuken van ons hostel heeft alleen instant noodlesoop en we liggen al snel op bed. Om vier uur worden we met een Jeep naar een uitzichtpunt gebracht. Hier staan al een stuk of dertig vrolijk gekleurde Jeeps met andere, voornamelijk Indonesische, toeristen. Een half uur lopen en langzaam verlichten de eerste zonnestralen de zandvlakte in de enorme krater voor ons. Daarin een perfect gevormde slapende vulkaan en en rokende zwarte zandberg: Bromo. Hier rijden we een uur later naartoe. We trotseren zandstormen om de Bromo te beklimmen en de dreigend rokende krater in te kijken. Deze omgeving wordt bewoond door hindu's die hun bloemenoffers hier brengen. En om zeven uur zitten we alweer aan het ontbijt in ons hostel - tijd om door te gaan naar de volgende vulkaan!

Eerst weer een dag rijden in het minibusje dat we alleen delen met de sympathieke 45 jarige Theo uit Nederland. Doel is het Ijen plateau. In etappes moeten we overal voor betalen: het dorp, het park, een gids, de camera. We slapen een nachtje op een koffie- en aardbeienboerderij. NachtJE want om half een gaat de wekker: voor het zien van het 'blauwe vuur' moet het pikkedonker zijn. De gids die geen woord Engels spreekt brengt ons in twee uur lopen naar de top en vervolgens diep de krater in. We zijn niet alleen: mijners passeren ons met zo'n 80 kilo aan gele zwavelblokken in manden op hun schouders. We zijn vergeten mondkapjes mee te nemen en de zwaveldampen zijn niet te harden, zeker als een zwavelwolk onze kant op komt. Maar het is het allemaal waard: overal om ons heen zien we blauw vuur waar vloeibare zwavel uit pijpen komt druppelen! Terug op de kraterrand zien we het licht worden en wordt het zwavelmeer zichtbaar. Supermooi en o zo giftig. Ook vandaag zit onze dagtocht er alweer vroeg op. Moe maar voldaan worden we gedropt bij de ferry naar Bali.

9 tot 14 december, Bali. Na een uurtje in de openbare bus komen we aan in Pemuteran, een dorpje in het noordwesten van het hindustaanse Bali, vlakbij top dive spots rondom het Menjangan eiland. Ik pas op de tassen en Miek vindt een mooi resort met luxe bungalows, open lucht badkamer en infinity pool voor 20 dollar. Als de receptionist hoort dat we bij Ijen zijn geweest durft hij te zeggen dat we ook wel heel erg naar zwavel (lees rotte eieren) ruiken! Uitrusten, dagje relaxen en genieten van de Balinese gastvrijheid, traditionele kleding, kleine ceremonies en keuken (babi=varken mag weer!). Het hele strand ligt vol met bergen afval die de dagen na elke regenbui worden aangevoerd door de rivieren op Bali en Java. De werknemers van de strandresorts werken hard om het weer toonbaar te maken. Helemaal bijgekomen van alle zonsopkomsten gaan we duiken. Twee duiken langs muren tot dertig met diep. Het is weer prachtig, zoals een van kleur verschietende cuttlefish, een veld met honderden slangen uit holen en stingrays. Met de dive master zoeken we de specials na de duik terug in de boeken. De ervaren Ierse Amanda die met ons heeft gedoken zit onder de uitslag, is duizelig en blijkt decompressieziekte opgelopen te hebben. Scary maar na een bezoek aan de dokter en 100% zuurstof komt het gelukkig weer goed.

Met Amanda en haar vriendin Amy delen we een taxi die ons langs de kust en een paar tempels naar de droge en steile kuststrook Amed in het oosten van Bali brengt. Bij een van de tempels wordt eten geofferd aan de zee. Jongetjes duiken alles gelijk weer op en grijpen het bijna uit de handen van de priester. Het lijkt ons erg onrespectvol maar geen Balinees die het iets lijkt te schelen. We slapen in het sfeervolle Good Karma met een eigen kleine baai met zwart vulkaanzand en vissersboten. De grote bungalows met veranda staan gebouwd tussen tientallen oude bamiyan bomen met de karakteristieke wortels waar je tussendoor kunt lopen. Ook is er een eigen hindutempeltje waar de hele dag door wierook brandt. Voor een paar dollar word je gemasseerd. De volgende dag gaan we duiken naar het USArmyTransport Liberty schip dat hier is gezonken - vooral hele grote vissen spoken door de begroeide gewelven.

14 tot 18 december, Gili eilanden. Dit zijn drie kleine troposche paradijseilanden ten noordwesten van Lombok. Gili Trawangan is het party eiland voor jonge Australiërs, Gili Meno is het minst ontwikkeld en meest natuurlijk, Gili Air zit er tussenin en heeft ook altijd bewoners gehad wat het wat levendiger maakt. We worden met een speedboat gedropt op Gili Air. Na een kilometer met de backpacks lopen in de hete zon vinden we luxe lichtgele bungalows in een veld met kokospalmen aan het strand, buitendouche tussen de tropische planten en muren van keien en koraal - ons Sinterklaaskado uit Wilsveen! Hier blijven we drie nachten (waarvan de eerste helaas wéér bed bugs) en genieten van strand, snorkelen met grote schildpadden, sunset met cocktails en tonijn, merlijn, jackfish, makreel en white snapper op de bbq... Ook gaan we twee ochtenden duiken: de eerste naar Jack Point waar we met ons hoofd naar beneden snel moeten afdalen tot 30 meter en tussen grote scholen jack fish belanden, veel grote green turtles tegenkomen en twee white tip sharks zien; de tweede naar Mirko's Point met bossen van hard koraal in alle tinten bruin, erg mooi om te overzien vanaf het water erboven. We laten ons door de duikboot droppen op Gili Meno, waar we een nacht slapen op het meest afgelegen strand. Daar komen we Javier en Dina met twee Spaanse vrienden tegen, Miek gaat mee yoga-en, en met zn allen hebben we een gezellige avond. Meno brengt nog meer bekenden: Brendo is een oud collega van Miek en het model voor het Van Santen label, hij en zijn vriendin blijken in het hutje naast ons te slapen. Voor vertrek geef ik een oud tshirt en surfbroek weg aan twee jongens. Dat ze er blij mee zijn blijkt als we ze er een half uur later trots mee zien rondlopen!

19 tot 22 december, Ubud. Dit uitgegroeide dorp in de heuvels van Bali is heel toeristisch maar heeft ook veel te bieden met alle tempeltjes, dansvoorstellingen, artistieke winkeltjes met handwerk, massages en lekkere restaurantjes met leuke bandjes. Onze reis zit er nu bijna op dus Miek wil bovenal... shoppen. Gelukkig voor mij gaan we er ook nog twee dagen tussenuit met de scooter. Onze dagbestemming is het gehucht Sidemen in een vallei vol rijstvelden en rode pepers. Onze bungalow heeft een terras met prachtig uitzicht en we laten ons verwennen door de lieve eigenares. De volgende ochtend gaat de weg omhoog de bergen in, bezoeken we de grootste hindutempel van het land en besluiten we na twee uur schuilen de regen te trotseren. We volgen een bord naar een kopi luwak ecofarm, oftewel de duurste koffie ter wereld. Hier drinken we de koffie gezet met koffiebonen die door katachtigen zijn opgegeten en na een verteringsproces weer zijn uitgepoept...lekker hoor ; ) Hier lopen de katten los in het rond en poepen ook overal dus het inzamelen van de bonen is erg arbeidsintensief. Weer op de scooter zijn we niet alleen zelf doorweekt maar ook onze tas. We schuilen onder het afdak van een armoedig hutje en worden meteen binnen uitgenodigd. De plaatsen bij het houtvuurtje zijn voor ons en vier generaties dames zitten om ons heen, eentje spreekt tien woorden Engels en we krijgen koffie en een maïskolf. Zulke lieve mensen! Als het regenen even minder wordt rijden we in de schemering terug naar Ubud. Die avond gaan we naar een traditionele dansvoorstelling van 50 mannen en een paar goeie- en slechterikken. Het eindigt spectaculair met een groot kokosnoten vuur dat overal het publiek in wordt geschopt door een op hol geslagen 'paard' dat hier op blote 'hoeven' overheen trappelt.

22 - 23 december, Jakarta aka the Big Durian. De man achter de incheckbalie vertelt ons breed lachend dat we nog een jaar in Bali blijven...wat?! Ik heb het ticket geboekt voor december 2013 - oeps. Maar hij is superbehulpzaam en wijzigt de tickets kostenloos - pfff! In Jakarta hebben we een motelachtig onderkomen op loopafstand van ons laatste reisdoel: het huis waar mijn vader heeft gewoond van zijn derde tot zijn twaalfde! Op de iPad hebben we zwartwit foto's van mijn opa, oma, oom en vader rondom het oude koloniale huis gezet en ook foto's van het bezoek van mijn ouders tientallen jaren terug. Het huis was toen een partijkantoor geworden met lelijke aanbouw. Op Google maps lijkt het huis te zijn verdwenen, maar niets is minder waar! Omsloten door twintig verdiepingen tellende flats, een stinkend open riool en een treinrails op palen staat het huis er nog! Het terrein is van de Golkar partij (van corrupte oud president Soeharto) en er zijn gebouwtjes en een moskee omheen gebouwd. Ook de oude lagere school heeft een nieuwe hoogbouw vleugel. In de omgeving staan nog prachtige opgeknapte koloniale huizen, soms omgetoverd tot restaurant in koloniale stijl. Ook de vlooienmarkt is er nog. Leuk om thuis herinneringen op te halen!

Bijna zes fantastische maanden zitten erop. Heel Azië zijn we doorgereisd, we hebben alle rijstseizoenen gezien en nieuwe mooie bestemmingen op ons verlanglijstje gezet: Papua, Sulawesi, Kashmir, lange Nepal trek... Maar nu hebben we vooral heel veel zin in een gezellige kerst thuis! We vliegen van Jakarta via Singapore en Frankfurt naar Amsterdam. Op Schiphol worden we feestelijk ontvangen door familie en vrienden - super bedankt allemaal, echt heel leuk! Wij gaan genieten van alle feestdagen, en januari gaan we op banenjacht. Bedankt voor het volgen van onze (gebruiksonvriendelijke - excuses hiervoor) blog en een nieuwjaar met veel mooie ervaringen gewenst!

En o ja: belanda goreng is een Nederlander die te lang in de zon heeft gelegen...


Additional photos below
Photos: 37, Displayed: 36


Advertisement



27th December 2012

reis
Hallo Annemiek, wat hebben jullie veel gezien en meegemaakt, ik heb met plezier jullie verslagen gelezen, geweldig groetjes en tot ziens bij Scarva, als je er weer een binnenwipt Greet

Tot: 0.345s; Tpl: 0.022s; cc: 10; qc: 58; dbt: 0.1001s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.3mb