Mandalay: Dee Doke waterval en met de slow boat naar Bagan


Advertisement
Burma's flag
Asia » Burma » Mandalay Region » Bagan
September 14th 2016
Published: September 19th 2016
Edit Blog Post

Total Distance: 0 miles / 0 kmMouse: 0,0

Mandalay-Dee Doke-Mandalay-Bagan


De site van onze travelblog kent nogal wat problemen de afgelopen weken, als het goed is zijn die grotendeels opgelost. Mocht je een oude blog niet gelezen hebben, je kan altijd nog op de link in de e-mail klikken en het alsnog doen.



Op onze laatste dag in Mandalay besluiten we eens wat anders te doen. Er is nog genoeg te zien in de stad zelf, maar een stukje natuur is leuk voor de verandering. We rijden oostwaarts over een drukke weg die naar de grens met China gaat. Gelukkig zijn de rijbanen gescheiden, wat inhalen een stuk makkelijker maakt. Er rijden veel vrachtauto’s, maar ook kleinere transportwagens die veel lawaai maken en veelal door boeren worden gebruikt. Veel bussen, vrachtwagens en motoren worden uit China, maar ook Japan en Korea geïmporteerd. Het weggebruik in Myanmar is vergeleken met andere Aziatische landen twee stappen langzamer, en dat maakt het voor ons veel prettiger rijden. Er wordt niet hard gereden, de meeste motoren rijden maar 30 of 40 en die halen wij zelfs in.



Net voordat de weg de heuvels ingaat slaan wij af en gaan verder over een prima, betonnen weg. Deze weg volgt een rivier door een groene vallei met aan weerskanten heuvels. Her en der wordt er druk gebouwd, zo komen we langs een nieuw waterpark en even verderop kan je jetski’s huren. Na een half uur komen we bij onze bestemming aan, de watervallen van Dee Doke. We parkeren onze motor en volgen een pad de heuvels in. Uiteindelijk komen we bij een watervalletje die uitkomt in een helderblauwe poel. We huren een zwembad bij een vrouw die hier met haar kinderen woont en een klein restaurantje heeft. We zijn al aardig opgewarmd van de wandeling naar boven, dus de verkoeling van het water is heerlijk. Via een serie poelen en watervallen stroomt de rivier hier van de heuvels naar beneden. Een stuk stroomafwaarts kan je ook zwemmen, maar daar heeft het water geen blauwe kleur meer. Een uur lang dobberen wat rond en klauteren de waterval op, buiten ons is er niemand. Als wij het water uit gaan komen de kinderen van de vrouw uit school en ze springen gelijk het water in. De oudere broer neemt zijn baby zusje mee, ze hebben de grootste lol samen.



Na het zwemmen eten we wat in een van de vele restaurantjes die beneden aan de weg liggen. We hebben tot nu toe altijd lekker gegeten. Het eten in Myanmar doet iets onder aan dat in Thailand of Indonesië. Veelal kan je gebakken rijst of noedels krijgen met een keuze uit vlees of garnalen en groenten. Ook staan er verschillende curry’s op het menu, die hier alleen niet met kokosmelk gemaakt worden, maar met olie. In toeristische gebieden heb je ook de keuze uit een uitgebreide Thaise, Chinese en soms ook westerse menu. Op de weg terug genieten we van het uitzicht, deze vallei is echt de moeite waard. Op de heuvels aan de overkant ligt her en der een stoepa en we passeren af en toe een klein dorpje, alles is ontzettend groen. Terug in het hotel doen we natuurlijk het zwembad aan en tegen het eind van de middag rijden we nog even tussen de rijstvelden door, waarna we de motor inleveren en vroeg naar bed gaan.



De volgende ochtend gaat de wekker om vier uur en om half vijf halen we onze ontbijtbox op en staat de bestelde taxi al op ons te wachten. Er is nog weinig verkeer op de weg rond deze tijd, een kwartier later staan we aan de kade en kunnen we aan boord van de veerboot naar Bagan. Naast ons zijn er nog 9 andere toeristen, verder vooral lokale vrouwen. Bij ons ticket zit een stoel inbegrepen, de lokale bevolking zit op het dek. Stipt op tijd vertrekt de boot en laat hij zijn hoorn luid horen. De boot vaart al even rond, namelijk sinds 1956 en is vooral bedoeld voor het vervoeren van vracht. Niet voor niets wordt het de slow boat genoemd, over de tocht van XX kilometer doet de boot er 13-15 uur over. Nu het regenseizoen is wat korter dan in het droge seizoen, omdat er dan meer zandbanken zijn en er dus meer omgevaren moet worden. Dan zit de kans er ook in dat de boot een of meerdere keren vast komt te zitten. Deze route is eigenlijk alleen deze kant op de doen, aangezien de terugreis door de sterke stroming twee dagen duurt. Je kan ook met de toeristenboot mee, die is 2.5x zo duur en doet er een paar uur korter over, maar het enige wat die boot doet is varen over een brede rivier.



Het wordt al snel lichter en na een half uur komt de zon op. We varen dan net langs Saigang, een oude koninklijke hoofdstad, waar de heuvels bezaaid zijn met stoepa's. Hier gaat een door de Britten aangelegde brug de rivier over, de volgende brug is niet ver van Bagan. De vrouwen hebben het gezellig en kletsen erop los. Sommigen hebben inkopen gedaan in Mandalay, anderen hebben handelswaar bij. Wij als toeristen hebben bijna een derde van de boot voor onszelf, best beschamend eigenlijk, deze ruimte wordt ook door de lokale bevolking gerespecteerd. Hoewel er tientallen stoelen over zijn, zal je niemand er een zien pakken. Voor ons zit een Italiaans stel, de man ervan is nogal zwaar en heeft het ook zwaar, bijna door zijn stoel zakkend zit hij met zijn hoofd op de railing te slapen. Zijn vrouw doet hetzelfde, maar dan languit liggend op het dek. Het is goed uit te houden, de zon zit veel achter de wolken en op het water is het toch wat koeler. Langs de oevers zijn veel mensen zich aan het wassen, of de was aan het doen. Of dit verfrissend is weten we niet, want er drijft veel viezigheid in de Irrawaddy Rivier.



Na een paar uur maken we een eerste stop bij een dorpje. Een aanlegpier is er niet, de boot gaat langs de oever liggen en via een loopplank kan men erop. Allerlei goederen worden in en uitgeladen. Een aantal vrouwen en kinderen komt hun handelswaar verkopen, veelal fruit en wat gefrituurde etenswaren. Na tien minuten wordt iedereen van de boot gesommeerd en vertrekken we weer. Veel scheepvaartverkeer is er niet, af en toe komen we een vrachtboot tegen die stroomopwaarts vaart en een enkele cruiseboot die bijna leeg is. Bij een tweede stop herhalen we het ritueel weer. Langs de oevers kunnen we een fascinerende glimp opvangen van het dagelijkse leven, monniken wassen zich in de rivier, een boer ploegt zijn akker, kinderen gaan naar school toe en vrouwen doen de was. Nu het water hoog staat zie je veel overstroomde uiterwaarden en is alles ontzettend groen. De rivier wordt ook veel gebruikt voor irrigatiedoeleinden, om de zoveel kilometer drijft een grote pomp die het achterland van water voorziet. Wat zo mooi is aan dit land zijn de vele grote bomen die het landschap domineren. Natuurlijk is bijna al het oude (regen)woud gekapt, maar men is zo slim geweest om her en der grote bomen te laten staan. Bij onze derde stop worden tientallen zakken met watermeloenen ingeladen, zelf kopen we ook een groot stuk ,wat goed smaakt. In de zon zitten moeten je echt niet doen, dus verhuizen we van de ene naar de andere kant van de boot. Nog een voordeel van het rustige seizoen, over een maand zou je dat niet kunnen doen, als er veel meer toeristen zijn. Aan boord hangt een relaxte sfeer, net als de andere toeristen hebben we alle tijd om wat te lezen, een blog te schrijven en simpelweg genieten van het uitzicht.



Naarmate de reis vordert wordt de boot steeds leger, bij iedere stop gaan er meer mensen af dan dat er bij komen. Bij de vierde stop worden er zakken met plantuien uitgeladen en bij de vijfde worden we begroet door een tiental ossenkarren die allemaal grote, witte zakken komen ophalen. De rivier is inmiddels ontzettend breed geworden, op sommige plekken meer dan vijf kilometer. Door het glooiende landschap erachter lijkt het soms net alsof het water daar met een waterval naar beneden stort, een mooie optische illusie. Tegen de avond stoppen we een laatste keer
in Pakkoku, een man komt brandhout verkopen aan de kokkin. Na een lange onderhandeling toetert de boot, springt hij op, krijgt nog wat geld en kan nog net van boord gaan voordat we vertrekken. Net voor zonsondergang komen we aan in Bagan. De eerste paar tempels doemen langs de waterkant op en we worden getrakteerd op een mooie zonsondergang.



Als jullie denken, ze zijn er nu, dan hebben jullie het mis. Gelukkig vinden we snel een taxi, bestuurd door een tiener. We stoppen eerst bij een kantoor om de toegang tot Bagan te betalen, 25000 Kyat, omgerekend 19 euro per persoon. Met dit toegangsgeld worden de tempels onderhouden door de Archeologische dienst, we zullen maar aannemen dat dit ook gebeurd. De taxichauffeur heeft al drie keer gevraagd hoe het hotel heet, Robbert heeft al drie keer geantwoord en ook gezegd in welke plaats. Volgens de navigatie is het niet ver rijden, ineens gaan we van de hoofdweg af, vraagt de jongen aan iemand waar het hotel kan zijn. Ja, ja, hij weet het dus niet........ Opvallend is dat hij een bijrijder bij zich heeft, nog een tiener. Wij vertellen hem hoe hij moet rijden, alleen kan hij dat van geen meter. We slaan rechtsaf de hoofdweg op, het is nu echt donker, hij doet zijn grote licht aan, wat overigens iedereen hier doet. Ze vinden dat misschien veilig, maar je ziet natuurlijk helemaal niets als je een tegenligger tegenkomt. Met een sukkelgang van 40 rijden we verder, steeds als hij het niet vertrouwd gaat hij op de rem staan. Robbert vraagt zich af of hij zelf niet beter kan rijden, hij kent de weg beter dan onze chauffeur. Ach ja, dat is ook weer zo wat om voor te stellen. Gelukkig is het alleen maar rechtdoor, langs de weg zien we al veel (verlichte) tempels staan en na tien minuten komen we dan toch aan bij het hotel. Ook hier, hoe kan het ook anders, treffen we een mooi versierd bed aan en worden we ontvangen met een fris welkomstdrankje. Het zwembad is gelukkig nog een kwartier open, dus is het al snel plons, voordat we een hamburger eten in het restaurant van het hotel. Ook hier ontrafelt zich weer een komisch, zenuwachtig tafereel. We zullen het maar houden op perfecte service. Er is verder niemand, dus de obers draaien weer rondjes om ons heen. Zelfs het servet wordt met een sierlijke buiging op onze schoot gelegd. Robbert heeft een potje thee bij het eten, het ontgaat de ober niet dat zijn kopje bijna leeg is, want steeds weer komt hij het inschenken. Esthers rietje had helaas een gaatje, en je kan het bijna al raden, een nieuwe wordt keurig geserveerd op een bordje.



De komende twee dagen gaan we de tempels van Bagan bekijken, en dat zijn er nogal wat, namelijk 2200.


Additional photos below
Photos: 29, Displayed: 29


Advertisement



20th September 2016

Slow coach to Bagan
Hoi travellers, de foto's zijn weer prachtig. Gelukkig kunnen we hier nog steeds van een mooie nazomer genieten. Vandaag de laurier bij Linda geknipt, ook dat viel niet mee. Bovenin liet ik het snoeimes in de boom vallen en heb hem nog steeds niet gevonden. Ik heb ook nog een bad genomen in de vijver bij het opruimen en dat was niet zo lekker als (op) jullie gehuurd(e) zwemba(n)d. Ik heb ook nog iets leuks bij Formido besteld. Als je naar de site gaat weet je wel wat. Groetjes, Loek.

Tot: 0.131s; Tpl: 0.014s; cc: 10; qc: 51; dbt: 0.0563s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 2; ; mem: 1.2mb