Advertisement
Published: August 3rd 2010
Edit Blog Post
Aangezien we weer een lange rit voor de boeg hadden, hebben we in Lima een luxe bus genomen naar Mancora. Helaas bleken we achterin naast het toilet te zitten. En hoewel het verder echt een luxe bus was (zo is de bus bijvoorbeeld voorzien van draadloos internet), was het toilet duidelijk al een tijdje niet meer goed schoongemaakt waardoor alles in een straal van drie meter werd bedwelmd door een penetrante urinewolk. Gelukkig waren er nog twee stoelen helemaal vooraan aan het raam vrij. Na overleg met de busconducteur zijn we toen daar gaan zitten en hebben we de rest van de reis weer normaal konden ademhalen en film kijken. De volgende ochtend arriveerden we in Mancora; een klein surfersdorpje helemaal in het Noorden van Peru niet ver van de grens met Ecuador.
Na aankomst hebben we onze tassen bij de busmaatschappij achtergelaten om op die manier rustig naar een leuk hostel te kunnen zoeken. De ervaring heeft namelijk geleerd dat als we met al onze spullen rondzeulen, we na drie hostels te hebben gezien geen zin meer hebben om nog verder te zoeken. Met zo'n 20 kilo op onze rug volhardend zoeken naar de beste deal is nu eenmaal
niet iets waar we in uitblinken. Maar omdat we nu van plan waren om langer te blijven, wilden we voorkomen dat we te snel een keuze zouden maken.
Na vijf hostels te hebben gezien, drong de harde realiteit zoals die al jaren wordt verkondigd door onze bankafschriften dan eindelijk tot ons door: we zijn gewoon geen echte koopjesjagers. Maarja, dat maakte niet uit; vijf was precies genoeg. Want in retrospectief kunnen we met zekerheid stellen dat het vijfde hostel voor ons absoluut de beste deal was. Het was een kleinschalig en knus hostel vrijwel geheel gemaakt van bamboe en gerund door een echtpaar met hun dochtertje. Ons balkon had uitzicht op zee en was voorzien van een tweetal hangmatten. De 'woonkamer' binnen was voorzien van TV zodat we de wedstrijden van het NLs elftal niet hoefden te missen. En ook de nabeschouwingen konden we vanuit onze hangmat of in de 'woonkamer' buiten volgen middels het draadloos internet. Verder was er een soort openluchtkeuken waar we konden koken. En dit alles op nog geen 100 meter van de zee.
We zijn uiteindelijk tien dagen in Mancora gebleven. Het klinkt waarschijnlijk heel merkwaardig en enigszins verwend, maar na drie maanden rondreizen
waren we echt even toe aan relaxen. Los van een tweetal uitstapjes naar het noordelijker gelegen strand Punta Sal en de nabij gelegen modderbaden, hebben we verder dan ook niet veel inspanning geleverd. Vrijwel al onze dagen in Mancora vertoonden min of meer hetzelfde patroon dat we in die tien dagen hebben geprobeerd te perfectioneren: opstaan; de hangmat in om wat te lezen; naar de lokale markt om spullen voor ontbijt te halen; eitje bakken en guacamole maken voor ontbijt; terug de hangmat in; naar de zee; lunch maken met verse tonijnsalade; terug naar de zee om nog wat te zwemmen; douchen; uit eten voor het avondeten; weer de hangmat in om nog wat te lezen of te internetten; naar bed. Kortom, een heerlijke tijd!
Al eerder tijdens onze reis hadden we leuke verhalen gehoord van mensen die her en der wat vrijwilligerswerk hadden gedaan. Hierdoor enthousiast gemaakt, zijn we toen op internet gaan zoeken naar de mogelijkheden in het volgende land van bestemming: Ecuador. Omdat we hadden gelezen dat Vilcabamba in het zuidoosten van Ecuador erg mooi was en we daar sowieso naar toe wilden, zijn we vervolgens op zoek gegaan naar vrijwilligerswerk daar in de buurt. Een
paar dagen later hadden we via internet afgesproken dat we de week daarop twee weken zouden komen helpen op een biologische boerderij aan de rand van Vilcabamba.
Na eerst nog de kwartfinales te hebben gekeken, hebben we toen de nachtbus gepakt naar Vilcabamba. En hoewel we ditmaal geen last hadden van penetrante urineluchtjes, werd het toch een rit die we niet snel zullen vergeten.
Niet ver over de grens in de Ecuadoriaanse Andes hebben we die nacht namelijk een ongeluk gehad met onze bus. Dit nadat de chauffeur met hoge snelheid bergafwaarts reed, de controle over het stuur verloor, een stuk van de berg raakte, de rembekrachtiging het vervolgens begaf, de bus weer de berg raakte, op z'n zijkant terecht kwam en in volle vaart van de weg af schoot. Dit alles gebeurde binnen een tijdsbestek van een aantal seconden. Veel tijd om na te denken was er dan ook niet. Een seconde of twee later en net na een bocht naar rechts kwam de bus met een flinke dreun en enorme kracht in één keer tot stilstand tegen de oever van een droge rivierbedding.
De eerste seconden na de klap was het doodstil in de bus. Het
was pikkedonker en we waren volledig gedesorienteerd. Iedereen leek tijd nodig te hebben om te realiseren wat er gebeurd was en om te bedenken waar we uberhaupt waren. Toen het eerste besef was doorgedrongen over het ongeluk, probeerden we in het pikkedonker uit te vinden waar we ons precies in de bus bevonden. Door de impact van de klap en het ontbreken van gordels was vrijwel iedereen namelijk met een noodgang uit zijn stoel geworpen. Nadat we eenmaal de bus uit waren geklommen, heeft het nog zeker drie kwartier geduurd voordat iedereen de bus uit was.
Lange tijd na het ongeluk en een minuut of tien nadat we de laatste passagier uit de bus hadden gehesen, arriveerde de politie pas. Nog zeker een kwartier later arriveerden de eerste ambulances. Daarnaast was er, voor de mensen die niet per se met een ambulance mee hoefden, een nieuwe bus gestuurd. Je zou verwachten dat je als chauffeur van deze bus rustig zou rijden. Immers, je bus zit vol met mensen die net een ongeluk achter de rug hebben, op tal van plekken verwondingen hebben en die nog enigszins in shock en angstig zijn. Een aantal zit bovendien te huilen. Kortom, mensen
die alleen uit pure noodzaak en met grote tegenzin in de bus zitten. Maar nee, ook deze chauffeur reed minstens net zo roekeloos als de vorige. Dat er hierdoor een aantal mensen begon te gillen, maakte de chauffeur blijkbaar niets uit. Pas na twee keer naar de chauffeur te zijn toegelopen om deze al schreeuwend duideljik te maken dat hij rustig moest rijden, minderde hij iets vaart. Maar de volledige daarop volgende vijf uur tot aan de eindbestemming was continu te merken dat hij weer in zijn oude gewoontes neigde te vervallen. Het leek alsof hij de gevaren gewoon niet zag.
Ondanks dat Soumaya op vier plaatsen kneuzingen had, zijn wij er relatief goed vanaf gekomen. Maar helaas geldt dat niet voor iedereen die in de bus zat. Doordat mensen naar verschillende ziekenhuizen zijn gebracht, hebben we niet meer iedereen gezien. Maar de meesten hadden flinke kneuzingen en/of botbreuken waaronder een vrouw die haar bekken op twee plaatsen gebroken had. Later op de dag hoorden we dat een zwangere vrouw haar ongeboren kindje van zeven maanden had verloren. En een dag later lazen we in de krant dat de vrouw die we met z'n vieren als laatste uit de
bus hadden getild, aan haar verwondingen was overleden. De chauffeur was direct na het ongeluk al in geen velden of wegen meer te bekennen. De lafaard bleek te zijn weggerend en is nog steeds spoorloos.
Die middag hebben we maar even een taxi genomen voor het laatste uurtje van het busstation naar Vilcabamba. In Vilcabamba hadden we echt een geweldig hostel gevonden met een heerlijke grote binnentuin. Daar zijn we vervolgens tien dagen gebleven totdat in ieder geval Soumaya haar mitella af kon. Die dagen hebben we voornamelijk gebruikt om weer bij te komen en doorgebracht met lezen, Spaans oefenen, voetbal kijken, van de prachtige omgeving genieten en lekker eten.
We zijn nog wel langs geweest op de biologische boerderij waar we zouden gaan helpen, al is het vrijwilligerswerk zelf door het ongeluk helaas niet meer doorgegaan.
Na deze ervaring was het weer tijd voor wat leuks. Bijvoorbeeld de Galapagos eilanden...
Advertisement
Tot: 0.127s; Tpl: 0.013s; cc: 9; qc: 58; dbt: 0.07s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.1mb