Into the outback (Adelaide - Alice Springs - Adelaide)


Advertisement
Australia's flag
Oceania » Australia » South Australia » Adelaide
March 8th 2008
Published: March 11th 2008
Edit Blog Post

Sunset @ UluruSunset @ UluruSunset @ Uluru

Zie ook het kleurverschil met de vorige!
Een goedendag wederom!

Eindelijk! De outback in! Dit was voor mij echt een passende afsluiting van onze trip. Ik keek zo ongeveer al ons hele verblijf uit naar deze trip, en nu ging het dan ECHT gebeuren. Samen met Ton, in onze gehuurde Nissan X-Trail en dan maar rossen door het grote niks. Omhoog via Coober Pedy richting Northern Territory. In de territory uiteraard de onmisbare Uluru (Ayers Rock), Olga's, King's Canyon en dan naar het laatste punt: Alice Springs. Hier vandaan zouden we dan onze weg terug zoeken richting Adelaide. Een hoop kilometers door de woestijn, maar met een beetje doorrijden zou het allemaal net moeten lukken!

Voordat we eindelijk weg waren vanuit Adelaide vandaan was het zoals gewoonlijk al weer een stuk later dan gepland. De overnachting bij Port Augusta werd daarom al snel omgezet naar een kampeerplekje ergens langs de snelweg. Het leek weinig bijzonder, maar toen 's ochtends de zon op kwam bleek dat we naast een droog zoutmeer stonden, met toch wel een mooie zonsopgang tussen de mistflarden, met de Flinders Range op de achtergrond.

Zodra we bij Port Augusta kwamen (de noordelijkste havenstad van de zuidkust) rij je eigenlijk gelijk de outback
Blast zone warningBlast zone warningBlast zone warning

Een gedeelte outback waar destijds veel militaire tests zijn gehouden...
in. Best bizar als je bedenkt dat je daar nog aan zee zit! Bij het uitrijden van het dorpje (meer is het niet) dan kom je gelijk al langs het bord: Alice Springs 1621km, Coober Pedy (onze eerste stop) 751km. En ja, dan heb je het pas echt over afstanden! Tussenin heb je eigenlijk niets, behalve wat roadhouses die vaak niet meer bieden dan wat basic voedsel, benzine, overnachting en toiletvoorzieningen. De weg (en het landschap) zie je langzamerhand steeds droger worden. Echt woestijn wordt het via onze route nergens, in die zin van dat er continu nog wel iets van vegetatie te vinden is. Veelal is dit een soort gras of lage struiken. Verbazingwekkend genoeg zit er genoeg leven in de outback. Emu's en kangoeroes zijn de grootste dieren, maar daarnaast zijn er nog diverse andere kleine zoogdieren en vooral ook vogels. De grootste vogels zijn de adelaars, die veelal leven van de overreden kangoeroes die je om de haverklap ziet liggen (don't drive at night!).

Verder is het heel, heel veel niets. Een rijderswissel om de 2 uur was ook strikt noodzakelijk, want je wordt het vrij gauw beu. Gelukkig is de weg waar je overheen rijdt bijzonder goed, aangezien het een van de laatst aangelegen snelwegen is in Australie. Ook kom je best nog wel het een en ander aan verkeer tegen. Indrukwekkend zijn de roadtrains, die je om de haverklap tegenkomt. Grote vrachtwagencombinaties die voorbij denderen, tot soms wel 3 trailers en 52m lang! En ja, daar wil je echt wel even voor aan de kant gaan. Op verharde wegen valt het mee, maar ze zijn ook te vinden op de vele onverharde wegen in de outback, en dan wil je ze echt niet tegen komen, tenzij je een douche van stof en opgeworpen stenen prettig vindt!

Na een flinke rit kwamen we uiteindelijk aan bij Coober Pedy. WARM (zo'n 37 graden), droog en stoffig. Waarom wonen mensen daar in zulke getalen? Het antwoord is de winning van opaal. Deze vrijwel alleen in Australie te vinden edelsteen heeft veel gelukszoekers getrokken die daar een fortuin hopen te vinden. De vele mijnschachten zijn daar een bewijs van. Maar in dit woestijndorp lopen de temperaturen af en toe op tot 50 graden in de zomer, en rond het vriespunt in de winter. En ja, wat doe je om die extremen het hoofd te bieden? Juist, je bouwt gewoon het hele dorp onder de grond? WAT? Ja, het is echt waar! Bij veel huizen zie je enkel de entree, de rest is in de bergen uitgehouwen. Het gevolg is dat dit werkt als een natuurlijke climate control en zodoende het hele jaar door er een aangename temperatuur heerst. Huizen, kerken, musea, allemaal onder de grond te vinden 😊 Het was zelfs zo dat we 's nachts onze tent onder de grond opgezet hebben, in een speciaal onder de grond uitgehakte kampeerplaats 😊

De volgende dag was het koers zetten richting Uluru (Ayer's Rock). De rit zelf was weer even monotoon als de dag er voor, dus we waren blij dat we er uiteindelijk waren. Dit is samen met het opera house en de harbour bridge toch wel het icoon van Australie. Het is een monolith, wat betekent dat het 1 grote steen is. Het rijst zo'n 350m boven de grond uit, en het is bijna 10 km in omtrek. Voorwaar een aardig stuk rots dus! Veel van de steen is helemaal afgevlakt, iets wat het nog mooier maakt. Het is ongelooflijk als je midden in de woestijn opeens zo'n grote steen. Blijf je je afvragen hoe zo'n ding er komt en waarom er (op de Olga's na, waarover zo meer) eigenlijk niets vergelijkbaars te vinden is in de buurt!

Het moment waar iedereen voor komt is de zonsondergang, en in iets mindere mate de zonsopgang. Voor de verandering kijk je nu eens niet naar de zon die onder gaat, maar neem je plaats tussen de zon en de rots in. Het schouwspel draait namelijk om Uluru. De rots ondergaat een langzame kleurtransformatie. Van lichtbruin gaat het via oranje naar knalrood, alvorens het de donkerbruin tot zwarte nachtkleur wordt. Echt fantastisch om te zien!!! In de morgen zie je hetzelfde, maar dan omgedraaid. De contrasten zijn dan echter een stuk minder en het is dan ook minder spectaculair. Uiteraard hebben ze wel beiden gezien 😊

We zijn gelijk maar doorgereden naar de hobbels van de Olga's (Kata Tjuta in Aboriginal taal). Dit was ooit waarschijnlijk een zelfde, nog veel grotere steen als Uluru. Dit is echter veel verder geerodeerd in 36 kleinere, losse bergen. De kleur is gelijk, het landschap ook. We hebben hier de "Valley of the Winds" walk gedaan. In de brandende zon, maar door de wind was het relatief goed uit te
Good ol' timesGood ol' timesGood ol' times

Nu is de Ghan railway veelal vergaan.
houden. Het is een soort maanlandschap waar je door heen loopt, met veel losse stenen en rond en zelfs dwars door de bergen van de Olga's. Bijzonder mooi, meer kan ik er eigenlijk niet over zeggen!

De middag zijn we doorgereden naar de derde (en laatste) attractie van "the red centre", the Kings Canyon. Het rode aan de outback wordt trouwens veroorzaakt door de grote concentraties ijzer in het zand. Zoals de naam doet vermoeden is het een grote kloof in een mountain range. Alhoewel het een flink brokkie kleiner is als de Grand Canyon is het wel degelijk de moeite waard. Vanuit het carpark kan je via een loodrechte en dus ook loodzware heuvel met een uigehouwen pad aan de bovenkant van de kloof uitkomen. Hier sta je een dikke 100m boven de canyon en aan de rand van de canyon. Het is geen lange kloof, hierdoor kan je in een 3 uur de hele hike maken langs de kloofranden. Dit geeft spectaculaire views over de outback en uiteraarde canyon zelf. Door werking van het landschap zijn er een soort cirkelvormige rotsen ontstaan, iets wat ik nog nooit eerder gezien heb! Ik moet eerlijk bekennen dat ik dit nog mooier vond dan Uluru en de Olga's, alhoewel die door veel mensen hoger aangeschreven staan! Halverwege daal je af in de Canyon zelf en kom je in een soort oase terecht, beschermd door weer en wind en gevoedt door een waterstroompje. Deze "Garden of Eden" heeft hierdoor een geisoleerde vegetatie, met planten uit de oertijd die overleefd hebben terwijl het landschap eromheen veranderde! Wederom gek gemaakt door de vliegen zijn we toch maar weer doorgelopen. Vliegen zijn echt de grootste pest aan de outback. Ze zijn overal en ze gaan ook overal in en opzitten. Je oren, je ogen, je zonnebril en je neus...niets is veilig voor die pestbeesten die soms met tientallen tegelijk op je zitten. Het enige wat helpt is in de auto zitten, en tja, dat wil je natuurlijk niet in die omgeving!

De dag er op zijn we doorgereden naar Alice Springs. Deze "hoofdstad" van de outback kent nog steeds maar 25.000 inwoners, maar het is wel de hub voor al het toerisme en alle supplies voor omringende communities. Het is ook een oase van groen in de verder dorre omgeving. De rivier staat echter wel veelal droog, en het water moet toch van kilometers ver uit een bron aangevoerd worden. De stad zelf zijn we snel doorheen gelopen en ik vond hem verder weinig bijzonders. Wel is dit een stad die gedomineerd wordt door aboriginals. Ze lopen en zitten overal op straat, en dit maakt Alice kenmerkend anders dan andere outbackdorpen waar wij geweest zijn.

We zijn er maar zo kort geweest omdat we besloten hadden om een andere terugweg te nemen. In eerst instantie wilden we de enige snelweg terug nemen, maar gaandeweg kregen Ton en ik het idee dat we toch de 4x4 capaciteiten van onze auto maar moesten uitproberen. Dirt road is er immers genoeg, en het geeft weer eens een andere dan gebruikelijke route, met dus andere sights! We hebben er allebei ook een hekel om hetzelfde stuk 2x te rijden, dus dat hielp daar ook nog aan mee. Nu hadden we echter ook weer geen 4x4 in de ruimste zin van het woord (geen low gear bijvoorbeeld), dus we konden natuurlijk geen echte woestijn nemen. Maar na overleg in het visitor's centre van Alice besloten we de helft van de Oodnadatta Track te nemen, 450 km dirt road langs de oude, verlaten Ghan treinweg naar Alice Springs.

Hiervoor moesten we eerst terug naar Coober Pedy, en daar verder de dirtroad op. Goed, 1 dag later en 800km verder waren we weer terug in Coober Pedy, en toen kon de fun eindelijk beginnen. Vanuit Coober Pedy ga je gelijk de echte woestijn in. Rood zand, geen struiken of gras meer en bijna ook geen sterveling die je tegenkomt. De eerste stopplaats was William Creek, een dorpje met welgeteld 12 inwoners, maar wel met een bar, hotel, benzinepomp en zelfs een vliegveld 😊 De rit zelf was fantastisch, een groot stofspoor trekkende door de woestijn en dan met 100km/h over zo'n dirt road rijden! De weg was beter dan verwacht, dus zo extreem waren we nu ook weer niet bezig 😉

Vanuit William Creek ga je dan langs de oude Ghan treinroute. Deze is van heel vroeger, en is eigenlijk vanaf 1950 steeds minder gebruikt, totdat in 1980 de laatste trein er overheen reed. Nu zijn er langs het hele spoor vooral ruines te vinden, bij de stopplaatsen van de trein. Het treinspoor zelf is in wisselende conditie, van vrijwel intact tot weinig meer dan wat losse bielzen, waarbij de stalen spoorrails al afgevoerd zijn. Bij elk overblijfsel sprongen we even uit de auto, om de omgeving te verkennen en de onvermijdelijke foto's. Je bent echt "off the beaten track", want veel meer dan een auto per uur kom je hier niet tegen! Toen de duisternis inviel hebben we maar een bivak opgeslagen. Letterlijk in de middle of nowhere, met in de verste verte niets anders dan zand, stof en wat verdwaalde struikjes.

De dag erna weer vrolijk onze route voortgezet, met onderweg zowaar een paar bronnen. Want hoewel het woestijn is, onder de grond zit voldoende water. Het is zelfs een van de grootste ondergrondse waterreservoirs ter wereld, aardig ironisch dus! Af en toe komt dat naar boven, en bij een plek hebben ze er zelfs een spa van gemaakt, waar je dus midden in de woestijn een bad kunt nemen 😊 Het contrast tussen deze groene oases en de droge omgeving is enorm, en lijkt af en toe op een grapje van moeder natuur!

Na de dirt road, welke we zonder problemen doorkwamen, stond de Flinders Range op het programma. Als we geweten hadden wat voor een mooi gebied dit was, had ik er graag meer tijd voor uitgetrokken. Het is een soort van geologische speeltuin waarin door werking van de aarde de horizontale lagen in de aarde naar boven zijn gekomen en nu dus in een bergketenvorm uitgespreid liggen over het oppervlak. Gesteente is gedateerd tot 550 miljoen jaar oud, dus het gaat wel een heel tijdje terug. Het gebied zelf is een soort "outback meets mountains", een dor gebied met bergen en een weinig vegetatie. Hoe verder je naar het zuiden rijdt, hoe groener het wordt en op een gegeven moment struikelden we zelfs over de kangoeroes en emu's. Waar we voorheen meestal stopten als we ze zagen reden we nu veelal door, "ach, weer zo'n kangoeroe"... nog niet eerder meegemaakt in Australie!

Uiteindelijk kwamen we weer terug in Adelaide, waarbij ons nog de "fijne" verrassing te wachten stond dat de rental company (Budget) onze autohuur veranderhalfvoudigde, omdat we zogenaamd teveel kilometers gemaakt hadden. Na een hoop stennis (het was ons niet vertelt, en het bleek op de rental agreement ergens in het adres te staan) waren ze nog steeds niet te vermurwen. Maar goed, als je je creditcardgegevens al gegeven hebt en het contract getekent hebt sta je aardig met de rug tegen de muur! Het enige wat ik nog kan doen is hier nog even antireclame maken, dus bij deze: HUUR NOOIT BIJ BUDGET!

De volgende halte was een korte stop in Melbourne, in afwachting van onze vlucht naar Nieuw Zeeland. Het Australie gedeelte zit er nu zo goed als op, enkel 1 dagje Sydney resteert nog. Maar Nieuw Zeeland moet ook spectactulair worden, met haar kenmerkend ander landschap en wildlife. We gaan het meemaken.


Additional photos below
Photos: 21, Displayed: 21


Advertisement

Underground churchUnderground church
Underground church

@ Coober Pedy
En jaaaaEn jaaaa
En jaaaa

Daar is tie dan!


11th March 2008

Nog een paar weken "afzien"
hey wereldreiziger, Geniet er nog even lekker van, hier regent en stormt het alleen maar. je Pa

Tot: 0.072s; Tpl: 0.014s; cc: 6; qc: 45; dbt: 0.0419s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.2mb