KL, eilanden en eten


Advertisement
Malaysia's flag
Asia » Malaysia » Terengganu » Kapas Island
July 20th 2019
Published: August 18th 2019
Edit Blog Post

Ik zit inmiddels alweer meer dan een maand in Maleisië, maar ik heb tot nu toe nog niet echt de kans gekregen om jullie een update te geven, sorry daarvoor! Er is hier echter zo veel te doen dat het moeilijk is om er de tijd voor te nemen en op het laatste eiland waar ik zat was de wifi enorm slecht.

Anyway, toen ik aankwam in Kuala Lumpur gaf dat in eerste instantie een beetje overwelmend gevoel, een erg moderne, drukke stad met veel hoge gebouwen en geen flauw idee waar je naar toe moet lopen om je juiste OV-aansluiting te krijgen. Met een beetje rondvragen en kijken kwam ik echter al snel bij het hostel die Jasper voor mij had aangeraden. En dat was niet zonder rede, het was een heel sociaal hostel maar ook niet zo extreem als een partyhostel. De eerste avond was er wel gelijk een pubcrawl, waar ik wel gelijk mee ging. Dat is tot slot dé manier om met mensen in contact te komen. Dit was echter een pubcrawl waar je niet allemaal shots door je strot heen kreeg gedouwd. We werden enkel naar 2 kroegen gebracht wat eigenlijk wat meer clubs waren, jammer genoeg. Ik was het samen met een paar anderen bij de eerste kroeg wel een beetje zat, dus besloten we eerst naar de whiskybar aan de overkant te gaan. Wat smaakt een goeie whisky na twee maanden zonder toch goed! Ondanks de prijs. Na de whisky bezochten we wat barretjes met live music waar je wel normaal met elkaar kon praten. En zo was de groep geboren met wie ik vaker zou optrekken in Maleisië.

De volgende dag was het tijd om de stad wat meer te verkennen. Zo kwam ik er al snel achter dat Kuala Lumpur een erg multiculturele stad is (en eigenlijk Maleisië in het algemeen). Met 2 andere mensen begon ik in Little India, een wijk waar een groot deel van de Indiase bevolking van de stad woont. Hier waren kleurrijke Hindoe-tempels te bezichtigen, galmde Bollywood muziek (ik weet de echte naam van de muzieksoort niet) uit de winkels en heerlijke kruidige geuren uit de restaurants. Hier hebben wij dan ook een lekkere Indiase curry gegeten.

Eenmaal uitgegeten liepen we verder naar een groot park, wat heel rustig en groen was in contrast met de drukke stad. Vervolgens kwamen we langs een mooie grote moskee en andere moslim gebouwen waar in de omgeving ook meer moslims rondliepen, wat overigens het grootste gedeelte van de Maleisische bevolking is hun keuken zou ik echter pas mer ontdekken in Penang. Tot slot liepen we naar een lange straat in Chinatown, nog een ander deel van de bevolking. Hier was ook een grote markt gaande waar we een heerlijk noodlesoep als diner hadden met versgemaakte noodles.

In de avond gingen we met de groep naar de beroemde Petronas torens die héél mooi 's avonds zijn. Daarna bestelden we ergens een biertoren, wat daar echt een ding is. Het is eigenlijk 3 liter bier dat in een soort van grote tap zit en je zelf kan verdelen.

De volgende dag gingen we met een groep naar de Batu grotten. We moesten hiervoor een uur met de trein naar de rand van Kuala Lumpur reizen. De grot is naast een indrukwekkende creatie van de natuur ook een heiligdom voor de hindoestaanse god Murugan. Om in de grotten terecht te komen moet je een grote kleurrijke trap beklimmen en in de grotten staan ook allemaal kleine hindoetempels. De grotten zelf hadden openingen aan de bovenkant waardoor zonlicht kwam en planten omheen groeiden. En in en rondom de grotten waren de nodige makaken die je niks deden zo lang je geen eten zichtbaar bij je had. Toen we terug wilden gaan was de trein die we wilden nemen óf te vroeg vertrokken óf niet op komen dagen, waardoor we meer dan een uur op het station moesten wachten (we konden er ook niet meer vanaf, want er waren poortjes). Maarja, dat hoort ook een beetje bij reizen in Zuid-Oost Azië

In de avond gingen we een aantal "hidden bars" opzoeken. Ze waren niet heel erg "hidden", maar het was nog steeds leuk. De eerste bar was ingericht als een soort van botanische tuin en hadden allemaal interessante cocktails dat met groente, fruit en kruiden was gemaakt, het was lekkerder dan het klinkt. De tweede bar was ingericht in ouderwetse Duitse stijl en had cocktails die wat meer met Duitsland gerelateerd waren. Best grappig, alleen niet zo leuk als de eerste. Na deze bar besloten we wat dichter bij het hostel nog wat te gaan drinken.

De dag erna ben ik met een paar mensen naar een vogelpark gegaan. Een beetje zoals Avifauna alleen liep je ook gewoon tussen de (meeste) vogels. Struisvogels en andere meer gevaarlijke of schuwe vogels zaten gewoon achter tralies. Héél veel ooievaars liepen er wel gewoon rond (natuurlijk zat er over het hele complex natuurlijk wel gewoon gaas).

De volgende dag was het tijd om verder te reizen, hier scheidde mijn wegen tijdelijk met de groep (3 andere Nederlanders, een Australiesche, een Duitse, en een Amerikaanse Japanner), ik zou ze weer in Georgetown ontmoeten. Mijn plan was om even twee dagen de rust op te zoeken op een klein eilandje genaamd Pangkor. Het staat voorql bekent om zijn resorts, maar ik had een leuke guesthouse gevonden. Toen ik eenmaal was aangekomen en alles had neergelegd huurde ik een scooter om naar de andere kant van het eiland te rijden (duurde ongeveer 10 minuten) om de zonsondergang te bekijken. Het duurde niet lang of er kwam een groep van 3 neushoornvogels in de boom bij mij in de buurt zitten. Moeilijk om een goede foto van ze te maken helaas.

De volgende dag besloot ik om het eiland te gaan verkennen met de scooter afwisselend met af en toe een duik in de zee. Het hele eiland was echter in een uur te verkennen, dus heb ik gewoon een paar keer over het eiland gereden. Onderweg kwam ik nog wat neushoornvogels, makaken en een grote varaan tegen. Pangkor was goed om even bij te komen van Bangkok en Kuala Lumpur, maar ik was nu wel weer klaar om wat meer dingen te doen.

Mijn volgende bestemming was Georgetown, gelegen op het eiland Penang. Toen ik aankwam bij het hostel stond de rest van de groep te wachten op een taxi en nodigden ze mij uit om voor hetgene waar Georgetown bekend om staat: eten. We gingen naar een 'food court' in een winkelcentrum. Ik nam de Laksa, wat een zurige vissoep is, niet vies, maar ook niet mijn favoriet. Daarna had ik nog steeds trek, dus bestelde ik nog een Nasi Lemak, wat kokosrijst is met gefrituurde anchovis en pinda's, sambal, ei en 'fried chicken' ernaast. Erg lekker! Het was erg regenachtig de rest van de middag, dus we hebben verder niks gedaan. In de avond gingen we echter naar een straatje met barretjes waar we een aantal cocktailtorens dronken en het erg laat werd.

De dag erna was het weer stukken beter en gingen we naar Monkey Beach, wat een perfecte dagbesteding was met de kater. We zagen wat aapjes met elkaar spelen, maar verder was het voornamelijk relaxen in de zee en op het strand. In de avond was het weer eten geblazen, dit keer maar liefst drie gerechten, waarvan twee heerlijke Indiase curries.

De ochtend erna gingen we naar een Chinees-Boeddhistische tempel, dat de grootste van Zuid-Oost Azië was. Was best indrukwekkend, maar wel erg veel souvenirswinkeltjes in het complex. De rest van de dag was 2 keer lunch en 2 keer diner. In de avond ging de rest van de groep naar het oosten, ik had eerst nog andere plannen.

De volgende ochtend ging ik met een treintje Penang Hill op, waar ik een goed uitzicht over de stad zou hebben, maar ik had natuurlijk weer het geluk dat het heel mistig was. Gelukkig waren er nog wat leuke wandelroutes door de jungle, wat met de mist een extra mysterieuze sfeer creëert.

In de middag pakte ik de boot naar het volgende eiland: Langkawi, gelegen aan de grens met Thailand. De zee was nogal onrustig, dus het duurde 3,5 uur voordat ik aankwam. Ik had er niet aan gedacht om films te downloaden op mijn tablet, dus de rit was nogal saai, ik had ook mijn boek al uitgelezen en nog geen nieuwe gevonden. Eenmaal aangekomen nam ik de taxi naar mijn hostel. De locatie was perfect gelegen op een rustig plekje, maar op loopafstand van alle restaurants en het strand. Toen de taxi net weg was gereden realiseerde ik dat ik mijn telefoon in de taxi had laten liggen. We probeerden het nog te bellen, maar die avond kregen wij hem niet meer te pakken.

De volgende dag regende het de hele ochtend, maar er was één pluspunt, mijn telefoon was gevonden en de taxichauffeur had hem terug gebracht tegen betaling van de afstand die hij moest rijden, ik had hem het dubbele betaald als dat nodig was. Toen de regen was opgehouden huurde ik een scooter om het eiland te gaan verkennen. Eerst ging ik naar de 7 Wells waterval. Deze dankt zijn naam aan de 7 bronnen aan de top van de waterval, waar je in kan baden. Vlakbij de waterval is ook een grote loopbrug aan de top van een berg waar je met de kabelbaan naar toe kan. Ik overwoog hier naar toe te gaan, maar gezien ik de kabelbaan aan de top in de wolken zag verdwijnen, besloot ik dit niet te doen. In plaats daarvan reed ik verder naar het noorden van het eiland om nog een andere waterval te bezoeken, de Temurun waterval. Dit was persoonlijk mijn favoriet. Het had zo in Jurrassic Park kunnen zitten. En alsof het al al n mooi genoeg was vlogen er precies op het juiste moment twee reuze neushoornvogels er voor langs (verplaats ze met pterodactyls en je hebt een scene). Helaas had ik toen nog niet de camera gereed. Daarna reed ik nog een stukje door en toen weer terug om vervolgens Skull Beach te bezoeken. Je zou hier een rots in de vorm van een schedel verwachten waar en schatkist verborgen was, maar dat was niet het geval. Het was gewoon een normaal strand. Het dankt zijn naam aan het feit dat er vroeger nog wel eens lijken aanspoelden van schipbreuken of iets dergelijks. Het leuke hier was dat er een klein paadje was dat naar een klein verlaten strand leidde. Hier zag ik ook wat brilaapjes, die in tegenstelling tot de makaken erg schuw zijn. Wat wel wat minder was, was de hoeveelheid plastic die er lag.

De volgende dag was het tijd om de oostelijke kant van het eiland te verkennen. Mijn eerste stop was de top van Gunung Raya, een heuvel van 881 meter hoog. De rit naar de top was echter nogal een uitdaging, naast dat de route lekker slingerend omhoog ging was het wegdek ook in slechte staat door rotsen die van de berg atstorten, wat daar kennelijk vaak gebeurd (gelukkig had ik daar geen last van). Het was de doodsangsten doorstaan echter waard, want het uitzicht was erg goed! Na de heuvel reed ik door naar een andere waterval, deze was echter niet zo spectaculair. Wel zag ik er veel brilaapjes. Vervolgens reed ik door naar het mangrovepark. Hier kon je een boottour doen. Je betaalde per boot, dus deelde ik de kosten met een Frans gezin. Tijdens de tour stopten we bij een vleermuisgrot, waar je met een zaklamp een hoop vleermuizen op het plafond kon zien. Ook stopten we op een plek waar een hoop adelaars vis aan het vangen waren. Erg tof om te zien! Vervolgens vaarden we uit de mangrove de zee op en vervolgens weer terug om bij een visboerderij te stoppen, waar een Maleisisch jongetje de vissen die zij hadden lieten zien. In de avond deed ik nog een drankje met de mensen in het hostel en de volgende dag was het tijd om naar de Cameron Highlands door te reizen, maar daar horen jullie morgen meer over in deel 2.


Additional photos below
Photos: 23, Displayed: 23


Advertisement



Tot: 0.109s; Tpl: 0.014s; cc: 11; qc: 52; dbt: 0.0405s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.2mb