Advertisement
Published: July 15th 2019
Edit Blog Post
De reis naar Pak Chong was gelukkig niet zo lang, ik moest zo'n twee uur in de trein zitten (grappig dat je dit als lang beschouwd in Nederland) met ook op een gegeven moment wat mooie landschappen om te zien. In de trein stonden de ramen open als airconditioning en liepen er telkens allemaal Thaise vrouwtje langs met van alles en nog wat aan eten en drinken aanboden. Toen ik in Pak Chong aan kwam liep ik eerst naar het verkeerde hostel toe, ik was namelijk de naam vergeten en kon op het station geen wifi vinden om het op te zoeken. Tijdens deze verkeerde route leek het alsof ik de enige niet-aziaat in het hele dorp was, een heel gek gevoel. Zodra ik onderweg was naar het juiste hostel begon het keihard te regenen en stopte dit niet meer totdat ik uit Pak Chong vertrok. Doorweekt kwam ik aan bij het hostel door een vriendelijke dame en had ik die avond verder het hostel voor mij alleen. Ik ging even douchen om op te warmen en ging toen met poncho aan wat te eten bij de avondmarkt halen.
Voor de volgende dag had ik mij opgegeven voor een jungle
trek door Khao Yai National Park. Ik werd opgehaald bij het station waar een vriendelijke taxichauffeur mij achterin zijn taxi liet schuilen voor de regen totdat de auto er was. Daarna werd ik naar een ander hostel gebracht waar ik nog even fatsoenlijk kon ontbijten en daarna ging ik met een kleine groep naar Khao Yai. De tour bleek echter meer een safari dan jungle trek te zijn, ik denk dat we hoogstens een half uur echt door de jungle hebben getrokken. Op zich vond ik dat niet erg, want ik heb een hoop gave beesten gezien: een goudweb spin, een blauwe schorpioen, een groene boomslang, makaken, neushoornvogels en nog het tofste van allemaal... gibbons! We reden voor het grootste gedeelte van de trip heen en weer door het park om zo op zoek te gaan naar de dieren. Ook stopte we bij een hele gave waterval waar het water met veel kracht vanaf stortte. Dat het op deze dag regende vond ik niet zo erg, de kleuren van alle planten was geweldig en het gaf de echte regenwoud vibe. Ook kwamen hierdoor de interessante dieren juist tevoorschijn. Na de tour haalde ik nog wat bij de avondmarkt en heb
ik verder lekker in het hostel een film gekeken.
De dag erna was het weer tijd voor een wat langere rit. Ik moest eerst een bus naar Bangkok nemen en daarna pakte ik een andere bus naar mijn bestemming: Kanchanaburi. Ik had een beetje last van mn rug (spiertje verrekt), dus ik nam lekker de taxi die mij niet al te veel kostte. Ik checkte in, gooide mijn tassen neer en besloot toen gelijk te lopen naar hetgene waar Kanchanaburi het meest bekend over staat: de brug over de Kwai rivier (van de film ja). Je kon over de brug lopen en er reed ook heel af en toe een trein over, dus dan dan moest je even opzij stappen, en aan de andere kant hadden ze een soort van poging gedaan om een gevangenenkamp na te maken( niet echt goed gelukt) waar natuurlijk allemaal winkeltjes in zaten. Toen ik weer terug was ben ik wat te eten gaan halen en daarna besloot ik een beetje te gaan socialisen, wat hier gelukkig weer wat makkelijker ging. De eigenares was ook super gezellig en later op de avond ging ik met haar en twee andere thaise mensen naar een kroegje
met live muziek, wat verrassend goed was.
De volgende dag stond ik vroeg op en huurde een scooter. Ik ging namelijk een lange rit maken naar de Erawan watervallen. Deze prachtige watervallen bestonden uit meerdere lagen en waren omringd door groen. Hoe hoger je kwam hoe lastiger het terrein werd om te lopen, tot een punt dat je creatief moest denken hoe je door de de rivier een weg kon banen om het minste jezelf nat te maken. Het eindresultaat was het echter waard. Na de lange afdaling terug had ik nog aardig wat tijd over om naar een andere waterval te rijden. De navigatieapp leidde mij door een pittoreske route door de heuvels naar mijn bestemming: Sai Yok Noi. Deze waterval was ook mooi, maar niet zo mooi als de Erawan watervallen. Na een lange rit terug kwam ik weer aan bij het hostel waar de eigenares zelf een Noord-Oost Thais gerecht aan het maken was. Ze frituurde pittige rijstballetjes in een wok en mengde die vervolgens samen met rode uit, bosui en limoensap. Het idee was om dit in een soort van slablaadje te wikkelen en dan op te eten. Het was voor veel mensen wat te
pittig, maar ik heb er lekker van zitten eten.
Op mijn laatste dag in Kanchanaburi besloot ik om met de scooter naar Hellfire Pass te rijden. Dit is een looproute waar vroeger een spoor liep die door Australische, Britse, Nederlandse en Amerikaanse krijgsgevangenen van de Japanners was aangelegd in WO2. Je begon in een klein museum als introductie en daarna kon je een audiotour nemen voor bij de looproute, allemaal gratis. De audiotour vertelde over de zware omstandigheden van de krijgsgevangenen en al het werk dat zij (met zeer primitieve middelen) moesten doen. Onderweg vond je ook nog een aantal resten spoor en werkgereedschap en een monument ter ere van alle slachtoffers. De audiotour werd voornamelijk verteld door mensen die dit overleefd hadden. Na deze zeer indrukwekkende wandeling reed ik nog een stuk verder naar nóg een waterval. Misschien dat ik wat te veel watervallen had gezien, maar ik was niet zo onder de indruk van deze waterval en ook het gebied er omheen waar je nog kon wandelen was niet veel beter, want ik werd lekgeprikt door de muggen, dus ik vond het wel mooi geweest en ging terug naar het hostel.
De dag daarna was het
weer tijd om terug naar Bangkok te gaan voor mijn laatste dagen in Thailand. Ik had weer eens een keertje een partyhostel geboekt, gezien ik niet zo goed wist wat ik nog kon doen in deze drukke stad (en dit was een van de goedkopere hostels en lag redelijk in de buurt van het vliegveld dat ik moest hebben). De eerste avond was ik echter een beetje te hard gegaan en was ik de laatste twee dagen wel een beetje klaar met feesten. En nu nog steeds heb ik daar echt geen behoefte aan. Die twee dagen heb ik ook eigenlijk niet echt iets gedaan. Op mijn laatste dag was ik wel nog met een bekende en een vriendin van haar wat gaan eten en een drankje doen wat erg gezellig was.
Nu ben ik inmiddels uit Kuala Lumpur en op een klein eilandje aan de Maleisische westkust waar ik jullie hopelijk snel over kan vertellen.
Advertisement
Tot: 0.302s; Tpl: 0.014s; cc: 13; qc: 50; dbt: 0.0914s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.2mb