Advertisement
Published: January 24th 2015
Edit Blog Post
Het is alweer een week geleden dat we ons vorige verhaal eindigden in Valdivia. Inmiddels zijn we 1400 kilometer zuidelijker en vele mooie ervaringen in Patagonië rijker. De aftrap van onze reis door deze bijzondere regio begon in Puerto Montt. Deze havenstad is gelegen in het zuidelijkste puntje van Sur Chico – daar waar het vasteland van Chili eindigt en Patagonië begint. Puerto Montt staat bekend om haar (inmiddels weer) florerende zalmindustrie. Het is een gezellige drukte als we aankomen in het stadje. Vissersboten varen af en aan en op de kade worden vis, schaal- en schelpdieren en andere levensmiddelen verkocht. Onze gids brengt ons naar een piepklein restaurantje waar gezellige oude dames ons heerlijke verse zalm voorschotelen. Ook proeven we pisco sour: een lokaal drankje van een soort brandewijn met 7up, lekker!
Na een bezoek aan de handcraft market waar veel wollen kleding van het Chileense eiland Chiloé wordt verkocht vertrekken we naar Puerto Varas,. Dit is een nabijgelegen plaatsje met 20.000 inwoners waar veel rijke Chilenen wonen. Omdat veel medereizigers – net als wij – niet verder reizen met de Pachamama bus hebben we een gezamenlijke BBQ ter afscheid. Freddy, de buschauffeur, maakt verrukkelijke choripan (broodje chorizo, “No
hotdog!”) en andere lekkernijen en oefent met Ilse de salsa.
De volgende ochtend vertrekken we samen met twee Australiërs richting het vliegveld van Puerto Montt. Vanaf hier vliegen we 1200 kilometer zuidwaarts richting Punta Arenas, de grootste stad in zuid Chileens Patagonië. Vanuit het vliegtuig kunnen we de fjorden, gletsjers en het uitgestrekte landschap al zien. Onze entree in Punta Arenas doet in eerste instantie denken aan dat van IJsland. Maar daar komen we snel van terug. In tegenstelling tot IJsland is het landschap bezaaid met bomen (de Vikingen hebben hier niet huisgehouden) en zijn de huizen kleurrijk. De inwoners van Punta Arenas – en, zo blijkt later, ook in de rest van Patagonië – zijn ontzettend vriendelijk en behulpzaam.
Zo ook Claudio, onze host, waar we twee nachten bij logeren. Hij woont in een klein schattig huisje aan de rand van de stad en wacht ons op met thee, cervezas en nootjes. In het Spaans en met handen- en voetenwerk proberen we zoveel mogelijk van elkaar, Chili en Nederland te weten te komen. Claudio heeft een leuke souvenirswinkel in het centrum van de stad die hij ons de volgende dag laat zien. In de avond zullen we
samen, moe maar voldaan, pizza eten bij Claudio thuis. Maar eerst gaat een langverwachte wens in vervulling: we gaan naar de pinguïns!
Punta Arenas ligt aan de straat van Magellan die zuid Patagonië afscheidt van Vuurland. Midden in deze waterweg ligt het kleine eilandje Isla Magdalena waar 60.000 Magellan pinguïns vertoeven in de zomer. Elk jaar zwemmen ze in september van Brazilië naar Patagonië om op meerdere plekken te paren, zo ook op Isla Magdalena. Met de boot ‘Melinka’ varen we in twee uur naar dit afgelegen eilandje om drie generaties pinguïns – net geboren, één jaar oud en de ‘oude’ garde – van dichtbij te bewonderen. Zo bijzonder om deze happy feet in hun natuurlijke omgeving te zien. De beestjes zijn absoluut niet bang voor ons (wel moeten we op het wandelpad blijven) en kijken grappig en nieuwsgierig in de lens van onze camera. Wat een feest!
De terugtocht naar Punta Arenas met de ‘Melinka’ is minder vrolijk. De straat van Magellan is veranderd in een kolkende watermassa en de boot klotst op en neer. Ook dit is Patagonië. Om ons heen wordt men meer en meer zeeziek en de kotszakjes zijn bijna niet aan te slepen.
Gelukkig ontspringen we de dans en staan we twee uur later ongedeerd aan wal.
De volgende dag is het alweer tijd om Punta Arenas te verlaten. We gaan het door UNESCO beschermde Nationaal Park Torres del Paine bezoeken. Om hier te komen maken we eerst een tussenstop in de noordelijker gelegen plaats Puerto Natales. Hier blijven we slapen bij een bijzonder gezin. Vader Oscar en moeder Gloria ontvangen samen met hun kinderen Allison en Enzo backpackers van over de hele wereld. In de afgelopen acht jaar hebben ze meer dan 3000 reizigers over de vloer gehad. Op de kaart aan de muur kunnen we zien waar al deze bezoekers vandaan komen. We zijn niet de enige gasten aanwezig. Met nog twee Franse jongens, een Zuid Koreaans meisje, een oudere Duitse man en een klein aanhankelijk hondje is het een drukke bedoeling. Het huis is niet echt schoon, maar dit wordt ruimschoots goedgemaakt door de overweldigende gastvrijheid en het heerlijke eten. We krijgen de bijnaam Los Soles – “de zonnetjes” – om ons blonde haar. Dochter Alisson is vooral diep onder de indruk van ‘rubio’ (blondje) Martijn. Van Gloria huren we kampeerspullen en kopen we bustickets voor onze hike in Torres del Paine.
Dag 1
Vanuit Puerto Natales is het nog 2 uur rijden naar de ingang van het park. Onderweg passeren we lege kale vlaktes met hier en daar een groepje guanacos (familie van de lama) en nandoes (familie van de struisvogel). Bij de ingang van het park moeten we de bus uit om de toegang te betalen en daarna gaan we met een kleinere bus naar de start van een van de wandelroutes. Langzaamaan verandert het beeld; vanuit de vlaktes rijzen grote massieve rotsen met plukjes sneeuw op en de kaalte wordt vervangen door groene bomen. Het is een geweldig uitzicht en we hebben er zin in. Met volledige bepakking op onze rug beginnen we vol goede moed met wandelen. Al snel stoppen we om onze jassen uit te doen, want de temperatuur loopt op tot boven de 20 graden. We klimmen, lunchen onder een boom en stoppen bij snel stromende beekjes om onze waterflessen bij te vullen met vers smeltwater. Na een flink aantal uur doorstappen door afwisselend bos, heide en open vlakte komen we aan op de plek voor onze eerste overnachting. Helaas blijkt de gratis camping een week geleden zijn regels te hebben aangepast en hadden we aan het begin van het park moeten reserveren voor een plekje. Dit wisten we niet en zeuren blijkt niet te helpen: we worden teruggestuurd naar een vorige camping (op 1.5 uur lopen!!). Uiteindelijk kunnen we onze tent opzetten op de betaalde camping Chileno. We koken onze meegebrachte pasta met salami en tomatensaus op het gehuurde kookstel. Het smaakt heerlijk.
Dag 2
De tent hangt weer aan de tas en we zijn op weg naar de volgende camping. Het weer is wederom fantastisch en we smeren ons goed in met factor 50. Het gat in de ozonlaag boven het park maakt dat je uit moet kijken. Boven ons cirkelen condors die over het gebied lijken te heersen. Met een spanwijdte van meer dan 3 meter zijn het een van de grootst vliegende vogels ter wereld. We eten onze meegebrachte tostadas met dulce leche op een rots aan een gigantisch felblauw meer en vervolgen onze tocht. Nog geen 5 minuten later staat Martijn stil. In een boompje aan de rechterkant van het pad is een kleine uil neergestreken. Nieuwsgierig en brutaal kijkt het beestje ons aan. Heel voorzichtig doet Ilse haar rugzak af om de camera te kunnen pakken. En het lukt! Trots zijn we met de foto’s die het uiltje ons oplevert. Een paar uur en een paar bergen later komen we bezweet en afgemat aan in kamp Cuernos. We besluiten dat dit onze bestemming is voor vandaag.
Dag 3
Weer op pad. Dit keer slechts 2.5 uur met bepakking, want we zetten onze tent op in een nieuw kamp in een bos bij een snelstromende wilde rivier om ’s middags met een klein rugzakje verder te wandelen. We komen op het mooiste stuk van de route. In een vallei omgeven door rotsen aan de rechterkant en een gletsjer aan de linkerkant lopen we door een sprookjesachtig bos. Over grote keien, door kleine stroompjes tot we niet we meer kunnen. Af en toe horen we het indrukwekkende gerommel van de gletsjer als er een stuk ijs afbreekt en twee keer zien we dit ook gebeuren.
Dag 4
Op onze laatste dag in Torres del Paine staat het weekgemiddelde van verdiepingen beklimmen inmiddels op 68 per dag. Dat is bijna 4 keer per dag lopend naar het dakterras van ons appartementencomplex thuis in Nederland. Als redelijk onervaren wandelaars zijn we dan ook op als we de catamaran bereiken die ons over een meer terugbrengt naar de bus. Op de weg naar de catamaran toe wordt ons duidelijk hoe snel het weer kan omslaan in het park. Van het ene op het andere moment komen we terecht in hevige windstoten en kleurt de lucht donker van de regenwolken. Het perfecte moment om voldaan te vertrekken.
Advertisement
Tot: 0.084s; Tpl: 0.011s; cc: 6; qc: 46; dbt: 0.0534s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 2;
; mem: 1.1mb
mam Frieda
non-member comment
martijn en pinguin
Lieve allebei, wat een avonturen beleven jullie daar zeg. Prachtige natuur. Jullie zullen vast heel veel mooie foto's gemaakt hebben. Geniet nog maar fijn en bovenal voorzichtig, want het weer kan in de bergen zo omslaan! Liefs van mam Frieda