Advertisement
Published: January 10th 2015
Edit Blog Post
Het is nog niet zo lang geleden sinds ik mijn laatste blog vanuit Noord-Amerika schreef en ik ben alweer op reis. Nu met Ilse door het langste land van Zuid-Amerika: Chili. In 26 dagen willen we van Santiago de Chile afreizen naar Patagonia. We zullen via deze weg jullie op de hoogte houden van onze belevenissen door dit afwisselende land.
Op 6 januari bracht Nationaal Park de Hoge Veluwe ons in een kleine 18.5 uur van Schiphol naar de hoofdstad van Chili. We hadden onderweg een tussenstop op Buenos Aires waar het vliegtuig voor de landing werd bespoten met een insectenverdelger. De purser verzekerde ons ervan dat het middel niet schadelijk was voor mensen, maar toch...
In Santiago namen we stadsbus 1 naar het centrum. Mijn eerste indruk van Chili was een armere versie van Spanje, maar naarmate we verder bij het stadscentrum in de buurt kwamen kon ik deze mening positief bijstellen. Het weer was fantastisch, de mensen vriendelijk en binnen de kortste keren arriveerden we met onze backpacks bij La Casa Roja, ons hostel voor de eerste nacht. Tijd voor een dutje, een douche en een lekkere witte Chileen naast het zwembad.
’s Avonds hadden we
afgesproken met Miguel. Miguel is een oude vriend uit Logroño (zie de verhalen van 5 jaar terug), woont in Santiago en werkt in de wijnmakerij. Samen met hem en zijn vriendin hebben we gegeten in The Clinic. Dit gezellige restaurantje steekt de draak met de huidige Chileense politiek met behulp van grappige foto’s van politieke figuren en een menu in de vorm van een krant. Ondanks gebrekkig Spaans van onze kant en gebrekkig Engels van Miguel en zijn vriendin hebben we toch een leuk avondje gehad. Moe van de reis maakten we het echter niet te laat en spraken we af om over een aantal weken nog een keer in Santiago af te spreken. Met de belofte dat Ilse dan beter Spaans spreekt..
Weer bijgeslapen werden we de volgende ochtend opgewacht door gids Raul van Pachamama by Bus. Samen met de chauffeur Fernando, twee Zwitsers, een Canadees en een Duitse begonnen we aan een roadtrip richting het zuiden. We lieten – het volgens Raul véél te hete – Santiago achter ons op weg naar bestemming nummer 1: Pichilemu. Onderweg hebben we in Pomaire, een van origine Inca dorp, empamadas (envelopjes van deeg met vlees, uien, olijven) geproefd. En voordat
we in Pichilemu aankwamen hebben we nog de indrukwekkende waterdam Rapel aangedaan. Een groot deel van Chili wordt via deze dam van elektriciteit voorzien.
Pichilemu is een kustplaatje ten zuidwesten van Santiago met een zeer ontspannen sfeer, een mooi strand en prachtige golven van de Stille Oceaan. Geen wonder dat de plek drukbezocht wordt door surfers van over de hele wereld. Een goed moment voor Martijn om de surflessen uit Vlieland weer wat op te frissen. Ik (Ilse heeft de blog overgenomen) heb me tussen alle zomervakantie vierende Chileense gezinnen op het strand vermaakt. Een gezellige, drukke bedoeling waarbij aan de lopende band eten wordt aangeboden: churros, nootjes, koekjes, drankjes en zelfs stukken taart (!) werden verkocht en vonden gretig aftrek. Om alle drukte compleet te maken kwam er ineens een Alpaca voorbijgelopen. Ik dacht iets heel bijzonders meegemaakt te hebben, maar volgens Raoul was dit een van de typisch toeristische “wil-je-een-foto-met-mijn-alpaca-maken”-momenten. Toch jammer.
Tegen het einde van de dag bezochten we met het busje Punta de Lobos, 6 kilometers ten zuiden van Pichilemu. Dé plek waar goede surfers hoge golven pakken en waar we een prachtig uitzicht hadden op de zonsondergang en een zwerm door meeuwen opgejutte
pelikanen.
Inmiddels zijn we aangekomen bij dag twee in de Pachamama bus. De langste dag van de tour waarbij we 707 kilometer zuidwaarts rijden naar Pucón. We hebben net Colchagua Valley Wineries achter ons gelaten. In deze streek wordt een groot deel van de wijnen van Chili gemaakt. In de wijnhoofdstad Santa Cruz hebben een wijn gekocht om vanavond te proeven.
Nu ik dit schrijf rijden we al een paar uur op de beroemde Panamericano highway die helemaal van Alaska tot zuid Chili loopt. In de afgelopen twee dagen zijn we regelmatig van uitzicht gewisseld: van Mediterraan naar bos en strand en van wijnranken naar momenteel een uitzicht dat je goed kan vergelijken met Nederland – afgezien van het Andes gebergte dat constant aan onze linkerkant aanwezig is.
Tot nu toe hebben we elke dag een nieuw hip Chileens woord geleerd. Zo vertelde Miguel ons dat je geen ‘weon’ (dinges) moet worden en gebruikt Raul vaak het woord ‘bacan’ (vet/gaaf). Dit vinden wij ook van Chili! Ik ben benieuwd welke woorden we in Pucón gaan leren. Jullie lezen het in onze volgende blog!
Advertisement
Tot: 0.185s; Tpl: 0.016s; cc: 9; qc: 48; dbt: 0.1165s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.1mb
Karlijn
non-member comment
Bacan!! :D