Advertisement
Published: August 30th 2009
Edit Blog Post
Hoi hoi,
Hier dan eindelijk weer een berichtje en ditmaal niet meer vanaf het zuidelijk, maar vanaf het noordelijk halfrond. Jawel, we zijn de evenaar overgestoken en bevinden ons nu in land nummero uno qua cocaïneproductie, oftewel Colombia. Maar voordat ik me uitwijd over dit mooie warme land met idemdito mensen eerst terug naar het paradijs Galapagos genaamd.
Na een paar dagen te hebben doorgebracht op het meest touristische eiland Santa Cruz kropen we aan boord van de luxe catamaran de Comoran II. Een touragent die zijn vak verstond had onze deze 6-daagse trip aangesmeerd. We gingen eigenlijk voor een 3-daagse en voor de helft voor het geld, maar onder het mum van we zijn hier maar 1x gingen we met de beste man in zee. Aan boord werden we verwelkomd door een vriendelijke bemanning en maakten kennis met de 16 andere touristen. Allemaal aardige mensen met wie we goed konden opschieten. Niet onbelangrijk als je 6 dagen lang op een bootje op de zee ronddobbert.
Na een 3-gangen diner vielen we in een diepe slaap op het 2-persoonsbed van onze luxe kajuit met badkamer en airco. De volgende dag gingen we aan land van een van de
eilanden om al het ge-evolueerde natuurschoon te bewonderen. Het programma van elke dag bestond uit minstens een bezoek met een gids aan een van de eilanden. Daarna een duik in het water om al snorkelend de onderwater wereld te bewonderen.´s Nachts koersten we meestal naar onze volgende plek.
Wat de Galapagos zo speciaal maakt is het grote aantal unieke dieren dat je hier vindt. Van origine allen afkomstig van het vaste land en al drijvend, zwemmend of vliegend belandt op de Galapagos. Dankzij de geïsoleerde ligging evolueerde ze zich in nieuwe soorten die zich hadden aangepast aan de omgeving. Een goed voorbeeld is de Comoran, een vogel zijn capaciteit om te vliegen heeft “opgegeven”, omdat er voldoende vis in zee was die hij ook duikend vanaf een rots kon vangen. Waarom moeilijk doen, als het ook makkelijk kan. Verder zijn er onder meer 13 soorten vinken, Jan-van-Genten met blauwe of rode voeten, een soort van reuze zwaluw meeuwen, zee- en landleguanen en niet te vergeten reuze schildpadden (zie foto´s).
Naast het grote aantal unieke dieren is het geweldig dat de dieren de mens niet als hun vijand beschouwen. Hierdoor kun je erg dichtbij ze komen (zonder ze storen
natuurlijk) of komen ze nieuwsgierig even bij je poolshoogte nemen. Vooral de zeeleeuwen zwemmen vaak een stukje op met dat rare wezen met die grote flippers en snorkel. Soms zwemmen ze recht op je af en wijken pas vlak voor je neus van koers. Ongelooflijk hoe soepel die beesten zich door het water bewegen en hoe log en lomp ze op het land zijn.
Dat snorkelen was echt wel een hoogtepunt elke dag en elke keer zagen we weer nieuwe beesten. Zo zagen we o.a. een zeeschildpad op wat zeewier kauwen, een mantharog onder een grote rots slapen, een rifhaai op zoek naar eten (gelukkig staan wij niet op het menu), een inktvis van kleur verschieten, scholen fel gelkleurde tropische vissen en een pijlstaartrog vlak voor m´n neus voorbij ´vliegen´.
Op onze laatse dag werden we op weg naar onze snorkelplek omgeven door wel 200 dolfijen (Ik heb ze geteld) die vrolijk met onze rubberboot opzwommen en uit het water sprongen. Eenmaal in het water zwommen ze ook met ons mee en kon je hun sonargeluiden hoorden. Echt geweldig! Als klapper op de vuurpijl liet een Bultrugwalvis zich nog even zien op de weg terug naar Puerto Ayora
te Santa Cruz.
Al met al een onvergetelijke trip met slechts een smetje, de gids. Ondanks dat hij over een schat aan informatie beschikte, miste hij de kennis om dit op een boeiende en interresante wijze over te brengen en bij het hoofdstuk “Gevoel voor Humor” was hij ook nog niet aangekomen. Gelukkig compenseerde de omgeving en de rest van de bemanning ruimschoots voor dit gebrek en was het elk dubbeltje meer dan waard.
De laatse paar dagen van ons verblijf op de Galapagos brachten we op het grootste eiland Isla Isabella door. Je moest wel over een sterke maag en/of zeebenen beschikken om er te komen, want tocht met een speedboot er naar toe was enorm ruig. Voor de locals was dit vaste prik en je zag ze dan ook raden naar wie er het eerst de vissen zal gaan voeren van de touristen. Gelukkig werkte onze anti-zeeziekpillen goed en zette we na 2 uur stuiteren met wiebelende benen voet aan wal.
Het eiland Isabella heeft enkele enorme vulkanen waar de locals je maar al te graag naar toe brengen. Ze vertellen er echter niet bij dat ze meestal in een dikke laag mist gehuld zijn
en er dus bar weinig te zien valt. Omdat we al zoveel gezien hadden op onze boottrip besloten we het rustig aan te doen en vooral van het strand te genieten. Het plaatsje Puerto ... leent er zich erg goed voor met een mooie strand en een paar eettentjes onder een rieten dak en weinig touristen.
Uitgerust en met een lading mooie indrukken en een lege portemonaie vlogen we naar Quito, de hoofdstad van Ecuador. Meer daarover de volgende keer.
Hasta luego,
Joost & Gill
Advertisement
Tot: 0.055s; Tpl: 0.013s; cc: 12; qc: 25; dbt: 0.0326s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.1mb