Australia: Queensland - south


Advertisement
Australia's flag
Oceania » Australia » Queensland
November 2nd 2002
Published: November 2nd 2002
Edit Blog Post

Zaterdag
Volgende etappe richting Airlie Beach alwaar een driedaagse zeiltrip staat gepland over de azuurblauwe wateren rond de Whitsunday Islands met hun witte stranden. Slechts 280 kilometer voor de boeg vandaag, dat is dat een rustig dagje.
Maar nee. Na 80 kilometer begint er een lampje te branden in Mr. Turbo die nog niet eerder had gebrand. Snel beraad van het boekje leert dat er iets niet in de haak is. Toch maar proberen door te rijden tot een tankstation, anders sta je daar tussen de suikerrietvelden... Maar daar kwam de trein met geoogst suikerriet, zoals er door deze streek zovelen rijden. Dus maar even stoppen. Stank. Meer stank. Rook. Meer rook. Van onder de motorkap? Ja. De auto maar even de berm in sturen en uit zetten dan. De motor kookt. Pofferdikkie. Motorkap open. De boel staat nog flink over te koken, dat vind Mr. Turbo vast niet leuk. Maar wij ook niet. Gelukkig lijkt de oorzaak duidelijk: een gebroken aandrijfriem voor de radiator en generator. Dat is vast makkelijk te repareren als je reserve onderdelen hebt. Die hebben we natuurlijk niet.
Rene en Jos lopen richting een boerderij om maar eens te gaan bellen naar het een of ander. En dan stopt er iemand die vraagt of we hulp nodig hebben. Nou... dat lijkt ons wel wat. Deze wat oudere man die een boerderij in de buurt heeft kan een lift aanbieden naar Ayr, een dorp 10 kilometer verderop, om daar een aandrijfriem te kopen. Zo gezegd, zo gedaan. Jos rijdt mee en de vriendelijke man in de winkel weet gelukkig precies welk onderdeel er nodig is. Snel terug naar de auto. De behulpzame man heeft vaker aan auto's geklust in tegenstelling tot ons, dus zijn aanbod om de zaak ff te fiksen wordt niet afgeslagen. De aandrijving van de airco blijkt met de beperkte hulpmiddelen een onneembaar obstakel te zijn. Na snel beraad waarin de afweging wordt gemaakt tussen een werkende airco en een rijdende auto snijden we deze aandrijving maar door. Dus nu even snel nieuwe riem om de meer essentiële onderdelen leggen en rijden maar. Niet dus. De vriendelijke man in de winkel bleek het verkeerde onderdeel mee gegeven te hebben! De boer kon het niet over zijn hart verkrijgen ons in de wildernis in ons sop te laten gaar koken. Dus nog maar een ritje naar het dorp. De winkel is nog net open, het is namelijk zaterdag en dan sluit alles rond het middaguur om dan pas maandag weer open te gaan. Wat een geluk. Nu wordt dan daadwerkelijk het juiste onderdeel aangeschaft plus een aandrijfriem voor de airco. Snel terug, nu wel het goede onderdeel. Rijden maar weer. De man die ons heeft geholpen zijn we erg dankbaar. Hij heeft aardig wat tijd aan ons besteed en wenst hier niets voor te ontvangen. In een woord: geweldig.
Snel naar Airlie Beach. Daar snel het hostel zoeken wat we in het Whitsunday/Fraser pakket hadden geboekt. Dat bleek niet moeilijk, want Airlie is klein. Ontzettend klein. Dit is toch die ongeëvenaarde partyplace aan de kust van Queensland? Dat zal dan vanavond wel duidelijk worden. Eerst maar even liggen. Na het liggen maar eens de specialiteit van het hostel gaan eten: goedkope pasta. Veel te lang wachten en niet zo lekkere pasta later zijn we dus maar weer een biertje gaan drinken.
Een gezellig ogend terras, iets verderop de hoofdstraat (= de enige straat) van Airlie, leek wel wat. Al snel bleek dat een stelletje uitgerangeerde hippies dat ook dacht. De niet al te best spelende man op het podium blijkt deze dames er niet van te weerhouden om volledig uit hun plaat te gaan op de dansvloer. Rene is erg gecharmeerd van de outfit van een van de dames. Hij is ervan overtuigd dat deze is gemaakt van dezelfde stof als ontzettend mooie sarong van Jos. Niet veel later blijken er nog meer vriendinnen te komen. Een ratjetoe van Aziatische en Australische hippies tussen de 30 en 75 jaar oud. Een vrouw zo stoned dat ze minder soepel loopt dan een robot en een playbackende vriendin die een dildo gebruikt als microfoon zullen het beeld wel compleet maken. Na dit schouwspel zijn we nog maar even naar de Ierse bar gegaan om niet lang daarna het bed maar weer eens op te zoeken.

Zondag
Pofferdikkie, dat vroeg uitchecken wordt je wel eens zat. Maar echt lekker lang slapen lukt toch ook niet op een 10-persoonskamer waar de airco 's nachts wordt uitgeschakeld (Wij hebben geprobeerd het te begrijpen. Tevergeefs). Even wat betalen bij Talarook, de zeil toko, bagage stallen en een stinger suit huren. (Een stinger suit is een soort wetsuit tegen de kwallen in deze regio in dit jaargetijde. Deze kwallen van ongeveer 1 centimeter zijn zwaar giftig, kunnen allerlei enge symptomen veroorzaken en hebben zit jaar al twee levens geëist van mensen zonder zo'n suit.) Huren dus maar. Rene is het niet zo eens met het beleid van huren en doet het niet. De rest van de dag maar een beetje aan de Lagoon, een zoutwaterzwembad aan zee -wederom ivm de kwallen-, gelegen. En om 14:00 richting haven lopen. Het zou niet ver zijn. Wel dus. Zeker als je je eigen drank mee moet nemen voor 3 dagen, de route over een heuvel gaat en het 35 graden is. Een afmattende tocht later waren we in de haven. Even wachten, nog even wachten, boot op. De komende dagen zouden we doorbrengen in een nogal gemixed gezelschap: mensen uit Japan, Canada, Australië, Zweden, Korea, Israël, Engeland, Ierland, Duitsland en Nederland.
Net op zee gingen de zeilen uit, zo gaat dat op een zeilboot. Maar een stevig briesje veroorzaakte al snel een nat pak op de schuin liggende boot, stuiterend op de golven. Dan maar achterop de boot wijn drinken en eten. Goed eten.
Net na donker bereiken we een baai, waar meer boten de nacht door brengen. 's Avonds kunnen we even de boot af, naar de Barefoot Bar. Op blote voeten dus. Daar maar eens verder kennis gemaakt met wat opvarenden, waaronder een van de zeer aangeschoten Ierse dames. Pfff.
Daarna de taxi boot maar weer terug genomen. Een aantal mensen gaan op het dek slapen, best leuk en wat minder krap dan onderin de boot. Ook Freek en Jos lijkt dit wel wat. Slaapzak pakken, plekkie zoeken, liggen. Slapen. Jos vind het nogal harde dek halverwege de nacht iets te weinig comfort bieden en besluit zijn slaapzak te pakken en in een bed te gaan liggen. Slapen. nog even.

Maandag
Toen wij allen op de boot nog lekker aan het slapen waren, vond onze kapitein het om 05.30 de hoogste tijd om weer eens wat verder te gaan varen. Bij het starten van de motoren was eenieder weer klaar wakker. Rond 07.00 uur was de bestemming bereikt en stond het ontbijt al klaar.
Na het ontbijt werden de mensen die het wilden per speedboot naar white heaven beach gebracht. Daar hebben we een bushwalk gemaakt naar een werkelijk schitterend uitkijkpunt over de whitsundays. Helaas is hier geen beeldmateriaal van. Rond een uurtje of 08.30 lagen wij met onze reet op het witte strand verder uit te slapen. Hier zijn ook nog enkele baby-sharks en andere vissen gespot. Na een wat vroege, maar overigens heerlijke, lunch zijn Jos en Freek die middag gaan duiken met de Zweedse kok. De heren moesten een stinger-suit aan tegen de gevaarlijke kwallen die daar in het water zitten. De duikplek heette "Manta Ray Bay". Veel mooi koraal en vissen gezien maar helaas niet de Manta! Het zicht onderwater was zeer beperkt.
Na het duiken zijn we verder gevaren naar de volgende baai waar we wat steentjes hebben liggen gooien op het strand onder de rotsen. Het was een spelletje wat leek op sjoelen maar dan nu steentjes gooien in gaten in de rotsen. Freek was niet echt enthousiast.
Tijdens deze stop werd ook "Eddy" de arend gevoerd! De schitterende duikvlucht waarmee de arend het toegeworpen vlees uit het water viste, staat op geweldig mooi op beeld. Dit was echt heel spectaculair om te zien. De volgende stop was tevens onze tweede overnachtingplaats en verders hebben we hier een beetje zitten zuipen en gingen we vroeg op stok.

Dinsdag
Wederom 07.00 uur uit ons nest! Dit keer kwam onze Zweedse kok enkele mensen, waaronder René, wekken met een pan en pollepel, waarbij de pollepel zelfs brak. een klein uur later lagen Jos en Freek al in het water voor hun volgende duik. Dit was in Blue Pearl Bay. Er was een leuk doolhof onder water en er was iets beter zicht dan de dag ervoor. Tevens hebben we de vissen gevoerd en dat was echt heel leuk. Er waren echt heel veel verschillende soorten.
Daarna gingen we terug naar Arlie Beach en we arriveerden om 13.00 uur. Na het ophalen van onze spullen zijn we eerst maar weer eens gaan slapen. Na abrupt uit onze slaap gehaald te zijn door de kamermeisjes hadden met name Jos en René nog het gevoel op de boot te verkeren.
Daarna zijn we maar eens gaan internetten en hebben we pizza gegeten. Dit diner werd ons aangeboden door de organisatie waarmee we zijn wezen varen. Van onze boot kwamen er maar 3 op tijd aankakken en we hebben wel 90 minuten op onze pizza moeten wachten maar het moet gezegd: "het was wel lekker" Later die avond kwamen er nog een paar van onze boot en er werden natuurlijk weer klote spelletjes georganiseerd. Dit maal een competitie tussen de verschillende boten die terug waren van de tocht over de Whitsundays. Gelukkig lag onze boot er voor de eerste ronde al uit. We hadden er geen zin in. Later zijn Jos en Freek nog met een Canadese van de boot wezen stappen in de Ierse bar.

Woensdag
De dag na onze cruise hebben we eerst maar eens even flink uitgeslapen. Dat was wel even nodig na een paar onrustige nachten. Daarna stond de dag in het teken van het vinden van een garage om onze auto eens na te laten kijken na de eerdere problemen. De garage was gauw gevonden. De dag erna hadden ze wel tijd om ernaar te kijken.
Nu onze taak voor die dag erop zat, zijn we verder erg lui geweest. Vergt verder weinig woorden.
's Avonds zijn we maar eens een keer niet uit geweest, want dat gaat ook wel eens vervelen en verder aardig in de kosten lopen. Dus maar een beetje op ons bed gehangen met een wijntje en een beetje zitten ouwehoeren met Johanna, een Ierse die avond ook niet veel plannen had. Na een tijdje bleek dat ze ook 'een beetje' gitaar kon spelen, en heeft ze ons wat les gegeven. We komen er wel een keer. Vooral Rene heeft de smaak aardig te pakken. Het nummer 'Twist and shout' is het lesmateriaal voor de komende tijd.

Donderdag
's Morgens vroeg op (Rene als eerste!), want de auto moest naar de garage. Rond het middaguur zou hij klaar zijn, dus wachten maar. Zijn maar even naar het redelijk in de buurt gelegen winkelcentrum gelopen om een beetje rond te hangen, de krant te lezen (met windkracht 6 zo leek het) en wat te ontbijten/lunchen. Rond 12 uur maar weer teruggegaan. De auto was gefixt voor 127 Australian Dollar (= ongeveer 75 euro). Mooi. Voorlopig kunnen we dus als het goed is weer verder cruisen.
Weer zat onze taak er voor die dag op, dus maar weer eens in de zon gelegen. Wellicht worden we echt nog eens bruin! Aan het eind van de dag moest er maar weer eens wat geïnternet worden, maar helaas, de verbindingen naar dit oord lagen er allemaal uit, dus het zat er niet in. Onze verhalen op deze pagina zijn daardoor ook wat verlaat. Sorry hiervoor.
's Avonds moest er maar weer eens een beetje gefeest worden, want morgen konden we uitslapen. Eerst maar eens een beetje ingedronken, daarna naar 'Mama Afrika', de tent van Airlie Beach zo hadden wij inmiddels vernomen. Hier was het echter nog een beetje rustig (was ook nog maar 1.00 uur), dus eerst nog maar even naar de Ierse pub. Biertje, bandje, alles oke. Om 1.55 uur nog maar een biertje besteld. 2.00 uur: de band stopt en de kroeg gaat dicht. De uitsmijter vroeg ons dan ook vriendelijk om ons biertje op te drinken en de toko te verlaten. Dat deed hij nog een paar keer, maar wij dachten dat wij daar toch zeker nog wel 15-30 minuten voor zouden hebben. Tenminste, dat zijn wij de laatste jaren in Nederland gewend geraakt. Niets was minder waar, want wij bleken volgens de barman toch niet echt op te schieten. Resultaat: hij begon ons nat te spuiten met water. Dit leek ons onacceptabel, dus gingen we maar een verhaal halen. De barman bleek hierin niet zo geïnteresseerd te zijn. Dat veranderde toen Jos, uiteraard enigszins aangeschoten, de volgende geweldige woorden sprak: 'You stupid monkey, climb a tree or something'. Dat deed het hem, want gelijk sprong de barman over de bar en riep de uitsmijter. We moesten toen toch echt wel oprotten. Verdere gesprekken waren zinloos. Wat een gezeik. Op naar 'Mama Afrika' dan maar weer. Helaas bleek echter dat we er hier ook niet meer in mochten. Ze hadden ons 'signalement' namelijk doorgegeven aan alle andere uitgaansgelegenheden in Airlie Beach zo leek het. Dat was dus het einde van onze avond uit. Lagen we toch nog vroeg in bed.

Vrijdag
Eindelijk weer eens een keertje uitslapen deze dag! De geuren die uit onze verschillende tassen kwamen maakte ons op een vervelende manier duidelijk dat we maar weer eens moesten wassen. Dit hebben we dan ook maar gedaan deze ochtend en na deze 'drukke' inspanning zijn we weer gaan liggen bij de lagoon! Het eten in Arlie Beach was overal erg duur, de keuze beperkt en liet vaak erg lang op zich wachten na het bestellen. Dus hebben wij besloten een magnetron maaltijd te nuttigen. Buiten het voordeel van het niet afrekenen van een van maaltijden door de caissière, was het ook snel klaar en erg lekker. Dat moesten we maar eens in gedachte houden. 's avonds wezen internetten maar weinig gedaan van wat we eigenlijk van plan waren. Wel zijn er door Freek, voor hem en Ren?, kaartjes geboekt voor de kwart-finale bij het mannen toernooi van de Australian Open op 22 januari.

Zaterdag
Deze dag weinig uitslapen, want we gaan verder op weg naar zuiden van Australië. We zijn langs Eungella National Park gereden en hebben daar een wandeling gemaakt door de rainforest. Halverwege de route ziet Freek gelukkig op tijd een slang het pad kruisen. Jos heeft hem later ook nog gezien maar hoe goed Ren? ook keek; hij heeft hem niet gezien. Die avond hebben we een camping in Mackay opgezocht en voor 17 ASD mochten we het tentje weer opzetten en hebben we zelf een heerlijke maaltijd gefikst. Deze avond met z'n drieën in een tent geslapen en dat is best krap! De kans op een herhaling lijkt dan ook uiterst gering.

Zondag
Een woelige nacht met drie man in een 2-persoonstent. Vroeg, heel vroeg beginnen de vogels weer te fluiten. Hanen mogen de reputatie hebben, maar de papegaaien die in Mackay wonen kunnen er ook wat van. Daarnaast beginnen de temperaturen in de tent al ruim voor 7:00 hoog op te lopen. Even met het hoofd buiten de tent rekt de korte nacht een half uurtje, maar dan is het toch echt te warm. Eruit. Wat hebben we een geluk. We zijn net op tijd voor het grote schouwspel dat zich elke dag schijnt te voltrekken op deze camping: het voeren van de papegaaien. Grote bergen gesopt brood trekken na enige aarzeling veel vogels. Een ervaring rijker pakken we de spullen in en gaan rijden. Aangezien de rit voorspoedig verloopt besluiten we als we in Rochhampton zijn om nog maar een stukje verder te rijden, naar Bundaberg, dat scheelt de dag erop weer. Dus nog 250 kilometer verder zoeken we een mooie camping in Bundaberg. Nog een nachtje in de tent dan maar. Een afhaalchinees, een rondje door de stad en een beetje zitten op de camping later is het tijd om te slapen. Morgen is het weer vroeg dag. Gezien de ietwat erg knusse en warme situatie in de tent de dag ervoor, besluit Jos zijn mat en slaapzak te pakken en naast de tent in de open lucht te gaan slapen. Beetje anti-muggenspul op het gezicht en snurken maar.


Voor Jos begint de dag wel erg vroeg. Vele vogels maken weer zo'n lawaai dat zijn ogen al rond 5:00 voor de eerste keer open gaan. Gezien de vogels boven hem in de boom en de nare gewoonte om overal te schijten besluit hij zijn -altijd handige- sarong over zijn hoofd te leggen en verder te slapen. Om 6:00 is het dan echt over. Bijtende vliegjes en nog steeds die vogels worden teveel. Voor Freek en Ren? geldt: Hoef je een keer niet zo vroeg op; dan zorgt de zon wel voor voldoende warmte in je tentje dat je er vanzelf, badend van het zweet, rond een uurtje of zeven uitdrijft. Nou de boel afbreken dan maar weer, even opfrissen en maar weer verder zuidwaarts. Echter, de afstand tot aan Hervey Bay, waar wij accommodatie hadden en onze trip naar Fraser Island begint, viel wel mee (150 km). Rond tien uur deze morgen hebben we een bezoek gebracht aan een rum-stokerij/destilleerderij in Bundaberg. Na een waslijst van 'veiligheids'-regeltjes aangehoord te hebben, mochten wij naar binnen. De rondleiding was wel aardig en het gehele proces van rum maken verschilt niet verschrikkelijk veel met andere sterke dranken. Andere basisgrondstoffen maken het verschil. De basisgrondstof voor rum is suikerriet en daarvan hebben ze in Australië genoeg. Het proeven van de rum was wel het leukste van de gehele rondleiding en zijn toen zonder fles rum verder zuidwaarts getrokken.
Op weg naar Hervey Bay besloot Freek de toeristische route te nemen; niets dan bomen! In Hervey Bay aangekomen verliep alles soepeltjes en we waren zo ingecheckt. De eerste indruk was al stukken beter dan heel Arlie Beach. Onze accommodatie bleek een oude caravan met een stuk aanbouw. Best gelopen. Ff wezen shoppen, internet en toen eten.
Over het eten dient in dit geval iets gezegd te worden, want voor 5 A$ kregen wij de pizza deal die ons door Domino's werd aangeboden. "Eat as much pizza as you can!" Nou..... Inderdaad! We hebben ons buikje rond gegeten en Freek en René hebben zelfs meer dan 1 hele pizza op voor dat geld.
's Avonds de stad verkend maar we kwamen van een koude kermis thuis. Toen met een paar Ieren met de gitaar gespeeld en Rene heeft nu ook wat blues akkoorden gekregen om te oefenen. Het wordt nog wel eens wat.

Dinsdag
Vandaag staat de dag in het teken van de voorbereidingen voor onze trip naar Fraser Island. Om 14.00 uur was de briefing, waar wij alle benodigde informatie zouden gaan horen. Chris, een echte onbehouwen Australische gozer die nog niet zo heel veel heeft meegekregen van de geëmancipeerde maatschappij in Europa, deed het verhaal. De dames in de zaal moesten het dus echt ontzien die middag, wij hadden alleen maar een hoop lol natuurlijk.
Na een hoop mooie verhalen over ongelukken, nog een paar ongelukken, de daarbij betrokken slachtoffers enz. kregen wij er steeds meer zin in. Zo kun je gemakkelijk omslaan (maar ja, dat weten we nog van Tenerife, dus dat hoef je ons niet te vertellen), moet je niet klimmen op rotsen waar meters hoge rotsen op stuk slaan en zeker niet van zandbanken afrollen, want dat was die Chris ook een keer slecht bevallen. Verder kregen we nog een soort handleiding hoe om te gaan met Dingo’s, zeg maar wilde honden. Erg nuttig allemaal zo bleek later, want je komt er inderdaad zo af en toe wel eens één tegen… Hoe dan ook, het echte avontuur kon beginnen.
Eerst moesten er echter nog wat boodschappen worden gedaan, en dat valt met een groep van 11 onbekenden niet erg mee. Eén kerel deed wel erg moeilijk (Simon, een Ier zo bleek), zodat we na een uur nog geen boodschappenlijst hadden. We hadden het dan ook al helemaal gehad, maar toen moest het boodschappendoen nog beginnen. Uiteindelijk heeft Freek zich opgeofferd en is meegegaan om even te shoppen. Dat ging eigenlijk nog best aardig, want we kwamen maar zo’n 15 euro boven ons budget uit. De andere groep (ook 11 personen) hadden het er veel moeilijker mee.
Nadat alle voorbereiding waren getroffen, op het inpakken van onze tas na, hebben we die nacht genoten van voorlopig weer even onze laatste nacht op een echt bed. We zouden het gaan missen….


Als je een wat korte reis maakt, zoals wij, dan moet je de tijd optimaal benutten. De wekker gaat vandaag dus om 6:00, zodat we een lekker lange dag hebben. Toevallig staat het vertrek naar Fraser Island gepland om 7:00, dus dat komt goed uit. Even een kleine tas inpakken met een overlevingspakket voor 3 dagen. Dan nog even een korte briefing over veiligheid op het eiland. Een aantal beelden over angstaanjagende ongevallen en wat van ernstig vervormde auto's moeten ons ervan overtuigen het vooral maar rustig aan te doen. En dan alle 11 in onze Toyota Landcruiser op weg naar de veerboot. Het gezelschap bestaat uit 4 Engelsen (Garret, Sarah, Helen, Andrea), 1 Schot (Stuart), 1 Ier (Simon), 1 Spanjaard (Javier), 1 Braziliaan (Luis) en de drie 'Dutchies'.
Na een mooi schouwspel van een overspannen medewerkster, iemand die niet achteruit de boot op kan rijden, een buslading Japanners en nog veel meer vertrekt de boot richting Fraser.
Voor de mensen die niet op de hoogte zijn: Fraser Island is een zandeiland van ongeveer 120 kilometer Noord-Zuid en 20 kilometer Oost-West. Op het hele eiland ligt 1 stuk weg van een paar honderd meter en verder is er alleen zand en bos. Het 120 kilometer lange strand langs de Oostkust is officieel geregistreerd als Australische snelweg met een maximum snelheid van 70 km/u. Bovendien wordt het strand veel gebruikt als landingsbaan. Het strand wordt toch niet gebruikt zoals we gewend zijn een strand te gebruiken. Wegens tijgerhaaien voor de kust is zwemmen onmogelijk. Een paar tellen in het water levert al snel gezelschap op, wat iemand de week voor ons bezoek nog aan den lijve heeft ondervonden.
Dus bij aankomst 4x4 inschakelen en rijden maar. Na 10 kilometer gestuiter komen we aan bij de eerste stop. Tijd om wat te zwemmen bij een meertje in de buurt. Rene en Jos gaan een mooi stuk hout sprokkelen om als ondergrond te gebruiken voor de krik in het geval van een lekke band. Op het losse zand lukt dat niet zo. De rest van de groep loopt vast. De twee dappere rangers gaan wat later het bos in op zoek naar het meertje. De eerste splitsing... Rene zegt rechts, Jos links... Rechts... Een mooie wandeling door het bos, maar na een kwartier komen de twijfels. Terug. Linksaf dan maar. Weer een mooie wandeling door het bos, maar wel de berg op. Wederom komen de twijfels na een kwartier. Het moet hier zijn, maar waar? Terug dan maar en wachten op de rest, er komen nog genoeg meertjes de komende dagen. Freek is ondertussen lekker aan het zwemmen en ziet nog een interessante Goanna (grote hagedis).
De volgende stop is gepland voor een lunch en wederom een zwempartij in Lake McKenzie, een kristalhelder meertje omgeven door witte stranden. De rit hierna is wat schokkerig, niet zozeer door de slechte paden op het eiland, maar door de grote onkunde van Simon, die niet weet hoe een koppeling werkt. Het duurt ook niet lang voordat hij ons voor de eerste keer in de problemen brengt. Hij graaft de auto in, we moeten er allemaal uit en graven en duwen, heuvel op in het losse zand. Ondanks de stuurmanskunsten van Simon komen we eruit en vervolgen de rit en zien we de eerste dingo.
Op het strand aangekomen rijden we naar de plek waar we de eerste nacht door zullen brengen. We slaan snel ons kamp op en niet lang daarna zijn de vrouwen druk met het eten. Van de 3 grote koelboxen op de auto zijn er 2 gevuld met drank, dus ook de mannen vermaken zich ondertussen wel. Na een avond van bier, eten, wijn, rare engelse spelletjes, wodka en toepen met een Braziliaan en een Spanjaard, was de scherpte bij de meesten wel verdwenen. Freek maakt nog een kleine wandeling naar een andere groep en komt oog-in-oog te staan met twee dingo's. Aangezien hij een man (dingo's ruiken het verschil en laten mannen meestal met rust en vrouwen niet, vandaar) is, is hij niet bang en vervolgd onverschrokken zijn weg. De tent in dan maar.

Donderdag
Het is inmiddels bekend, in een tent slapen we niet lang. Zeker niet als de matjes die we hebben weinig extra comfort bieden ten opzichte van geen matje. Toch redden Rene en Jos het op als laatste uit de tent te kruipen. Rene is bijna te laat voor het ontbijt, Jos slaat het ontbijt maar over. Het is niet alleen maar hoofdpijn deze morgen...
Met verbazingwekkende snelheid ligt alles al snel weer op de auto en vervolgen we de rit. Het scheepswrak van de Maheno op het strand levert wat leuke foto's op onderweg. Rond lunchtijd komen we aan bij Indian Head. Daar slaan we wederom ons kamp op. Tussen de wilde paarden deze keer. Na een lunch begint de lange wandeling naar de Champagne Pools: een door rotsen afgesloten stuk zee waarin het water bruist en -volgens de Australiërs- lijkt op champagne. We zijn veel gewaarschuwd over de scherpe rotsen daar. Rene een beetje te voorzichtig en bezeert zich aan de rotsen.
Een zwempartij en een lange wandeling later zijn we weer bij het kamp. Met een biertje in de hand lopen Rene en Jos later nog even de zandduin op. Een aardige klim, maar het uitzicht is dan ook wel erg mooi. Bovendien goed voor de eetlust, wat goed uit komt, want Simon en Stuart zijn een flinke pan spaghetti aan het maken.
Na de spaghetti vindt Javier het tijd voor een siësta, terwijl wij wat aan het drinken zijn. Rond de tijd dat hij wakker wordt vinden wij het tijd om te gaan slapen en doen dat dan maar.

Vrijdag
’s Morgens weer vroeg wakker door de warme, warme zon. Maar dat was niet erg, want we bleken onze tijd hard nodig te hebben. Zo’n beetje iedereen ging nog even kijken bovenop Indian Head, een grote rots, waarvandaan je een schitterend uitzicht hebt. Sommigen hebben zelfs dolfijnen en schildpadden zien zwemmen. Rene en Jos waren weer eens de laatste die uit hun slaapzak kropen. Jos ging als laatste nog even de beklimming wagen, terwijl Freek en later Helen alle zeilen bij moesten zetten om Rene daadwerkelijk uit z’n bed te krijgen. Onze Spaanse vriend Javier, die gisteren al faam had gemaakt met z’n ietswat verlate siesta, kwam daarop met de meesterlijke opmerking: ‘Rene, you sleep so much, you look like a Mexican’. Hiermee was uiteraard een nieuwe bijnaam voor Rene geboren, the Mexican. Toen Rene z’n ontbijt zo goed en zo kwaad als het ging naar binnen had gewerkt en Jos de laatste meters door het zand vanaf Indian Head aflegde, had de rest inmiddels alles weer ingepakt en waren we klaar voor vertrek.
Eerst moesten we weer door het dikke dikke zand. Vandaag ging het echter beter, dus we konden snel op weg naar Eli’s Creek. Onderweg nog even gekeken naar de Pinacles, een rots van gekleurd zand of zoiets, want die hadden we de dag ervoor gemist. Onderweg begon onze auto te piepen. Volgens Chris een teken van een tekort aan water, dus wij maar even kijken. Volgens ons nog genoeg water, dus rijden maar weer. Het piepen bleef echter aanhouden, vooral bij bochten naar rechts, maar goed, als de radio maar hard genoeg aanstaat hoor je dat niet zo.
Eli’s Creek is een klein beekje met ontzettend koud, maar zeer helder water. Geweldig om in te zwemmen, want met de vele bochten en stroomversnelling waan je je in een paradijs waar de zwembaden in Centerparks echt niet tegenop kunnen. Helaas was het schema strak, en moesten we snel weer verder.
De volgende halte was Lake Wabby, berucht om de steile zandverstuiving waar je vanaf kan rollen. Vanaf het strand waren er twee routes om er naartoe te lopen: een korte over de zandverstuivingen, waardoor zwaarder, en een langere door het bos. Alle gasten gingen voor de korte, terwijl de meiden door het bos gingen. Prima. Eenmaal aangekomen bij Lake Wabby werden er een aantal schitterende uitvoeringen van ‘rollen door het zand gegeven’. Javier en Jos bleken er bij de eerste poging echter minder bedreven in, waarvan ook een puik stukje film bewaard is gebleven! Gelukkig kwam iedereen uiteindelijk zonder kleerscheuren uit de strijd en gingen we weer op weg naar de auto.
Om 13.00 uur gingen we weer op weg naar de Ferry, die om 14.30 uur zou vertrekken. Helaas piepte onze auto nog steeds. En toen stopte hij er helemaal mee. En starten deed hij niet meer. Onze Jos, die achter het stuur zat, had het aardig voor elkaar. Toch maar water erbij gedaan, alhoewel dat niet zo heel veel leek te schelen. Omdat we wel erg dicht tegen de waterlijn stonden en het water snel op kwam, moesten we toch maar gaan duwen. Met z’n tienen ging dat niet, maar met de hulp van de inzittenden van een andere auto ging dat aardig goed. Zelfs starten lukte. Inmiddels was er door al het gedonder een half uur verstreken en hadden we nog maar een uurtje om naar de ferry te komen. Racen dus. En onze auto bleef maar piepen, dus kon er elk moment weer mee stoppen. Dat werd dus een aardig avontuur, maar om 14.29 reden we dan toch als laatste auto de ferry op. We hadden het gehaald.
Eenmaal terug bij het hostel (16.00 uur) hebben we eerst maar eens geluncht, want daar waren we niet aan toegekomen. En daarna was het tijd voor een langverwachte douche. Dat was toch wel hard nodig na drie dagen. ’s Avonds hebben we ons weer helemaal volgegeten met pizza en daarna zijn we bier gaan drinken met onze reisgenoten. Best gezellig. Iedereen kreeg na afloop van de trip een T-shirt en Rene heeft de zijne vol laten zetten met alle namen van de groep. Daarna was het nog tijd voor wat hilariteit, want de best chauffeur, beste kok, beste bierdrinker en beste noem het maar op moesten verkozen worden. Jos werd uitgeroepen als beste chauffeur (en dit had niet te maken met het feit dat tijdens zijn rit de auto stopte, maar met het feit dat hij het echt als beste kon), Stuart werd de beste bierdrinker, Simon de beste kok en slechtste rijder, Javier de beste siesta houder, Rene (of the Mexican) de beste slaper en beste ranger en beste Wodka drinker en Freek werd uitgeroepen als ‘the most decent man’. Mooie eretitels toch!

Zaterdag
Na onze intensieve dagen op Fraser Island zat uitslapen er vooralsnog niet in, want we moesten voor 10 uur deze ochtend ons kamertje (lees oude caravan met aanbouw) weer uit en waren om 10.15 al onderweg naar Rainbow Beach. Dit zou onze enige tussenstop zijn alvorens in Brisbane te arriveren. Na een niet al te lange rit arriveerden we rond 13.00 uur in Rainbow Beach. Alles verliep voorspoedig en niet veel later konden we ff rusten.
Echter, een mens wil ook iets zien dus hadden we het plan ff een rondje te lopen door Rainbow Beach. Gezien de omvang van het plaatsje zou dit niet meer dan 10 à 15 minuten in beslag nemen maar sinds de weergoden de regen met bakken uit de hemel liet komen, hebben wij deze verkenningstocht maar naar een later plan geschoven.
Een veel later plan, want het bleef maar regenen. Jos en Freek zijn tussen de regenbuien door nog ff snel een rondje wezen maken maar echt heel druk was het niet op de beach.
Verders hebben nog een tripje (dolfijnen voeren) geboekt voor de volgende dag. ‘s Avonds zijn we ff wat te snacken gaan halen en hebben we nog ff met een paar Nederlanders gekletst en een kaartje gelegd. Verders maar niet te laat naar bed gegaan, want de wekker stond op 05.30!!! Echte uitslapers zijn die dolfijnen niet.
Het meest verbazende was misschien nog wel dat we met ZES Nederlanders op een kamer lagen! We praten nog altijd over een regenachtige dag in november in Rainbow Beach (Australie-Queensland)!

Zondag
Tijd: 05.30 - De wekker gaat. Nee, zou moeten gaan! Rond kwart voor 6 in de ochtend worden René en Freek wakker en zien tot hun verbazing dat Jos al gedouched is. Al voordat de wekker ging wakker. Over Jos zijn biologisch klok hoeven we ons nog geen zorgen te maken.
Niet iedereen was zo vlot als Jos deze morgen maar na een versneld ochtendritueel (incl. tas inpakken) waren we precies op tijd klaar en konden we meteen de bus in die ons kwam oppikken. Conclusie: Hoe eerder we moeten opstaan, hoe groter de kans dat we het halen??
Maar goed, niet langer afvragen hoe we het is godsnaam gefikst hadden maar op weg naar de dolfijnen. Dit duurde alles bij elkaar een klein half uur per boottransport. Alvorens vertrek wist de man ons te motiveren door de melden dat de kans op het zien van dolfijnen 50%!z(MISSING)ou zijn. Dit had te maken met een wispelturige tienerdolfijn en een moederdolfijn die al een tiental dagen niet gespot was vanwege geloosde olie op de plek waar ze altijd kwamen.
Al met al met ons krokodillenavontuur in het achterhoofd, het zeer vroege opstaan, het doodmoe zijn, het nog steeds wat troosteloze weer alsmede het zojuist vertelde verhaal, was ons vertrouwen op het daadwerkelijk zien van dolfijnen compleet verdwenen.
Naarmate wij onze bestemming bereikte, klaarde het weer op en zagen wij al mensen in het water staan. Dan toch dolfijnen?!
Nou, zou moeilijk als de crocs voor ons waren zoveel geluk hadden we nu. Zowel de moeder als de tienerdolfijn waren er alsmede enkele brutale pelikanen. We hebben zowel de dolfijnen als de pelikanen wat vis gevoerd waarbij de dolfijnen echt heel dichtbij kwamen en daadwerkelijk uit je hand eten. (zie foto’s). Erg leuk om een keer gezien en gedaan te hebben en na een uur gingen we maar weer eens terug.
Gezien het feit dat er in Rainbow beach weinig tot misschien wel niets te beleven valt als het geen stralende stranddag is, zijn we maar vertrokken richting Brisbane.
Eenmaal in Brisbane aangekomen hadden we na een uur ons hostel gevonden en na wat eten en internetten zijn we als een blok in slaap gevallen en hebben het klokje rond gehaald.

Maandag
Deze dag stond in het teken van liggen en veel rusten. Desalniettemin hebben we ‘s middags de gehele middag rondgelopen om de stad Brisbane te verkennen en hebben we een aantal zaakjes geregeld waaronder het ophalen van ons Tax File Number, waardoor we nu ook echt kunnen gaan werken. Op weg terug naar ons hostel hebben we in Chinatown nog ff een biertje gedronken en gegeten. ‘s Avonds hebben we wat gepouled en een filmpie gekeken. Al met al best een rustig daagje.

Dinsdag
Deze dag hebben ook maar weer eens lekker uitgeslapen en voor 12.00 uur hebben we niets gedaan. Het middag programma zou bestaan uit een rondvaart over de rivier die Brisbane doorkruist. Deze rondvaart was per snelle catamaran eerst richting de studentenwijk van Brisbane alwaar we rondgelopen en gegeten hebben en vervolgens de andere kant op richting de haven. Onderweg stapte nog een groep padvinders op de boot die onze rust aardige verstoorden. René is nog even mooi op foto gezet met de padvinders om hem heen. ‘s Avonds ff een snelle hap in de oven, beetje poulen en weer een filmpie.

Woensdag
Op onze laatste dag Brisbane hadden we van 12.00 uur tot 14.00 uur een pc gereserveerd in de bibliotheek. Freek was deze ochtend al eerder op pad gegaan om een cv in elkaar te klussen. Jos en René waren wat laat uit hun bed en waren na een lange wandeling van 35 minuten te laat. Desalniettemin waren de pc beschikbaar en hebben we even op het gemak wat zaken kosteloos kunnen afhandelen.
Op de weg terug zijn Jos en Freek nog maar eens het zoveelste reisbureau binnengestapt teneinde een goedkoop ticket te vinden voor hun additionele vlucht in Februari. Eindelijk was er wat slimmer volk aanwezig dat hen van nuttige info. kon voorzien. Op de weg naar huis heeft Freek ook het café onder de Palace Backpackers, hetgeen wij in eerste instantie niet konden vinden, gevonden. Hier zijn we 's Avonds maar eens ff langs geweest en hebben er wat alcoholische dranken genuttigd. Daarna zijn we maar weer eens gaan tukken.

Donderdag
Voor 10.00 uur hadden we het gehele ochtendritueel al weer achter de rug en waren we ingepakt om te vertrekken. De rit van deze dag was maar 75 kilometer en had als eindbestemming Surfers Paradise. Het was er erg duur, maar uiteindelijk toch een leuk hostel gevonden. Helaas niet de gratis surfles die her en der veelal gratis aangeboden wordt maar die kan altijd nog wel.
Na een rondje door de stad viel ons oog op een bord aan de rand van straat. Er stond: "Men haircut $11". Het was alweer veel te lang geleden (op Bali voor het laatst) dat we een echte kapper hadden gezien en na ons doe-het-zelf werk was het model ook ver te zoeken. Er bestond dus geen enkele twijfel bij ons en zijn naar binnen gegaan. Immers, zo goedkoop hadden we het in Australië nog niet gezien.
Met onze korte haren weer verder met het rondje door de stad. Nog ff een alcoholische versnapering halen voordat we op huis aan gaan. In verband met de vakantie van veel jonge scholieren die de eindexamens erop hadden zitten, stond er bewaking voor de deur bij de drankenhandel. Ook Freek werd even gevraagd zich te legitimeren! Hij leek met zijn korte koppie vast jonger dan 18.
's Avonds weer zelf wat gekookt en daarna zijn we met een hele groep van het hostel uitgegaan. De deal was gratis entrée en 2 gratis drankjes. Ja, dan zijn wij van de partij. In verband met de schoolverlaters ook dit keer de legitimatie maar weer mee. Het was een aardige avond stappen.

Vrijdag
Deze dag niet veel meer gedaan dan een beetje rondlopen en op het strand liggen. Ja, ook een backpacker heeft zijn rust nodig. Een Canadese jongen die bij ons op de kamer sliep was vergeten dat hij deze dag moest uitchecken waardoor we op een gegeven moment met 5 personen op een 4 persoon kamer kwamen te liggen. Conclusie was dat de Canadees op zijn werk werd gebeld en na thuiskomst van het strand was hij ook daadwerkelijk vertrokken. Ook deze avond was er weer deal betreffende het uitgaan en dit keer zouden we drie kroegen bezoeken en in het totaal 6 drankjes krijgen voor $5. Freek had geen zin maar Jos en René waren van de partij. 6 scotch/cola voor $5 was naar onze mening een goede deal.



Advertisement



Tot: 0.161s; Tpl: 0.016s; cc: 10; qc: 66; dbt: 0.0615s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.3mb