Advertisement
Published: January 6th 2010
Edit Blog Post
Hello Mister, Hello Misses!
(voor de screeners onder ons, pagina twee heeft alleen foto's, wel ff scrollen)
Het is weer even geleden maar dan nu eindelijk deel 2 😊 Na een korte vlucht zijn we aangekomen in Manado, Sulawesi. In de plaatselijke vvv-gids staat Noord-Sulawesi bekend als de provincie waar iedereen lacht... geen enkel woord gelogen! Het is wennen om elke dag door iedereen aangesproken te worden en in sommige gevallen zelfs licht fysiek contact. Iedereen wil zijn woordje engels op die ene toerist proberen en van kinds af aan wordt het "hello Mister, hello Miss" er bij de jongste ingepraat.
We hebben na 1 dagje Manado onze zinnen gezet op palau Bunaken, na het schijnt een duikersparadijs (eiland). Komt goed uit want ik kan niet duiken en Juud bezit een 3 jaar oud stoffig papiertje waarmee je schijnt te kunnen duiken. Het is niet makkelijk om op Bunaken te komen, dit geldt trouwens voor alles hier in Sulawesi. Je moet voor alles je tijd nemen en vooral geen haast hebben want hier gaat alles met het bekende natte vinger werk. Misschien wel een boot/bus/vlucht en anders gaat die wellicht morgen wel... Dus. Maar goed de boot, alles
en iedereen probeert een sla'tje te slaan uit de toeristen en wil je overbrengen met een priveboot die zonder overdrijven 10x de prijs is van de publieke boot. Dit blijkt een typisch trekje te zijn van de inheemse bevolking en het duurt even voordat we hier een gepast antwoord op kunnen geven.
Alles (behalve de prijzen naar het schijnt) op Bunaken is paradijselijk; het eten, het koraal (inclusief zeeschildpad), de mensen en vooral de mangoboom die in de tuin groeit! Op aanraden van een medegast kopen we van tevoren een buskaartje naar Palu, vanwege de kerstdrukte kunnen bussen vol zitten. Het plan was om richting het zuiden te gaan, en oud en nieuw op bali te vieren. De busreis van 24 uur op papier was echter een beetje onderschat: een stoel in een bus waar ongeveer geen rug in zit, een chauffeur die met alles bezig is behalve op de weg letten lijkt wel (roken, praten, lachen, telefoneren, achterom kijken naar zijn vrienden net een schoolreisje alleen dan met mannen van 40), 100 keer stoppen om mensen in-en uit te laden (stations bestaan hier niet, mensen staan gewoon langs de kant van de weg), maar ook wordt de bus
volgegooid met mais, meel en andere stinkende goederen zodat ook daadwerkelijk niets meer van het gangpad vrij blijft. Als er uitgeweken moet worden voor een mini-busje komt onze bus in de berm terecht met de achterband en scheelt het weinig of de bus ligt op zijn kant. We rijden nog 10 min door totdat de chauffeur erachter komt dat de band compleet aan gort is... Nu zelfs Frank angstneigingen uitsloeg, werd ik toch ook ietwat bezorgd en besluiten we vroegtijdig uit te stappen. De plannen worden compleet omgegooid. Kerst op de Togean Islands (Palau Malengue, prachtig maar compleet afgezonderd van de buitenwereld) en omdat het bevalt en we toch afhankelijk zijn van boten ook oud en nieuw hier (weliswaar op een ander eiland, Kadidiri). Hoewel oud en nieuw niet veel meer is dan pief pief paf qua vuurwerk en het grote kampvuur ook een beetje uitbleef, was er bier en waren er gezellige mensen 😊 Op Kadidiri verblijven we bij een familie en er is een hoop te doen. De familie is erg leuk: twee roeibootjes kunnen we lenen, met de vader des huizes kan gevist worden, de zonen nemen de harpoen mee op de boot en zorgen voor muziek
in de avond en heel veel spelletjes worden gespeeld onder groot enthousiasme van de jongste kids. De laatste dag in de Togean Islands doen we een gipsy sea town aan, waar we de attractie van het dorp zijn en een grote groep kinderen ons op de voet volgt.
Omdat het visum van Indonesie maar 30 dagen telt, wordt het tijd richting het zuiden te gaan en dus volgen er drie dagen van reizen: Poso, Pendolo en uiteindelijk Rantepao.
Op 2 januari vertrekken we van de Togean Islands richting het vaste land. Alhoewel complete afzondering ook voordelen met zich meebrengt, hopen we nu op een ietwat verhoogde vorm van beschaving (lees electriciteit, internet, telefoon, minder afhankelijkheid van boten die eens per week varen). We vertrekken richting Ampana op een boot die toch al gauw een kilometertje of vijf per uur haalde. Geen grapje. Dit keer houden we ons niet aan de oplegging van maximaal 8 uur per dag reizen, want we pakken gelijk de auto richting Poso waar we de nacht doorbrengen. De dagen die volgen worden dagen van reizen, het doel is om aan te komen in Rantepao om de Tana Toraja te zien voordat het visum verloopt.
Openbaar vervoer is, zoals gezegd, natte vingerwerk; niet alleen qua tijden, ook qua prijzen en vorm van vervoermiddel. Zo wordt ons verteld dat de publieke bus om 7 uur vertrekt, maar 8 uur zou ook goed kunnen en als je pech hebt is ie om 6 uur al geweest. We besluiten te gokken op prive-vervoer zodat we een normale nacht kunnen slapen. Er schijnt drie keer per dag een bus te gaan richting Pendolo (we besluiten de trip in stukjes te hakken om het haalbaar te maken op Sulawesi), maar aangekomen op het busstation blijkt deze compleet uitgestorven. Wel schijnt er een bus te komen (om misschien tien, elf of twaalf uur), maar het zou zo ook maar eens kunnen dat de bus helemaal niet rijd (dit wordt vaak gezegd door lokals als ze geld willen verdienen door je prive te vervoeren dus je weet niet of het waar is). Een beste local kan prive vervoer regelen voor 600.000 roepias voor een ritje wat zo'n 50.000 per persoon zou moeten kosten. Na eerst heel hard te hebben gelachen en niet op zijn speciale aanbod in te gaan, verlaagt hij al snel de prijs naar 500.000. Na een hardop overweging om
niet naar een andere plaats te reizen en weg te lopen, blijkt het ritje aan flinke inflatie onderhevig te zijn en inmiddels gedaald te zijn tot 300.000. Er arriveert een bus, we staan op en bedanken de man vriendelijk voor zijn aanbod en voor we het weten zitten we in een prive auto voor 75.000 per persoon naar plaats van bestemming...
Pendolo is een schattig klein plaatsje aan een meer, waar men buitenlanders graag volstopt met zelfgebakken koekjes. We verblijven in de Pendolo cottages, waar je smorgens direct een duik kunt nemen in het meer en je verblijd wordt met een heerlijk ontbijt (schaars in Sulawesi). De mensen zijn hier super vriendelijk en behulpzaam zonder een tegenprestatie te verwachten.
Vanuit Pendolo vertrekken we de volgende ochtend vroeg richting Rantepao wat in 3 fases moet. We zijn echter niet op de hoogte van de plaatse volksmigratie die begin januari jaarlijks plaats vindt en hierdoor delen we een klein busje tot twee maal toe met 12 andere personen en hun volledige uitzet. Dit loopt uiteen van een computer (kast plus old-fashion monitor) tot een toekan en een kip. Met slapende benen en een paar flinke blauwe plekken stopt de bus
in Palopo. Vanuit hier was er een doorgaande weg naar Rantepao maar die is ruim een jaar geleden deels verdwenen door hevige regenval in de bergen. Het is daarom nog onzeker of we met openbaar vervoer (personen auto's) wel naar Rantepao kunnen komen. Gelukkig blijken er inmiddels voertuigen van maximaal 5 ton over de vergane bergwegen te mogen, dus stappen we vol goede moed in... Na een dagje reizen ben je redelijk melig en we snappen niet dat iedereen het over een slechte weg heeft, het beste asfalt tot nu toe! Het lachen vergaat vooral Juud al snel als we na een kwartier een onverhard padje inslaan. De officiele weg houdt op en gaat over in een pad dat door een troep geiten is uitgesleten en nu voor doorgaande weg doorgaat. We moeten de zandweg , welke door hevige regenval meer lijkt op een grote modderpoel, delen met tegenliggend verkeer dat maximaal bepakt is. Slingerend langs steile kliffen en diepe dalen verwacht je dat het niet veel spannender kan gaan worden totdat er een bocht opdoemt waar het water alle grond onder het wegdek heeft weggespoeld en alleen een brug van asfalt nog rest. Langzaam en behoedzaam kruipt de auto
langs het ravijn over de overgebleven weg en bij Juud breekt het angstzweet inmiddels uit. Ze grijpt, zonder dit zelf door te hebben, mijn knie in de hoop dat dit voorkomt dat we wegglijden. Stoer als ik ben lach ik hier heel hysterisch om, maar moet achteraf toegeven dat ik stiekem de billetjes zo nu en dan ook wel stevig op elkaar had zitten. Gelukkig bleef de chaffeur wel kalm en komen we bezweet en uitgeput aan in Rantepao waar we onze intrep hebben genomen in het Wisma Maria hotel midden in het centrum. Vanuit hier gaan we de komende dagen de tradities en gebruiken van Tana Toraja bekijken. Hierover natuurlijk meer in de volgende editie!
Ps blijf die commentaren plaatsen, het is erg leuk om jullie reacties te lezen 😊
Advertisement
Tot: 0.056s; Tpl: 0.017s; cc: 7; qc: 27; dbt: 0.0295s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.1mb
Jurgen Berendes
non-member comment
Hello Mister, hello Miss!
Heey Frank en Juud! Goed om weer wat van jullie te horen! Zo te lezen maken jullie veel mee! Erg leuk om te lezen. Ik merk wel dat rondreizen in dat deel van de wereld best lastig is. Hopelijk worden jullie er niet te moe van. Blijf genieten en ik hoop snel weer een mooi verhaal van jullie te lezen. Groetjes vanuit het koude en nog steeds besneeuwde nederland. (er is hier inmiddels meer sneeuw gevallen in 3 weken dan ik in mijn 23 levensjaren in nederland meegemaakt heb :P)