Advertisement
Na een busrit van 8 uur kwam ik eindelijk aan in Chiang Rai. Een vriendelijke Thaise gozer bood mij een gratis rit naar mijn hostel aan achter op zijn scooter, wat er in resulteerde dat ik mijn tweede hoed verloor. Verder was ik heel blij met de rit, het was namelijk nogal warm en het was een flink stuk lopen. Verder had ik die avond, behalve wat eten bij de avondmarkt halen niet veel gedaan, ik was nog te gesloopt van de lange busrit.
De volgende dag besloot ik om een fiets te huren, Chiang Rai is behoorlijk plat, dus een stuk makkelijker te doen dan Pai. Ik besloot een paar tempels te bezoeken. De eerste was de Boeddha grot, die zijn naam dankt aan het feit dat de grot vol met Boeddha beelden staat. Daarna fietste ik door naar de Blue Temple, een tempel die inderdaad blauw is wat er erg bijzonder uit zag. De laatste tempel van de dag was een behoorlijk lange rit naar de White Temple. De naam zegt het al, deze tempel was helemaal wit. Wat ook erg gaaf aan deze tempel was, waren de sculpturen op de tempel. Draken, demonen, schedels en handen die
uit de grond rezen alsof deze uit de hel kwamen. Ook was er bij deze tempel een rotswand waarop allemaal sculpturen stonden van o.a. de Ninja Turtles, Venom en Alien en Predator. Niet wat je direct bij een tempel verwacht. In de avond ging ik met 3 meiden wat eten bij een street food tentje.
De dag daarna had ik in de ochtend nog de fiets, dus besloot ik nog een flink stuk te fietsen naar de Black House. Dit is een soort van zwarte tempel waar een beroemde Thaise kunstenaar woonde. In de gebouwen was van alles op een artistieke manier opgesteld, van krokodillenhuiden tot schedels en nog veel meer obscure dingen. Toen ik eenmaal terug was en mijn fiets had ingeleverd was ik te moe om verder nog iets te doen die dag. Wel ging ik in de avond nog met wat mensen een drankje doen in een kroeg die kennelijk heel populair onder de locals was, wij waren zo'n beetje de enige niet-aziaten hier. In de kroeg was er live muziek. De band speelde allemaal erg zoetsappige, voornamelijk Thais-talige muziek. Desondanks was het wel erg grappig om mee te maken.
De volgende ochtend stond ik
vroeg op om met twee meiden van het hostel een jungle trek te doen. Eerst trokken we door de jungle om vervolgens thee te drinken uit bamboebekers bij een hilltribe village. Hierna daalden we af en liepen door de theeplantages weer een stuk omhoog om vervolgens te lunchen in de jungle, maar dan ook echt in junglestijl. Soep en omelet werd in een bamboebuis boven een kampvuur gemaakt en ook een spies met varkensvlees werd boven het vuur gaar gemaakt wat een heerlijke rokerige smaak had. Verder was er ook nog sticky rice met verschillende vullingen. We hadden lepels gemaakt van bamboe om op te scheppen en aten vanuit bamboebekers. Dit was de gaaftste manier van eten die ik tot nu toe heb gehad. Na de lunch trokken we verder door de jungle naar een prachtige waterval waar we even konden afkoelen en relaxen. Daarna wandelden we nog wat verder door de heuvels en werden we tot slot naar een heetwaterbron gebracht om onze spieren te laten ontspannen.
De dag erna vertrok ik met een van de meiden naar Sukhothai, de eerste stap om langzaam aan weer wat zuidelijker te trekken. Het was een rit van zo'n 6 uur,
dus afgezien van iets eten deden we die dag verder niks meer.
De volgende ochtend namen we een houten bus naar waar Sukhothai bekend om staat: de oude tempelruïnes. We huurden een fiets voor weinig, gezien de tempels aardig uit elkaar lagen. Het was zeker indrukwekkend om allemaal te zien, ook vooral gezien de ruïnes nog in goede staat waren. In de middag besloten we een scooter te huren om een waterval te bekijken. Toen we daar kwamen vertelde een man ons echter dat er geen water in de waterval was. Besloten om er desondanks toch naar toe te lopen, maar na ongeveer 5 minuten lopen waren beide onze benen bedenkt met muggen dat we maar besloten terug te gaan. Ik had niet nog meer beten willen hebben. We besloten toen nog maar voor iets wat meer in de buurt te kijken, namelijk een meer dat in de vorm van een hart was gemaakt. Toen we daar echter kwamen was het al donker, dus ook geen groot succes. De ritten op de scooter waren echter leuk.
De dag daarna besloten we naar een andere stad te rijden die ook oude stadsruïnes hadden. Na een stukje rijden besloot mijn
reisgenote echter om terug te gaan. Ze had toch niet zo veel zin om zo'n lange afstand te rijden. Ik wilde wel graag gaan, dus besloot ik alleen verder te gaan. Het was alleen maar snelweg waar ik over moest rijden, dus ik voelde me veilig genoeg. En ik was ook niet teleur gesteld, de stadsruïnes hier waren nog mooier en nog intacter dan die van Sukhothai. Helaas had ik niet genoeg tijd om alles te zien, het was heel groot en ik moest mijn scooter op tijd terugbrengen. Voor de helft van de terugrit regende de het erg hard en op een gegeven moment begon het ook te onweren. Dus ik kwam helemaal doorweekt en rimpelig aan, maar verder gewoon heelhuids zonder te vallen.
De dag erna was het de laatste keer dat ik samen met mijn reisgenote samen reisde. We namen de bus naar Ayutthaya waar onze wegen scheidden. Ik verbleef hier maar voor 1 nacht. Er waren ook hier weer oude stadsruïnes wat best indrukwekkend was, maar ik had ze inmiddels wel gezien. Verder was er niet veel anders in de stad te doen, dus geen rede om langer te blijven.
De volgende dag pakte
ik de trein naar Pak Chong, maar daar lezen jullie meer over in mijn volgende blogpost die spoedig volgt en over mijn laatste dagen in Thailand gaan. Morgen vroeg pak ik het vliegtuig naar Maleisië!
Advertisement
Tot: 0.107s; Tpl: 0.013s; cc: 7; qc: 44; dbt: 0.0534s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.1mb