Weg uit Myanmar, terug in Bangkok en een zachte landing in Delhi


Advertisement
India's flag
Asia » India
April 28th 2016
Published: April 28th 2016
Edit Blog Post

Hey iedereen,

Nadat ik mijn vorige blog heb geschreven ga ik opzoek naar een lunchplek. Ergens in de buurt moet de beste curry van Dawei zich bevinden. Ik kan de plek niet vinden en beland in een hip theehuis. Als ik met een gevulde maag richting de kapper vertrek wordt ik vanuit een wat authentieker theehuis geroepen. Het is Jennifer met de Nederlandse Thijs. We drinken heel veel kopjes thee en gaan vervolgens uiteten. De beste curry van Dawei. Na een toetje drinken we een drankje op het dakterras. De volgende ochtend begint vroeg. Om 10 over 7 zit ik al in de auto. Ook Jennifer wordt opgehaald. Thijs is al een half uur eerder vertrokken. We rijden 5 uur over een hobbelige zandweg richting de grens. Tijdens de eerste van de twee etens- en toiletstoppen vraag ik aan de vrouw achter de pannen wat voor eten ze heeft. 'Fish, chicken, cow', haar ogen lichten op bij een ander pannetje: 'monkey' zegt zij met een brede glimlach. Het apenvlees is best pittig en smaakt net een beetje anders. Het dorp bij de grens is redelijk primitief. Tot mijn teleurstelling is de camera voor mijn afscheidsfoto wat geavanceerder dan bij binnenkomst. Net na ons arriveert Thijs. Ik betaal in ruil voor Thaise Bhat de visa overstayboete van een van de Zwitsers uit onze auto met wat van de dikke stapel Kyat die ik nog over heb. Een slimme zet want de rest van mijn Kyat krijg ik buiten Myanmar niet kwijt. Onze leuke chauffeur biedt ons aan naar de Thaise immigratie te brengen, een flink stuk verderop. We wisselen van rijbaan en de weg veranderd meteen in goed asfalt. Na wat formaliteiten eten we een ijsje en ontmoet ik Way, een Burmese Thaise kunstenaar. We zijn precies op tijd voor de laatste bus naar Katchanaburi en nemen vanaf daar een minibus naar Bangkok. Way, met wie ik het goed kan vinden, biedt aan dat ik bij hem thuis kan slapen. Ik moet de volgende dag echter een hoop dingetjes doen en hij woont een eind buiten het centrum. Een ander keertje. Samen met Jennifer en Thijs, beide hebben net als ik een vlucht in de nabije toekomst, slaap ik in een goed hostel vlakbij de luchttrein naar het vliegveld. Ik verwonder mij over de zure gezichten in Bangkok, de vriendelijkheid is bij de meeste ver te zoeken. Ik slaag maar voor de helft van mijn to-do-before-India-lijst. Eigenlijk helemaal niet erg want veel van de dingen kan ik waarschijnlijk beter in Delhi doen. Een Thaise massage uitgezonderd. Ik krijg een heerlijke Thaise massage in de massagesalon van hosteleigenaar Kitty. Tien minuten extra omdat haar man, die ook in het hostel werkt, vrij onbeschoft tegen mij is. Ik vertrek vroeg richting het vliegveld in de hoop wat mensen die de laatste vlucht naar Myanmar nemen te ontmoeten. Een goede kans om mijn Kyats te ruilen tegen iets wat de wisselkantoren accepteren. Ik ben net te laat volgens een hele behulpzame grondstewardess. Ik ga een halte terug in de hoop goed eten te vinden. Ik beland bij een kraampje in het station van een weinig sfeervolle buurt. De vrouw die er werkt maakt veel goed. Ik vertrek na een paar kleine hapjes terug naar het vliegveld en eet een magnetronmaaltijd van de dominante supermarktketen 7/11. Na een paar uurtjes slapen op drie vliegveldstoelen kleed ik mij om in de wc's en ben bijna te laat voor mijn check-in. Om 5:10 stijgt de boeing 737 op richting India. Naar mijn vermoeden de indrukwekkendste bestemming van mijn reis. Af en toe heb ik mij afgevraagd waarom ik niet al de 5 maanden in India besteedt, andere keren waarom ik überhaupt na het land afreis. Als ik overstap in Calcutta moet ik in een dik uurtje mijn paspoort laten stempelen, twee keer door de douane, mijn bagage ophalen en opnieuw inchecken en mijn vlucht halen. Met mijn e-visum het land in gaat verbazingwekkend soepel. Mijn tas is er in no-time, daar kan Schiphol een hoop van leren. Als ik de vertrekhal in wil wordt ik tegengehouden door een militair. Hij wil mijn paspoort en boeking zien. Mijn boeking heb ik niet uitgeprint omdat ik die tot op het heden nooit nodig heb gehad op vliegvelden. Een medewerker van de vluchtmaatschappij gaat met slechts mijn naam en boekingnummer de vertrekhal in en komt terug met mijn boardingpas. Ondanks dat er niet veel mensen om deze tijd in het vliegveld zijn (door het tijdsverschil is het nog steeds vroeg) heerst er chaos bij de bagage. Als ik zoals iedereen gefouilleerd wordt neemt de woest uitziende marachaussee ondanks de grote rij even de tijd om te informeren naar mijn reisplannen. Ik ben de laatste die het vliegtuig instapt. Na een zachte lading maak ik voor het eerst kennis met het andere idee van persoonlijke ruimte in India. Waar wij in Nederland 60cm afstand van elkaar houden is dat in India vaak 0. De man achter mij staat tegen mij aan, te wachten tot wij het vliegtuig verlaten. Het vliegveld van Delhi is een van de beste ter wereld. In een oogwenk heb ik mijn backpack en ondanks dat de plek gigantisch is sta ik na een goede honderd meter buiten. Daar is een overzichtelijk plein waar ik een taxi deel met twee andere reizigers die in de buurt van mijn vooraf geboekte hostel verblijven. Ik ben de eerste die wordt afgezet maar waarschijnlijk de laatste die zijn hostel in loopt. Omdat het hostel verhuist is en de straten net wat anders georganiseerd zijn dan ik gewend ben kost het mij, niet overdreven, een halve dag om de plek te bereiken. Er is niemand bij de incheckbalie dus eet ik eerst een lunch op het dakterras. In de namiddag loop ik door de nauwe streegjes achter het hostel. Ik regel een lokale simkaart. Daar zijn twee paspoort foto's, wat kopieën en een paspoort voor nodig. Ik ga uiteten en wordt weer eens betoverd door het voedsel. Het meeste eten voedt het lichaam, Indiaas eten voedt de ziel. Ik ben positief verrast door de Indiërs. Ze kijken vaak chagrijnig en serieus, maar als je een praatje met ze maakt knappen ze helemaal op. Het zijn goede gesprekspartners. Het Engels beheersen ze uitstekend, ze houden van een grapje en hebben vaak een goed verhaal te vertellen. De volgende dag drink ik om de hoek mijn eerste echte Indiase masala chai. Het zal zeker niet de laatste zijn. Ik ontbijt op het dakterras omdat de rest van de winkels nog dicht is. Ik haal een kaart waarmee ik 3 dagen onbeperkt gebruik kan maken van moderne metro, met airco. Buiten is het warmer dan 40 graden. Ik ga vanaf een metrostation per fietstaxi naar Jama Masjid, een hele oude moskee. Alle Indiërs mogen zo naar binnen. Ik wordt fysiek tegen gehouden door twee Indiërs die mij een papieren toegangskaartje proberen te slijten. Ik zie nergens een officieel bord en vermoedt oplichterij. Ik draai om en probeer een andere ingang. Ik wordt vanaf een afstandje gespot en hetzelfde tafereel vindt plaats. Ik zie een bord met tower ticket counter voorbij de poort en probeer de binnenplaats op te komen. De verkoper pakt mijn arm en kijkt mij vuil aan. Ook de andere Indiase in de buurt geven mijn onvriendelijke blikken. Ik keer om en informeer bij een politieagent in de buurt. Buitenlanders 300 ruppee. Toch een beetje beschaamd koop ik een kaartje. Je moet je niet laten kennen in India, en altijd een op je hoede zijn voor oplichterspraktijken. Na wat omzwervingen bezoek ik het het Ghandimuseum en bezoek de simpele graftombe van deze Indiaase held en inspiratiebron. ik merk dat ik de Indiaase hoofdbeweging onder de knie heb en onderbewust toepas als ik met iemand in gesprek ben. Misschien is dat de reden dat ik zo goed met iedereen kan opschieten hier. Ik ga het hectische Par Ganj district: Shopping time. In een steegje ga ik naar de kapper. De kapper danst mee met de bollywoodbeats en is een stuk jonger dan ik ben. De luchtkwaliteit hier is drie keer drama. Met elke ademteug wordt mijn luchtweg geasfalteerd met fijnstof. Na een dag voelen mijn longen een maand ouder. Als ik een plastic zak met lucht naar Nederland zou sturen zou die waarschijnlijk het land niet inkomen. Wel is alles hier spotgoedkoop, waar anders kan ik naar de kapper en een lange broek kopen voor minder dan €1,50? Uitgeput keer ik terug richting hostel waar ik wat relaxed. De plek ligt in het wat rijkere zuiden van Delhi. Alles is relatief natuurlijk, de straat is nog steeds gevuld met koeien, straathonden en uitwerpselen. Soms ruikt Delhi naar een openbaar heren toilet, soms naar een vuilnisbelt en soms naar een tankstation. Toch voel ik mij hier best thuis. Het avondeten dat ik gisteravond gegeten heb in hetzelfde restaurant bracht mij weer in een staat van verrukking. ik babbel een tijd met de oudere part time kok die voor mij een drankje regelt dat niet op het menu staat. Iets met mango, limoen, zout, kerrie, munt en ongetwijfeld wat andere kruiden. Het smaakt naar alles tegelijk. Ik krijg ook een toetje van het huis. Een met siroop doorweekt stuk cake. Wauw. Na wat rusten en sociaal doen in mijn hostel drink ik een chai met koekjes voor het slapen gaan en maak wat vrienden in de buurt. Van te voren vond ik het eerlijk gezegd best spannend om naar India te gaan. Ik heb zoveel horrorverhalen gehoord. Nu ik hier ben begin ik verliefd te worden op volgens veel reizigers een van de minst leuke plekken in India.

Liefs,
Klaas

Advertisement



Tot: 0.318s; Tpl: 0.02s; cc: 6; qc: 44; dbt: 0.0369s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.1mb