Aankomst in Xi'an; historisch museum.

---

Maandag 16 oktober.

Rond 6.30 u na een relatief rustige nacht in de slaaptrein kwamen we in Xi’an aan. Even voor het uitstappen kregen we ons echt treinticket inruil voor het voorlopige van de vorige, spannende avond. We konden namelijk op het laatste moment dankzij een aantal telefoontjes van een hoteljuffrouw de laatste 3 tickets, nodig om allemaal op de trein te geraken, bekomen.
Het treinpersoneel is hoofdzakelijk vrouwelijk. Op de trein kan je heet water krijgen, men komt er ook rond met fruit, eten en drinken.

Het regende in Xi’an. Tussen een zee van zwartharige Chinezen vonden we de chauffeur van het Han Tang Youth Hotel (vooraf door Berna en Wim besproken).
Xi’an betekent: Westerse Vrede. De stad telt ongeveer 3 miljoen inwoners en is het centrum van de provincie Shaanxi.
Het Wei-dal waarin Xi’an ligt, is één van de twee kerngebieden van waaruit China zich ontwikkeld heeft.
Hier zijn enorme grafcomplexen gevonden van keizers die van hieruit regeerden.
De vierkante ommuring van de stad met een omvang van 16 km, is eind 14de eeuw gerestaureerd.
De 36 meter hoge klokken- en trommeltoren kondigden ooit de uren van de dag en de nacht aan. Ze werden in 1380 en 1384 gebouwd.
Tot op heden is Xi’an het thuisland van vele moslims. China’s mooiste moskee in Ming-stijl is het grootste gebedshuis van de moslims (we hebben ze bij gebrek aan tijd niet bezocht).

We reden met de bus naar het historisch museum, één van de beste musea van China. Alles is goed gestructureerd en met Engelstalige uitleg.
Het museum bevindt zich ten westen van de Grote Gans Pagode die gebouwd werd door de keizer Gaozong, om de heilige geschriften van Xuanzang, grootste boeddhistische filosoof, brandveilig te bewaren.

In het historisch museum zagen we cultuurschatten van 6000 jaar die archeologen in de rijke, historische grond van de provincie hebben gevonden. Die periode gaat van de mythische Shang- en de Zhou- tot en met de Qing-dynastie.
We zagen onder andere het vroegste bewaard gebleven papier van de wereld (ontstaan 100 jaar voor Christus), even oude ijzeren tandwielen, reliëftegels van het paleis van de eerste keizer , het vroegst bekende porselein en vele kunstwerken uit de Tang-periode zoals gouden en jaden voorwerpen , keramiekbeelden en wandschilderingen uit de graven van de edelen.
Ook oude munten uit Perzië, Arabië en Japan tonen de handelsbetrekkingen aan die China 1200 tot 1300 jaren geleden onderhield.
Als je alles grondig wil bekijken, kan je er gerust een hele dag voor uittrekken.
Opmerkelijk is ook dat (zoals in de meeste Chinese musea) je vrijuit mag fotograferen en filmen, zolang je maar geen flits en/of statief gebruikt.

Gelukkig heb ik mijn vroegere reserves om de Chinareis mee te maken tijdig laten vallen en kan ik van deze prachtige dingen genieten.
Ook weer een geluk dat het verslag morgen voor Luc is.


Amanda

---