Advertisement
Published: October 26th 2006
Edit Blog Post
Woensdag 27 en donderdag 28 september. Mijn derde vertrek naar China in de afgelopen 2 maand verliep heel vlot. Ik was om 8 uur al op Zaventem om de auto af te leveren en kon daardoor zeer vroeg inchecken. Telefonisch had ik al een aanvraag kunnen doen voor een plaats bij de nooduitgang en dat was gelukt. De twee vluchten (eerst naar Helsinki en daarna verder naar Beijing) gebeurden met een airbus zodat de zitplaatsen op zichzelf al redelijk ruim waren, nu kon ik mijn benen onbeperkt uitstrekken.
Ik vertrok met gemengde gevoelens, maar was toch overwegend hoopvol gestemd om onze vakantie verder te zetten. Ik kwam 28 september 's ochtends vroeg aan in Beijing, maar de eerst volgende vluchten naar Baotou waren volzet. Pas 's avonds om 20u kon ik vertrekken. Ik had geen zin om 12 uur te zitten wachten, dus zocht ik op de luchthaven een hotelkamer die ik ook vond in de kelderverdieping: voor 260Y kon ik voor 8 uur over een eenvoudige maar zeer propere kamer beschikken, om 15u30 zou men mij wekken.
Na deze rustpauze was ik helemaal klaar voor de korte vlucht naar Baotou. Ook hier moest men bij aankomst te voet over
de landingsbaan verder maar hier werd de bagage wel naar het luchthavengebouw gebracht. Berna had het vliegtuig als het ware vanuit de hotelkamer zien landen, maar het traject dat de taxi noodgedwongen moest nemen, zorgde ervoor dat de rit toch meer dan een half uur duurde. Om 23u konden we uiteindelijk bij een glaasje witte wijn wat bijpraten.
Vrijdag 29 september. Baotou is een stad van meer dan 2 miljoen inwoners in de autonome regio Binnen-Mongolie. De stad vormt een belangrijke industriële basis voor China's metallurgie, machinebouw en de chemische en de energiesector en heeft ook een rijke ondergrond van kolen en vooral zeldzame aardmetalen (meer dan 80 %!v(MISSING)an de wereldvoorraad). De Baotou Iron and Steel Company is de grootste industriële onderneming van China. De staalproductie rond Baotou van 100 miljoen ton zorgt ervoor dat China de wereldleider is in staalproductie. De huidige activiteiten zetten dus het vroegere belang van Baotou als doorvoerplaats op de zijderoute en langs de Gele Rivier in de schaduw. De Gele Rivier zorgt bovendien voor een ruime toevoer van water maar ook voor een grote hoeveelheid energie via waterkrachtcentrales.
In de buurt van Baotou vormen enkele stukken nog ongerepte woestijn voor
wat toerisme. Het zand van een paar duinen van de Kubuki woestijn maken een laag brommend geluid als men de duinen afloopt. Volgens overleveringen lokte het ononderbroken gezang van de monniken van een klooster hier de woede van de woestijn op en werd hun klooster bedekt door de toorn van het zand. Het geluid zou van diezelfde volhardend zingende monniken komen. Volgens wetenschappers heeft het zand een hoog metaalgehalte. De wrijving tussen de korrels zou als men er krachtig door loopt, statische elektriciteit veroorzaken dat aan de basis ligt van het geluid.
De reden van ons bezoek aan Baotou was te wijten aan andere monniken: 75 km ten noordwesten van Baotou ligt het Wudang Zhao klooster. Het is een oud lamaïstisch klooster (d.w.z. van het Tibetaanse Boeddhisme) en dateert van 1749. Het zou het best bewaarde lamaïstisch klooster zijn in binnen Mongolië en ligt hoog in de Daqing bergen in een mooi decor. Het klooster is nog steeds actief, d.w.z. er wonen nog een 50 tal monniken. Volgens verslagen van toeristen is hun belangrijkste activiteit het controleren van de tickets van de toeristen.
Omdat we toch een flinke verplaatsing voor de boeg hadden (75 km kan in de bergen
heel wat zijn) stonden we om 6u30 op. Na het ontbijt op de kamer vertrokken we om 7u30 naar het busstation waar iedereen ons bus 7 aanwees. We hadden de laatste 3 zitplaatsen dus de bus vertrok direct. In de terminus van bus 7 moeten we nog een minibusje nemen om bij het klooster te geraken: onderhandelen dus. We werden het uiteindelijk eens over de prijs en de konden we de laatste kilometers naar het klooster aanvangen. De weg bleek in herstelling te zijn, de omleiding liep door de bedding van een (gelukkig) opgedroogd riviertje dat een beetje gelijk gemaakt was door een bulldozer. Op een gegeven moment probeerde de chauffeur of hij geen gebruik kon maken van de weg in aanbouw maar hij moest onverbiddelijk rechtsomkeer maken en weer de rivierbedding in. Na ruim een half uur hobbelen waren we toch ter plaatse.
Het klooster lag inderdaad in een prachtige omgeving. De monniken hadden het inderdaad ook zeer druk met het controleren van onze tickets en het verbieden om foto's te nemen. Het geheel gaf een heel goed beeld van een lamaïstisch klooster, maar omdat we al in Tibet waren geweest (waar we meestal wel mochten fotograferen) maakte het
toch niet zoveel indruk. De monniken in Tibet waren bovendien meestal veel aangenamer in de omgang.
Op de terugweg wist de chauffeur van de pauze van de wegwerkers gebruik te maken: tussen de bulldozers en de vrachtwagens door kon hij ons op de weg in aanbouw op ruim een kwartier terug naar de terminal van bus 7 brengen. Zonder problemen bereikten we het hotel in Baotou. Na het aperitief op de kamer vonden we snel een restaurant voor het avondeten.
Zaterdag 30 september werd hoofdzakelijk gebruikt om de bus te nemen naar Datong door het gebied dat in het begin nog zeer bergachtig was. In de provincie Shanxi werd het landschap eerder heuvelachtig met veel landbouw. De gele bladeren aan de bomen lieten duidelijk zien dat de herfst al ver gevorderd was.
De onvermijdelijke films van Jackie Chan (of hoe je die naam ook spelt) zorgden ervoor dat dit verslag erg werd ingekort.
Bij het naderen van Datong ving ik nog wel de grauwe sfeer op van een omving waar enorm veel steenkool wordt gedolven, vervoerd en behandeld. De was buitenhangen om te laten drogen is geen goede optie in Datong.
Advertisement
Tot: 0.059s; Tpl: 0.01s; cc: 6; qc: 24; dbt: 0.0246s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1mb