Advertisement
Published: February 12th 2007
Edit Blog Post
Dinsdag 6 februari. Wij (Ria en Pieter, verslaggevers voor drie weken) hebben via Connections een vlucht met Austrian Airlines geboekt naar Beijing.
Na ons vertrek in Zaventem en een tussenhalte in Wenen vliegen we gedurende 8u40 7500 km met een gigantische Airbus A300, waarop we echt verwend worden met eten en drinken naar hartelust. Rondom ons zitten vooral jonge Chinezen en de hele tijd is er geanimeerd gebabbel. Echt slapen is er voor ons die nacht niet bij. Tijdens het dalen verschijnt onder ons een dor, ruw en hier en daar besneeuwd landschap.
In de luchthaven van Beijing raken we overal vlot doorheen na het invullen van een entry card, een medische verklaring en een declaration form met telkens ongeveer dezelfde gegevens. Ria wuift vrolijk met haar entry card naar de officier achter zijn balie die in de lach schiet en haar dan maar doorlaat.
In de aankomsthal komen Berna en Wim net aan, een beetje verkouden en vooral verrast dat we er zo snel zijn. Omdat we over een paar uur doorvliegen naar Guiyang, laten we onze bagage voor 4 uur achter in een bagagedepot.
Omdat er in Guizhou weinig geldautomaten zijn, is het best hier
al zoveel mogelijk Yuans af te halen. Wim stopt zijn Argentakaart (beste wisselkoers) in een automaat van de Bank of China en krijgt prompt een storing, gevolgd door de boodschap dat zijn kaart ingeslikt is. Hij belt onmiddellijk naar het aangegeven nummer. De man aan de andere kant begrijpt er echter weinig van. Een bereidwillige Chinese ambtenaar komt hem uitleggen waar we zijn maar aangezien we dat al wisten, helpt dat niet veel. Uiteindelijk helpt een meisje Wim uit de nood en loopt voor hem naar het bankkantoor op de bovenliggende verdieping. Kort daarna komt een technieker de automaat openen en oef ... na wat paperasserij krijgt Wim zijn kaart terug. 'Dat is ons nog nooit overkomen!' zegt Berna.
We gaan op zoek naar het kantoor van Austrian Airlines om onze terugreis naar België te bevestigen en vinden de vliegmaatschappijen in een ellenlange ministerieachtige gang.
In de grote hall observeren we het drukke gedoe van de westers geklede, duidelijk welvarende en vrij jonge luchthavenbezoekers. We zien naast Chinese neusjes ook verschillende blanke hoogneuzen, waaronder een Antwerpenaar die voor een half jaar in China zaken doet. Er is ook opvallend veel dienstpersoneel, sommigen leuk gekleed in een fuchsia en auberginekleurig uniform.
Daarna vinden we een uitgebreid aanbod aan maaltijden in een ruim restaurant met wel 10 diensters in witbeige uniform. Met zijn vieren eten in totaal voor amper 10 Euro.
We halen onze bagage op en wandelen naar terminal 1. Onderweg biedt een promotie op een Dell-stand ons de kans gratis te internetten.
De derde vlucht op 24 uur brengt ons naar Guiyang, waar een lijnbus ons vlak bij het Tongda hotel (0851/8213518) brengt. We nemen er twee kamers voor 158 Y per kamer. Deze ‘standaardkamers’ zijn uitgerust met 2 bedden en een badkamer.
Doodop vallen we in slaap.
Woensdag 7 februari. Wim wekt ons om 7u30 en rond 8 uur gaan we eten. We krijgen een uitgebreid ontbijtbuffet met groentjes in het zuur en zout, noedels in vleesbouillon, eieren in thee gekookt, mi, gestoofde warmoes en luchtige cake. Onze gidsen vertellen dat in China de tafelrestjes en afval vroeger steeds op de grond terecht kwamen. De tafelgewoontes zijn nu wat verbeterd want dit zien we toch niet meer.
Nadien gaan we even op koffievisite bij onze buren. 't Blijkt dat Berna en Wim een blik echte koffie kochten in plaats van oploskoffie. "Dat is
de eerste keer dat we hier gemalen koffie zien!?!" zegt Berna. "Wat is dat deze reis? We hoorden haar dat gisteren ook zeggen!" vragen de gasten zich af. Na flink wat roeren zakt het koffiegruis wel, maar het is toch af en toe koffie knabbelen.
We laten nog weten dat Wim Ria en Pieter aanspreekt met tortelduifjes en even later Pieter "zoetje " noemt. Wel moet vermeld worden dat we Wim zijn taal klaarblijkelijk niet altijd even goed verstaan, misschien ligt het daaraan.
Met autobus 2, die net als bus 1 een hele tour maakt in de stad, maar nu in de omgekeerde richting, rijden we naar een groot busstation om tickets naar Liping voor over 2 dagen te bestellen. Op de bus spreekt een jongeman, die in Anshun Engelse les geeft, Ria aan. Hij vraagt waar we vandaan komen en wat we daar komen doen. Hij praat fier over de vele mooie dingen die we kunnen zien in en rond Liping, waarvan hij afkomstig is. Blijkbaar vertrekt onze bus voor Liping toch in het station vlak bij ons hotel. Een schoonheidsfoutje want door die rit hebben we genoten van het straatleven met zijn vele venters en bedelaars. In het
andere station horen we dat we pas de morgen van ons vertrek tickets kunnen bestellen. Het goede nieuws is dat de rit slechts 8 uur zal duren. “Tel daar toch maart twee uur bij” is het commentaar van Wim, die daarmee het goede nieuws weer verpest.
Het is lekker weer vandaag met zijn 20 graden en bovendien schijnt het winterzonnetje aangenaam. We gaan nog wat inkopen doen in een winkeltje en geven ondertussen onze ogen de kost: hier wordt alles op straat verkocht, vooral eten in alle kleuren en geuren. We zien en ruiken kruiden, tofu, suikerriet, geroosterde zaden, vlees, ... Ook opvallend zijn de jukdragers met fruit, blikken, balen stof, ... zeer veel schoenpoetsers en mensen die op straat solliciteren. Velen dragen een fuikvomige mand op de rug of gaan erop zitten. Er is weer opvallend veel jong volk op de been.
Het is een beetje vreemd: povere mensen in een stad met architecturale hoogstandjes die we eerder in Berlijn zouden verwachten.
Na een picknick, een siësta en een kringvergadering op de kamer trekken we de stad in langs de Zunyi Lu naar het Centrale Volksplein met het reuzenbeeld van Mao en 2 glazen piramides. We hebben als buitenlanders
veel bekijks. Wim krijgt zelfs een baby in de armen voor de foto.
Aan de overkant van de rivier, de Nanming He, is het bal in de straat: een 20-tal koppels van middelbare leeftijd danst soepel in gepaste maat op een vrolijk lied, onder meer ter ere van Mao.
Achter het park erlangs ligt de Boeddhistische tempel Qianming Si. Deze tempel stond tot 2003 in een drukke volkswijk met nauwe straatjes. Het complex is blijkbaar volledig heropgebouwd dankzij giften van vrome zakenmensen maar bij deze ‘restauratie’ zijn de straatjes er rond verdwenen en staat de tempel nu in een park. Alles is nieuw maar ziet er erg authentiek uit. Er is een Boeddhabeeld, een Guanying op een olifant, een Guanying met 32 armen met op elke handpalm een oog en in elke hand bijna telkens een ander voorwerp.
Een meisje van 16 spreekt ons aan in het Engels en vertelt dat ze met haar grootmoeder dingen verkoopt ten voordele van de tempel. Een monnik geeft ons elk een appel. In het taalboek Engels van het meisje Wu Yan Ru schrijven we onze namen.
We wandelen verder langs de rivier tot aan het paviljoen Jiaxiu Lou, gebouwd op een rots midden
in de rivier. Via een antieke voetgangersbrug komen we aan de overkant in een klein rotsachtig park Cuiwei Yuan met nog meer paviljoenen waar we dure thee drinken die ons in feite niet erg smaakt.
Terwijl de zon ondergaat, lopen we rustig langs het water terug naar het hotel. Het straatleven bruist. De derde leeftijd doet zijn avondgymnastiek op speeltoestellen of speelt kaart op straat. Chinese jongeren vragen om met ons woewoewoewoe te zingen voor een kiekje.
In het revolving restaurant op de 21ste verdieping van ons hotel kunnen we alleen hotpot eten, terwijl we op de 2de verdieping meer onze gading vinden...
De tweede dag was verrassend, aangenaam en leerrijk! Berna en Wim vertellen ons dat als gevolg van overheidscampagnes het straatbeeld in drie jaar tijd lichtjes veranderd is: er wordt melk verkocht, peuters dragen pampers en de bevolking wordt aangemoedigd om minder te roken.
En dan is het bedtijd.
Ria en Pieter
Advertisement
Tot: 0.289s; Tpl: 0.017s; cc: 27; qc: 131; dbt: 0.1466s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.5mb