Ja, ja, Cambodia. Njet Njet Poipet.


Advertisement
Cambodia's flag
Asia » Cambodia » North » Poipet
February 2nd 2009
Published: February 19th 2009
Edit Blog Post

De oversteek naar Cambodia was een schok. De armoede sloeg ons als een zweepslang in het gezicht. De wegen liggen half open of zijn zelfs onbestaande, de straatkindjes klampen je aan met de gevleugelde spreuk "One dollar?" (In Cambodia wordt naast de Riel vooral de Dollar gebruikt) en je ziet de mensen er houten karren voorttrekken, volgestouwd met waren.
Achteraf bleek wel dat we meteen het armste stuk van Cambodia hadden gezien. De echt idyllische schoonheid van het land zagen we pas rond Kampot.
De streek rond de grensovergang van Poipet wordt als het wilde westen van het land bestempeld. Voor we bij de Thaise grenspost aankwamen, werden we met een brommertje afgezet aan een hutje langs de baan, waar onze visa in orde werden gebracht. We vertrouwden het zootje eerst niet, maar na de visa te hebben gezien, bleek de zaak wel in orde te zijn. Daarna ging het verder naar de grenspost van Thailand. Tussen die grenspost en de grenspost van Cambodia moet je een stukje wandelen tussen de grootste gebouwen van de streek: casino's. (gokken is verboden in Thailand) Eenmaal binnengekomen in Cambodia werden we over een onverharde weg met een busje (en een tiental medereizigers) het land ingevoerd naar een veel te grote, volledig lege busterminal om daar over te stappen op de bus naar Siem Reap. Kortom een ongelofelijk verwarrend zootje om deze grensovergang te nemen. Achteraf hoorden we ook van een Canadees koppel dat zowat de halve wereld rondfietst, dat dit de meest bevreemdende en ook beangstigende grensovergang is die zij ooit hebben gedaan. En inderdaad de sfeer die daar hangt doet je beslist geen zin krijgen er lang te blijven hangen.
De 5 uur durende busrit tussen Poipet en Siem Reap in een oude roze bus liep over een stoffige onverharde baan door een deprimerend dor oogend, maar toch vochtig landschap. Langs de weg zagen we zo goed als geen stenen huizen, enkel houten hutjes met golfplaten erop tenmidden van een ononderbroken stroom zwerfvuil en enorm veel kindjes. 45 % van de Cambodiaanse bevolking is tussen de 1 en 14 jaar en dat zie je.
Na een reis van 14 uur op een gammele trein in Thailand en een hotsende bus in Cambodia komen we bij donker aan in Siem Reap. Tot voor kort was dit een klein dorp, maar vandaag heeft het zijn eigen vliegveld en lange rijen luxehotels om al de toeristen te ontvangen die het adembenemende tempelcomplex van Ankor komen bezoeken. En die tempels zijn ook ons doel. Maar na een verkwikkende nacht beslissen we de volgende dag eerst per fiets de stad en het platte land errond te verkennen. Rode stofwegen die zich tussen houten hutjes, palmbomen, rijstvelden en poeltjes slingeren en overal kindjes die "hello" roepen en met ons meelopen naast de fiets. Arm maar idyllisch. Ongelofelijk hoe de toeristen hier komen binnenvliegen, zich beperken tot de tempels en het platte land links laten liggen. Tot onze opluchting is de armoede hier al heel wat minder schrijnend en zijn vooral de lachende kinderen hier hartverwarmend.
Door wat gerommel met fotokaartjes op een moment dat je eigelijk beter in bed kruipt, zijn de foto's van de tocht naar Siem Reap even niet meer ter onzer beschikking. De foto van een slapende adonis op een Thaise trein maakt evenwel veel goed, niet? En als bonus nog een paar foto's van het platte land rond Siem Reap.




Additional photos below
Photos: 4, Displayed: 4


Advertisement



Tot: 0.164s; Tpl: 0.015s; cc: 13; qc: 49; dbt: 0.0798s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.1mb