Het Franse Bagamoyo


Advertisement
Tanzania's flag
Africa » Tanzania » East » Dar es Salaam
September 30th 2006
Published: November 1st 2006
Edit Blog Post

65 km, iets meer dan een uur, lang in een Daladala met twintig andere negers en twee cake-etende Nederlanders. Totaal respectloos; ramadan in volle gang en dan uitgebreid cake gaan zitten eten.

Het ging om een rit naar het kustplaatsje Bagamoyo. Grote speler in de vroegere slavenhandelsroute richting het land van de Arabieren, thuisbasis van David Livingstone en ooit de hoofdstad van het Duitse Oost-Afrika. Wat er Frans aan is? Dankzij Livingstone zorgden Franse missionarissen ervoor dat Bagamoyo een schuilplaats werd voor mishandelde slaven; Freedom village. Het begin van het einde van de slavenhandel. De vroegere invloed van Frankrijk op Bagamoyo is dus positief te noemen. Onderstaande tekst zal duidelijk maken waarom de huidige Franse invloed geen positieve werking heeft op Bagamoyo!

Na aankomst besloten we, Kees, Leonie en ik, eerst de overnachting te regelen. Omdat ik het weekeinde ervoor al even in Bagamoyo was geweest, wist ik een aantal resorts te vinden. We bezochten ‘Travellers Lodge’ als eerste. en In uur (65 km) in een Daladala, met zwetende negers was geen pretje. Maar het was het zeker waard. Tropische huisjes in de buurt van het strand en een redelijk luxe restaurant. De te betalen prijs voor een overnachting is hier afhankelijk van je land van herkomst. Europeanen betalen het meest: 55 Euro. Amerikanen zijn 55 dollar kwijt. Terwijl een Tanzaniaan maar 55.000 shilling betaalt. Dat vraagt natuurlijk om onderhandelen. “Wij willen geen Mzungu prijzen, wij wonen hier en geven vrijwillig les op scholen n Dar er Salaam”! Er werd ons een drie persoonskamer inclusief ontbijt aangeboden voor 55.000 shilling. Een redelijke prijs maar Nederlanders als we zijn, wilden we nog even verder kijken.

De volgende in de rij was ‘Bagamoyo Beach Resort’. Door de Lonely Planet omschreven als goed, vriendelijk en met vage edoch smaakvolle Franse keuken. De receptioniste vertelde ons dat we keuze hadden uit een huisje voor drie met airco en douche voor 60.000 shilling, en een huisje zonder airco en eigen douche voor 36.000 shilling. Beide inclusief ontbijt. We wisten ‘airco plus douche’-prijs terug te brengen tot 50.000 shilling. Al goedkoper dan het vorige resort. Bovendien had dit resort een zwembad en het vorige niet. Natuurlijk wilden we eerst de kamer zien en dan pas een beslissing nemen. Kees en Leonie liepen daarom met de receptioniste mee.

Met mijn telefoon in mijn hand liep ik naar de bar van het resort. Ik wist dat Narcisius een aantal mensen achter de bar kende en besloot hem daarom op te bellen. Vorige week was ik samen met hem bij dit resort geweest om zijn bekenden op te zoeken. Ik herkende de barman, hij mij niet direct. Maar het noemen van Chibuku (het traditionele bier van de brouwerij waar ik stage loop) deed wonderen. Vanaf dat moment had ik er een beste vriend bij. Ik overhandigde hem mijn telefoon waaraan Narcisius hing. Het telefoongesprek en een daaropvolgende woordenwisseling met de barman zorgde voor een nieuwe onderhandelingspositie. We werden voorgesteld aan de eigenaresse van het resort.

Een Française, zo wist ik, en sprak haar daarom aan in het Frans. Het hielp. Het huisje met airco en douche werd geregeld voor 36.000 shilling. Pakweg 22 Euro. Wat is afdingen toch leuk!

Na een korte wandeling over het strand en door het dorpje besloten we het zwembad maar te gaan testen. Prima! De franse eigenaresse en haar man waren (nogwel) erg aardig en we kregen zelfs wat gesneden kokosnoot van ze aangeboden. Een uur later keerde echter het tij. In het zwembad kwam de 57jarige Française steeds dichter bij ons in de buurt. Ze bracht een enorme alcoholwalm met zich mee. Ik was hier in Afrika nog niet echt bang geweest, maar toen ze op ze minder dan een meter afstand tegen me begon te praten, plaste ik bijna in mijn zwembroek. Ze was echt wankel en onverstaanbaar. Gelukkig lukt het ons veilig uit het water te komen. Dit bleek alleen het territorium van haar man te zijn. De Fransoos kwam ‘gezellig’ bij ons zitten. Hij had iets minder diep in het glaasje gekeken. Maar omdat hij van nature al gestoord was, maakte dat weinig uit. Hij vond mij op Robert de Niro lijken en vond het daarom nuttig voortdurend zijn rol in de Godfather na te spelen. Dat is zeg maar 10 seconden leuk, maar daarna moet je toch echt ophouden. Gedurende zijn serieuze momenten verteld hij ons dat hij problemen had met het aantal gasten dat naar zijn resort kwam. Waar zou dat nou aan liggen?

‘Robert’, hij bleef maar in zijn rol, had ons uitgenodigd om ’s avonds in de bar wat te komen drinken. Mooi niet dus! Na het ‘doen’ van een drankje kozen we het hazenpad. Dat het gras in Bagamoyo bij de buren groener is, werd ons duidelijk gemaakt door een goede mixed grill en een geslaagde avond bij naast gelegen resorts.

De volgende en laaste dag in Bagamoyo besteedde we met een bezoek aan de eerste Rooms-katholieke kerk van Oost-Afrika, een nabij gelegen museum over slavenhandel en de geschiedenis van Bagamoyo, een wandeling door het ‘centrum’ en een bezoek aan blowende nep-Jamaicanen. In Bagamoyo is een (AKI-achtig) Artcollege, waar mensen leren hakken in hout in de hoop dat er een beeldje bestaat of leren hoe ze een penseel moeten gebruiken.

Na een duik in het zwembad, namen we een Daladala terug en besloten we te eindigen met de grootste liefde van Kees: het eten van Mishkaki bij Chef’s pride.


Advertisement



Tot: 0.065s; Tpl: 0.009s; cc: 9; qc: 48; dbt: 0.0354s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.1mb