Borneo: Sarawak & Sabah


Advertisement
Malaysia's flag
Asia » Malaysia » Sabah » Kota Kinabalu
August 13th 2017
Published: August 25th 2017
Edit Blog Post

M'n eigen katten voor 3 weekjes gedag gezegd, startte mijn reis in Kuching: cat city! Het was nog een wonder dat ik Maleisie uberhaupt binnen was gekomen, want de dame bij de immigratie deed moeilijk over mijn gerimpelde paspoort van het zwemavontuur in de Schotse rivier afgelopen april. Uiteindelijk mocht ik "voor deze ene keer" het land in, maar ze maakte een aantekening onder de stempel, dat ik mijn 'beschadigde' paspoort zou moeten gaan vervangen.

Van Kuching nog niet zoveel gezien, want we vertrokken de volgende ochtend meteen richting Bako National Park. Een prachtige plek aan de kust, waar genoeg te wandelen viel over het strand, langs de mangrove en in de jungle. Meteen na de lunch maakten we ons eerste wandelrondje. De zwaarte hiervan was niet uit te drukken in kilometers of hoogtemeters, maar in boomworteldichtheid en temperatuur! Ik vroeg me serieus af of ik ooit eerder zoveel liters vocht uitzweette in zulke korte tijd. Maar ja, het bos was prachtig, al kwamen we de meeste dieren gewoon op de stoep van onze accommodatie tegen hoor. Vanaf het terras of het strand uitzicht op baardvarkens, slangetjes, silverleaf monkeys, neusapen, heramietkreeftjes en de nogal brutale makaken. Die kwamen er gewoon op het terras bij zitten om af en toe een hapje mee te pikken. Nadat we ook nog heerlijk afkoeling hadden gezocht in de zee, lazen we na afloop bij de receptie, dat zwemmen geheel op eigen risico was, aangezien er een tijdje terug een verdwaalde krokodil was gesignaleerd in de zee....na navraag bleek het waarschijnlijk allemaal wel mee te vallen. Wij hebben het beest in ieder geval niet gezien gelukkig.

De volgende dag gingen we wat vroeger op pad voor een wandeling, maar heel veel minder zweten was het niet met meteen een behoorlijke klim naar boven. Wat was het dan ook heerlijk, toen we na een tijdje lopen aankwamen bij een watervalletje met een mooie zwemplek. Het water was nog lekker koel ook! Na deze verkoeling zijn we verder gelopen en kwamen we na een steile afdaling aan op een prachtig groot verlaten strand! Mooie rotsformaties en een klein riviertje. Er was een bootje gecharterd om ons via de zee naar een ander strandje te brengen, waar we nog heerlijk hebben geluncht en gezwommen. Wel elkaar even afwisselen om de makaken af en toe streng toe te spreken, zodat ze er niet met onze spullen vandoor zouden gaan.

Na Bako zijn we terug gereisd naar Kuching. Een heerlijke lunchplek gevonden, waar we plaatselijke laksa (een soort noedelsoep) aten en ons allerlekkerste vruchtensapje dronken: kalamansi-sap. Ook even een rondje gelopen langs de kathedraal, moskee, marktjes en waterfront en toen hadden we het stadje wel gezien. Oh nee: we hadden nog bedacht dat we wel een bootcruise konden gaan doen. Eerder zagen we een steiger, waar geadverteerd werd met die cruises. Nu dachten we dus bij die steiger te staan en stapten we dat bootje in. Bleek dat geen cruise te zijn, maar de taxidienst naar de cake-winkeltjes aan de overkant. Ook prima! Heerlijke laagjescake geproefd en uiteindelijk de lekkerste gekocht. Achteraf van anderen gehoord dat de bootcruises daar niet echt een aanrader zijn, dus hadden we eigenlijk gewoon mazzel dat we lukraak in een 'verkeerd' bootje waren gestapt...

Wat zeker wel een aanrader was, was het eten bij topspot! Hier waren allerlei kraampjes met vis en groenten. We zijn ergens gaan zitten en lieten ons adviseren door een dame van een van de kraampjes. Toen we een aantal lekkere dingen hadden besteld en vroegen naar wat ze nog meer hadden, was deze dame heel duidelijk: "Nee, dit is genoeg voor jullie zo". Nou, dat bleek aardig te kloppen. We hadden precies genoeg aan de vis, rijst en groente die we voorgeschoteld kregen en waren weer helemaal bijgetankt voor het volgende tripje van de reis: op visite bij de Iban!

Onderweg nog langs Semenggoh gereisd, waar een oud rehabilitatiecentrum voor oerang oetans is. Het is altijd de vraag of er eentje besluit wat extra fruit te komen scoren bij de voedingsplatforms, maar wij hadden geluk. Naast deze prachtige oerang oetans genoten ook de eekhoorns mee van al het lekkers.

Na een lange busrit vervolgden we onze reis in longboats over een stuwmeer om zo bij een longhouse van de Iban uit te komen. We waren bij deze familie twee nachten te gast. Een longhouse is op palen gebouwd en via allerlei trappetjes kom je bij de verschillende familievertrekken uit. Wij hadden ook een eigen vertrek met stapelbedjes. Er werden ons heerlijke maaltijden voorgeschoteld en uiteraard was er een welkomsceremonie met rijstewijn, dans en muziek. Nog heerlijk geslapen ook tussen alle geluiden van dieren en schijnbaar snurkende mensen. Oke, ik heb wel een haan gehoord en werd 's ochtends als eerste miauwend gedag gezegd door een van de dondersteentjes daar. Verder weer heerlijk uitgerust voor een wandeltochtje met mooi uitzicht en barbecue halverwege een stukje lopen langs/door een riviertje. Wat een verwennerij op een prachtige locatie! En dan bij terugkomst nog even een duik in het heerlijke stuwmeer en genieten van een prachtige zonsondergang!

Een lange rit terug naar het inmiddels vertrouwde Kuching en daar nog even een laatste keer heerlijk gegeten. Deze keer de plaatselijke sate geproefd en op advies van onze serveerder de specialiteit erbij besteld: gebakken banaan met kaas en niet zo'n beetje ook...

In het noorden van Sarawak ligt nationaal park Mulu en daar vlogen we de volgende dag naar toe. Al vanuit het vliegtuigraampje was te zien, dat we in een totaal andere wereld belandden. Bergen, rotsformaties en rivieren. Meteen alles ook nog maar even vanaf een heuvel met uitzicht bewonderd! In dit park deden we een canopy walk om zo via allerlei hoge touwbruggen de jungle op 25 a 40 meter hoogte te beleven. Nou ja, ik was drukker met de spannende wiebelende touwbruggen dan het uitzicht, maar toch grappig om alles vanaf die hoogte te zien. We maakten nog een wandelingetje naar een waterval en vervolgens bezochten we twee enorm grote grotten. In eentje hielden zich miljoenen vleermuizen schuil, wat zeker te ruiken was. De andere had prachtige stalagnieten en deed eftelingachtig aan. Tegen zonsondergang zaten we op bankjes buiten de grotten en wachtten we op de uittocht van de driemiljoen vleermuizen. Opeens waren daar de eerste zwarte plukjes die de lucht in vlogen en na een minuut of vijf bleef het echt ruim een kwartier onafgebroken doorgaan! Wat een onvoorstelbare hoeveelheid! Zelfs toen we na een half uur terugliepen, vlogen er nog steeds kleine groepjes uit. Voor ons tijd om terug te lopen en ons klaar te gaan maken voor de Headhunterstrail!

In de ochtend werden we met bootjes afgezet bij twee mooie grotten om nog te bekijken. Door eentje liep een hele ondergrondse rivier. Nadat we geluncht hadden, voeren we verder naar de start van de trail. Dit ging niet helemaal vanzelf vanwege de lage waterstand. Regelmatig moesten we het bootje uit om deze voort te duwen in een ondiep gedeelte. Sommigen hadden talent om superhard met die boot door het water te rennen en ik was al blij als ik niet omver lag in de rivier en m'n voeten in de dunne waterschoentjes nog wat heel kon laten. Na al dat geploeter met de bootjes was het bijna een relaxte bezigheid om nog 8 a 9 km door de jungle te lopen. De route was zo goed als vlak met een klein klimmetje om ons uiteindelijk in Camp 5 te brengen. Voor een kamp midden in de jungle nog best luxe. Slapen deden we op een matje op een houten platform, maar er waren zelfs toiletten, koude douches, lampjes en een valse gitaar met vijf snaren. Aangezien er ook nog voor ons gekookt werd en we zelfs van een blikje cola konden genieten aan de rand van een prachtige rivier voelde het gewoon als een luxe vakantieoord.

De volgende dag liepen we de resterende 11 kilometer van de Headhunterstrail, al betwjfel ik de opmeetkunsten van de Maleisiers. In ieder geval stonden de kilometerpaaltjes op nogal willekeurige afstanden van elkaar. Het was dus best wel een verrassing hoe lang alles zou gaan duren. Vier uur, een paar touwbruggen en vele zweetsruppels verder, bereikten we het punt dat we weer in houten longboats mochten gaan zitten. Einde van de relaxte bezigheden...deze keer besloot ik gewoon m'n wandelschoenen aan te houden om ook wat beter door de rivier te kunnen rennen. Juist nu bleken we er maar korte stukjes uit te hoeven, want we waren op een snelstromende rivier beland. Best leuk in een kano in de Ardennen of op een rafttour, maar niet met een tas vol waardevolle spullen in een wiebelig houten bootje. Wij hadden natuurlijk ook nog een stuurman voorop, die de instructies van zijn maat achterin elke keer net 3 seconden later doorhad, waardoor we menigmaal bijna gekapseisd waren via de oever of een steen op het water. Ik kon alle instructies achterin wel luid en duidelijk volgen. Niet dat ik de taal verstond, maar ik kon de ondertiteling bij alle kreten en gemompel wel bedenken. Iets in de categorie van:"Rechts, peddelen, peddelen, NU PEDDELEN!" Natuurlijk lagen we ook nog een keer ineens vast bovenop twee boomstammen op de rivier en zei het mannetje achterop de boot tegen mij heel schattig met z'n gebit van een paar tanden en brede glimlach:"Sorry 😊" Nou ja, het liep dan bij ons niet helemaal soepel, maar wat hebben die mannen hard gewerkt om ons en onze spullen weer droog aan wal te krijgen. Ik en mijn blaas waren in ieder geval opgelucht weer van boord te kunnen. Een busje bracht ons naar Limbang en enigszins uitgeput ploften we daar na..tja...junkfood om de hoek, neer op ons heerlijke bed.

Na een bootrit via een eiland kwamen we na een dag reizen aan in Kota Kinabalu, Sabah. Een stadje om weer wat eten op de nightmarket uit te proberen en een lekker koud drankje te doen aan de boulevard.

Vervolgens reisden we door naar Sepilok. Hier bevindt zich een rehabilitatiecentrum voor Oerang oetans. Voor de kleintjes die als wees binnenkomen wordt gezorgd in de nursery om ze uiteindelijk voor te bereiden op een leven in het wild. Zodra ze daar klaar voor zijn, blijven ze vaak nog in de buurt van het centrum hangen om gebruik te maken van de voedertijden bij de platforms. Ook de honderden toeristen maken daar gebruik van om deze prachtige beesten op foto vast te leggen. Een moeder met kind poseerde prachtig voor ons. Een bijdehand mannetje slingerde en liep nog wat tussen het publiek door en toen we later over de platforms verder liepen zaten er ook twee op aanraakafstand op de railing. Toen we in de middag weer terugkwamen liep er een oerang oetan, maar vooral een gids en een aantal toeristen stennis te schoppen, waardoor er ineens weggerend zou moeten worden. Geen idee wat er aan de hand was, maar me ook maar uit de voeten gemaakt. Bleek er een oerang oetan aan de broek van een toerist te hangen. Na al deze consternatie nog even rustig van de beesten genoten, al is het soms echt ongelooflijk hoeveel toeristen erbij staan te ouwehoeren alsof ze in de kroeg staan! Altijd een beetje jammer aan dit soort toeristische attracties, dat iedereen een ander idee heeft over natuurbeleving. Maar ja, het blijven mooie projecten om de oerang oetan te beschermen. Even als de sun bears, die in een reservaat er tegenover zaten. 's Avonds konden we mee met een nachtexcursie. We liepen weer naar het reservaat en de receptie en lockerruimte bleek ingenomen te zijn door een paar oerang oetans, die nog wat rondscharrelden en een makkelijke slaapplaats zochten. Supergrappig hoe er eentje nongalant even bij kwam liggen om ons te bewonderen. Ook op de open plek waar we vliegende eekhoorns stonden te bewonderen, kregen we gezelschap van onze roodharige vrienden. Zo veel leuker in alle rust met weinig mensen! Nu al een geslaagde nachtwandeling, al waren de vliegende eekhoorns, vliegende lemuur, kikkertjes, bosgekko's, spinnen, schorpioenen en als klap op de vuurpijl de lori (soort halfaap) ook helemaal geweldig!

De volgende ochtend maakten we nog een vroege wandeling bij het rainforest discovery center. Dit zou een vogelexcursie zijn, maar zoals dat in Azie wel eens zo gaat, bleek dit niet door te gaan. Ja, onder de noemer: je kan gewoon zelf vogels gaan kijken zonder gids. Nou ja, ook prima. Wat kleine vogeltjes en een roofvogel kunnen spotten, maar vooral veel eekhoorns. Toen we bovenin een observatietoren stonden, maakte er eentje enorm kabaal en sprong van de ene naar de andere boom. En dat direct voor onze neus! Toen we terugliepen spotte Karin gewoon ook nog even een oerang oetan. Heel bijzonder die hier ook nog even te zien!

We reden verder naar de Kinabatangan River. Hier sliepen we in superdeluxe bungalows op palen. Deze werden eerst bewaakt door de makaken die al een welkomstdrankje bij onze lunch hadden weggekaapt. Nadat we ons huisje binnenstapten, alles maar goed dicht gedaan. Het eerste uur tientallen makaken kunnen bewonderen, waarvan ook de 'big boss', die ineens op het plateautje vlak voor ons raam sprong. Via alle ramen en deuren keek hij naar binnen en leek ook nog even te checken of de deur open te maken zou zijn. Vervolgens kreeg meneer een uitgebreide vlooisessie bij de bungalow tegenover ons. Na een tijdje leek er een signaal gegeven te zijn en was er een uittocht van de vele makaken uit alle bomen om ons huisje. Wij dachten ze de komende dagen nog veel te zien, maar blijkbaar was er meer te halen op een ander resort, want wij hebben bijna geen makaak meer kunnen spotten de dagen erna. Wel een heleboel andere mooie beesten, vanuit de boot op de rivier: verschillende soorten neushoornvogels, krokodillen, verschillende apensoorten, arenden en zelfs nog iets van een flapperende oor van een dwergolifant. Zeer zeldzaam beest voor Borneo! In de avond konden we aan dit lijstje meerdere ijsvogels en uilen toevoegen. Ook zagen we de weerkaatsing van de ogen van een wilde kat.

In dit gebied wordt ook veel aan herbebossing gedaan en nog van de gelegenheid gebruikt om hieraan bij te dragen en ook een boompje te planten. Hard nodig naast de vele palmolieplantages die hier helaas ook zijn. Vanuit de bus richting Mount Kinabalu ook weer mogen zien, al reden we verderop ook weer langs prachtige bossen. In die regio komt ook de rafflesia bloem voor: de grootste bloem op aarde. Nu moet je je hierbij niet voorstellen, dat je een mooie jungletocht aan het doen bent en ineens de mazzel hebt om zo'n bloem tegen te komen. Nee, particulieren hebben deze in de tuin staan en zodra de bloem in bloei staat (slechts 5 dagen), staat er een bordje langs de straatkant en kan je voor circa 5 euro de rafflesia gaan bewonderen. In de categorie 'nu we er toch zijn' is het leuk.

Tijd voor weer wat meer actie: de beklimming van Gunung Kinabalu! (4095 meter) We werden door een regelmevrouwtje opgehaald van ons bureautje Tropical Adventure (of was het nou Rainbow Adventure...😉), die onze permits en accommodatie in het park ging regelen. Ze rende van het ene bureau naar het andere en bracht ons vervolgens naar een hostel met tweepersoons kamers. Zag er prima uit en heerlijke temperaturen op deze hoogte van 1500 meter! We aten in het restaurant, liepen nog een ommetje en na een spelletje Phase 10 maar redelijk op tijd gaan slapen. De volgende ochtend na het ontbijt kregen we het keycord met permit en werden we voorgesteld aan onze gidsen, Jamil en Zoel (schrijf je vast anders). We reden naar de toegangspoort op zo'n ruime 1800 meter en starten onze tocht met een kleine afdaling naar een watervalletje. Vervolgens begon het trappen lopen. We kozen een rustig tempo en besloten pas op het 3 km punt onze eerste korte pauze te houden. Een kilometer verder stopten we wat langer voor de lunch bij de Layang Layang hut. In plaats van makaken zaten hier op de berg een soort eekhoorns, die een poging waagden een hapje mee te eten. Vanaf dit punt was het nog twee kilometer tot Laban Rata, waar we zouden slapen. Dat leek niet veel, maar was een onophoudelijke klim over trappetjes, boomwortels en grote keien. Prachtig hoe alles om ons heen veranderde. Waar er eerst veel hoge bomen met epifyten stonden, zagen we langzaamaan ook meer varens en steeds lagere boompjes. Deze hingen op een hoogte van circa 3000 meter vol met baardmossen. Aangekomen bij Laban Rata keken we tegen spectaculaire rotsen aan. Onder ons veel jungle en wolken. De zon kleurde de wolken nog goudkleurig en na een vroege maaltijd lagen we om 19.00 uur in ons bed te genieten van het onweer en de regen. We hadden flinke mazzel, want waar velen hier op koude, grote slaapzalen lagen, hadden wij met z'n vieren een privekamer met warme douche! Zelfs de handdoeken, shampootjes en slippers worden hier blijkbaar door dragers omhoog gesjouwd! De wekker ging om 2 uur, maar echt veel was er van slapen niet terecht gekomen. Een klein ontbijt en vervolgens met hoofdlampjes op naar buiten. Aangezien de rotswand hier bijna verticaal omhoog gaat, werden dit oneindig veel trappen lopen. Verderop was continu een wit touw gespannen om over de gladde rotsen te volgen. Enkele keren moesten we hier ons echt aan optrekken om verder te komen. ("Oke, niet aan de terugweg denken") Ik merkte al dat ik op deze hoogte meer m'n best moest doen om zuurstof binnen te krijgen en de pittige klimmetjes met touw tussendoor kostten me veel kracht. Op kilometerpunt 7 (de top ligt op 8,5) was een laatste checkpoint, waar we onze permits moesten laten zien en geregistreerd werden voor de topzone. Na een korte break en laatste plaspauze liepen we rustig verder. Het waaide behoorlijk en we liepen deels in de wolken. Langzaamaan voelde ik me misselijk en duizelig worden en ben ook nog onzinnig ergens gevallen. Gelukkig op een ongevaarlijk stukje. Op een bepaald punt ging het niet meer en gaf ik aan dat het niet goed ging. De meest simpele vragen die me toen werden gesteld, kon ik niet meer volgen en het enige dat ik nog wilde was slapen. Toen een van de anderen zei, dat ik duizelig was, dacht ik: "oh, zal dat het zijn?" De gids liet me zitten om uit te rusten en blokte heel aardig de wind voor me door aan die kant te gaan zitten. De rest ging door richting de top, want lang stilstaan was met deze kou ook niet echt een optie. Na een tijdje probeerde ik weer een stukje verder te lopen, maar het ging zeer moeizaam. Ik had het gevoel over te moeten geven en voelde me na elke stap meer uitgeput. Doel was het 8 km punt, want daar zou ik beschut achter stenen kunnen zitten. Geen idee meer hoe ik daar aangekomen ben, maar wel dat ik eenmaal daar in de vele lagen warme kleding lag te rillen en klappertanden. Boven me de maan met nevel eromheen en een aantal sterren. We waren op het hoge plateau aangekomen en om ons heen lagen de vele pieken van de Kinabalu. Op de hoogste piek zag ik het lint van lampjes van klimmers naar de top. Helemaal in orde was ik niet, maar denkend aan de risico's van de hoogteziekte die ik zeer waarschijnlijk had en het risico op onderkoeling, kreeg ik heel sterk het idee, dat het veel beter zou zijn om mezelf in veiligheid te brengen een aantal honderden meters lager. Toen de gids me vroeg hoe het ging, ik nog steeds lag te shaken van de kou en hij m'n pupillen checkte, zei hij vrij resoluut, dat we gingen afdalen. Dat leek mij ook logisch. Mijn lijf was op dat moment niet meer in staat nog de laatste 500 meter te volbrengen op steile rotswanden. Bij het afdalen hielp de gids me zodat ik niet honderd keer zou vallen en terug aangekomen bij het checkpoint werd ik daar op en onder een matras gelegd in een schuilhutje. Ik was vrij snel weer op temperatuur en kon even een uurtje uitrusten. Daarna kon ik de andere drie feliciteren met het behalen van de top! Helaas hadden ze geen zonsopgang gezien en stonden ze in een wolk. Pas nu ze weer bij mij waren zagen ze voor het eerst uitzicht! Had ik even mazzel, dat ik daar nu ook weer van mee kon genieten. Ik voelde me eigenlijk weer perfect en wist nu wel vrij zeker dat het hoogteziekteverschijnselen waren die me op het 8 km punt gestopt hadden. Genietend van de waanzinnige uitzichten tot ver aan de kust met eilandjes, daalden we af. Oh ja, die steile stukken met touw. Weer een kleine overwinning en verzuurde armen. Terug bij Laban Rata hadden we ontbijt numero twee en genoten we van de mooie vergezichten. Vervolgens mochten de bovenbeenspieren aan het werk voor de afdaling en voor we het wisten stonden we alweer beneden bij de poort. Onze knieen vonden dat wel minder fijn en de laatste kilometer waren bij de meesten van ons onze benen wel veranderd in een soort spaghettieslierten..😉 Het busje bracht ons terug bij het hoofdwartier en we aten nog een lekkere lunch. Daarna werden we naar Kota Kinabalu gereden, waarbij het het beste was om je ogen dicht te doen. Allereerst om alvast wat slaap in te halen, maar vooral ook om de soms gevaarlijke acties van de chauffeur maar niet te hoeven zien...

De laatse stop op deze reis was Pulau Tiga! Een echt Robinson eilandje! Als huisdieren hadden we hier ook wat makaken, maar vooral ook een aantal grote varanen. Midden op het eiland is een moddervulkaan en we besloten hier met een aantal mensen in te gaan. Lekker ranzige bende, omdat er behalve modder ook veel takjes en blaadjes in dreven. Je benen schoten af en toe ook weer omhoog als je je wilde verplaatsen en af en toe kwam er een gasbubbel aan het oppervlak. Na nog wat modderglijbaantjes liepen we terug naar de zee om ons af te spoelen. Nogal hardnekkige modder, want zelfs onder de douche kwam het nog overal vandaan zetten en we zagen er daarna niet eens tien jaar jonger uit...😉

Karin, Marian en ik hadden inmiddels het plan bedacht om de volgende dag vroeg op te gaan staan voor een mooie zonsopgangspot. De zonsondergang was namelijk magisch mooi geweest die avond. Ik kon eigenlijk amper lopen van de spierpijn, maar als ik dan weer op zo'n mooie plek ben, wil ik ook weer op ontdekking. Na wat navraag hadden we een plan voor een wandelroute naar een rotsstrandje op de noordpunt en "nee, we hadden geen gids nodig". Even na vijven liepen we met zaklampjes richting de moddervulkaan. We spotten meerdere ratten op de route en maakten geloof ik ook wat neushoornvogels wakker: sorry! Vanaf de modderzooi gingen we verder over een onbekend pad. Daar liepen we al snel door wat hogere plantjes (niet aan bloedzuigers denken) en werd het pad geblokkeerd door een omgevallen woudreus. We zochten wat en vonden gelukkig het pad weer. Een paar gammele bruggetjes verder werd het pad weer geblokkeerd. Hier zochten we wat langer, maar wonder boven wonder vonden we ook hier het pad weer terug. Ondertussen werd het al wat lichter en wisten we niet of we de zonsopgang zouden redden. Tempo dus maar ophogen, maar de conditie van het pad liet dat niet continu toe. De twijfel begon ook toe te slaan of we een afslag naar het strand gemist hadden, maar uiteindelijk stond daar dan het verlossende bordje met "Rocky beach" en sprintten we naar de kust. Nog geen minuut later kleurde alles prachtig rood en kwam de zon op met Mount Kinabalu op de voorgrond. Geweldig mooi! We liepen terug over het paadje en hadden wederom een punt waar we heel lang dwaalden en zochten. Gelukkig toch het pad weer gevonden en vanaf de moddervulkaan nog een ander pad naar het noordwesten gevolgd richting Pagong Pagong Beach. Deze route was een stuk makkelijker en nadat we prachtig mangrovebos passeerden stonden we op het meest mooie witte zandstrand dat je je kunt voorstellen! Tijd voor een duik in de zee. Dat was zo heerlijk na al dat gezweet op de vroege ochtend. We zaten met een deadline van 9 uur voor het ontbijt, anders waren we hier zeker langer gebleven! Nadat we terugliepen schoven we dan ook precies om vijf voor negen aan en zaten we te eten als een stel uitgehongerden...

Verder relaxed aan gedaan op het heetst van de dag en nog gesnorkeld. Mooi koraal en mooie visjes! Aan het einde van de middag besloten we nog via de jungle naar de westkant van het eiland te lopen naar Larai Larai beach voor de zonsondergang. Het was eb en er was een klein eilandje met een eenzame boom te voet bereikbaar. We hadden visite van veel vogels en helaas ook veel muggen. Na de zonsondergang besloten we via het strand terug te lopen. Na een paar minuten stuitten we al op een bordje 'Beware of crocodile'. Oke, hebben wij weer. Dan maar snel doorlopen voordat het echt heel donker werd en alle boomstammen op de route even in de gaten houden. Komen we dus een enorm grote dode zeeschildpad tegen! Deze leek vrij vers met alleen wat wondjes bij de nek...om deze 'spooktocht' compleet te maken begon het ook nog te onweren en regenen. Gelukkig bleef het onweer wat verder weg al is dat geflits op het strand best spannend. Toen het 's avonds weer droog was werd er een mooi kampvuur gemaakt en genoten we van onze laatste avond op Tiga. Met wat gitaarsongs afscheid genomen van het prachtige Borneo met aardige mensen en een overweldigende natuur!

.


Additional photos below
Photos: 76, Displayed: 39


Advertisement



25th August 2017

Wat een natuurschoon allemaal zeg. Gaaf dat je zoveel moois hebt gezien. verstandig dat je stopte toen je je niet goed voelde door de hoogte. knap dat je zo'n verslag kunt schrijven. ik zou dat allemaal niet kunnen onthouden. xxx, Inge

Tot: 0.073s; Tpl: 0.024s; cc: 12; qc: 25; dbt: 0.0382s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.2mb