Sri Lanka by motorbike


Advertisement
Sri Lanka's flag
Asia » Sri Lanka
April 14th 2012
Published: April 14th 2012
Edit Blog Post

King Salomon did send galley ships to the Pearl of the Indian Ocean to gather precious stones, elephants and peacocks to seduce the Queen of Sheba. Sinbad, Marco Polo and the Dutch VOC adventurers made the journey and now my time has come to visit the old Serendib, Ceylon, the now called island of Sri Lanka. In november/december 2011 I travelled the island on a motorbike, a worn out illegal 650 Honda Dominator (max 250 cc only is permitted on the island).

Koning Salomon stuurde galeischepen naar de parel van de Indische Oceaan om met edelstenen, olifanten en pauwen de Queen of Sheba te verleiden. Sinbad, Marco Polo en Nederlandse VOC avonturiers gingen mij voor richting Serendib, Ceylon, het huidige Sri Lanka.

In een woud van naambordjes ontwaar ik op de luchthaven mijn naam met daaronder ‘Motor’. Het kan niet missen en na een kort ritje sta ik bij het huis van Suranga Pereira, eigenaar van Negombo Motorcycle Tours. Mijn aanstaande reisgezel, een Honda Dominator 650 heeft optisch de nodige kleerscheuren. Drie weken lang is dit illegale werkpaard mijn maatje. Illegaal, want een motor boven 250 cc is op dit eiland niet toegestaan. Er wordt me op het hart gedrukt dit geheim met niemand te delen. Ik rij richting noorden met links van mij Dutch Bay. Voorbij Puttalam wordt de wegkwaliteit voelbaar minder. Binnen de kortste keren hangen cockpit en zijpanelen bungelend langs de motor. De ware motorreiziger heeft tie rips bij zich en dus is het euvel vlotjes verholpen. Bij Wilpattu National Park stuit ik op een roadblock van militairen en politie. Rechtsomkeert maken is het commando vanwege overstromingen. Suranga had mij op voorhand gewaarschuwd en ik was toch al niet van plan om helemaal richting Jaffna in het noorden te rijden. In dit land van boeddhisten, moslims, christenen en hindoes laat niemand de gelegenheid onbenut om blijdschap te uiten dat er eindelijk vrede is na het jarenlange bloedige conflict tussen de regering en Tamil Tijgers in het noorden.

Terug naar Puttalam en van daaruit naar Anuradhapura met zijn vele Boeddhistische tempels. Het is bloedje heet en alleen de rijwind maakt deze natte warme deken draaglijk. Langs de weg borden waar gewaarschuwd wordt voor overstekende olifanten. In Anuradhapura bezoek ik de het grote Boeddhistische tempelcomplex met devote pelgrims, monniken en daartussen honderden apen. ’s Avonds bij het Water Garden hotel geniet ik van het concert van krekels, gekko’s en nachtvogels. Als ik met mijn hoofdlampje richting rivier schijn ketsen aan de oever de ogen van een babykrokodil in de lichtstraal. Mijn hand is net niet snel genoeg voor een succesvolle vangst. De hotelmanager heeft echter 2 flessen bier gescoord en dat is ook een mooie vangst.

Ik word wakker van het rennen van apen over de daken van mijn kamer. Het zonnetje schijnt en het leven is goed. Waar je ook kijkt akkeren boeren met honderden koereigers om zich heen in de vruchtbare rijstvelden. En overal honden. Nooit heb ik een land gezien met zoveel honden. Overal fruitstalletjes en winkeltjes langs de weg waar ik mijn dorst les met ginger beer en vers mangosap. De motor lest zijn dorst aan de pomp waar de benzine 1 euro de liter kost.

Als ik bij Habarana het smalle weggetje richting Sigiriya indraai word ik verrast door een kilometers lange haag van duizenden gele vlinders. Sri Lanka is een vlinderland bij uitstek. Dat geldt overigens ook voor vogels. Ik zie talloze ijsvogels, ooievaars, zeearenden en ander prachtig gevederte.

Rijdend door de bossen torent de Lion’s Rock plots als een knappe monoliet boven het landschap uit. Dichterbij stuit ik op een toeristencircus waar je tegen betaling van 25 dollar de berg op wordt gejaagd. De Sri Lankanen mogen voor 0.25 dollar naar boven. De parkeerwacht tipt mij dat de beklimming van nabij gelegen Pidurangala minstens zo boeiend is. Ik rij door de bossen en stop bij een prachtige Bodha boom met een Ganesha olifantenkapelletje en een echte olifantenschedel. Het ticket voor de beklimming van de Pidurangala koop ik voor 2 euro bij een jonge monnik. Als ik de trappen omhoog loop is een filmploeg bezig met opnames. Ik bied de vrijwillige diensten aan van deze Brad Pitt maar dat aanbod slaan ze schuddebuikend af. Met hulp van de jonge monnik lukt het bij een tweede poging de doorsteek te vinden naar de top. Het schitterende uitzicht op Sigiriya en omgeving als beloning.

In Dambulla bezoek ik de imposante Gouden Tempel en de prachtige Rotstempel met zijn vele beelden en fresco’s. Verder gaat het richting Matala. Overal in Sri Lanka word je omringd door majestueuze, monumentale bomen. Langs de route ook veel kruiden- en specerijenparken. Vlak voor Matala draai ik richting Rattota naar de Knuckle Mountain Range. Een prachtige route door de bergen en theeplantages en een ecologisch paradijs. Via Pallegama en Elahera rij ik terug richting noorden naar Polonnaruwa. In Polonnaruwa blijf ik 2 nachten en bezoek de grote archeologische site. Bij het guesthouse hangt een enorme kolonie fruitvleermuizen in de bomen die ’s avonds uitzwermt.

Muggen zijn overal in Sri Lanka een plaag. Muskietennetten vind je in elke hotelkamer en hier gebruikt men tijgerbalsem als probaat ayurvedisch anti-muggenmiddel. Geen dieren gevaarlijker dan muggen. Van malaria, dengue tot gele koorts en ze komen alle drie voor in Sri Lanka. Nog gevaarlijker is het verkeer. Met doodsverachting wordt op tweebaanswegen ingehaald door bussen en vrachtwagens en alle andere verkeer aan de kant gedrukt. Vooral de roetproestende Ashok Leyland bussen zijn de ergst denkbare verkeerterreur . Je hebt de ene roettoeter nog niet ingehaald of je hangt alweer achter de volgende. Ook al staat er elke paar kilometer een politiecontrole, de terreur neemt geen einde. Ik word zelf ook regelmatig aangehouden door de wegpolitie, meestal om te horen waar ik vandaan kom en soms na een verkeersovertreding. Altijd word ik lachend en zonder betalen uitgezwaaid.

Rijdend naar Trincomalee aan de kust in het Noordoosten word ik overvallen door een tropische regenbui. Ik schuil in een theehutje terwijl het hemelwater met bakken naar beneden komt. Op een paadje richting het strand bij Pigeon Island draaien mestkevers met wetenschappelijke precisie in recordtempo gehaktballen van koeienpoep. Nooit gezien, fascinerend!

Mijn schakelpedaal is lam en de vertanding op de as weggesleten. Ik sta nog niet stil of er staat hulp naast me. Met de provisorische reparatie red ik het tot een motorwerkplaats. Met veilen, zagen en lassen wordt het euvel verholpen. In de tussentijd help ik vissers bij het binnenhalen van de netten. Een loodzware bezigheid voor een povere vangst.

Tussen Trinco en Batticaloa kom ik in de moordende hitte groepen fietsers tegen met een onvoorstelbare lading hout op hun fiets. Als nijvere mieren fietsen ze in colonne door het landschap. Wat een slavenarbeid. Een prachtig beeld van Sri Lanka zijn, waar je ook komt, de lachende kinderen in smetteloze witte schooluniformen op weg van of naar school. De meiden vaak voorzien van parasols. In Batticaloa bezoek ik het Nederlandse VOC-fort. De VOC-kwam hier voor specerijen maar ook voor olifanten die ze kan weer als geschenk meenamen voor de keizer van Japan in ruil voor handelsgunsten. In Dutch Bar een wijk in Batticaloa wonen nu nog veel Burghers, Sri Lankanen die afstammen van de VOC zeelieden en die namen dragen als Pieterszoon, Balthasar, Outschoorn. Op een monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de tsunami in 2004 in Dutch Bar prijken ook Nederlandse namen. Valkbij staat een hindoe tempel die door de tsunami van zijn sokkel is gespoeld en als een scheve toren van Pisa in het zand staat. Ik les mijn dorst in een drinkhol in Batticaloa, slaap in een YMCA, verorber een lokale curry maaltijd en deel mandarijnen uit die hier overal te koop zijn. Het is ten slotte Sinterklaas.

Via Kalmunia en Ampara rij ik weer het binnenland in. Varanen kruipen over de weg en af en toe een slang. Ik bezoek de oeroude Vedda stam van jagers en verzamelaar bij Dambana en maak kennis met de chief. De overnachting is aan het Sorabora Wewa meer bij Mahiyangana.

De Dominator accelereert lekker bij inhaalmanoeuvres maar regelmatig stottert en pruttelt het beestje en slaat af. Oorzaak een vapor lock. Met het opendraaien van de tankdop is het euvel verholpen. De olie die bij de Dominator in het frame zit hoeft ook na 1000 km niet bijgevuld te worden. De mooiste route van de reis is een doodlopend en gedeeltelijk off-road weggetje van 80 kilometer van Hunnasgiriya naar Memure. In Memure word ik beloond met een fantastisch panorama op de Knuckle Mountain Range.

Het is heerlijk rijden in de bergen en het wordt pas drukker richting Kandy. Kandy is als stad een aangename verassing. Tussen de vele guest houses die tegen een steile heuvel geplakt liggen, vind ik een slaapplaats. Het centrum en de overdekte markt is een bezoek waard. Een bezoek aan de ‘Temple of the Tooth’ waar het enige relikwie van Boeddha bewaard wordt is een must. Ik ben er op een zondag en de devotie van de vele bezoekers in combinatie met de pracht en praal ontroert.

Op weg naar Nuwara Eliya bezoek ik de Hellbode theeplantage bij Pussellawa. Er wonen en werken 800 mensen op de plantage van 350 hectare en het pad vanaf de hoofdweg naar de theefabriek is 12 kilometer rijden. Vanuit Nuwara Eliya neem ik de tuk tuk naar Nanu Oya voor een avontuurlijke treinreis van 2 uur voor 50 rupees (0.35 euro) door de bergen en theeplantages naar Bandarawella. Twee uur doet de trein over de 30 kilometer en daarvoor ben ik de hele dag in touw inclusief de terugreis met de bus. De volgende dag tuf ik met de motor door het prachtige groene berglandschap, langs koeien en tuinderijen. Ambewela, is de zuivelschuur van Sri Lanka. Ik bezoek natuurreservaat World’s End met de Baker watervallen en wandel vele kilometers op deze hoogvlakte op 2000 meter. Op afstand zie ik Samba herten maar helaas geen luipaarden. De meest bijzondere ontmoeting is met een wilde kip. Later op de dag meander ik op de motor over steile afdalingen en klimmetjes door bossen. Bij Haputale is het spectaculair rijden door de bergen met theeplantages richting Lipton Seat. De theepluksters zwaaien en lachen met hun monden, rood van het kauwen van betelnoot.

Ela staat bekend om zijn waterval maar de bergachtige omgeving vind ik minstens zo indrukwekkend. Het dorpje is goed ingespeeld op toerisme. Van internet tot cocktailbar en hamburgers, het is er. Mijn ontbijt bestaat uit gurd, een soort yochurt en honing die niet van bijen komt maar rechtstreeks van de bloem van een boom. Ik word door een mooi meisje naar binnen gelokt voor een ayurvedische massage. Te vroeg in de ochtend en naar ik later verneem had deze mooie sirene meer in petto.

Via Buttala rij ik door Yala National Park naar Kataragama en Tissamaharama. Daar staan tientallen safari jeeps als aasgieren langs de weg om toeristen te strikken voor Yala National Park. Een groot natuurpark waar je olifanten, krokodillen, beren maar vooral luipaarden kan spotten. Het is een grote toeristenkermis die ik graag oversla. Als ik langs Udawalawa National Park rij zie ik wel 10 olifanten langs de weg.

Bij Madunagala bezoek ik warmwaterbronnen waar je met emmertjes uit verschillende bassins je je met steeds warmer water mag overgieten. Twee jongentjes zijn meegelopen en lachen zich een kriek als ik in mijn onderbroek sta te dansen onder het hete water. Bij Ambalantota bereik ik de zuidkust. Hoog op de rotsen bij een vissersdorp ligt een boot, daar neergelegd door de tsunami op tweede kerstdag 2004. In Tangalla neem ik een hotelkamertje in hotel Sea View, direct aan het strand met een heerlijke verkoelende zeebries. Het zeewater is warm, de branding fors.

Bij Wellgama zie ik steltvissers die op een hoge paal in zee hengelen naar vis. Maar als ik foto’s wil maken glijden ze als de brandweer van de palen en vragen een dagloon in ruil voor een foto. Alle toeristen zijn de klos. Traditionele steltvissers hebben plaats gemaakt voor moderne geldvissers.

Ik bezoek Galle, beroemd vanwege zijn Nederlandse fort. Het is een drukte van jewelste. Tuk tuks, auto’s, toeristen en schoolkinderen wurmen zich door de nauwe straatjes van het fort. Boven de poort het wapen van de VOC en ik zie een straatnaam ‘Leyn baan’ op een plein bij een monumentale bodha boom. In al die drukte is de Nederlands Hervormde Kerk met zijn vele oude Nederlandse grafstenen een oase van rust.

Vier volle dagen breng ik door op het strand in Hikkaduwa met zon, zee, strand, boek, en in de avond steevast een regenbuitje. Elke middag verschijnt op een vast tijdstip een oude hippie op het strand. Hij rolt zijn matje uit en legt zijn pothelmpje ernaast. Een korte duik in zee, 10 minuten plat in de zon en vervolgens vertrekt hij weer. Na vier dagen ontwaar ik de tekst op zijn t-shirt. Er staat: ‘Every day the same shit’. Op de ongemanierde en botte Russen na is het lekker relaxed op dit hippe surfstrand.

In Telwatta bezoek ik het tsunami foto museum, een initiatief van de Nederlandse Jacqueline van Oostveen. Hier spoelde de tsunami een complete trein weg waarin mensen hun toevlucht namen omdat ze hoopten veilig te zijn. Triest gevolg, tientallen doden. Het museum is niet meer dan een vervallen schuurtje en de foto’s hangen er vergeeld en vergeten bij. Misschien maakt het juist daarom zoveel indruk. Het aantal slachtoffers van de tsunami in Sri Lanka wordt geschat op 40.000.

Terug naar Negombo is een paar uur rijden wordt gezegd. Ik doe er bijna een dag over om de zuidwest kust en het helse verkeer van Colombo te passeren. Drie weken, 2100 kilometer en vier boeken verder is de reis weer voorbij. De grootste indruk die deze reis achterlaat zijn de altijd glimlachende en vriendelijke Sri Lankanen.


Additional photos below
Photos: 131, Displayed: 31


Advertisement



19th June 2012

Hey arno, is there any chance that you could upload a translation of this post? Really keen to know about the trip to Meemure, Knuckles. I don't think its on the typical tourist map. Those are the places where you can see the raw rural Sri lankans. Its amazing how they are so open hearted. Greetings from Australia#

Tot: 0.141s; Tpl: 0.018s; cc: 11; qc: 71; dbt: 0.0793s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.4mb