Leuke boottocht en bezoek aan Cape Range.


Advertisement
Australia's flag
Oceania » Australia » Western Australia » Coral Bay
November 19th 2006
Published: December 18th 2006
Edit Blog Post

Zondag 19 november.

Vannacht was het al heel wat frisser geworden maar in de voormiddag warmde het weer flink op. We hadden een boottocht gereserveerd die om 9u30 vertrok. Aan de zelfde pier waar onze boot zou vertrekken, was ook het Seafearers Centre van Dampier gelegen en omdat we hoopten daar nog wat te kunnen mailen waren we al om 8u30 ter plaatse. Dampier bleek zo 'n onbetekenende haven te hebben dat het centrum gesloten was op zondag tot 15u30, het moment dat er een kerkdienst begon. We zochten een plaatsje in de schaduw op en keken hoe er constant auto's met trailer en boot kwamen aanrijden en heel snel hun boot te water lieten om een zondagje op zee door te brengen. Het duurde telkens maar een kwartiertje maar er was geen moment dat de helling waar twee boten tegelijk te water konden, vrij was. Opvallend was hoe de trailer met wagen geparkeerd werd: deed hij het dan was dat op minder dan twee minuten gedaan, deed zij het dan werd er telkens eerst even bij een kraan met slang gestopt om zorgvuldig het zeewater van de trailer te spoelen.
Rond 9u zagen we een typische Australische toerist aanstappen: korte broek, teenslippers, typische zonnebril, petje en een bontgekleurd overhemd. Het bleek Fred te zijn die met ons dezelfde boottocht zou maken. Hij kwam bij ons zitten en bleek een gezellige babbelaar die we redelijk goed konden verstaan. Hij was inspecteur van de roadtrains en moest nagaan of die niet te zwaar geladen waren omdat dat overgewicht de wegen aanzienlijk aantastte. Hij woonde in Perth maar moest voor zijn werk door heel West Australië op patrouille: 12 dagen op verplaatsing met daarin maar één vrije dag, leverde hem een extra vrije dag voor een lang weekend thuis op waarna hij nog 4 dagen de dossiers op het bureau in orde moest maken om dan nog een week in de omgeving van Perth te patrouilleren. Telkens waren ze voor drie maanden met eenzelfde partner op pad, waarna de ploegen werden herschikt. Nu hadden hij en zijn partner een vrije dag op hun patrouille in de buurt van Port Hedland. Zo te horen hadden hij en zijn huidige werkpartner niet veel gemeen: Fred reed liefst met open raam rond en gaf niets om de warmte, zijn partner reed het liefst met de airco op en dus de ramen dicht. Normaal hadden ze in een caravanpark een cabine met twee slaapkamers maar hier in Dampier kon dat niet en sliepen ze in dezelfde slaapkamer: Fred naast het open raam en zijn partner naast de airco die op volle toeren draaide. Fred vond het leuk om op zo'n vrije dag iets te gaan doen en had voor vandaag deze tocht uitgekozen, zijn partner zou heel de dag voor de TV zitten bij de airco, wat filmpjes huren en regelmatig zijn biertje drinken. Fred was moeilijk in te schatten qua leeftijd. Qua manier van doen zou je het hem niet aangeven maar hij moest zeker onze leeftijd hebben en vertelde over zijn eerste kleinzoon, Cameron, die pas geboren was en die hij over enkele dagen voor het eerst zou zien als hij weer in Perth was. Hij vertelde duidelijk heel makkelijk over zichzelf maar vroeg ook naar onze bezigheden thuis en onze ervaringen in Australië. Hij was uiteraard geïnteresseerd als we het over de rijgewoontes hadden die zo konden verschillen van bij ons. Zo waren we al heel veel 'oversized' transporten tegen gekomen die meestal wat breder en soms nog wat langer waren dan een normale roadtrain. Telkens rijdt er vooraf dan een wagen met oranje knipperlicht en een waarschuwingsbord maar meestal is er plaats genoeg op de weg. Een keer echter besloeg het transport de volledige breedte van de weg maar we vroegen hem hoe we dat op tijd konden zien: we hadden de signalisatiewagen wel gezien maar waren gewoon doorgereden totdat een tweede volgwagen (politiewagen) ons bijna van de weg reed. Gelukkig was er plaats geweest om opzij te gaan want iets later kwam het reusachtige transport met een flinke snelheid eraan en toen was er geen plaats voor een tegenligger. Niet altijd is het mogelijk om direct de berm in te duiken dus vroegen we Fred hoe we op tijd konden weten wanneer het menens was. Hij vertelde dat in dit geval de eerste waarschuwingswagen niet alleen een oranje knipperlicht moest hebben gehad maar dat hij dan ook met zijn koplampen moest knipperen. Is dat het geval, vertelde hij, wacht niet af maar zoek direct een plaats om uit te wijken want dan is het menens. Twee weken nadien hadden we nut van deze info die Fred ons gaf, toen we weer een signalisatiewagen met knipperlicht en ook met knipperende koplampen tegenkwamen. We stonden dan wel net op tijd in de berm voordat de spookrijdende politieauto verscheen met achter hem weer twee vrachtwagens die telkens bijna de breedte van de weg nodig hadden.
De tijd ging zo snel voorbij en op een gegeven moment zagen we de zeilboot waarmee we de tocht zouden maken naar de pier varen. De schipper heette ons welkom en even leek het of we met zijn vieren de enige passagiers zouden zijn. Net voordat we vertrokken kwam er nog een koppel aan dat ook voor deze tocht geboekt had via het Visitor Centre.
De schipper had heel wat te vertellen over wat er in het water rond de Dampier Archipelago leefde, over de eilandjes die we onderweg tegenkwamen maar ook over de activiteiten wat mijnbouw en transport betreft van die streek. Opvallend was een langgerekt en nogal troosteloos eiland met op een uitstekend punt wel een indrukwekkend bouwwerk uit natuursteen. Daar stond ook een bosje palmbomen en wat struiken alsof er daar een oase was. Het was Sam’s Island, vernoemd naar diegene die er ongeveer 40 jaar had gewoond en het bouwwerk eigenhandig had gebouwd en ook de bomen en struiken had aangeplant en onderhouden. Sam was enkele jaren geleden (82 jaar) op zijn eiland overleden en nu zou het eiland onder zijn naam weer in goede staat gebracht worden om als vakantieverblijf voor toeristen te dienen.
Het werd een aangename en ontspannen tocht waarbij er drie maal werd gestopt om te zwemmen. De eerste keer was het bij een rotsachtig eilandje waar de schipper, terwijl wij wat snorkelden, oesters uit het water 'plukte'. Dit betekende dat hij heel wat keren gewapend met een hamer moest duiken om de oesters van de rotsen los te kloppen. Zo kregen diegene die het wilden een maaltijd verse oesters aangeboden. Van ons drieën bleek enkel Berna een liefhebber van oesters zodat zij en Fred er aardig wat konden verorberen. De tweede zwempauze was voorzien op het eiland Mallus, dat een prachtig verlaten strand had. Op het strand stonden wel enkele 'shags', containerachtige verblijven, waar de eigenaars af en toe een korte vakantie komen doorbrengen. De shags zijn voorzien van generatoren om elektriciteit op te wekken en een voorraad opgevangen regenwater dient voor het sanitair maar voor de rest moet men wel alles meenemen, ook het drinkwater. Het was weer een ideale plaats om te snorkelen wat we daar natuurlijk ook deden. Weer aan boord aten we onze lunch die we zelf hadden meegenomen en werd nadien de terugtocht ingezet. Onderweg werd er nog even op 'volle zee' gestopt om nog voor een laatste keer te zwemmen.
Iets na vier uur waren we weer terug aan land. Met Fred werd er in een bar aan de haven nog wat gedronken en nagepraat: zowel hij als wij waren dik tevreden met de aangename tocht en de sympathieke schipper. Als we in Perth waren moesten we hem maar eens bellen, bij hem was er altijd wel plaats. Klaarblijkelijk was het hem menens, want hij belde even naar zijn vrouw om te vragen of de logeerkamer op 20 december (de dag dat we de kampeerwagen in Perth moesten afleveren) vrij zou zijn. Daarna gingen we weer terug naar de rustige camping die zelfs nog wat rustiger geworden was: behalve onze kampeerauto stond er maar één andere auto. Voor de uitbaatster maakte het niet veel uit: ze liep nog steeds rond met haar papegaai en had dus altijd aanspraak.


Maandag 20 november.

Vandaag vertrokken we richting Exmouth met de bedoeling om te overnachten bij het Nanutarra Roadhouse waar ook kampeerplaatsen zijn. Het rijden verliep echter heel vlot en de omgeving van het bewuste Roadhouse was nogal saai zodat we, met enkele tussenstops, toch tot Exmouth doorreden zodat we die dag 570 km hadden afgelegd.
We vonden daar een mooie camping met alweer heel weinig volk. Er waaide een aangename frisse bries en toen we net zaten te aperitieven zagen we zowaar Fred rondlopen: hij en zijn partner waren op hun inspectietocht ook tot hier geraakt en zouden op dezelfde camping, maar in een cabine met twee slaapkamers, overnachten. We nodigden hem direct uit en er werd weer voluit gebabbeld en er werden ook E-mail adressen uitgewisseld. We konden Fed maar één biertje aanbieden, voor de rest hadden we alleen wijn. Dat was geen probleem, af en toe liep hij naar zijn cabine om een biertje te halen. Het was weer heel gezellig maar het was wel opvallend dat er dit keer beduidend steviger werd gedronken dan anders. Dat beloofde wat voor in Perth!


Dinsdag 21 november.

Door het vlotte transport van gisteren hadden we vandaag een extra rustige dag in Exmouth. Er werd dus weer aan het verslag gewerkt, de 'klachtenmail' naar Ezitours werd voorbereid en er werd grondig nagegaan hoe we het Cape Range National Park zouden bezoeken. We planden om er drie dagen te blijven zodat we de nodige inkopen moesten doen want in het park zouden we niet veel kunnen aankopen. Berna en ik kochten ook nog een snorkeluitrusting: we zouden er veel op eigen houtje gaan snorkelen en Nora had haar uitrusting van thuis meegenomen maar wij niet.
In een internetcafé zonder airco waar het 38 C was, bijna zo warm was als buiten, namen we toch flink de tijd om te mailen en de weblog aan te passen. Nadien moesten we uiteraard bij een fris glaasje wijn afkoelen voor we aan het avondeten begonnen.


Woensdag 22 november.

Na een vroeg ontbijt reden we 12 km tot Bundegi Beach. Het was er helemaal verlaten en we maakten er eerst een mooie strandwandeling voor we gingen snorkelen. De plaats die we hadden uitgekozen bleek ideaal: heel dicht bij het strand vonden we al koraal waar we zeer veel verschillende vissen zagen. De vissen vertoonden veel verschillende kleuren maar het koraal vonden we wat flets. Dit is eigenlijk niet zo verwonderlijk omdat onder water de meeste kleuren vervagen en enkel blauw nog tot redelijke diepte goed zichtbaar is. Als er in een natuurprogramma prachtige kleuren onder water te zien zijn dan heeft men altijd kunstmatige belichting gebruikt.
Na het snorkelen reden we door naar het Vlamingh Lighthouse waar we door de hoge ligging een mooi uitzicht hadden over de omgeving, de zee en het Ningaloo Reef dat we de volgende dagen intensief zouden bezoeken.
Op de middag werd het zeer warm. In het Jurabi Turtle Centre konden we nog wat informatie lezen over de levenscyclus van de verschillende soorten zeeschildpadden in het Ningaloo Reef en de gedragcode om met deze schildpadden om te gaan.
Bij Mangrove Bay stopten we voor een korte wandeling langs de mangrove struiken die zeer belangrijk zijn voor de vele vogels die hier kunnen schuilen en naar eten zoeken. We gingen even kijken bij een zeer goed opgestelde observatiehut waar men een heel goed zicht had op een kleine baai omgeven door mangrovebosjes. Men kon er regelmatig vogels zien landen om er visjes te vangen. De hut was zeer goed geplaats zodat de vogels niet verstoord werden. Een Duits koppel zat er uitgebreid vogels te observeren, gewapend met verrekijker en naslagwerk om de vogels die ze zagen te identificeren. We besloten ze rustig te laten doen en later nog eens terug te komen.
Het laatste dat we nog deden voor we de kampeerplaats opzochten, was een bezoek aan het Visitor Centre. Er was heel wat interessante informatie te vinden. In een rustig hoekje begon juist een videovoorstelling over de verschillende dieren die typisch waren voor het Ningaloo Reef en daar bleven we natuurlijk naar kijken.
Om naar onze kampeerplaats te rijden moesten we ongeveer 20 km terug rijden, net tot buiten het Park. We kwamen onderweg af en toe een emoe tegen en ook een bushkalkoen. We waren redelijk laat op de camping, het kantoor was al dicht. Er hing wel een bericht dat men een plaats kon zoeken en dat er de volgende dag pas betaald moest worden.
In het National Park zijn er ook wel kampeerplaatsen maar zonder elektriciteit. We wilden een standplaats met elektriciteit, vooral voor de koelkast die op de accu van de auto niet veel presteerde en daarom hadden we dit caravanpark uitgekozen. De stroomvoorziening in de camping werd door generatoren verzorgd, waardoor airco en elektrische kookvuren niet gebruikt konden worden. Met een beetje stunt en vliegwerk (even eerst al de rest wat elektriciteit verbruikt afzetten, daarna toch nog twee keer de automatische zekering van onze stroomvoorzienig opnieuw aanzetten) konden we toch onze elektrische waterkoker gebruiken om het water van de koffie te koken. De kampeerplaats had wel een prachtig zwembad, niet overdreven groot maar wel tot 2m diep. Dit zwembad zouden we telkens voor ons alleen hebben. Het was een idyllische plaats, een zwembad met zeer helder en schoon water, helemaal voor je alleen, onder de palmbomen en een stralende zon en dat eind november!
We maakten al een beetje een keuze wat we hier aan tours wilden doen: we zouden de volgende dag om 11u een boottocht door de Yardie Creek doen aan de andere kant van het Park waar de verharde weg ophield. Deze tour hadden we al vastgelegd in het Visitor Centre. We hoopten de dag nadien in de ochtend met de glasbodemboot naar het koraalrif te varen om er onder begeleiding te snorkelen en diezelfde avond een vlucht te kunnen maken over het Cape Range National Park. Er stonden ook nog enkele snorkeltochten in Turquoise Bay en een wandeling op het programma zodat we ons de eerstvolgende dagen niet zouden vervelen.


Donderdag 23 november.

We stonden om 6u op na een goede en niet al te warme nacht ondanks dat we in de kampeerwagen dit keer geen airco hadden. Er was een beetje bewolking maar de temperatuur was toch al 26°C. Behalve onze kampeerwagen stonden er op de kampeerplaats nog twee caravans en een andere camper. In het office van de kampeerplaats, dat om 7u30 openging, zouden we al onze tours kunnen boeken. Kort nadat de uitbater onze boeking voor de glasbodemboot telefonisch had doorgeven, stopte voor het kantoor een busje met aan het stuur Alek, de schipper van de glasbodemboot. Hij had de reservatie net op de voicemail gehoord en kwam zeggen dat vandaag de laatste tocht voor die week om 8 uur zou vertrekken want de eerstvolgende dagen zou het water te laag staan om nog veilig te kunnen uitvaren. Hij verzekerde ons dat we na zijn tour van 2 uur tijd genoeg hadden om naar Yardie Creek te rijden om daar om 11u te zijn. In allerijl besloten we om vandaag mee te gaan, we moesten dan wel direct naar de pier gaan waar de boot vertrok terwijl Alek nog enkele andere toeristen ging ophalen. De uitbater van het caravanpark had alles gevolgd en zei dat we dan maar direct moesten vertrekken: de betaling van onze standplaats konden we vanavond wel doen en hij zou ook al contact opnemen met eigenaar van het vliegtuigje voor onze scenic flight.
We waren nog goed op tijd bij de glasbodemboot. Er waren slechts vier andere passagiers zodat we plaats genoeg hadden. Alek, de schipper en gids was redelijk jong maar kon zeer gedegen informatie op een leuke manier brengen. Hij was uitgebreid aan het vertellen toen Berna, Nora en ik een zeeschildpad onder ons zagen zwemmen. We wilden hem niet onderbreken en dachten dat we er nog wel veel meer zouden zien, maar het bleek die dag de enige. Hadden we het hem gezegd, had hij zeer de boot gedraaid om iedereen de kans te geven alles goed te zien. Na een leuke tocht over het rif, had hij een goed plaatsje waar hij zijn anker kon uitgooien, zonder het koraal te beschadigen. We konden er uitgebreid snorkelen en kregen heel mooie stukken koraal en weer een heel scala aan vissen te zien. Op de terugtocht vertelde Alek over Emma, de haai die hier haar vaste plaats had gevonden. Ze deed geen mens kwaad, maar Alek vond het toch maar beter om pas nà het snorkelen over Emma te vertellen. Soms hadden toeristen op de terugtocht het geluk haar door de glasbodem onder de boot te zien zwemmen. Vorige week was dat nog het geval geweest. Dit geluk bleek niet voor ons weggelegd. Emma had wel één keer het snorkelplezier bedorven: ze was al vlak na het vertrek van de boot opgedoken en was met veel plezier en duidelijk zichtbaar voor iedereen, een zeeschildpad aan het oppeuzelen. Na dit toch wel uitzonderlijk spektakel waren er toen ineens veel minder snorkelliefhebbers dan anders.
Na de boottocht van ruim twee uur, moesten we ons nog even omkleden en ook dringend een toiletpauze inlassen. Om 10u30 konden we vertrekken maar we zouden het, volgens Alek, makkelijk in 20 minuten halen, don't worry. Yardie Creek bleek echter bijna 60 km verder te liggen. Op de smalle en niet altijd even vlakke weg door het Park was de maximum snelheid 80 km/h. Scherp uitkijkend naar emoes, wallabi's en bushkalkoenen scheurden we dan maar met een vaart van 90 a 100 km/h richting Yardie Creek. We zagen dat we te laat gingen komen, maar harder rijden ging niet dus hoopten we maar dat de boot op ons zou wachten. De aanduidingen bij Yardie Creek om de aanlegplaats van de boot te vinden waren erg onduidelijk, wat bijdroeg tot onze nervositeit en ons nog wat meer tijd deed verliezen. Ruim 20 minuten over tijd kwamen we op de pier aan, en zagen ons bootje een paar honderd meter verder de kreek invaren: de schipper had waarschijnlijk 15 min op ons gewacht en was dus net weg. Wat Berna en ik niet durfden, deed Nora, ze riep de schipper aan ... en het bootje draaide zowaar. Vijf minuten later werden we (met vuurrode hoofden van schaamte) aan boord verwelkomd, meewarend aangekeken door een viertal andere passagiers.
De boottocht door Yardie Creek was een prachtige tocht met een uitzonderlijk goede gids die heel wat informatie op een heldere manier kon doorgeven. We hadden dus veel geluk gehad dat we nog mee konden, en beseften later pas hoeveel geluk. Op de rotsachtige oevers van de kreek leven de zeer zeldzame Blackfooted Rockwallabi's: dit zijn een soort van kleine kangoeroes, maximaal 70 cm groot. Er zijn er in het park ongeveer een 70 tal, waarvan er een 17 op plaatsen leven waar de boot voorbijkomt. Het maximum aantal dat tijdens een dergelijke tocht ooit werd waargenomen, lag op 10 stuks maar het gebeurde ook wel dat er geen enkele werd gezien. Wij telden er die dag 8, wat dus zeer uitzonderlijk was. We zagen heel wat andere watervogels maar één van de attracties waren enkele enorme nesten van Whitebreast Sea-eagles. Deze nesten waren er al in 1860 en er bestonden uitgebreide vermeldingen en tekeningen van uit die tijd. De nesten waren nu ingenomen door valken, want de bewuste arenden waren er al lang niet meer gesignaleerd. De gids had dit net gezegd toen zijn mond bijna letterlijk open viel: op een van de nesten zat heel parmantig een dergelijke arend, alsof dat heel normaal was. De gids verzekerde ons dat dit de eerste keer was dat hij hier een arend had gezien, en hij deed dit werk toch al heel wat jaar. Dergelijke verassingen kwamen er niet meer maar het was een prachtige uitstap waar we nog heel wat vogels, vissen en mooie roze hibiscussen in bloei en leuke mini-boabs zagen.
Nog onder de indruk reden van de mooie cruise reden we een stuk terug om onze picknick in de auto (motor stationair en airco aan) te eten op een parking met mooi zicht op een verlaten strand. Het was te warm voor een wandeling dus reden we naar Turquoise Bay om er te snorkelen. De baai had zijn naam niet gestolen, het water had er een prachtig blauwe kleur. We zagen enkele andere mensen snorkelen dus zochten we een plaatsje niet te ver uit de buurt. Het was even zoeken, maar op nog geen 20 m van het strand vonden we een prachtig plekje koraal met weer een grote variatie aan vissen. Heel voldaan zochten we nadien weer onze kampeerplaats op. Eerst gingen we het zout afspoelen in 'ons' zwembad, daarna werd de kampeerplaats betaald voor de twee dagen dat we hier zouden verblijven. We konden ook de scenic flight vastleggen voor de volgende dag: de landingsbaan lag vlak naast de camping. De volgende dag om 15u30 zou ons vliegtuigje er landen. Voordien mochten we nog even van het zwembad van de camping gebruik maken hoewel we die dag om 10u eigenlijk al uitgeboekt zouden zijn.
Het spreekt vanzelf dat ons aperitiefje weer zeer goed smaakte. We werden trouwens weer vermaakt door een bende luidruchtige Galah's die wat herrie maakten om een watersproeier en de goede zitplaatsen op de droogrekken van de camping.


Advertisement



20th December 2006

Fred familie?
Awel Wim, de foto is wellicht niet erg duidelijk, maar Fred lijkt wel een beetje een ver familielid van jou. Tot na de 23e voor jou en Berna.

Tot: 0.268s; Tpl: 0.029s; cc: 10; qc: 26; dbt: 0.1599s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.1mb