Deel 15


Advertisement
Australia's flag
Oceania » Australia » Queensland » Cape Tribulation
October 2nd 2011
Published: October 3rd 2011
Edit Blog Post

Deel 15: 2 oktober, zondag
Jeetje, wat een lawaai vannacht. Zoveel vogels hier en we werden gewekt om 5 uur door de Kookaburra’s. Dat was heel lang geleden, wel 3 jr om precies te zijn. In ons huis in Korora, bij Coffs Harbour, hadden we er een stel in de tuin. Het went, dat wel. Maar zo’n eerste keer is toch altijd weer erg onrustig. Ze noemen de Kookaburra ook wel de Bushman’s Clock. Toch nog wat gedoezeld, maar om 7 uur al onder de douche. Lekker bacon en egg’s gemaakt, nog wat gelezen en gesproken met 2 birdwatchers: “Kom en kijk, wat een bijzondere vogels!”. Verhip, zei ik, dat zijn Tawny’s Frogmouths. Ze keken me verbaasd aan. Ook van deze zeldzame uilen hadden wij een echtpaar wonen in onze Korora tuin. Mooie foto’s gemaakt. Je ziet ze bijna niet, zo gaan ze op in de kleur van de boom waarin ze zitten. Prachtige beesten.
Het was een leuke campspot, aan de éne kant een mangoplantage en aan een andere kant de Gorge met enorme keien en de rivier, die er door heen raasde. Erg droog daar in de buurt. Onderweg naar de Granite Gorge weer veel bushfires. Op het nieuws zagen we, dat niet alleen half NT in de fik stond, maar dat ook Central Qld aan het branden was. Dat hadden we al gemerkt.
Uiteindelijk om 11 uur de hort op en al snel kwamen we in Mareeba, alwaar Nastasi’s Internet Café. Stop, daar moeten we zijn. Af en toe worden we iebel van het slechte bereik. De nieuwe tickets in ieder geval uit kunnen printen en een nieuwe blog opgestart om dit reisverslag te plaatsen. Gek werd ik van Weblog, dus nu over op Travelblog. Het ziet er nog heel saai uit, maar dat is even niet anders. Ik heb geen zin om tijdens het reizen het wiel met een nieuwe site uit te vinden. Dat kost teveel tijd. Het liefste ga ik ook weer terug naar onze oude Weblog, maar dat puzzel ik thuis wel uit. Gelukkig had ik snel door hoe ik mijn reisverslag moest uploaden, maar toch nog 2 uur daar gehangen én koffie gedronken (melkbak, brrrr).
Toen weer op weg gegaan. Zo’n 300 km naar Cooktown via de inland highway, Peninsula Developmental Road genaamd. Prima weg, kronkelend door de Great Dividing Range, op naar het noorden, Daintree National Park rechts van ons, even latend voor wat het is. Heel veel “wandering stock”, dus voorzichtig rijden. Eerst Cooktown en proberen te skypen met de kinderen. Hier ergens willen we vannacht blijven en dan nog 6 dgn voor het stuk Cooktown-Cairns, 300 km, 50 km/dag, dat gaat ons lukken. We kijken uit naar Daintree NP, Cape Tribulation, Mosmann Gorge, Wanga Beach. De coastal route Cooktown/Cairns is weliswaar gedeeltelijk unsealed en er moet ook nog een river gecrossed worden met een ferry over Daintree River.
Cooktown bleek een kleine stad. Stad vind ik zelfs een groot woord. Het was verrassend om de Pacific Ocean weer te zien, zo mooi blauw groen. Ik snap wel waarom Captain Cook hier toendertijd aan land ging. Hele mooie baai. Er zijn hier nog van die oude Queenslander gebouwen, hoog op de poten met mooie balkons. Gezocht naar een internetcafé voor skype, maar helemaal niets van dat alles. Zelfs de pubs uitgestorven. De hoofdstraat eindigde in de vissershaven en daar hebben we bij de take away fish ’n chips gekocht. In Coffs kregen we haai als fish, hier krijg je barramundi. Alles werd in een krant gewikkeld en we namen het mee naar een bankje verderop. Hier konden we de ondergaande zon zien, weer mooi rood. Prachtige plek, maar wij vonden het een beetje uitgestorven. Nu zijn we ook aan het eind van het seizoen hier. De regen- en cyclonentijd komt er aan. Daar zit je niet op te wachten in je vakantie.
Inmiddels was het donker geworden en moesten we nog een camping zoeken. Op de rit door Cooktown hadden we er al een paar gespot, dus dat moest geen probleem worden. En inderdaad, Peninsula Caravan Park diende zich snel aan. Niemand bij de receptie, ook geen reactie op de bel. Dus de tent gewoon opgezet na een briefje te hebben neergelegd met een cocosnoot erop: “We staan daar en daar en we betalen morgen als we vertrekken”. Lekker geslapen, maar ook hier heel veel vogels met bijzondere geluiden. Ook weer geritsel rond de tent, bush turkeys, en ook weer gehop om ons heen tijdens “onze” nachtelijke wandeling naar het toiletgebouw. Het is echt heel sneu voor Wim, maar hij moet iedere nacht met me mee aan de wandel. En dan bedoel ik iedere nacht. Het zit nou eenmaal in mijn systeem. Maar het is me hier iets te onrustig iedere keer met telkens andere creatures op mijn pad naar het toilet. Eerst kreeg ik een klein lampje mee, maar ik doe het niet meer voor minder dan de MacLite. Overdag vind ik alles prima. ’s Nachts is het stil, maar ook met vreemde geluiden om je heen, op de grond vlak voor je, op ooghoogte, of hoog boven je. En alles begint te bewegen als je dichtbij komt. Ik zal niet zeggen, brrrrr, maar ik heb liever, dat Wim mee wandelt. Hij doet het graag, zegt ‘ie.
Knisper knisper, ritsel ritsel, hop hop. Welterusten!


Advertisement



Tot: 0.071s; Tpl: 0.017s; cc: 10; qc: 45; dbt: 0.0362s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.1mb