Advertisement
In de haven van Digby aangekomen hadden we de keuze om vijf kilometer met onze tassen te lopen of een taxi te nemen naar de bushalte. We kozen voor de taxi. We zaten maar vijf minuten bij de bushalte te wachten toen de bus eraan kwam. We vroegen de chauffeur welke richting hij opreed en hij vertelde ons dat hij de andere kant opging dan dat wij wilden gaan en dat we dus het beste nog even een uur konden wachten tot hij terug kwam. Er rijdt op deze route namelijk maar één bus.
De types in de bus deden ons een beetje plat aan en we waren bang dat we weer bij een conservatief stelletje terecht zouden komen, zoals toen in Pincher Creek.
We werden opgehaald bij de bushalte door een nogal vreemd uitziende man die gebrekkig Engels sprak. Het was de Duitse vriend van onze nieuwe WWOOF host. Onze host Virginia was op reis, volgens mij om les te geven in Montréal of iets dergelijks. Op de boerderij verbleef ook nog een Duits meisje wat al sinds de herfst bij hen verbleef. Ze waren allebei aardig, maar ook vrij gesloten.
Het zag er nu niet zo erg winterachtig meer
uit. Het was hier alleen wel vrij koud dus het nieuwe groen was er nog niet.
Onze dagen begonnen met het uitmesten van de paardenring waar drie paarden woonden. Dat was spannend, want één van de paarden was een Friese hengst en die had soms nogal een humeur. De geiten moesten ook elke ochtend gevoerd worden. Er waren drie groepen. Een grote kudde van ongeveer 30 geiten, een kudde van ongeveer 20 oudere geiten die allemaal een bepaald reuma veroorzakend virus bij zich droegen en dus gescheiden gehouden werden van de andere geiten en een kleine stal met twee vrouwtjes geiten en twee babygeitjes, die wat te vroeg in het jaar geboren waren. Daarnaast waren er nog kippen op het land, een hond en twee katten.
De geboorte van de babygeitjes hebben we gemist en dat was misschien maar goed ook. Op sommige boerderijen in Canada gebeuren er bij de geboorte vaak dingen waar wij het niet mee eens zijn. Ten eerste worden alle bokjes van het jaar op misschien één na direct na de geboorte verdronken. Ten tweede worden bij de overgebleven geitjes de hoornaanzettingen afgebrand, waardoor ze dus nooit hoorns zullen krijgen. We kwamen hier achter toen
ik vroeg naar de lelijke brandwonden op het hoofd van de babygeitjes.
Af en toe moesten we de grote kudde uit wandelen nemen, zodat ze wat beweging kregen en uit het bos wat variatievoer konden meepikken. Dit uitstapje was erg leuk. De geiten liepen in een lange sliert achter je aan alsof jij de leider van de kudde was. Zo nu en dan klommen ze met z'n allen op een grote rots. Ik deed vrolijk met ze mee, maar werd uiteindelijk toch van de rots afgeduwd.
In de omgeving was een mooie rivier, daar zijn we met de geiten heengelopen maar zijn we op een vrije dag ook nog samen langs gelopen. Stroomopwaarts zou vroeger een waterval geweest zijn en die was nu afgedamd voor een waterkrachtcentrale. De rotsen bij de ex-waterval zagen er erg mooi uit en we kregen het idee dat de waterval ook indrukwekkend geweest moet zijn.
Drie keer per week gingen we met de auto naar een grote supermarkt in een dorp in de buurt om dozen met groente- en fruitafval op te halen. Deze zochten we thuis uit om zoveel mogelijk verpakkingsmateriaal eruit te halen en grote stukken groente of fruit in kleine stukken
te snijden. De paarden kregen een bord met fruit en de geiten kregen dozen voor groente en fruit. Stiekem pikten wij er bij het nakijken de goede groentes en fruit eruit, want een supermarkt gooit vaak eten weg wat nog prima te eten is, maar gewoon niet meer verkocht wordt of volgens regulering te oud is.
We bleven hier minder dan twee weken en gingen dus al vrij snel weer weg. We hebben Virginia natuurlijk nog wel ontmoet en die bleek een erg aardige en zelfstandige vrouw.
Van hier gingen we naar Halifax. De hoofdstad van Nova Scotia en het punt waar duizenden immigranten Canada binnen zijn gekomen. In Halifax mochten we oppassen op het huis van Martha. Een jonge Phd-studente die voor een paar lezingen naar Toronto moest. Wij zorgden ondertussen voor haar kat, Cleo en hadden een fijne plek waarvan we Halifax konden ontdekken.
Vanwege stakingen van het stadsvervoer waren we genoodzaakt te lopen en dat kon van hier gelukkig prima.
Een paar straten van haar huis waren we al bij een sportpark waar een gratis toegankelijke 400-meter ijsbaan gemaakt was. Daar hebben we wel een paar keer gebruik van gemaakt 😊 Tegenover dit park was de
Citadel van Halifax. Een stevig fort op een grote heuvel.
In een aantal wijken waren de huizen kleurig geverfd en dit maakte het aanhoudende winterweer een stuk draaglijker.
We hebben ons proberen te verdiepen in de historie van Halifax door een bezoekje te houden aan Pier 21. De toegangspoort van Canada in het voorvliegtuigse tijdperk. De immigranten werden hier geregistreerd en zij die genoeg geld hadden stapten hier op een trein richting het westen, het binnenland van Canada. Immigranten die uit hetzelfde land kwamen hadden vaak dezelfde bestemming in Canada.
De haven van Halifax is ook bekend vanwege de ramp met de Titanic die een een eind ten oosten van hier plaatsvond. Vanuit Halifax werd de eerste reddingsactie gelanceerd en hier zijn dan ook honderden lijken binnengebracht en begraven. Dit was niet de laatste keer dat Halifax te maken kreeg met een ramp. Tijdens de tweede wereldoorlog lag een legerschip vermomd als vrachtschip in de haven van Halifax. Er brak brand uit op het dek en omdat maar weinig mensen wisten van de inhoud van het ruim trok dat een hoop bekijks. In het ruim lagen echter een hoop explosieven en de resulterende explosie is te vergelijken met die
in Enschede tijdens de vuurwerkramp. Een groot deel van de haven en binnenstad van Halifax werd weggevaagd.
Omdat we de schaatsen die we al sinds Ontario met ons meesleepten waarschijnlijk na Halifax niet meer konden gebruiken, besloten we ze ergens in te leveren. We waren op zoek naar een thrift store (een tweedehandswinkel, vaak gerund door het leger des heils), maar kwamen onderweg op iemands deur een bordje tegen over een kleding exchange. Bij hen hebben we onze schaatsen dan maar achtergelaten.
Op de dag dat we aangekomen waren in Halifax kwamen we een bordje tegen waarop stond dat er een circusclub oefende. Judith kreeg hierdoor weer circuskriebels en is nog een middagje daar gaan oefenen.
Toen Martha thuiskwam hebben we nog gezellig samen gegeten en zijn we met z'n drieën naar een lezing geweest van Dr. Isabelle Stengers over Cosmopolitics.
Vanuit Halifax namen we een shuttle naar Cape Breton. Een eiland in het noorden van Nova Scotia. Hier bevond onze volgende WWOOF host zich.
Advertisement
Tot: 0.095s; Tpl: 0.013s; cc: 13; qc: 49; dbt: 0.0467s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.1mb