Advertisement
Published: December 21st 2007
Edit Blog Post
Om mij in te schrijven was ik vroeger al eens tussen de andere studenten gaan aanschuiven aan het secretariaat. Na een uurtje wachten legde de beambte mij uit dat ik helemaal hier niet moest zijn, maar wel in het Oficina de Relaciones International. Les geleerd, voortaan ging ik rechtstreeks naar dat kantoor. Eigenlijk was dat wel een verbetering: de wachtrijen waren er aanzienlijk korter. Ze konden er geen Engels -wie wel in Spanje- maar waren wel vriendelijk, wat al veel hielp. Op zich draaide hun systeem goed, er was enkel één gepatenteerde luilak die de boel vertraagde: het kantoorhoofd. Die man kon er wat van! Door hem zal ik één Spaans woord alvast niet vergeten: mañana. Wel duizend keer zei dezelfde vrouw tegen mij:“Uw papieren zijn nog niet getekend, dus kom morgen nog eens langs, ok?”, en één grappige keer: “Ik weet niet waar het kantoorhoofd is, hij had hier vrijdag al moeten zijn en ik weet totaal niet wanneer hij terugkomt.” De vrouw en ik hebben om dat laatste eens hartelijk gelachen. Voor ik afzwaaide beloofde ik haar dat ik morgen zou terugkomen. Werkelijk, het stoorde mij niet echt, temeer omdat zulke houding ook enorme voordelen inhoudt. Zo had ik
bijvoorbeeld zeer laat gemerkt dat ze mij zonder iets te zeggen vlotjes in andere groepen hadden ingeschreven dan ik had gevraagd. Toen ik met een trillend stemmetje van wal stak of ze dat alsjeblieft nog konden veranderen, vroeg de vrouw zich oprecht af waarover ik mij zorgen maakte. “Tuurlijk kan dat nog veranderd worden, wat had je nu gedacht?” God, wat hou ik van dit systeem dacht ik toen.
Onder tussen kwam het weekend er weer aan. Ambra, Susy, Luigi, Marco,...en nog een hoop meer met mij incluis hadden tickets gekocht om naar een stierengevecht te gaan kijken. Debby haakte op de laatste moment af omdat ze heel de zaak toch maar onethisch vond. Ik begreep later waarom.
Het spektakel begon anders best leuk. Een uitzinnige stier werd losgelaten in de arena en een aantal boefjes waagden hier en daar hun leven om de stier nog kwader te maken en -want daar draait het om- het publiek te entertainen. Dan verscheen de eerste matador op het toneel: een kerel in een strak pakje met een stevig paar kousen in zijn broek. Terwijl deze de stier nog wat meer opjutte kwam er een ruiter begeleid door 2 hulpjes de arena
binnen. De stier werd naar hen gelokt en vervolgens priemde de ruiter een speer in de rug van de stier. Betrekkelijk wreed eigenlijk. Die gast bleef maar doorduwen, veel te lang.
De stier had al heel wat bloed verloren wanneer hij werd uitgenodigd voor een ander spelletje. Terwijl de stier komt aangestormd, moet de matador al springend twee spiesen tegelijkertijd in de rug van de stier proberen te proppen. Een paar spiesen later laat de matador zien wat hij echt in petto heeft. Vooraleer dat belangrijke gedeelte te beginnen gooit hij zijn hoofddeksel op de grond. Naargelang de kant waarom de hoed ligt zal hij geluk of ongeluk hebben. Deze had ongeluk, wat duidelijk werd uit de bezorgdheid die opsteeg uit de arena. Met een rode lap leidde de matador de stier keer op keer om de tuin, tot luid ‘Olé’-geroep van de toeschouwers. Als ook dat uiteindelijk welletjes werd kreeg de matador een zwaard toegereikt. Zoals altijd kwam de stier aangestormd, maar nu moest de matador met een steek (ik denk net achter de schouder) heel het blad van het zwaard in de stier duwen. Met precisie slaagde de matador daarin. De stier zette het op een wandelen
en zeeg enkele meters verder neer. Met twee pinnen in het hoofd werd de stier finaal afgemaakt en afgevoerd. De jury geeft dan uiteindelijk een waardering van één tot drie oren en bij bijzondere uitmuntendheid drie oren en een staart. Zoals je kan zien op de foto zitten die mannen niet echt te goochelen met oren en staarten maar wordt dit alles mooi voorgesteld door wimpels.
Uiteindelijk zijn er drie matadores aan de beurt geweest. Elk molde twee stieren, wat -rekent u met mij mee- een eindtotaal van zes stieren oplevert voor een opvoering. Op die dag waren er verschillende opvoeringen, zodat enige sympathie voor dit gebeuren ver weg zou moeten zijn. Maar achteraf was ik daar raar genoeg niet zo zeker van. Er is zoveel folklore mee gemoeid dat het totaal afzweren van stierengevechten maar al te eenzijdig zou zijn. Vandaar dat de discussie in Spanje hierrond blijft aanhouden. Er zijn mensen die weg zijn van stierengevechten. Ze zwaaien met witte doekjes om hun appreciatie voor de matador te tonen, ze roepen luidkeels ‘Olé’ wanneer de stier zich weer laat beetnemen en de matadores risico’s nemen. Want dat doen zij. Ze sarren de stier terwijl ze op hun
De Jury
Hier geeft ze net een oor aan een matador. knieën zitten, pakken de stier eens vast als hij rakelings langs hun scheert, of gaan gewoon voor de stier staan.
Zo was er één die zonder doek gewoon voor de stier ging staan. Deze lefgozer, ‘Fandi’ genaamd, heeft uiteindelijk ook terecht het tornooi gewonnen, temeer omdat hij zijn twee stieren met haarfijne precisie wist neer te prikken, in ‘matrix’-stijl dan nog wel. Er was eens een documentaire van zijn moeder op tv. Dat mens leek van elk stierengevecht van haar zoon wel een beroerte te krijgen. Je zou voor minder: één misstap en haar matador ging het ziekenhuis in. Maar ja, wie de eer krijgt om matador te mogen zijn heeft geen schrik van de stier. Of die macho’s weten dat toch stevig te verbergen!
Advertisement
Tot: 0.055s; Tpl: 0.012s; cc: 5; qc: 44; dbt: 0.0322s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.1mb