Advertisement
Published: March 24th 2011
Edit Blog Post
Op het laatste moment besliste ik toch mee te gaan met Bert en Jeroen op een 4-daagse trektocht in de streek van Chitwan. Om toch wat ergonomisch te doen - voor zover dit hier mogelijk is- leende ik een matje die mijn rug enige comfort zou bieden.
Gepakt en gezakt stonden we zondagmorgen omstreeks 6 uur vroeg in de morgen klaar om te vertrekken. Jammer genoeg had Bert te kampen met wat maagproblemen waardoor we nog maar met z'n tweetjes overbleven.
Na een 4-tal uur rijden op een hobbelige aardeweg bereikten we Narayangarh. Daar pikte Roman (onze Duitse trekkingsbegeleider) ons op na een half uurke in de blakende zon te staan bakken. Toen bleek dat we nog lang niet aan het startpunt van de trekking gekomen waren. We stapten de bus in, bus uit waarna we opnieuw in een mini mobieltje gedropt werden om een klein uur door mekaar geschud te worden. Uiteindelijk kwamen we rond 15uur aan in Kankali wat een aangenaam, mooi, klein dorpje aan de voet van een heuvel bleek te zijn. Na een 24 hours power Dal Bhad kropen we in onze musquitotentje. Mijn bed bestond nu nog uit een plank met bovenop een 3 cm
dikke matras en mijn extra matje.
De morgenstond heeft goud in de mond? Mhmmhm... dit gelde alleszins niet voor Jeroen die er nogal energieloos uitzag na een nachtje braken. We kregen een stevig ontbijt voorgeschoteld: brood met ei en gebakken patatjes. Jeroen kreeg niets naar binnen behalve een stukje appel en wat cola. Toch liet hij zich niet kennen en begon aan een voor hem helse dag gekenmerkt door te weinig energie, te weinig watervoorraad en te veel stappen en trappen omhoog en vooruit. Ik bleef gedurende de hele opklimming van zo'n 7 uur in het spoor van Samjhana (onze eerste gids). Het tempo bleef hoog maar toch duurde het lang genoeg voordat we de tussenstop bereikten. Na 750 meter hoger dan de startplaats kwamen we totaal uitgehongerd en uitgedorst aan in het dorpje Kalyanchaur. Daar aten we snel wat noedels en dronken fris bergwater in de eerste hut/huis die ons pad kruiste. Gelukkig was onze verblijfplaats voor deze nacht niet meer veraf.
Toen we arriveerden op het erf van onze gastheer ploften Jeroen en Samjhana zich neer op wat tafels. Jeroen ging voor een verdiend slaapuurtje, Samjhana voor een opfrisbeurt. Roman en ikzelf kregen er maar niet genoeg
van en gingen er op uit voor een 'slipperexpeditie'. Op onze slippers klommen we langs bergranden voorbij de ravijnen. Het was een zalig en spannend gevoel maar met dit schoeisel toch wel wat risky. Gelukkig konden we ons tijdig optrekken om een vluchtduik naar beneden te voorkomen. Verder stopten we tijdens onze expeditie een gat in de lokale watervoorziening (een zware plastieken buis). Na ons avontuuruurtje kwamen we met een voldaan gevoel terug op onze nieuwe 'thuis' voor een nachtje.
Opnieuw konden we genieten van heerlijke Dal Bhad die we binnenshuis met onze handen leerden opeten wegens gebrek aan bestek. Ik was erg blij dit eens uit te proberen en echt moeilijk was het niet.
Na zonsondergang genoten we van een kampvuurtje en enkele griezelverhalen van Roman over geesten in de bergen met een huisgebrouwde Rakshi in de hand. Toch voldeed de Rakshi niet om goed de slaap te vatten. Wel dertig keer ben ik die nacht wakker geworden! Ok misschien zaten die verhalen daar ook voor 1 van die dertig keren voor iets tussen maar ik ben er zeker van dat de zo comfortabele ligmogelijkheden van een houten bed zonder matras al die andere keren de reden was.
's Morgens werden we al omstreeks 6 uur gewekt door onze kamergenoot; nl. de geit. Erg vond ik het niet want opstaan leek een betere optie dan nog wat op een plank te liggen. Jeroen had al wat meer kleur en met een maag gevuld met wat popcorn als ontbijt begonnen we aan dag 2. Het doorkruisen van verschillende bergdorpjes, het zien van een maoïstenkamp en het bezichtigen van prachtige berglandschappen maakte van deze dag een aangename wandeldag. Rond 14u kwamen we aan in het paradijselijke Surkhandi. Een dorpje bestaande uit zo'n tientallen hutjes omringd door talloze velden en palmbomen. Ons huisje zag er stralend uit; vervaardigd uit hout en aarde met twee verdiepingen. Verder een laan met palmbomen, een open toilet, wat kinderen en volwassenen en een waterpomp. Zot te beseffen dat wij de eerste toeristen zijn op deze plek! De kinderen amuseerden zich met het maken van een katapult en dan op vogels te schieten. Wij vermaakten ons met het eten van heerlijke, verse bananen en het genot van gewoon te kijken en te zien hoe mooi het daar wel was...
De huismoeder bereidde ons 's avonds heerlijke Dal Bhad met soja. Daarna dronken we opnieuw
een potje Rakshi met de anderen. Rond één kaarsje zaten we rond 20u met zo'n 15 man te lachen en pogingen te doen elkaar te begrijpen. Toen de kaars doofde, gingen we met de moeder naar boven en kropen in het klaargemaakte bed (grond met wat dekens op). De meisjes slapen gescheiden van de jongens en zo had ik het geluk naast een maïsvoorraad te slapen waaruit rare dierengeluiden kwamen die me een eindje wakker hielden. Plotseling hoorde ik een luid gefrutsel juist naast mijn hoofd in die maïsberg. Ik nam mijn zaklamp en stak hem aan en zag een grijs, dik, rond beest! Grrrrrrrrrr.... vies!!! Vlug deed ik het licht terug uit omdat ik niemand wilde wekken. Ik suste mezelf in slaap dat het maar een gewoon ratje was geweest.
Toen het daglicht door het raam naar binnen kwam, was de laatste trekkingsdag aangebroken. Aangezien we zeker op tijd beneden gingen geraken, besloten we eerst mee te helpen (kijken) hoe ze Rakshi brouwen. Na een uurtje brouwen vertrokken we geladen met elk een half litertje Rakshi en een halve kilo verse bananen aan onze afdaling langs de Lothar rivier. Alles verliep vlotjes tot we aan de rivier kwamen.
Vanaf dat moment begon Jeroen schuurblaren te kweken op zijn hielen en begon ik me te ergeren aan de nadelen van slippers bij het oversteken van een rivier en wandelen op rotsen.
Na vele mooie taferelen kwamen we aan in Lothar: de eindbestemming van onze trekking. Het was een klein dorpje met veel miserabele 'huizen'. Vanaf daar pikten we Bert op die ondertussen genezen was en klommen we op het dak van de local bus om in Sauraha te overnachten.
Onderweg namen we afscheid van Samjhana en wat later deden we dat ook met Roman. Het waren leuke dagen met ons 4 op pad! Ik zal het/hun missen.
In Sauraha aangekomen met paard en kar bestelden we ons een banana pancake die ons veel te zwaar beviel maar toch nodig was om ons energietekort weg te werken. Na onze snack en een fris douchke in een omgevingstemperatuur van zo'n 40 graden legden we ons in de tuin van de lodge. Gedurende enkele uren lagen we daar gewoon te liggen, niets te doen. Na zo'n zware stapdagen was het heerlijk eens even niets te doen, niets te zeggen. Lekker vroeg kropen we in ons bed en vielen onmiddellijk in een
diepe slaap.
De dag nadien werd gevuld door nogmaals een wandeling. Na 2u30 stappen langs het National Park van Nepal had ik het wel gehad. Het was mooi geweest maar voor enkele dagen liever geen lang gestap meer. DANKU. Vrijdag vertrokken we terug richting Pokhara en kwam onze Chitwan ervaring tot een einde.
Advertisement
Tot: 0.197s; Tpl: 0.049s; cc: 6; qc: 44; dbt: 0.0517s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.1mb