Advertisement
Published: October 16th 2006
Edit Blog Post
Twee weken in oktober zouden we bezoek krijgen. In eerste instantie zouden ze met vijf zijn, maar Caroline kon door haar drukke agenda uiteindelijk toch niet mee. Het was dus logisch dat onze bezoekers vanaf dan de bijnaam ‘de bende van vier’ zou krijgen.
Al heel snel na hun aankomst bleek dat ze bereid waren om regelmatig het schrijven van het verslag over te nemen. Amanda was de eerste om de pen ter hand te nemen.
Vrijdag 6 oktober. Carmen (echtgenote van Luc) voerde de bende van vier, Gerda, Luc, Marcel en Amanda, naar het station in Leuven waar we de trein namen naar de luchthaven van Zaventem. Daar hadden we ruim de tijd om de vlucht naar Wenen te nemen om 13u08.
In Wenen moesten we 5 uur wachten op de vlucht naar Beijing. We legden in de luchthaven de nodige km af en bespraken de laatste versie van ons reisprogramma. Daarna aten we een stevige goulashsuppe. Om 19u30 was het zo ver: we mochten inchecken voor Beijing. We vlogen met een Boeing 747. De service aan boord was prima: we kregen twee maal lekker eten en regelmatig kwam men rond met drinken. De vlucht duurde ongeveer 9 uur
en verliep probleemloos.
Zaterdag 7 oktober. Het tijdsverschil tussen China en België is 6 uur zodat we zaterdag 7 oktober om 12u. plaatselijke tijd in Beijing landden. Onze lieve reisgidsen Berna en Wim stonden ons al op te wachten in de aankomsthal. Wim was gekleed in lichte zomerkleding en bijpassende zonnehoed (het was nog 25°). Met een bus van de luchthaven reden we naar ons hotel, het city central youth hostel. Daar zouden we één nacht verblijven. Daar wachtte Ludo, onze derde gastheer, ons aan de balie op. Ludo is tevens de penningmeester voor onze groep. Hij regelt al de geldzaken voor onze groep en doet dit zeer efficiënt en plichtsbewust.
Na het betrekken van onze kamers was het tijd voor onze eerste oefening: eten met stokjes!!! En of er gelachen werd (vooral door Wim met tranen in de ogen). Daarna volgde onze eerste uitstap, een bezoek aan een eeuwen oud observatorium. Op weg daar naartoe zag ik het eerste open broekje (piemeltje en bibs bloot) voor baby en peuters.
In het observatorium keken we uit naar een aanwijzing over onze Belgische jezuïet pater Verbist; Dank zij de taalkennis van Berna vonden we toch informatie over Verbist zijn sterrenkundige
taak in de 17e eeuw in dit observatorium. Zijn globe kun je in de Naamsestraat in Leuven ook bewonderen.
’s Avonds verrasten Berna, Wim en Ludo ons met een aperitief in hun hotelkamer. Het diner gebruikten we in een klein restaurant (zeer lekker en verzorgd eten). Het eten met stokjes verliep al aardig goed. Tegenover het restaurant was een bouwwerf waar dag en nacht gewerkt werd met betonwagens die af en aan reden aan de lopende band.
Onze eerste aankopen deden, we na het avondeten, in een warenhuis vlakbij het hotel. Opvallend is: het grote aanbod aan snoep, het grote aantal jonge verkoopsters en de kleurrijke gedroogde vruchten.
We keken onze ogen uit op de mierenzee van mensen aan het station en het mooi verlichte stationsgebouw. Nog een slaapmutsje, wat praktische afspraken voor de volgende dag en we genoten van onze eerste nacht in China.
Zondag 8 oktober. We namen een Belgisch ontbijt op de kamer van Gerda met alles erop en eraan: kaas, chocolade, nescafé, echt brood en knäckebröd. Na de praktische regelingen in het hotel vertrokken we met de taxi naar het busstation. Het regende nogal en het beloofde een grijze dag te worden; Was me dat
een spel om een taxi te bemachtigen in de drukte! Met 3 taxi’s reden we richting busstation. Het begintarief van een taxi in Beijing bedraagt 10 Y; Op de zijruit (goed zichtbaar) stond de kilometerprijs: 2Y. In het station zorgde Wim voor de tickets. In de wachtzaal van het busstation maakten we voor het eerst gebruik van de hurktoiletten (luxe uitvoering want er waren deurtjes). Chinezen zijn die deurtjes niet gewoon en laten die dus gewoon open staan als ze naar het toilet gaan.
Rond half elf begon de busrit van 4 uur naar Datong via de autostrade. Datong ligt in Noord-China, in het noorden van de provincie Shanxi op 1200 m hoogte. Onder de Ming dynastie (1368 à 1644) was Datong opnieuw een Chinese grensstad die door een muur werd versterkt (delen ervan zijn nog overeind gebleven). Datong is een groezelige kolenstad met 900.000 inwoners. In het gebergte onderweg naar Datong zagen we geregeld stukken van de Chinese Grote Muur, het beroemdste bouwwerk van China. In China zegt men: Wie nooit bij de Chinese Muur was, is geen echte Chinees! We zagen er mensen klauteren, dat staat ons ook nog te wachten. De buschauffeur reed vlot maar nam het
niet zo nauw met de regels: rechts inhalen, op de pechstrook rijden, hij deed het allemaal zolang het maar veilig blijft voor de passagiers. Telkens hij inhaalde, claxonneerde hij heel luid. In de tegenovergestelde richting zagen we kilometers lange files van vrachtwagens. Wat zouden die toch allemaal vervoeren? Ondertussen was wel de zon doorgebroken en werd het 22°. Als dochter van een landbouwer kreeg ik de liefde voor de natuur met de moedermelk mee: wat groeide er nu nog op de velden? Er stond nog heel wat maïs die nog geoogst moest worden. Ook zonnebloemen en druiven bemerkte ik. Werkende mensen op de velden zagen we echter niet. Was dit omdat het zondag was? Enkele kudden schapen sierden hier en daar het landschap en jawel ook ezels. Kijk daar rechts een hele, hele lange trein. Op de hellingen groeide veel wilde wingerd die mooi wijnrood kleurde in de herfst. Op sommige plaatsen was er ook bodemerosie te zien, wel mooi maar niet gunstig voor de landbouw.
Halverwege de bustrip was er een plasstop voorzien van enkele minuten. Aan de terminus in Datong wachtten de taxi’s op de bezoekers (een overaanbod aan taxi’s in tegenstelling tot Beijing). Het begintarief voor een
taxi is 6Y in Datong, de kilometerprijs 1,2 à 1,6Y. Marcel deed braaf de veiligheidsgordel om. Waarschijnlijk werd die voor het eerst gebruikt, aan de wolk stof te zien die er uit opwaaide. De zwarte indruk stond toen hij uitstapte nog op zijn overhemd. Een mooi souvenir toch, maar niet voor herhaling vatbaar!
Het hotel in Datong, het Feitian Binguan, ligt vlakbij het treinstation. Op elke verdieping in het hotel is er een ‘verdiepdame’. De sleutels van alle kamers van haar verdieping worden door haar aan de balie bewaard. Bij het inchecken kregen we een hotelkaartje met ons kamernummer. De dame die de sleutels bewaart, opent telkens de kamerdeur als je erom vraagt.
Nadat we onze kamers hadden betrokken reden we met bus 4 naar het stadscentrum. Aan de trommeltoren stapten we uit. In het grootwarenhuis zocht ik naar washandjes (vergeten bij het inpakken). Hoe moesten we dat nu vragen? Ludo haalde zijn vertaalcomputer te voorschijn en vond het juiste woord. Een washandje is in China een wasdoekje van badstof in zakformaat. Wie geld moest wisselen, reed met Wim naar de Bank of China waar men ook op zondag tot 18u nog geld kon wisselen. Na het invullen van de
nodige formulieren met de hulp van Wim kregen we het geld: voor 600 Euro kregen we 5830,92 Yuan.
Het avondmaal gebruikten we in het hotel. Een tiental jongens en meisjes bedienden de gasten. De jongens brachten de schotels van de keuken tot aan de tafels en gaven die dan aan de meisjes. Deze plaatsten dan de schotels op de tafel. Ludo en Wim zijn echte fijnproevers en kozen de schotels uit met de hulp van Berna. Als je voor een vismenu kiest, kan je de nog levende vis aanduiden in één van de vele aquaria. Van versheid gesproken! We kozen echter niet voor vis.
Na het eten zijn we gaan internetten in een internetcafé. Wim hielp ons (Amanda en Marcel) met een e-mail te sturen naar onze dochter in St. Albans (Engeland).
Het slaapmusje dronken we weer bij Berna en Wim op de kamer.
Morgen doe ik het een dag of wat kalmer aan: Luc zal dan voor het verslag zorgen.
Amanda
Advertisement
Tot: 0.678s; Tpl: 0.014s; cc: 18; qc: 132; dbt: 0.5125s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.5mb