Zeven weken Gambia


Advertisement
Gambia's flag
Africa » Gambia
April 21st 2007
Published: April 21st 2007
Edit Blog Post

Zeven weken in Gambia, het is nu wel mooi geweest hier, vooral in het binnenland is het erg heet, sommige dagen +40ºC, en 's avonds koelt het weinig af, maar het binnenland is mooi en groen.
De belangrijkste bezienswaardigheden zijn, een aantal forten en gebouwen uit de tijd van de slaven handel en een paar oude steencirkels.
Overal langs de rivier staan overblijfselen van, onder andere, ons eigen zwarte verleden in vorm van forten, huizen, ‘’pakhuizen’’ en kerken uit de tijd van de slavenhandel, ze zijn allemaal even vervallen, geld voor renovatie is er niet, ondanks dat het Unesco cultureel erfgoed is.
Verder zijn er nog de steencirkels van Wazu, als we in Wazu aankomen is het donker, maar het is volle maan, we gaan opzoek naar de cirkels, we slaan bij een bord met een pijl af van de hoofdweg en volgen een zandweg, na een uur nog geen cirkels, we geven het op en gaan terug naar het Geusthouse. Navraag daar leert ons dat het bord, verkeerd is terug geplaatst na de laatste renovatie van de hoofdweg een jaar of vijf gelden, niemand is nog op het idee gekomen, het bord weer op de juiste blek te zetten. We proberen het nog eens en met vijf minuten staan we voor een klein ommuurd veldje met een tiental cirkels van rechtopstaande zware lavastenen, de grootste een meter of drie hoog de meeste rond een meter. Het is spookachtig bij het maanlicht.
Georgetown, een oude engelse handelsplaats op een eiland in de rivier een paar honderd kilometer land in waards, is een slaperige kleine dorpje, de mensen leven er van de visserij, rijstteelt en de gemiddeld vijf toeristen die er per dag komen.
Het eerste geusthouse waar we aankloppen heeft geen kamers meer, maar we mogen onze tent voor niks opzetten in de tuin, het geusthouse is ontmoetingsplek voor toubabs die hier werken en wonen. Er zit een belg die morgen gaat trouwen met een Gambiaanse een handvol Amerkaanse peace corps vrijwilligsters en een Spaanse jongen Oscar, die een paar maanden hier heeft gewoont en morgen vertrekt. Vanavond is zijn afscheidsfeestje. Het is een druk feest met een hoop Bob Marley look alike's, er is eten en drinken en als klapstuk een drumvoorstelling.
Ik kwam in het boek ''zandkastelen'' de volgende beschrijving tegen van z'n West-afrikaanse drumvoorstelling, ik kan het niet beter omschrijven:

‘’…. beginnen de mannen, die een kring hebben gevormd, geconcentreerd te trommelen. Hen djembés en saba’s hangen met gespen aan stevige heupgordels. De voortrommelaars is een wat oudere man. Hij geeft de ritmes en de pauzes aan, hij wijst aan wie de volgende solo mag geven, en springt soms zelf in de kring om met een ratelend salvo applaus van het publiek en de bewonderde blikken van jonge meisjes te oogsten. Het is inmiddels donker en de bovenlichamen van de trommelaars glinsteren van het zweet in het zwakke licht van het kampvuurtje……..Meisjes in kleurige pagnes die strak om hun billen spannen hebben zich langs de kring opgesteld. De trommels beginnen langzaam en zwelen geleidelijk aan tot een razend tempo. Het eerste meisje springt in de kring en begint onder luide toejuichingen een snelle dans. Haar achterste schokt en draait, haar vlechtjes vliegen om haar hoofd en haar armen draaien woest door de lucht. De omstanders gillen en klappen. Dan wijkt ze hijgend terug en wordt het volgende meisje naar voren geduwd. In een korte uitbarsting van energie wervelt ze de kring rond en draait zich met haar enorme billen naar de grootste trommelaar. De man stapt met een grijns naar voren en begint aan een snelle solo, terwijl danseres zich diep vooroverbuigt en haar kont laat trillen en draaien.’’
-Ton ven der Lee, Het Zandkasteel-


We blijven nog een paar dagen in Georgetown, gewoon lui, omdat er ook helemaal niks te doen is, maar het is er heerlijk rustig.
Horrorverhalen hebben we gehoord, de weg op de zuidoever, vreselijk moet de weg zijn. ‘’Wees verstandig een neem de mooie, nieuwe asfalt weg op de noord oever’’, raad iedereen ons aan. We willen het wel eens met eigen ogen zien. Natuurlijk, als je de keus hebt, neem je de noordelijke weg, maar zo verschrikkelijk slecht is de weg ook niet, oké het asfalt is volledig verdwenen op de meeste stukken, maar de zandweg er naast is behoorlijk vlak, het is best te doen. We vertrekken om een uur of elf en tegen zessen zijn we in Bwiam. Bwiam is niet veranderd, nog steeds het zelfde, we moeten langs onze tassen zijn nog hier en we moeten gedag zeggen tegen de familie waar we een paar weken hebben gelogeerd en tegen de Amerikaanse vriend en vriendinnen hier.
Na een paar nachten ga ik terug naar ‘’Kombo’’ een gebied van aan elkaar gebouwde dorpen, in de buurt van de hoofdstad, de hoofdsstad Banjul licht in gebouwd tussen de rivier, de oceaan en een lagune, er is geen plek om uit te breiden, een kilometer of tien verder op heeft zich dus dit gebied gevormd. Dit is de plaatst waar het gebeurt in Gambia, waar de grote toeristen ressorts staan en waar alles te krijgen is. Hier wil ik even een paar dagen bij komen voor ik verder trek richting Senegal, in Dakar is ook alles wel te krijgen, maar Dakar is duur, hier is het allemaal nog te betalen. Ik logeer bij één van de meiden die we in Georgetown hebben ontmoet, ze heeft een huis vlak bij het strand, midden in de stad, ideaal. Ik gebruik mijn tijd hier om eens wat mailtjes naar huis te sturen, mijn weblog bij te werken en naar huis te bellen, want stroom is in de rest van Gambia schaars, laat staan internet.



Advertisement



Tot: 0.138s; Tpl: 0.01s; cc: 8; qc: 51; dbt: 0.0657s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.1mb