Advertisement
Published: July 20th 2015
Edit Blog Post
Hele rare dingen. Dat zijn vaak de leukste dingen. Ik word vaak helemaal blij als er iets bizars gebeurd. Onder ‘bizar’ versta ik de dingen die je nooit in Nederland zou zien. Een erg ‘Westerse’ definitie, want het leuke is natuurlijk dat die bizarre dingen voor de Chinezen juist doodgewoon zijn. Zaterdag 4 juli was zo’n fijne bizarre dag.
Fudan-universiteit had die zaterdag een stadstoer voor ons georganiseerd. Stipt om negen uur stond ik met mijn klasgenootjes bij de hoofdingang van de campus. Fudan is één van de beste en grootste universiteiten in China. De campus is enorm en heeft vele ingangen, maar de hoofdingang is gemakkelijk te herkennen. Er staat namelijk een metershoog beeld van Maozidong (die ken je als Chinese vader des vaderlands of als massamoordenaar, afhankelijk van welke geschiedenisboeken je leest). We namen van daar een bus naar het centrum. Daar werden we afgezet vlakbij een knalrode bus. Wij hadden kaartjes gekregen voor deze ‘hop on-hop off’ bus gekregen en wilden gelijk instappen, toen onze begeleiders vertelden dat dit niet de bedoeling was. Eerst zouden we naar het beroemde Shanghai Museum en naar de ‘Shanghai Urban Planning Exhibition Hall’ gaan. Een leuk idee, helaas liet
de organisatie (of het gebrek daaraan) ons hier een beetje in de steek. Wat volgde was doelloos ronddwalen van het ene museum naar het andere. Het ene museum was te duur, bij het andere was de rij te lang. De student-assistenten die ons rond moesten leiden hadden blijkbaar niet zulke duidelijke instructies gekregen.
Maar eind goed al goed. Na een uur of twee zaten we boven in de toer bus. Ik vond het heerlijk om achterover te leunen en door de raampjes de drukte van de stad te observeren. Onze eerste stop was bij de Bund. Shanghai wordt in tweeën verdeeld door de Huangpu-rivier. Aan de ene kant van deze rivier ligt Puxi (letterlijk: rivierzijde West) en aan de ander kant ligt Pudong (rivierzijde Oost). De Bund is de Westelijke kant. Je kunt er over de promenade wandelen langs indrukwekkende gebouwen uit de koloniale tijd. Daar heb je een fantastisch uitzicht op Pudong, het zakelijke centrum van Shanghai, dat is volgebouwd met futuristische wolkenkrabbers. Tot zover vond ik Shanghai niet echt een mooie stad. Het is er grijs, druk en vol met uitlaatgassen. Maar op de Bund voelde het alsof ik een ansichtkaart in was gestapt. Ik
vond het heerlijk om langs het water te wandelen en uit te kijken over de skyline van Shanghai. Wat een vreemd gevoel om daar te zijn, in die enorme stad, op die wereldberoemde plek, zo ver van huis.
De tweede halte was de Yuyuan-bazaar, een soort winkelcentrum voor souvenirs. Er schijnt ook een tempel een traditionele tuin te zijn, maar daar was geen tijd voor. Toch was het leuk om van kraampje naar kraampje te struinen met Chao, Jurijn en Liselotte. We hebben niets gekocht, maar ons wel kostelijk vermaakt tussen alle prullaria en de massa’s Chinese toeristen.
Tegen een uur of twee werden we weer de bus ingedreven om Pudong, het zakendistrict, te bezichtigen. Daar waren we tijdens bedrijfsbezoeken al vaak geweest, dus Sharon, Laurent en ik besloten om van de bus te hoppen en op eigen houtje de stad te gaan verkennen. Ik kan de weg vragen, zij kunnen kaartlezen en we hadden een reisgids mee, dus onze tocht verliep op rolletjes.
Al snel stuitten we op een straatje waar allerlei spullen op de grond waren uitgestald. We zagen gebarsten aardenwerk, beeldjes, roestige souvenirs, potjes snuiftabak, meubilair en talloze
schilderijen en posters waarop een vriendelijk glimlachende Mao was afgebeeld. De spullen waren uitgestald voor puinhopen van afgebroken gebouwen. De mensen legden me uit dat hier vroeger een souvenir- en antiekmarkt was, maar dat de regering had besloten de boel plat te gooien en te vervangen door appartementencomplexen. De bewoners moesten hun winkels en huizen verlaten en hielden dus een leegverkoop op straat. Ik werd in verleiding gebracht door ouderwetse blikken en jaden sieraden, maar de verkopers bleken keiharde onderhandelaars. Ik iets minder, maar een grappige Mao broche viel nog wel onder mijn budget. Een mooi aandenken.
Ik vond dat wijkje en het verhaal van de mensen daar bijzonder. Maar mijn mond viel pas echt open van verbazing toen we daarna naar binnen gingen bij de ‘Bloemen, vogel, vissen en insecten Markt’ (een tip van mijn reisgids). Van alle kanten klonk gepiep, gemauw en getsjirp. Op deze markt kun je ‘gewone’ bloemen, katjes en vissen kopen, maar je kunt er ook terecht voor schildpadden, meelwormen, papegaaien en voornamelijk...krekels. Aan de muren hingen honderden ronde balletjes met daarin enthousiast tsjirpende krekels. Het geluid was oorverdovend. Blijkbaar zijn de krekels geliefd voor hun gezang, maar sommige Chinezen gebruiken ze
ook voor andere doeleinden. Veel stalletjes verkochten zwarte stenen bakjes, die mij erg geschikt leken om paperclips in op te bergen. Een aardige man vertelde me echter dat deze bakjes gebruikt worden voor krekelgevechten! Men neme twee krekels, men stopt deze in het voornoemde bakje, men wacht enkele minuten, verwijdert vervolgens het deksel en voilà…dan heeft men nog maar één krekel.
De krekels op deze markt waren dus heuse ‘vechtkrekels’, die je aan kan schaffen om te strijden tegen andere krekels. De Chinezen wedden op de ‘last krekel standing’. Tsja, als dat niet bizar is?
Advertisement
Tot: 0.067s; Tpl: 0.011s; cc: 7; qc: 45; dbt: 0.0423s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 2;
; mem: 1.1mb
Hendrik Jan Gorter
non-member comment
Blog Shanghai
Rianne, Een mooie blog met een fraaie beschrijving van de verschillende kanten van Shanghai en de (westerse) bril waarop jij naar de chinese cultuur kijkt. Nog veel plezier de komende vier weken en ik hoop nog veel blogs van je te mogen lezen. Groet Papa xxx