05-12-2012


Advertisement
Brazil's flag
South America » Brazil » Acre » Rio Branco
December 5th 2011
Published: December 6th 2011
Edit Blog Post

Vandaag, maandag 05 december 2012.

December staat bij ons meestal gelijk aan "koud", maar hier in Rio Branco (Brazilië) is het vandaag 34°C. De zon brandt heet op mijn kortgeknipte schedel als ik door de straten loop, elke plek schaduw zoek ik op, hoewel ik mij met weinig tevreden moet stellen.

Momenteel raast er wel een windhoos door de stad, en er valt regen uit de lucht. Dat moest er wel eens van komen met die hitte. En de verfrissing doet deugd.

Op woensdagavond 30/11 ben ik vertrokken met de bus vanuit Cusco naar Puerto Maldonado. In Cusco zelf werd de bus gestopt door een paspoortcontrole van de politie, waardoor we ongeveer 30 minuten halt moesten houden.

Elke peruviaan moest zijn identiteitskaart afgeven ter controle, waarna deze weer werd uitgedeeld op de bus. Mijn paspoort werd onder het licht heen en weer bewogen om te zien of het niet vals was. Daarna werd ieders gezicht gefilmd met een kleine camera. Normaal gebeurt dit om veiligheidsredenen door de busmaatschappij zelf, maar deze keer was het de politie die filmde.

Na ongeveer 9h40 reizen kwam ik rond 6h40 ´s morgens aan in Puerto Maldonado. Een aantal gidsen die de bussen vol met toeristen stonden op te wachten spraken mij aan en overhandigden mij hun kaartje.

Vermits ik eerder al in Puerto Maldonado verbleef en al eens een excursie heb gedaan, herkende ik de gezichten van de gidsen, maar zij herkenden mij niet. Het voelde raar aan, het had iets Big Brother-achtigs. Ik wist wie zij waren maar zij kenden mij niet (meer). En ik had geen zin om er hen op te wijzen.

Op de bus zat ik naast een meisje uit Cusco. Ze zat eigenlijk op mijn plaats, aan het raam, maar ik zei niets. Na een tijdje raakten we aan de praat. Ze ging naar een trouwfeest in Puerto Maldonado. Haar ouders en zussen wonen daar en haar vader baat daar een hotelletje uit. We wisselden nummers uit en de volgende dag spraken we een aantal keer af. We gingen een paar keer iets drinken en ´s avonds reden we rond met de brommer.

Ik reed met de brommer van haar vriendin. Die brommer werkte mij op de zenuwen. Enkel de voetrem werkte, de versnellingen schakelden stroef, en de knipperlichten maakten een irritant geluid. Toen het plots fel begon te regenen gingen we naar huis. Tijdens die felle regen viel de electriciteit uit en de straten waren plots heel donker.

Het is een cliché maar de wereld is kleiner dan je zou denken: in de busterminal van Puerto Maldonado sprak iemand mij aan, Renzó, een vriend van een klasgenoot portugees uit Cusco. Met hem had ik enkele dagen eerder gesproken. Hij zat op de vorige bus, de bus die een halfuur vroeger uit Cusco was vertrokken. Hij was ook op doorreis naar Brasilië, maar zou vanuit Rio Branco doorreizen tot Goiânia.

Goiâna ligt op twee dagen reizen per bus vanuit Rio Branco. Het is een grotere stad. Renzó wilt zijn "masteria" in de informatica (een soort master denk ik) studeren in Brasilië omdat het hier in vergelijking met Peru gratis studeren is, terwijl het in Peru een fortuin kost om die studie af te maken.

Om toegelaten te worden tot die studie moet hij echter eerst een ingansexamen doen en een ingansgesprek afleggen. Renzó heeft ondertussen zijn cyclus portugees afgerond en heeft 10 maanden achter de kiezen zitten.

Dus we brachten samen de ochtend door in Puerto Maldonado, ik wachtend op mijn kamer, hij wachtend op zijn bus naar Rio Branco, die dagelijks vertrekt om 12h ´s middags. Allebei zwetend dat het geen naam heeft, nog gekleed in onze lange broek en hemd die ons tegen de koude moesten beschermen op de bus van Cusco naar Puerto Maldonado.

Rond 5h ´s morgens werd ik in mijn hostel gewekt door een bende lawaaimakers die dachten dat ze het hote lvoor hen alleen hadden. Maar dat ben ik ondertussen al gewend.

De dag erop verliet ik rond 11h20 mijn hostel, zonder te betalen. Ik had geen tijd. De bus naar Rio Branco (Brasilië) vertrok om 12h en ik mocht die niet missen. Bovendien was er niemand aanwezig en duurt het altijd een hele tijd eer je iemand te pakken krijgt.

Ze hadden mij de ochtend voordien trouwens beloofd mijn kamer klaar te maken tegen 10h terwijl die pas rond 12h30 klaar was. Het was niet de beloofde kamer. Er stond een bed en een tv, dat was alles. De betaling kan wel wachten tot bij mijn terugkeer, ze hadden mij maar niet zoveel op de zenuwen moeten werken. De uitbater is een toffe kerel, daar niet van, maar teveel is teveel. En hij zal het wel begrijpen.

Voor mijn vertrek was ik nog snel op zoek gegaan naar een kantoortje om Peruviaanse Sols te wisselen in Braziliaanse Reais.

We zitten natuurlijk niet voor niets in Peru: ik moest binnen 10 minuten terugkomen omdat de vrouw van het wisselkantoor geen Reais had. Ze zou ze kopen aan 1,4 Sol per Reais en verkopen aan 1,5 Sol per Reais. Allemaal goed voor mij, zolang ik maar wat Braziliaans geld op zak had. Ik kocht voor S/.210 aan R$ 140. De vrouw maakte voor S/.14 winst aan mij, maar dat moest dan maar.

***

Rio Branco, Brasilië. Waar zullen we beginnen?

Ik kwam hier toe op vrijdagavond 02 december rond 22h15 na een busrit van een 10-tal uur vanuit Puerto Maldonado (Peru). Net op tijd Peru uit, want mijn 60-dagen visum dat ik bij binnenkomst in Peru had gekregen aan de grens met Bolivië, liep die dag af.

Dat die rit 10 uur duurde, dat zou je niet zeggen. De bus had airconditioning, lederen zetels, televisieschermpjes en een propere wc achterin. Er was plaats voor 40 passagiers, maar we waren slechts met z´n zeven (7). Kostprijs S/.100, een dikke 25 euro.

Het merendeel van de rit bracht ik door, luisterend naar de muziek van mijn Ipod, rugleuning van de zetel naar achteren gezet, af en toe eens slurpend van de fles yoghurt die ik in Puerto had gekocht, en daarna van mijn flesje energiedrank. Toen we de grens over waren raakte ik weer aan de praat met een meisje uit Peru. Dat maakte de rit wat minder eentonig.

De grens oversteken. Dat is altijd een avontuur. De bus stopt aan het immigratiekantoor van Peru. Daar moet je dan een stempel in je paspoort laten zetten die de datum aangeeft waarop je Peru verlaat.

Dat was dat, maar daarna moest elke passagier zijn bagage laten doorzoeken. Tot in de kleinste hoekjes werd er gekeken. In mijn toiletzak, in de rits van mijn opblaasbaar hoofdkussen werd gekeken, overal. Alles uit de rugzak en daarna alles er terug in.

Daarna rijdt de bus een paar honderd meter verder door en stopt dan aan het immigratiekantoor in Brazilië. Al zuchtend haalde ik mijn rugzak weer uit de bagageruimte om hetzelfde proces nog eens te doorlopen.

Gelukkig hebben ze in het kantoor van Brazilië een apparaat om de inhoud van je bagage automatisch na te gaan. Je zet je babage op de rolletjes, alles verdwijnt dan achter een gordijntje naar binnen, en komt er aan de andere kant weer uit. Mijn rugzak piepte, maar dat kwam omdat er twee ijzeren staven zitten verborgen die dienst doen als verstevigingsmiddel.

Eind goed al goed, maar wat een gedoe.

Diezelfde avond toen ik toekwam in Rio Branco slaagde ik er na wat rondvragen in om een telefoonkaart te kopen. Ik belde al verschillende keren met de moeder van de vriendin die ik hier normaal gezien moest tegenkomen, maar ben er tot nu toe nog niet in geslaagd om die vriendin zelf te contacteren. Blijkbaar is ze op reis. Ik heb ondertussen wel al een berichtje gekregen van haar waarin ze mij naar de naam van mijn hostel vroeg om mij daar te komen oppikken, dus dat klinkt al beter! Enkel nog afwachten nu.

Ondertussen zit ik natuurlijk niet stil. Gisteren ben ik een tweetal uur in de stad gaan rondwandelen, in de hitte. Onder een zonnescherm op een terras at ik twee ijsjes in een ijssalonnetje. Lekker ijs, beter dan bij ons. Via de stratenplannetjes die sporadisch uithingen vond ik mijn weg terug naar mijn hostel.

Dat eerste hostel, dat was maar iets vies. Een kamer met twee bedden, een tafeltje en een ventilator, meer stond er niet in. Prijs R$ 20, ongeveer 8 euro. Badkamer en wc op de gang. Gisteren en vandaag was er zelfs geen water en kon ik dus niet eens mijn bezwete lijf wassen of mijn tanden poetsen. Ik had er dus genoeg van en ging deze morgen op zoek naar iets anders.

Nu verblijf ik in een kamer met een dubbel bed, een tv, een ventilator, en een eigen een douche, wasbak en wc. Proper, meer moet dat niet zijn. Kostprijs R$ 35 per nacht, ongeveer 14 euro. Het eerste wat ik deed toen ik de kamer binnenkwam was een frisse douche nemen, het was nodig.

Opnieuw moet het cliché bevestigd worden: de wereld is kleiner dan je zou denken. Ik ben hier een zwarte Nederlander tegengekomen, geboren in Surriname maar al heel zijn leven wonend in Rotterdam, van zijn jeugdige leeftijd genietend om wat te reizen. Hij reisde in één trek door van Lima tot Rio Branco, gekkenwerk als je het mij vraagt. Een busreis van 42 uur, aan één stuk door!

Op het eerste gezicht zou je niet denken dat hij Nederlander is. In Rio Branco lopen in tegenstelling tot Peru heel wat zwarte brazilianen rond. Het had dus evengoed een braziliaan kunnen zijn.

Hij zat naast mij in het internetcafé toen er plots een luide knal door de straten schalde. Onze computerschermen vielen uit. We keken over onze schouders naar buiten en zagen dat het fel begon te regenen. We keken elkaar aan, peinzend. Hij: "Hablas español?", ik: "sí". "Do you speak english too?", ik: "yes". "Where are you from?", ik: "Belgium". Hij: "oh oké, dus jij spreekt gewoon Nederlands?", waarna we allebei in lachen uitbarstten.

Had die kerel een tafeltje verder gezeten, dan was de kans groot dat ik nooit met hem aan de praat was geraakt. En hier in een stad als Rio Branco een Nederlander tegenkomen, naast mij zittend, dat is toch wel heel toevallig.

Die brazilianen hier spreken allemaal snel. Om eerlijk te zijn versta ik er soms geen knijt van. En die Peruvianen maar zeggen dat het een gemakkelijke taal is en dat het sterk op het spaans lijkt. Van waar halen ze dat toch? Het is misschien een kwestie van gewoonte, een kwestie van de Portugese klanken gewend te worden. Want die klanken zijn heel specifiek, heel mooi ook. Ik zou er mij graag in onderdompelen, in de portugese taal.

Dat ik er geen knijt van versta, dat is natuurlijk overdreven. Ik kan iets kopen in een winkel, kan betalen, kan een kamer vragen om te overnachten, kan mijn eten bestellen. Kan vertellen waar ik vandaan kom en wat ik hier kom doen. Kan soms stukjes tekst verstaan. Maar ze praten allemaal zo snel en onduidelijk, soms mompelend zelfs. Alsof ze te lui zijn of te veel haast hebben om hun woorden duidelijk te ar-ti-cu-le-ren.

Maar goed, ik geef niet op!

Het viel mij hier op dat er hier en daar toch ook wat gekke mensen rondlopen in deze stad. Ze lopen rond op hun blote voeten, zwierend met hun armen, luidkeels zingend, tierend. Gisteren zag ik een man rondlopen die maar bleef tieren naar voorbijgangers, als een profeet, hij hield een dik boek vast, misschien een bijbel.

Brazilië, dat blijkt een heel autonoom land te zijn. Weinig of geen brazilianen kennen een andere taal dan het portugees. Spaans kennen ze niet. Als je ze in het spaans aanspreekt word je bekeken alsof je van Pluto afkomstig bent. Er zijn nochtans een aantal woorden die op het spaans lijken, maar toch.

Engels kennen ze ook al niet. Portugees, dat is voldoende.

Brazilianen, het zijn blijkbaar echte chauvinisten, patriotisten. Trots op hun land en hun cultuur. Zo moet dat eigenlijk zijn. Ze hebben karakter die brazilianen. Ze vallen graag op ook. Met hun auto of hun brommer, door hard te accelereren.

Zo zag ik gisteren een soort van moto in de vorm van een driewieler, met vlammen geschilderd op de zijkanten. Achterin een paar muziekboksen, waaruit de hardrock van Guns 'N' Roses' "Sweet Child O Mine" schalde. En op straat een voorbijganger die zijn flesje water als microfoon gebruikte en de tekst meezong.

Ik denk dat er gisteren ook een voetbalwedstrijd werd gewonnen, want ik hoorde mensen roepen en tieren in hun huizen. Ik zag moto´s en auto´s rondrijden in de stad, luide muziek die uit de speakers bonkte, toeterend, roepend, elkaar luid groetend, armen die enorme zwart-wit vlaggen uit het autoraam lieten wapperen, rechtop, naar de hemel gericht.

Het is geen geheim dat Braziliaanse vrouwen tot het mooiste volk op aarde behoren. Van wat ik totnogtoe gezien heb kan ik dat grotendeels bevestigen. Ze hebben alleszinds een vrij specifiek herkenbaar uiterlijk. Vaak vrij donker van huid. Als je op straat rondloopt weet je vaak niet waar eerst te kijken.

Zo, dat was het voor nu. Ik ga nu iets eten. Over eten gesproken, een grappige anecdote: in veel restaurants hier is er self-service. Je kan dan kiezen om je bord te laten wegen op een daartoe bestemde weegschaal, of je kan een vaste prijs betalen en je bord zo vaak bijvullen als je wilt. Je bord laten wegen alvorens te betalen, dat heb ik nog nooit gezien. Mijn nieuwe Nederlands-Surrinaamse kennis vond het ook maar iets vreemds.

Rond 23h30 ga ik met een braziliaanse op stap die ik heb leren kennen in een restaurant-ijssalon hier in de buurt. Het "ijs-breken", daar ben ik soms nog niet goed genoeg in, zeker als ik de taal niet goed spreek. Dat ijs-breken, dat heeft de Nederlander voor een stuk gedaan, maar eens dat het ijs gebroken is kan ik de rest wel zelf.

En hopla, daar gaat Ken, blij met de start van een nieuw avontuur!!

Até logo!

Advertisement



6th December 2011

Con taaanto diverción siguo leyendo tu blog, Kencito! Diviertate mucho y sabes, quedate hasta que estoy alla de nuevo! ;) Un beso! X
6th December 2011

Jajaja, Tanteke... regreso a Belgica el 15 de feverero... ahora estoy seguro... besos xx

Tot: 0.072s; Tpl: 0.01s; cc: 10; qc: 48; dbt: 0.0441s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.1mb