Advertisement
Published: April 20th 2016
Edit Blog Post
Het afscheid van de mensen in Umlani, hoe hartelijk ook, deed me zeer en terwijl we het zandpad opreden, zei ik, wanneer gaan we weer? Als we de loterij gewonnen hebben, zei Paul, dan kan ik eerste klas vliegen!
Het was een korte rit naar het East Gate vliegveld van Hoedspruit.
Gelukkig zagen we nog wat steenbokjes onderweg, een paar zebra’s, een schildpad en aapjes in de bomen bij Timbavati Gate.
Op het vliegveld moesten we ook de auto inleveren. Maar geen bordje Bidvest te bekennen daar. Even vragen, blijkt dat je de auto moet parkeren, en de sleutel in de brievenbus van Bidvest moet gooien. En dan komt alles goed. Dat was ook zo.
Het vliegveld is er een waar ik graag terugkom. Gezellig, knus en kleinschalig. Twee balies, 3 vluchten per dag, naar Johannesburg en Kaapstad. Een leuke patio, overal stopcontacten om je spullen op te laden en wifi!
De vlucht duurde twee en een half uur. Het enige curieuze dat we zagen waren die ronde landbouwvelden (zie foto). Later, toen we in Oudtshoorn op een heuvel stonden en ook van die ronde velden zagen, vertelde de gids ons dat de
velden aangepast waren op de watersproeisystemen. Daar heb ik ook maar een foto van bijgedaan, want zoiets vind ik lastig te beschrijven.
Verder viel er niet veel te zien, en we waren blij dat we in Kaapstad aankwamen. Natuurlijk weer de nodige papieren invullen en ondertekenen voor de auto en overal kopieën van maken: paspoorten, rijbewijzen, internationale rijbewijzen, enz.
Dat internationale rijbewijs hebben we nog even moeten regelen in Funchal. Het ging gelukkig erg vlot, bij de ACP (de Portugese ANWB). Jammer genoeg zijn we nooit aangehouden en heeft geen hond ooit naar dat internationale rijbewijs gevraagd, behalve dan de autoverhuurder.
De routebeschrijving naar Floreal Housem onze B&B in Kaapstad, was goed genoeg om ons er redelijk rechtstreeks heen te leiden. Een leuke B&B in een oud koloniaal Kaaps huis, onder aan de Tafelberg. Aan de Upper Orange Street in de wijk Oranjezicht! Er is hier zoveel dat aan dat koloniale verleden herinnert, maar dan vaak wel op een kleurrijker manier dan in Nederland.
We hadden een hele ruime kamer met zitje, en ik kon zo de deur uitstappen naar het zwembad, altijd goed!
Tegenover het guesthouse was een deli, waar we
diezelfde avond een heerlijke sandwich hebben gegeten, met natuurlijk een prima Zuid-Afrikaans wijntje. En ook daar weer hele vriendelijke mensen. Zwart en blank.
En lekkere eten overal, voor weinig 😊
Waar we natuurlijk naartoe wilden was het Victoria & Alfred Waterfront. Dat zag er op de plaatjes zo leuk uit, veel bezienswaardigheden, veel eet- en drinkgelegenheden, bootjes, zeeleeuwen en nog veel meer.
Vanaf onze B&B konden we daar met de bus naartoe. Maar lopen was ook goed mogelijk, ongeveer 5 km, maar allemaal naar heuvelaf. Bovendien valt er onderweg zoveel te zien. Ook hier trouwens weer veel zwarten op de stoep en blanken in de auto op de weg. Behalve in het centrum, daar liepen veel blanke toeristen.
Een hele leuke wandeling in een gewone leefomgeving van Kaapstad. Nadat we eenmaal bij de Company Gardens waren aangeland, werd het drukker met blanke wandelaar, allemaal toeristen. Mooie, weelderige tuinen, waar het goed toeven is met een drankje en een sandwich. Maar wij gingen verder en kwamen terecht bij de Green Market. Een groot plein met terrasjes, muzikanten en stalletjes met allerlei leuk spul (vooral voor toeristen!).
Paul heeft een leren armbandje gekocht en
ik een paar oorbellen met bengelende neushoorntjes. En dan een watertje drinken op een terrasje en de wereld aan je voorbij laten komen.
Daarna verder verder, stukje door Long Street met die ontzettend geinige koloniale huizen die zo uit het Caribisch gebied zouden kunnen komen en waar nu merendeels bars en restaurants in gehuisvest zijn. De laatste dag zijn we nog speciaal die hele lange Long Street doorgelopen om al die huizen goed te bekijken en wat foto’s te maken.
Aan het V&A Waterfront was het een drukte van belang. Het is een redelijk groot gebied, en het stierf er van de toeristen. Bij het Nelson Mandela museum vertrok ook de boot naar Robbeneiland. Van dat bezoek hebben wij afgezien. Gelukkig maar, want er stond een waanzinnig rij mensen te wachten om met de boot mee te kunnen. In plaats daarvan zijn we bij de Fish Market gaan zitten, want we hadden inmiddels flink trek gekregen, en de fish en chips scheen daar goed te zijn. Je kon er ook halve porties krijgen, nog beter. De vis werd opgediend in een “krant”. Wel een hele fles wijn, want dorst hadden we ook.
Prima eten, met uitzicht op de draaibrug. Net zo eentje als je ook in Willemstad hebt, alleen is die wel een stukje langer.
En het ene restaurant na heet andere. Winkels met Afrikaanse producten, winkels met gewone westerse producten, en een hele leuke Food Market, waar we zelfs kroketten en stroopwafels aantroffen!
Vlakbij was Nobel Square, waar beelden van de vier Zuid-Afrikanen staan die ooit een Nobelprijs hebben gewonnen.
Even verderop was het Cape Wheel, een reuzenrad waar we de laatste dag in zijn gegaan. Grappig, omdat je een goed overzicht hebt over Kaapstad, van Waterfront tot Table Mountain.
De Tafelberg had steeds een bewolkte top. Ik had er wel op willen gaan, Paul zag het niet zo zitten. Hij vroeg raad aan Will van de deli, en die zei, wat moet je daar nou. Eerst sta je een tijd in de rij om mee te kunnen met de kabelbaan, en dan ben je boven en die zie je Kaapstad en Cape Peninsula en de oceaan . So what? Hahaha, het pleit was geslecht. Ik gaf me over en heb het er niet meer over gehad, ook niet toen het op de laatste
dag helemaal helder was op de top.
De tweede dag in Kaapstad, mijn verjaardag, hebben we de hop-on hop-off dubbeldekker genomen die rond de Tafelberg gaat en dan langs de oceaan terug naar Kaapstad. Ontzettend leuke tocht, die wij onderbroken hebben in Houtbay. Een leuk vissersplaatsje met een lang zandstrand en Angel de zeeleeuw. Die werd gevoerd door een ouwe zwerver met stukjes visafval. Voor een beetje geld mocht ik Angel ook even voeren (lekker stinkhanden daarna).
Gegeten in de leuk restaurant aan de haven. Ik had mosselen en daar zat waarschijnlijk een slechte tussen want mijn maag is wel een paar dagen van streek geweest.
Daarna de bus weer opgepikt en de mooie rit vervolgd langs de oceaan.
Voor de avond hadden we eten besteld in onze B&B. De menukaart zag er aantrekkelijk uit en we hadden allebei voor tagliatelle gekozen. Met als begeleidende wijn een echt Zuid-Afrikaan: pinotage. Dat is een blauwe druivensoort die ontwikkeld is in Zuid-Afrika door pinot noir met cinsaut te kruisen.
De wijn was heerlijk, het eten viel zwaar tegen. Ik ben wel beter gewend op mijn verjaardag 😉 Maar we hebben er gewoon wat van
gemaakt. Kaarsje op tafel, flink pimpelen, dan valt de rest ook wel mee.
Maar geen aanrader, dus! Wel als guesthouse, maar niet als restaurant.
Ontzettend leuke stad, aardige mensen, veel te zien. Zeker nog een tweede bezoek waard.
Het enige waar we spijt van hadden (buiten de maaltijd!) was dat we de auto al die tijd voor niets hadden. We hadden hem natuurlijk niet eerder moeten laten komen dan de dag van vertrek uit Kaapstad. Maar dat wisten we pas toen we eenmaal in Kaapstad waren en ons realiseerden dat we daar helemaal niet rond wilden rijden. Misschien een tip voor Marjan van Rondreis-op-maat, om zoiets te bespreken met de klanten.
Wordt vervolgd (nog één keer, denk ik)
Advertisement
Tot: 0.139s; Tpl: 0.033s; cc: 7; qc: 44; dbt: 0.0497s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.2mb