Advertisement
Onze eerste ochtend in San Gil begon niet veelbelovend. We wachtten op onze hotelkamer tot 8.00u, want dan pas werd het ontbijt geserveerd, om dan tot de vaststelling te komen dat het ontbijt niet inbegrepen was en we er ook niet voor konden bijbetalen. Dan maar naar de terminal vertrokken voor de bus naar Barichara, toen bleek dat die vandaag uitzonderlijk niet reed omdat de plaatselijke ‘Tour de Colombia’ werd georganiseerd.
Dan maar plan B: we zetten de buggy snel terug af in ons hotelletje dat om de hoek lag en namen de bus richting Charala. Onderweg stapten we af om naar de Cascadas de Juan Curi te gaan. Een stevige klim door de jungle bracht ons tot aan de voet van de indrukwekkende waterval van 180 meter hoog. Casper stapte de hele weg zelf, echt wel flink van hem. Het laatste stuk was behoorlijk steil en glad, maar we haalden het zonder kleerscheuren. Casper en Yves namen een duik in de poel onderaan de waterval, Ella en ik keken goedkeurend toe. De terugweg ging natuurlijk sneller, we moesten enkel dalen. Op het gladste stuk droeg Yves Casper, maar de rest wandelde hij weer helemaal zelf. Terug ‘beneden’ aten we
De 'Tour de Colombia'
Natuurlijk net als wij de bus willen nemen lekker in het restaurant: kip en forel op de barbecue. Toen we de laatste kruimel achter de kiezen hadden, namen we de bus terug naar San Gil.
We wilden de draagzak weer afzetten in het hotel en de buggy ophalen, maar net op dat moment barstte een wolkbreuk open boven de stad, waardoor we nog even bleven schuilen. Na de laatste druppels vertrokken we naar Parque El Galineral. Terwijl Yves onderweg even bleef praten met een Australisch koppel dat we in Villa de Leyva hadden leren kennen, kreeg Casper een Mickey-ijsje dat we hem al lang beloofd hadden. Een uur voor sluitingstijd kwamen we aan in het park van 4 ha dat in onze Lonely Planet beschreven staat als een plaats die zo feeëriek is dat ze doet denken aan Middle Earth uit de boeken van JRR Tolkien. Dat is echt niet overdreven, want in de bomen hangen slierten ‘barbas de viejo’ (baarden van oude mannen) die het park iets toverachtigs geven. Dat het naast de rivier ligt, een eigen strandje heeft en er ara’s en roofvogels boven cirkelen, zijn voldoende redenen voor Casper om er altijd te willen blijven.
Op de terugweg passeerden we nog langs een
speeltuintje met een beeld van een enorme mier, die hier als delicatesse gegeten wordt, maar we verkozen zelf toch ander lekkers: verse pasta en pizza, vlakbij de Parque la Libertad.
Gelukkig reed gisteren de bus naar Barichara wel. We stapten af en deden ons meteen te goed aan een lekkere koffie met wat gebak. Daarna klommen we tot wat het einde van de wereld leek en begonnen we aan de afdaling naar Guane, een dorpje dat 9 km verderop ligt. Het pad, El Camino Real, werd gebouwd door het Guane-volk en werd in 1988 uitgeroepen tot nationaal monument. Omdat het onmogelijk te bewandelen valt met de buggy, hadden we die in Barichara achtergelaten en droegen we Ella beurtelings in de rugdrager. De weg was magnifiek, we waren in een andere wereld . We zagen letterlijk maar 1 persoon en 2 huizen op die 2,5 uur dat we wandelden. Nadat een aantal keer een paar druppels regen waren gevallen, begon het ineens tropisch te onweren. Toen het onweer losbrak, dachten we nog even te kunnen schuilen onder een boom, maar al gauw waren we tot op het vel doorweekt en begonnen de kinderen het koud te krijgen. Daarbij
kwam dat we de bus van Guane terug naar Barichara zeker niet mochten missen omdat we ’s avonds de bus van San Gil naar Cartagena moesten nemen. Er zat niks anders op dan drijfnat door te stappen, Yves met Casper in de nek en ik met een wenende Ella op de rug. We stapten zo snel als we konden en kwamen net gelijk met de bus aan in Guane. De bus reed nog een rondje rond de Plaza en we waren alweer op weg naar Barichara. Daar warmden we de kinderen op met de reservekleren die ik al nodeloos sinds dag 1 overal mee naartoe zeul. Onszelf verwarmden we met opnieuw een lekkere koffie bij de bakker.
Toevallig deelden we de bus naar San Gil met onze pizzabakker van de avond ervoor, en aangezien we sowieso van plan waren om weer bij hem te gaan eten, gaven we onze bestelling al door vooraleer we onze doorweekte spullen afzetten aan het hotel. We aten nog snel onze laatste hemelse pizza en pasta bij 7 Tigres (Calle 12, ten noorden van de Parque le Libertad, een echte aanrader voor wie plannen heeft om naar San Gil te gaan) en namen met
spijt afscheid van Casper zijn vriendinnetje en de andere mensen in ons ‘huiskamerrestaurant voor twee dagen’.
Een taxi bracht ons van het hotel (waar we overigens zo hartverwarmend werden uitgezwaaid dat we er week van werden) naar de terminal waar we om 19.15u de nachtbus namen naar Cartagena. Daar kwamen we vanmorgen om 11.00u, na een busrit van bijna 16 uur, ‘lichtjes’ vermoeid aan.
Advertisement
Tot: 0.158s; Tpl: 0.014s; cc: 27; qc: 104; dbt: 0.1135s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.3mb