Advertisement
Published: September 2nd 2008
Edit Blog Post
Thanakha glimlach
Thanakha kleurt en kent ook vele gezichten: het doet dienst als make-up, gelaatsverzorging, zonnecreme en muggenrepellent Dag allemaal,
't is weer een tijdje geleden maar we hebben niet stil gezeten. Van Bangladesh zijn we naar India teruggekeerd om van daaruit een vlucht te nemen naar Bangkok. In Thailand hebben we een week lang zalig niks gedaan in afwachting van een Birmees visum. De dagen vlogen nochtans voorbij op Koh Chang, met fantastisch lekkere strandbarbecues, wat zwemmen, brommerritjes en een goed boek. De eerste avond was het wel even schrikken toen een golf letterlijk door het raam van onze strandhut naar binnenspoelde en ons hele bed doorweekte. Een paalhutje aan het water lijkt idyllisch, tot het springtij de golven naar de kamer brengt... Het weer was jammer genoeg te slecht om te duiken, maar tijdens een snorkeltrip leerden we de Nederlanders Paul, Kristel en hun zoontje Jordy kennen en de volgende dagen pendelden we tussen onze strandhut en hun heerlijk luxueuze bungalow (met zwembad!!!) voor het bouwen van indrukwekkende zandkastelen, gezellige avonden, wat goocheltrucs en om te zien wie van ons multimiljonair zal worden.
Nu zijn we eindelijk in Myanmar/Birma aangekomen. In de luchthaven vielen we al meteen als een baksteen voor de charmes van dit van de buitenwereld afgesloten land. Het luchthavenpersoneel dat ons ontving
Windkracht 10
Monniken maken vaak gebruik van U Bein's Bridge om tussen de verschillende kloosters te pendelen met een smile die tot ver achter hun oren reikte en de WC-dametjes met hun onvoorstelbaar schattige thanakha's (*zie verder) die mij achternagehold kwamen met een WC-rol en hun ontwapenendste lach stalen meteen ons hart. Hoofdstad Yangon (vroeger Rangoon) viel ons meteen goed mee: de properste en vriendelijkste guesthouse aller tijden en een gratis aangeboden ontbijt maakten dat we ons er meteen thuis voelden. Door de dag verkenden we met een Canadees en een Brit de straten van Yangon. 's Avonds keken we gezellig samen als één grote familie naar de openingsceremonie van de Olympische Spelen en werd er ijverig gekeuveld over de historische datum waarop wij waren geland in dit prachtige land. Op 08/08/'88 werden de straten van Myanmar overspoeld door protesterende mensen en kreten voor democratie (als reactie tegen de militaire dictatuur die sinds 1962 aan de macht was). Deze demonstraties werden zeer bloederig neergedrukt en meer dan 3000 mensen lieten het leven. In de nasleep hiervan werden verkiezingen beloofd maar toen de democratische partij NLD die met een verpletterende meerderheid won werd er "getreuzeld" met de machtsoverdracht. Ondertussen werd de woordvoerster van de NLD, Aung San Suu Kyi of The Lady, onder huisarrest geplaatst (nu nog staat
Vrouw aan het roer
Met de kano op Inlay Lake ze onder huisarrest). Tot vandaag weigert het militaire regime de macht over te dragen aan de NLD en blijft het land in de greep van de militaire dictatuur. De twintigjarige herdenking verliep heel rustig: geen zinnig mens die het momenteel in zijn hoofd haalt om openlijk zijn gal te spuwen over het militaire regime...
De weinig comfortabele nachtbus bracht ons 's morgens tot in Shwenyaung waar we ons in de laadbak van een pick-up lieten vervoeren tot Nyangshwe aan Inle Lake. We hadden een dag of twee voorzien aan Inle Lake maar hadden nooit verwacht dat het ons zo uitzonderlijk goed zou meevallen. Inle Lake is een gigantisch groot meer (ongeveer 11km bij 22km) waar vissers in houten kano's hun vangst proberen binnen te halen en waar "groot transport" gebeurt per gemotoriseerde longboat. De traditionele manier van roeien wekt de nieuwsgierigheid van elke toerist, maar voor deze mensen is het de normaalste zaak van de wereld om recht te staan achterop een wankel bootje, om dan balancerend op één been alle evenwichtswetten te tarten door met hun andere been de roeispaan te hanteren. Zo kunnen ze hun netten uitgooien en binnenhalen zonder te moeten stoppen met roeien. Het is
Nyaungshwe, Inlay Lake
Een van de triljarden stupa's die je over heel Myanmar verspreid vindt zonder meer indrukwekkend om te zien hoe zelfs kleine kinderen ogenschijnlijk moeiteloos door de kanalen van Inle Lake varen. De eerste avond trakteerden we onszelf op een kanotripje van twee uur. Voor- en achteraan stonden twee schoonzusjes te roeien, terwijl wij ons uiterste best deden om zeker niet te "wiebelen", uit angst dat ons bootje zou kapseizen. Tijdens een fikse regenbui gingen we even aan land en werden we bij hun thuis uitgenodigd voor enkele tasjes thee en onze eerste thanakha*. Op een stenen tablet wordt de schors van een stuk tak rondgewreven. Met wat water wordt het poeder vermengd tot een papje dat op het gezicht wordt aangebracht: een grondlaag voor de algemene bescherming van de huid, en een tekeningetje op de wangenen, neus of voorhoofd als afwerking. De thanakha beschermt de huid tegen de zon en tegen uitdroging, maar werkt ook muggenwerend en is de traditionele make-up voor man en vrouw.
De volgende dag gaven we ons over aan de vaarkunsten van de broer/man van de kanovrouwtjes en suisden we over het meer in een longboat. De boten verschillen in lengte - sommige zijn tot 15 meter lang - maar allemaal zijn ze zo smal dat je
Pootje baden
De vissers op Inlay Lake maken traditioneel gebruik van hun been om te roeien. Op deze manier hebben ze beide handen vrij om de netten te manipuleren. er achter elkaar in moet zitten. Links en rechts werpen de vissers hun netten uit, ondertussen dapper voortroeiend met hun been, en watervogels vliegen ongestoord over want dit is een van de grootste vogelreservaten van het land. De grootsheid van het landschap en de nietigheid van ons in ons bootje hadden een bedwelmend effect op ons, weer heel speciaal... Onze boottocht bracht ons langs enkele religieuze heiligdommen, in ateliers van ambachtslieden (de zilver- en ijzersmid, de parasolmaker, de sigarenroller, de zijdewever,...) die technieken uit de Middeleeuwen hanteerden, door de gigantische drijvende tuinen waar tomaten a volonte gekweekt worden en naar de machtige stupa-ruines van Indein.
We konden maar geen afscheid nemen van Inle Lake en de schattige Mr. Linn die we er hadden leren kennen dus besloten we om de volgende twee dagen met hem op trekking te gaan in de heuvels ten oosten van het meer. De wandeldagen waren in feite niet zo lang, want onze vriend stopte om de haverklap om honderduit te vertellen over zijn land en zijn leven of om bezoekjes links en rechts te brengen aan vergeten vrienden. 's Nachts sliepen we op een matje in de meditatiehal van een godvergeten boeddhistisch klooster en
's morgens om 5.00u werden we zachtjes gewekt door het geprevel en de schuifelende voetjes van de monniken die gebeden naar hun hemel richtten. Een heel aparte ervaring. 's Anderendaags liet het weer het wat afweten en werden we regelmatig getrakteerd op een tropische stortbui, ging ik languit onderuit in de modder en brak mijn sandaal tegen het einde van de tocht, maar toch was het weer een erg leuke dag. Afsluiten deden we met een tasje thee in het geboortehuis van onze vriend, waarna hij ijverig poseerde voor een familiefoto met zijn ouders.
De nachtbus bracht ons naar Mandalay waar we onmogelijk vroeg aankwamen (om 3.30u). Na enkele uurtjes slaap meegepikt te hebben vertrokken we naar Mandalay Hill, een uitzichtsheuvel bezaaid met stupa's en religieuze heiligdommen. Aan de voet van deze heuvel kwamen we Cherry tegen, een taaie tante (ex-boxer) die er een pak ouder uitzag dan haar 60 jaar. Gedreven door eenzaamheid, nieuwsgierigheid en financiele noodzaak wandelt ze elke dag rond in de buurt van Mandalay Hill, op zoek naar toeristen die wat met haar willen converseren, haar een theetje betalen en hopelijk nog wat meer. Ze wou ons wel de hele dag meetronen maar wij hadden
plannen om naar het Nat Pwe Festival te gaan in nabijgelegen Taungbyone dus namen we afscheid. Het festival was eigenlijk niet zo spectaculair, eerder een soort pensenkermis / braderie dus keerden we terug naar Mandalay voor een stadswandeling.
's Anderendaags huurden we een brommer en bezochten we de "ancient cities" rond Mandalay. Amarapura en Inwa waren beide ooit voor een relatief korte periode de hoofdstad van Birma. Nu staat Amarapura vooral bekend voor de langste teakhouten brug ter wereld die het plaatselijke meer overspant. In Inwa bezochten we meerdere kloosters, een uitkijktoren en enkele stupa's. Op weg van Amarapura naar Inwa maakten we nog een tussenstop in Paleik waar drie pythons vrolijk rondglijden in een tempel en mensen de beesten elke dag mogen voederen in ruil voor een donatie. De omgeving rond Paleik was bezaaid met stupa's, sommige in ruine, andere half overgroeid en nog andere volledig gerenoveerd. Het ademde een heel speciaal sfeertje uit en wij waren de enigen die daar ronddoolden, supertof!
De dag erna wilden we met de ferry de oversteek maken naar een derde oude hoofstad, Mingun. Probleem is dat de ferry niet uitvaart voor twee personen (minimum was 4) maar terwijl we zaten
te wachten zagen we nog net twee Italiaanse toeristen een prive-ferry beklimmen en vroegen we of we misschien meekonden: geen probleem. In Mingun staat de basis van wat ooit de hoogste stupa ter wereld had moeten worden. Koning Bodawpaya begon in 1790 aan de bouw van een stupa die 150 meter hoog moest worden, maar stierf toen enkel de basis nog maar gelegd was. Een aardbeving reduceerde het tot een enorme hoop stenen (maar wat een hoop!) en vanaf de top heb je een fantastisch uitzicht over Mingun, de Ayeyarwady Rivier (vroeger de Irriwady) en in de verte Mandalay. In de namiddag deden we Sagaing, de laatste oude hoofdstad aan en beklommen we daar de zoveelste met stupa's bezaaide heuvel.
Iets ten noordoosten van Mandalay liggen twee voormalige Britse hill stations die we de komende dagen zouden bezoeken. Onze eerste stop werd Pyin U Lwin op 1050 meter, waar we fietsen huurden en de groene omgeving wat verkenden. Een onvoorstelbaar gammele treinrit van 8 uur aan een tergend traag tempo bracht ons naar Hsipaw. Daar trotseerden we de wildernis en baanden we ons een weg door jungle, rivieren, rijstvelden en stroompjes op weg naar een indrukwekkende waterval waar we
konden zwemmen. De laatste dag moesten we weer eens afschuwelijk vroeg uit de veren om de bus terug naar Mandalay te nemen maar de lieve manager van het hotel wekte ons met zo'n vriendelijke "mingalaba goodmooorning!" dat we niet anders konden dan goed gezind wakker worden.
Na Mandalay stond Bagan op het programma, maar daarover later meer!
Advertisement
Tot: 0.062s; Tpl: 0.014s; cc: 8; qc: 24; dbt: 0.0371s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.1mb
mama
non-member comment
Super
Weer een mooi verslag over een wel erg minzaam volk. Alleen jammer dat ik slechts een paar foto's kan openen. Lukt later misschien wel. Blijf genieten en schrijven!