Advertisement
Published: February 25th 2017
Edit Blog Post
Sodade
een van de wijnen van Fogo Boa Vista is ontdekt in 1480. De zeeman die als eerste dit eiland zag, riep: “Kapitein, goed zicht” (boa vista), in plaats van “land in zicht”, zo blij was hij dat hij land zag omdat er een vreselijke storm aankwam. Het was het vierde Kaapverdische eiland dat door de Portugezen ontdekt werd. Eerder waren Maio, Santiago en Fogo aan de beurt.
Nu is het zo’n beetje gekoloniseerd door de Italianen. Italiaanse restaurants en ijssalons, Italiaanse constructiebedrijven enz. En een beetje door de Chinezen die bijna alle kleine winkels in handen hebben. Ik heb overigens liever met de Italianen te maken, ook al spreken de meesten van hen geen woord over de (hun) grens, dan met de Chinezen. De Italianen zijn over het algemeen vriendelijk, de Chinezen over het algemeen niet. Maar gelukkig hebben we tegenover ons favoriete koffietentje een winkel gevonden met wel aardige Chinezen.
Het eiland is behoorlijk groot, met zijn 620 km2 iets kleiner dan Madeira (741 km2). Maar anders dan Madeira, is hier vooral veel zand, en niet alleen op de stranden. Overal in de straten, tenminste hier in Sal Rei, de hoofdstad van Boavista, ligt het in alle straten. Niet dat er zoveel straten zijn,
Toca da Garoupa
een van de beach clubs vlak bij ons appartement want Sal Rei is meer een dorp dan een stad. Er zijn zo’n 12.000 inwoners. Het hele eiland telt ongeveer 20.000 inwoners. Het zijn de toeristen die de boel hier aardig levendig houden. Maar dat wil nog steeds niet zeggen dat er veel straten zijn. De meeste straten hebben geen naam, sommige straten mogen ook eigenlijk geen naam hebben 😉 Dus de huizen of gebouwen hebben een naam. Ons gebouw heet Ca’ Nicola (ca’ van casa). Toen we bij de supermarkt waren en zeiden dat we de spullen graag thuisbezorgd wilden hebben, wist de pickup-bestuurder precies waar hij naartoe moest. Fijn hoor, je doet boodschappen in de supermarkt (Boas Compras) en zegt dan dat je wilt laten bezorgen. Ze rekenen daarvoor 100 escudos (of 1 euro) en je wordt met je boodschappen naar huis gereden. Ze hebben alleen lang niet alles wat je zou willen hebben als verwende westerling, en bovendien heb je sowieso kans dat er de volgende keer nog minder is, of dat er weer heel andere dingen zijn.
Ca’ Nicola ligt aan de rand van een rijtje lage duinen, met daarachter het strand, tot aan zee alles bij elkaar ongeveer 50 meter. We maken
Ca' Nicola
aan het praia de Estoril natuurlijk regelmatig een strandwandeling. En zitten af en toe voor een hapje en een drankje bij een van de leuke beach clubs.Jammer is wel dat er zoveel stenen in de branding liggen. Ik heb mijn plastic schoenen niet bij me dus om te kunnen zwemmen moet ik eerst over die stenen, terwijl de golven me half omver gooien. Geen pretje.
Het weer is warm, met iedere dag flink wat wind, waardoor het vooral in de ochtend en avond, koeler lijkt dan het is (je weet wel: gevoelstemperatuur!). Gemiddeld loopt de temperatuur op tot 26 gr en koelt af naar 20.
Sal Rei is een heel aardig stadje met een koloniaal gezicht, veel souvenirwinkeltjes met spullen die kennelijk voornamelijk uit Senegal komen. Er is één winkel met echte spullen van Kaap Verdië. Een juweeltje van een winkel met mooie antieke vitrinekasten. Hij doet ons erg denken aan Mercearia Dona Mécia in Funchal. Deze winkel dateert ergens uit 1860 of zo.
In dezelfde straat ligt een koloniaal huis, dat helemaal opgeknapt is. De oorspronkelijke eigenaren waren joodse Portugezen. De Italiaan die het gekocht en opgeknapt heeft, runt het samen met zijn zoon Cris als guesthouse, genaamd Migrante.
Zo wordt hier gebouwd
Niets gaat dus verloren, plastic zakken incluis Cris, de zoon, en zijn vrouw Ayana hebben divers onroerend goed in beheer voor de vakantieverhuur, zo ook ons appartement.Bij Migrante hebben ze een lekker ontbijt (een paar keer genoten), en net als bij de meeste restaurants een heerlijke wijn van het eiland Fogo. Wij hebben alleen de witte geproefd. Ze hebben zowel hele als halve flessen, dat mankeert er vaak op het vasteland aan. Wij houden van een wijntje, maar de laatste tijd is een halve fles vaak genoeg (wie had dat ooit gedacht!), en dan is het wel zo makkelijk als je niet steeds de rest mee naar huis hoeft te nemen.Op Fogo verbouwen ze ook koffie, al honderden jaren, gewoon voor eigen gebruik. Maar niet lang geleden was er een Nederlander die bedacht dat je toch meer met zo’n ambachtelijke koffie kon doen, en hij begon het moeizame proces van een bedrijf oprichten samen met een Kaapverdische partner en de koffie op verantwoorde (biologische) manier te verbouwen. Nu is zijn bedrijf zelfs zover dat ze een limited edtion voor Starbucks hebben: Starbucks Reserve® Cape Verde Fogo Island
http://english.rvo.nl/news/business-cases/volcanic-coffee-cape-verdehttps://1912pike.com/starbucks-reserve-cape-verde-fogo-island/Het is hier overigens niet goedkoop. Je zou verwachten van wel, in een
Overal honden
deze slapen op het strand 's nachts land waar het minimum loon voor gewone mensen 11.000 escudo’s is (100 euro). Voor ambtenaren is dat 12.000 escudo’s. Maar omdat veel van ver moet komen, is alles aardig aan de prijs. Vergeleken met Nederland gaat het wel, maar het is maar weinig goedkoper dan Madeira en soms zelfs duurder.Lastig is dat we altijd gebotteld water moeten drinken. Het kraanwater komt uit een zeewaterontzoutingsinstallatie en wordt door de meeste Kaapverdianen wel gedronken, maar ze raden het ons af, omdat we het niet gewend zijn en er daardoor last van kunnen krijgen. Dus blijven we flessen aanvoeren!Twee bakkers zijn hier vlakbij, een met een soort van niet onaardige croissants en rare platte baguettes, een ander met (te) stevig rustiek brood en slap witbrood. Bruin brood kennen ze hier niet want dat meel moet van ver weg komen.Kaas en vleeswaar zijn hier magertjes aanwezig. Maar wijn, bier, whisky en andere dranken kun je overal volop krijgen 😉Ze hebben hier ook twee plaatselijk drankjes: grogue en ponche. Grogue is Kaapverdiaanse aguardente (zeg maar rum), gemaakt van suikerriet op Santo Antão. Ponche is vergelijkbaar met de Madeirense poncha, maar toch heel anders van smaak. De basis
Marine club
aan het praia da cruz is de aguardente, aangevuld met limoen en stroop (mel de cana).Onze verhuurders hebben van elke drank een fles voor ons neergezet. De grogue hebben we niet aangeraakt. Van de ponche hebben we af en toe een slokje genomen. Lekker maar erg zoet. Ik heb er kip in gemarineerd. En in een van de restaurants waar wij gegeten hebben, gaven ze een glaasje ponche bij de rekening.In Sal Rei zijn de meeste wegen bestraat, ook met een soort van ruwe ongestructureerde kinderhoofdjes, maar ligt er vooral overal heel veel zand, en er zijn ook heel veel paden/wegen van aangestampte aarde en zand. In het oudere gedeelte van de stad staan veelal kleine huisjes, die bijna allemaal een leuk kleurtje hebben.Met kleuren wordt sowieso veel gewerkt voor de huizen, maar meestal wordt alleen de voorkant geschilderd. Dat geldt ook voor nieuwe huizen, of huizenblokken. Het lijkt of er lukraak gebouwd wordt, waar een plek is, komt een huis, en er wordt sporadisch aan gewerkt, behalve als er een projectontwikkelaar aan te pas komt. Maar er staan huizen en gebouwen waar ooit aan begonnen is, die al jaren onafgemaakt staan te staan. Vanwege geen geld
uitwaaien
praia de cabral meer, of om wat voor reden dan ook. En die blijven voorlopig ook zo onafgemaakt staan, lijkt het. Ook particuliere huizen worden in etappes afgebouwd. Eerst de benedenverdieping, dan kun je alvast wonen. Daarna de eerste etage. Daar doen ze langer over, minder haast natuurlijk als er eenmaal onderdak is. Bovendien is zo’n open eerste etage heel geschikt om de was op te hangen, of te barbecuen.
Wordt vervolgd.
Advertisement
Tot: 0.123s; Tpl: 0.013s; cc: 7; qc: 50; dbt: 0.0752s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.2mb
anonymous
non-member comment
net met een verbrande kop uit avignon thuisgekomen! leuk even met jullie/jou mee te reizen! geniet ze gr van Henk