Boa Vista - deel 2


Advertisement
Cape Verde's flag
Africa » Cape Verde » Boa Vista
April 1st 2017
Published: April 1st 2017
Edit Blog Post

Om wat meer van het eiland te zien, dachten we er in eerste instantie aan om een auto te huren. Maar ook dat is niet goedkoop en dan moet je nog zelf rijden ook! Dus een babbeltje gemaakt met een van de pickup-bestuurders die in het centrum rondhangen, hopend op een leuk ritje.

Taxi’s zijn hier bijna allemaal pickups, met bankjes in de achterbak, dus kunnen er 9 mensen mee. Gewone taxi’s zijn er ook, maar minder. De meeste taxi’s rijden rond of staan bij restaurants in de hoop een vrachtje op te pikken. Ze hebben overigens alleen veiligheidsriemen voorin, achterin is niets.Onze keus voor een ritje viel op Michel, die een aardige kop heeft en wat Engels spreekt. De eerste rit ging naar de regio Norte in het noordoosten. Daar wordt landbouw bedreven, groenten en fruit, waarvan het meeste wordt afgezet in Sal Rei. Drie lieve dorpjes liggen er en de bewoners hebben het niet slecht, volgens Michel, vanwege de landbouw. De huizen hebben alle kleuren van de regenboog en de meeste straatjes zien er leuk uit. Maar net als in Sal Rei, zijn er altijd onafgebouwde huizen, vervallen huizen en open plekken waar veel rotzooi ligt. Bestrating is meestal kinderhoofdjes of aangestampte aarde.

De weg naar die dorpen is ook met klinkerachtige kinderhoofdjes bestraat, waardoor je een klein uur veel hobbel de bobbel hebt. Die weg wordt dan nog gezien als een goeie weg. Het is in ieder geval een van de hoofdwegen van het eiland. Onderweg erg veel geiten gezien, ook ezels, een enkel paard, en af en toe wat koeien. Van de geitenmelk wordt een hele smakelijke kaas gemaakt.

Het was een leuke tocht, niet dat het eiland zo prachtig is, al heeft het een ruig soort schoonheid. Maar omdat je een betere indruk krijgt van hoe het hier echt is. Zo was er in een van de dorpen op een straathoek een uitstalling van kleren. Michel vertelde ons, dat die kleren uit Sal Rei kwamen, een ondernemende koopman brengt ze eens per week naar dit dorp en zo kunnen de mensen uit de omgeving toch kleren kopen zonder helemaal naar Sal Rei te moeten.In Sal Rei is een straat met kraampjes waar ze iedere dag met kleren staan. Die kleren bewaren ze in oude olievaten (schoongemaakt!). Daar kopen vaak toeristen, maar ook veel plaatselijke bevolking, want in de enkele boetiekjes die het stadje rijk is, is de kleding voor de gewone man en vrouw veel te duur.

Op de terugweg zagen we een geitje geboren worden. Michel had het in de gaten en hij stopte. Ik kon een foto maken van de baby die net op zijn poten stond te wankelen. Prachtig!

Ons tweede tochtje een week later ging naar het zuiden met zijn prachtige ongerepte stranden. Niet helemaal ongerept, want er komen iedere dag veel toeristen in pickups of quads naartoe. Maar geen strandtent te bekennen. Er wordt nu wel een heel luxe resort (White Sands) gebouwd aan de oostkant van het strand van Santa Monica. De projectontwikkelaar van dit resort heeft kennelijk zijn sporen verdiend op Sal en heeft nog 5 resorts op Boa Vista in de pijplijn. Dus hoe lang het nog zo weids en ongerept blijft, is maar de vraag.Intussen ook een totale blackout meegemaakt op een zaterdagavond. We kwamen terug van een strandwandeling, het was een uur of vijf ‘s middags, en ik wilde mijn handen wassen, maar merkte dat er geen water was. Ayana een whatsapp gestuurd. Even later merkte ik dat de klok van de oven het ook niet meer deed. Oké, geen elektra (dat hadden we al een paar keer kort meegemaakt), waardoor de waterpomp niet werkte en we daarom ook geen water hadden. Ayana meldde dat het tot een uur of zeven zou duren. Mmmm, zou het? Wij gingen uit eten (goed gepland!) en moesten met een zaklamp in het donker van het ene eind van Sal Rei naar het andere lopen. Hier en daar was licht, van een hotel of restaurant met generator. De generator van het restaurant waar wij gereserveerd hadden, hoorden we al van verre. Nadeel was dat het restaurantgedeelte op de eerste verdieping was, zonder ramen, dus open naar de straat waar de generator op de stoep stond te ronken. Ons eten werd af en toe bewierookt door benzinelucht en we moesten harder praten dan normaal. Maar het eten was erg lekker, de wijn ook, dus de pret werd maar heel weinig gedrukt. Het meisje dat ons serveerde, zei dat de uitval wel tot half negen kon duren… Uiteindelijk merkte ik om één uur ‘s nachts in bed dat het licht in de kamer aanging!Na twee weken hier waren we het er over eens, dat we eigenlijk genoeg hadden gehad aan een dag of 10. Want alles bij elkaar genomen is dit toch meer een bestemming voor mensen die iedere dag op het strand willen liggen, een beetje surfen of scheuren met een quad, die af en toe een tochtje maken en verder wat rondhangen in de bars en restaurants.Wij zijn om te beginnen geen strandliggers meer, die tijd ligt ver achter ons. Behalve af en toe een uurtje op een ligbed, dat is wel aardig om de kleur bij te houden. Surfen doen we ook al niet, voor snorkelen, waar ik gek op ben, moet je verder weg, en voor zwemmen zonder stenen ook.Dan komt er een moment dat je alles gezien hebt, overal rondgelopen hebt en denkt: nu weer eens wat anders. Toen we dat moment bereikt hadden, begonnen we steeds meer uit te kijken naar de Algarve.

Maar dat neemt niet weg dat we het hier in Kaapverdië erg naar ons zin gehad hebben! Mede door ons koffietentje waar we toch wat leuke gesprekken met de lokalen hebben gehad en ook erg lekker gegeten hebben voor een klein prijsje. Daar zou je voor terugkomen 😊Na Boa Vista gingen we nog twee dagen naar Praia, in hetzelfde hotel als aan het begin. Daar hadden we immers nog een maaltijd en een massage tegoed.De maatlijd was ons vorige keer uitstekend bevallen, dus we keken er naar uit. Ayana had ons verteld dat de kok van het hotel een vriend van haar is en dat hij erg mooi kookte altijd op Boa Vista. Doe hem de groeten, zei ze. Dat wilden we dus doen. Maar toen we naar hem vroegen, bleek hij vertrokken te zijn. Later in de eetzaal begrepen we dat er meer personeel weg was. En tijdens ons hele bezoek zagen we dat er van alles mankeerde in het hotel, vooral de communicatie tussen management en personeel leek nergens op.Het eten was een diepe teleurstelling, wat betreft bediening, kwaliteit enz. Iedereen liep als een kip zonder kop rond en de nieuwe chef wist in de keuken ook al geen leiding te geven.We vroegen een fles wijn, Sodade van Fogo. Eerst komt onze ober na een minuut of wat vragen of we nu een hele of een halve fles wilden. Een hele hadden we besteld. Daarna kwam een andere ober hetzelfde vragen. Pfffff. Toen we op een gegeven moment bijgeschonken wilden worden (de fles stond op een andere tafel) en Paul dus vroeg aan de langslopende ober of hij de wijn even wilde pakken, ging die ober naar de bar en kwam terug met een fles huiswijn om onze glazen te vullen!!! De misère was nog niet voorbij. Toen we het toetje besteld hadden en er na 20 minuten nog niets kwam, begonnen we te seinen naar de diverse obers. Jaja, het kwam eraan. Intussen was er een groot gezelschap neergestreken en die hadden meer aandacht van de zenuwlijers van obers. Een van hen kwam vertellen dat het toetje (de mijne een brownie) aangebrand was, dus het duurde nog even. Uiteindelijk na een uur kwamen ze dan. Toen bleek dat mijn brownie omgetoverd was in een petit gateau, zo’n geval waar de chocolade binnenin gesmolten is. Al onze klompen gebroken daar in die eetzaal, wat een oenen!Gelukkig was er nog Bica d’Areia, waar we de vorige keer zo’n lekkere tonijncarpaccio gegeten hadden. En waar we de laatste avond plezierig doorgebracht hebben. Voordat we terugvlogen naar Lissabon.

Daar hebben we de auto opgehaald. Te vies om aan te raken die kleine rooie rakker. Natuurlijk twee dagen op een stinkend vrachtschip en daarna anderhalve dag op een parkeerterrein waar de hele dagen vrachtwagens langs denderen.In Lissabon ook onze paspoortverlenging aangevraagd. Dat kan tegenwoordig alleen nog maar bij een ambassade als je in het buitenland woont. Het kwam nu aardig uit en gelukkig zijn we tegenwoordig voor 10 jaar onder de pannen.Het had even wat voeten in aarde, omdat onze vingerafrdrukken niet goed overkwamen, zo leek het tenminste. Na een kwartiertje belde de ambtenaar maar eens met Nederland en toen bleek dat alles gewoon goed doorgekomen was. Kennelijk laat de apparatuur van de ambassade (ook maar een krijgertje van BuZa) nogal eens een steek vallen.



De paspoorten hebben we inmiddels binnen, dus we kunnen weer reizen 😊


Additional photos below
Photos: 33, Displayed: 28


Advertisement



Tot: 0.047s; Tpl: 0.014s; cc: 7; qc: 24; dbt: 0.0245s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.1mb