Zuid-Afrika, deel 2 - op safari


Advertisement
South Africa's flag
Africa » South Africa » Mpumalanga
April 14th 2016
Published: April 14th 2016
Edit Blog Post

Bij aankomst in Umlani bush camp, werden we verwelkomd door manager Greg en een van zijn assistentes. Onze koffers mochten we bij de auto laten staan, die werden naar onze hut gebracht en ons leidde Greg naar de boma, de hut waar gegeten wordt. Daar kregen we een lekker koud wit wijntje en de mededeling dat de lunch over een half uurtje opgediend zou worden en ook dat we ‘s middags meekonden met de bush drive. Heerlijk nieuws allemaal.

Al pratend zagen we ineens uit onze ooghoek iets bewegen tegen de dakrand van de boma. Een slang!!! “Oh,” zei Greg, “dat is een boomslang, heel giftig, even mijn slangevanger halen.” Zo’n lange stok met een grijper aan het uiteinde. Zo’n ding had ik ook toen ik aan mijn heup was geopereerd en niet kon/mocht bukken, dus alles met die grijper kon oprapen. Nooit gedacht dat ik hem als slangenvanger kon gebruiken.

Greg wist de slang zonder problemen bij de kop te vatten en het beest kronkelde zich meteen om de stok. Later bracht hij hem ver weg van het kamp. Geen garantie natuurlijk dat het beest of een van zijn maatjes niet terug zou komen. Altijd goed in je
Onze hutOnze hutOnze hut

geen eng beest op bed, maar een kunstig gevouwen handdoek
bed kijken, dus. Oh, en geen etenswaar in de hut laten liggen, daar zijn de apen dol op!

“Wat een welkom”, zeiden wij. Gelukkig zijn wij wel wat gewend wat slangen aangaat. We hebben jaren gewoond in de Alpen op een plek die in het dorp eronder bekend stond als “het slangennest”, want daar kwamen de adders uit de omgeving graag zonnebaden.




En hoe is het internet hier, wilde Paul (en ik ook!) natuurlijk weten. Greg vertelde dat de elektriciteit van zonnepanelen kwam, en dat er geisers waren voor het warme water. Internet was er ook, van 7 tot 4 uur ‘smiddags. En nog goed ook.

Naast de boma was een hut met een winkeltje en een plek met allerlei stopcontacten, zodat de gasten al hun laptops, mobieltjes, camera’s etc. konden opladen. Helemaal top.




Vervolgens kregen we onze instructies. Want dit is een bush camp, het heeft geen omheining en er lopen vaak wilde dieren door het kamp op de meest onverwachte momenten: kudu’s, wrattenzwijnen enz. Als de nacht gevallen is, mag niemand van de gasten in het kamp rondlopen zonder begeleiding van een van de stafleden. Natuurlijk is er
Drumming upDrumming upDrumming up

de lunch staat klaar!
geen restaurant om de hoek hier in de bush, dus ben je als gast in vol pension. Voor de maaltijden worden de gasten opgeroepen met een drumsolo. Een van de personeelsleden doet dat net verve, merkten we al gauw.

Het fijne van Umlani is dat het een klein kamp is, 16 gasten maximaal, daardoor is alles heerlijk persoonlijk en informeel. Lunch en avondeten waren in buffet vorm en alles was overvloedig en bijzonder smakelijk. De kokkin wacht tot iedereen aanwezig en vertelt dan wat er allemaal op tafel staat. Meestal eten de rangers en trackers ook mee en kun je genieten van hun verhalen.

Het ontbijt had alles wat je je wensen kon en zelfs het roerei werd met charme opgediend, zoals je ziet op de foto.




Om half vijf was het verzamelen voor thee met iets lekkers, geserveerd door rangers en trackers. Om 5 uur vertrokken de landrovers voor de busch drive. Paul lag te pitten. Hij had lekker geluncht, ge-internet en toen wilde hij alleen nog maar op bed liggen tot het tijd was voor een whisky.

Nou ikke niet hoor. Ik stond te trappelen om al die wilde dieren eindelijk eens in hun eigen habitat te zien. Ik zat met een familie van ouders met kinderen en grootouders in de landrover, en met nog een man die helemaal in zijn eentje Zuid-Afrika aan het “doen” was.

De landrovers worden bestuurd door rangers, die meteen ook gids zijn, en voorop in een stoeltje op de motorkap, zit de tracker. Die moet de sporen interpreteren, kijken of de uitwerpselen van het ene of het andere dier zijn en hoe vers. En letten op allerlei andere signalen dat er wild in de buurt is. De ranger spot ook en de klanten doen natuurlijk even hard mee. En alle andere rangers en trackers in Timbavati, waar meer bush camps zijn, houden elkaar op de hoogte via de boordradio van de auto, van interessante sporen en dieren.




Meteen al zagen we al een nijlpaard wegschommelen van een van de waterplaatsen en daarna waren we een luipaard op het spoor. We vonden het luipaard in een boom, waar hij echt lui lag te zijn. En verder hebben we alle dagen alle dieren gezien die er maar te zien waren. Het was voortdurend genieten, de drives, de mensen, het eten, de dieren,
zicht op de waterplaatszicht op de waterplaatszicht op de waterplaats

vanaf het terras
enfin alles! Zelfs van de impala’s, die in grote getalen aanwezig zijn, kon ik geen genoeg krijgen.

Ik heb hier echt mijn hart op kunnen halen, van het begin tot het eind. Die drie dagen waren natuurlijk in een oogwenk voorbij. Iedere ochtend vroeg uit de veren, om half vijf koffie of thee en een snackje. Om vijf uur gingen we rijden om de zonsopgang mee te kunnen maken. Rond 8 uur waren we meestal terug en dan konden we bijna gelijk op het ontbijt aanvallen.

Na het ontbijt moesten de foto’s van de ochtendrit op de PC en soms al meteen naar Facebook (!). En dan weer de batterij in de oplader voor de middagrit.

Tussendoor heerlijk op het grote terras zitten tegenover de waterplaats aan de overkant van de (droge) rivierbedding. Daar was altijd wat te zien: wrattenzwijnen, olifanten, buffels, giraffen, zebra’s, ik kon er geen genoeg van krijgen. En wilde je wat drinken, dan deed je gewoon een greep ik de koelkasten en -kisten die overal stonden.

Wat een verwennerij, voor oog en geest en maag.




Paul en ik hebben met nog iemand ook een bush walk gedaan, samen
het kamphet kamphet kamp

de hut met open deur is het winkeltje/oplaadstation, daarachter onze hut
met ranger Andrew en zijn geweer. Dat was ontzettend spannend, want we kwamen redelijk dicht langs de waterplaats en je weet maar nooit wat je daar dan tegenkomt natuurlijk. Andrew gaf ons instructies wat we wel en niet mochten/moesten doen. En legde uit wat zijn diverse handsignalen betekenden. Handsignalen, want je kunt uiteraard niet gaan staan roepen, als er net een leeuw de hoek om komt. Maar die kwam niet, tenminste niet tijdens de wandeling. Maar goed ook, denk ik.

Onderweg veel uitleg gekregen van Andrew over allerlei diergedrag; wat je kon aflezen aan sporen en bomen en struiken, en natuurlijk uitwerpselen.

We hebben ongeveer drie kwartier gelopen tot we bij een grote waterplaats kwamen, met boomhut aan een van de oevers. Die hoort ook bij Umlani. Daar kun je als je wilt een middag doorbrengen, of een nacht! Tja, als je er maar zo kort bent… Misschien dat we dat een volgende keer doen 😉

Al lopend heeft Andrew ons veel verteld over alles wat we zagen en wat wij vaak helemaal verkeerd of totaal niet interpreteerden. Zo kom je veel geknakte bomen tegen. Wij begrepen wel dat meestal de olifanten daar debet aan zijn. Maar soms zie je ook bomen die geheel ontworteld zijn. Ook olifanten dus. Maar de geknakte bomen zijn eigenlijk mislukte pogingen om de boom te ontwortelen. Want de wortels vinden de olifanten het lekkerst, samen met de kleine nieuw blaadjes helemaal bovenin de boom.

Nou ja, ik kan nog uren doorgaan natuurlijk, maar je kunt het natuurlijk ook op internet vinden 😉




Toen we bij de boomhut kwamen, stond daar de landrover met de andere gasten al te wachten voor de middagrit.

Vlak voor zonsondergang werd er altijd gestopt op een veilig plek, zolang iedereen tenminste bleef opletten. En dan kregen we een drankje en een zoutje. Tijdens de lunch werd steeds geinformeerd wat we wilden drinken tijdens het cocktailuurtje. Het was gelijk een sanitaire stop voor diegenen die het niet gingen uithouden tot het kamp. Maar niet zomaar achter een boom of een bosje kruipen! Eerst ging de ranger of de tracker op verkenning. Ze keken niet alleen of ze dieren zagen, maar ook of er verse sporen of uitwerpselen waren in de buurt, om zeker te zijn dat er veilig geplast kon worden.

Daarna de auto weer in en verder door het
mijn uitzicht in de landrovermijn uitzicht in de landrovermijn uitzicht in de landrover

Tracker en ranger en een troep impala's
donker om de nachtdieren op te sporen. Zoals de hyena’s en de bushbaby’s. Hyena’s hebben we veel gezien. Een keer een hele troep met een aantal volwassen dieren en een stel kleintjes. Ze zijn ook overdag te zien trouwens bij diverse waterplaatsen. Bushbaby’s hebben we ook ontmoet, maar heel vluchtig, want die beestjes zijn erg schuw en ze sprongen razendsnel van de ene tak op de andere, terwijl de tracker ze met een spotlight probeerde te vangen.

In het Afrikaans heten die beestjes nagapies, nachtaapjes.




De spannendste rit hadden we de laatste middagdag, toen er via de radio gemeld werd dat er een groep leeuwen gesignaleerd was, die ze nog niet eerder gezien hadden. Overlopers uit het Krugerpark. 3 vrouwtjes en 2 welpen van een jaar of twee.

Daar gingen we op af. Bleek dat ze zich goed verschanst hadden op een plek die erg lastig te bereiken was met de landrover. Tussen twee droger rivierbeddingen door konden we redelijk dichtbij komen. Het was kielekiele want het pad tussen die beddingen door was smal en hier en daar behoorlijk afgekalfd. Maar we kwamen redelijk dichtbij, zo dichtbij dat er flink gegromd en gegrauwd werd door de leeuwinnen. Andrew dacht dat zij niet veel gewend waren wat mensen betreft. Je kon zien dat de welpen nieuwsgierig waren, maar de leeuwinnen zochten een veiliger plek op en bleven grommen.

Toen moesten we terug. Keren op de plek waar we stonden, was geen optie, te weinig ruimte. Achteruitrijden ook niet. Uitstappen kun je ook vergeten, want dan vallen de dieren aan, is de ervaring. De auto, met mensen en al, zien ze als een groot beest, maar een individu dat uitstapt, is een prooi. Voor de auto lag een kale boom over het pad. Daarachter was wel ruimte op te keren.

Tracker Ephraim besloot uit te stappen en de boom te verplaatsen. Andrew had zijn geweer bij de hand en wij hielden van spanning de adem in. De leeuwinnen begonnen heen en weer te lopen, ze hadden donders goed in de gaten dat er wat te halen viel bij ons. Maar Ephraim was razend snel en de boom was weg voor de leeuwinnen een aanvalsplan hadden gemaakt.

Het keren viel nog niet mee, het pad was achter de boom maar ietsje breder. Bovendien schemerde het al en dat maakte het extra lastig. Maar Andrew kreeg het voor elkaar en als wij een vliegtuig vol chartertoeristen waren geweest, hadden we geklapt! De drankjes smaakten even later beter dan anders. En terug in het kamp waren de koude natte handdoekjes, waar ze altijd mee klaar stonden voor ons, extra welkom.




In het kamp is ook een zwembad, uitgehakt in de rotsen, waar een troep aapjes je gezelschap houdt. We zagen een keer toen we net naar de hut wilden lopen een mamma wrattenzwijn voorbij komen met een stel kleintjes. Kudu’s waren regelmatige gasten.

Umlani is echt een aanrader voor iedereen die een keer zoiets zou willen doen.

Die drie dagen waren zo om en ik ging met pijn in het hart weg. Gelukkig hadden we nog veel leuks in het vooruitzicht, dat verzachtte de bittere pil!

Er zitten natuurlijk veel te veel foto's bij dit verhaal, maar ik wist niet welke ik weg moest laten!

Wordt vervolgd


Additional photos below
Photos: 34, Displayed: 29


Advertisement

portretportret
portret

van een wrattenzwijn
bushwalkbushwalk
bushwalk

het geweer wordt geladen


14th April 2016

oproep
Wist niet dat ze in Zuid-Afrika ook een djembé als trommel gebruiken.
14th April 2016

djembé?
Nooit geweten dat zo'n trommel zo heette
19th April 2016

Super verslag !!
fijn te lezen dat je zoooo genoten hebt ,wij doen dat ook nog steeds na zoveel jaar :)
19th April 2016

Bedankt!
Ik vond het helemaal geweldig, zou zo weer teruggaan. Maar er zijn nog zoveel andere dingen te doen ;)

Tot: 0.138s; Tpl: 0.016s; cc: 9; qc: 44; dbt: 0.0501s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.2mb