Advertisement
Published: August 30th 2009
Edit Blog Post
En voila, onze korte trip naar Sulawesi zit er ook al weer op!
Sulawesi was echt leuk, een verademing na het drukkere Java. We hebben slechts een heel klein stukje van Sulawesi gedaan, nl. Tana Toraja. Tana Toraja is de naam van een bevolkingsgroep en tegelijkertijd ook van het gebied waar ze wonen. Het gebied ligt in het binnenland van Sulawesi in de bergen en het vroeg een lange busrit van 10 uur over hobbelige wegen om er te geraken.
Natuurlijk moest de bus weer een lekke band krijgen, hoe kan het ook anders? Dagelijkse kost in Indonesië. Maar, geen nood we hadden gekozen voor de “super de luxe executive VIP aircon Mercedes bus” (ik verzin niks, zo noemde ze echt:- ): meer beenruimte dan in businessklasse op een vliegtuig, inclusief bijgeleverd dekentje en kussentje, en natuurlijk de meer dan welkome airco in deze tropische hitte hier. Ingerold in ons dekentje konden we die lekke band dus nog wel hebben….
Eerste vaststelling bij aankomst in Toraja: vergeet de becak (cfr. de fietstaxi’s die ze op Java gebruiken), de nieuwe deal noemt “pete pete” en is eigenlijk een omgebouwd brommertje met een karretje ervoor om mensen te vervoeren: even
goedkoop en twee keer zo snel!
De nieuwe top 3 van ons favoriet vervoermiddel : 1) super de luxe executive VIP aircon Mercedes bus, 2) Pete pete en 3) de becak.
Tweede vaststelling: als Lonely Planet beweert dat het in de bergen van Tana Toraja veel frisser is dan zitten ze er toch ferm naast. De literkes hebben toch weer danig gevloeid hoor!
We hadden slechts vier dagen op Toraja, erg kort, maar eigenlijk wel genoeg om alles gezien te hebben. We hebben eerst twee dagen de belangrijkste bezienswaardigheden met een gehuurde wagen bezocht en aansluitend hebben we een trekking van twee dagen gedaan door meer afgelegen dorpjes. We hebben ook het geluk gehad om een begrafenis bij te kunnen wonen en dat was toch wel een unieke ervaring. Want dat is nu net waar Toraja zo bekend voor is : zijn begrafeniscultuur.
Begrafenissen vinden altijd plaats in de maanden Juli-September. Sterft er iemand tijdens het jaar dan zetten ze het lijk gewoon binnen in hun living (ze spuiten de dode weliswaar in met formaline, maar toch) in afwachting van de zomermaanden (soms kan het zelfs jaren duren vooraleer de eigenlijke begrafenis plaatsheeft omdat ze moeten
sparen). De dode blijft behandeld als een levende zolang hij of zij niet begraven is, i.e. ze eten mee met de familie, er wordt in de living af en toe een klappeke gedaan met de dode, enz….
Eens de zomer aanbreekt, vindt dan de eigenlijke begrafenis plaats. Afhankelijk van de status van de overledene kan deze 2 tot 10 dagen duren, en ze gaan steeds gepaard met massale offeringen van buffels en varkens. Iedereen is welkom op zo’n begrafenis, maar er wordt wel van je verwacht dat je een geschenk meebrengt zoals een levend varken, of in ons geval: geld. Het aantal dieren dat tijdens zo’n begrafenis geslacht wordt, kan algauw oplopen in de honderden. Op de begrafenis die wij bezochten waren die dag een viertal buffels en letterlijk honderden varkens aanwezig. Dat moet je nog eens maal vijf doen, omdat de begrafenis van deze dode in totaal vijf dagen duurde….Ik vraag mij af hoeveel dieren er nog levend rond zullen lopen in dat dorp na die vijf dagen! Nu, ze doden niet alle dieren; sommigen worden verder gefokt en op een volgende begrafenis afgegeven.
Op het einde worden de doden dan begraven in familiegraven uitgehakt in de
rotsen. Ook niet eenvoudig, omdat ze het graf nog volledig handmatig uithouwen.
Voor de Toraja’s de middelen hadden om rotsgraven te kappen, legden ze de doden in grotten en als gedenksteen zetten ze een megaliet of monoliet bij de begraafplaats. En hoe belangrijker de dode persoon, hoe groter de steen. Er staan geen inscripties op, omdat ze toen niet konden schrijven. Van generatie op generatie werd doorverteld van wie de stenen waren… Voor de graven zetten ze zogenaamde “tau tau”, oftewel poppen die de overleden familie uitbeelden.
Wat de Toraja ook zo speciaal maakt naast hun begrafeniscultuur, zijn hun huizen. Het zijn echt stuk voor stuk juweeltjes, mooi beschilderd in zwart-rode kleuren en met een soort van omgekeerde boot als dak. Ook hun rijstsilo’s zien er hetzelfde uit als hun huizen. Echt heel speciaal. De oorsprong zou liggen in het feit dat vroeger de kustbewoners niet genoeg middelen hadden om een huis te bouwen en hun boot dan maar ondersteboven op palen zetten als onderdak.
Alle dorpjes (4 à 5 huizen bij elkaar) bestaan uit dergelijke huizen; we hebben er heel wat gezien tijdens de trekkingtocht, waarbij we in zo’n dorpje geslapen na een super verfrissende douche
onder een waterval, die helemaal ter onzer beschikking stond! Als diner hebben we dan “papillon” gegeten, een typisch Toraja-gerecht (verse bamboo-stokken gevuld met kip, citroengras, vanille, chili,… gekookt boven een houtvuur). Eerst gezellig rond het kampvuurtje om het daarna als quasi-alleseters met eerbied te kunnen verorberen ;-).
Zo dat was Toraja. En nu is het op naar Papua!
Advertisement
Tot: 0.15s; Tpl: 0.012s; cc: 18; qc: 71; dbt: 0.0842s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.2mb
Evelien
non-member comment
Koos Werkloos
Vanaf vandaag ben ik Koos Tijdelijk Werkloos, eindelijk kan ik jullie blog rustig lezen en herlezen, eindelijk kan ik beginnen schilderen in ons huisje, I feel the good vibes, you too? Dikke zoenen aan de boysinnature from Evelieninthe city!