Advertisement
Published: June 30th 2010
Edit Blog Post
Zoals meestal kwamen we ook nu vroeg in de ochtend aan op het busstation. Ditmaal in Cusco. Vervolgens begon het gebruikelijke ritueel en namen we een taxi naar een gedeelte van de stad waar we graag wilden zitten. Met de backpacks op de rug en de overige spullen in de hand gingen we zo een aantal hostels af. Na vier hostels hadden we iets gevonden wat ons aansprak qua sfeer, budget, locatie en netheid. Die momenten zijn altijd erg prettig: je hoeft niet langer alle zooi mee te zeulen, hebt weer je eigen plek, kunt een douche nemen en, niet onbelangrijk, naar een schoon toilet.
Na het onbijt zijn we Cusco ingelopen. Immer slecht voorbereid en cultuurbabaren in hart en nieren, hadden we ook ditmaal eigenlijk weinig idee wat te verwachten. We lezen ons namelijk zelden in en moeten keer op keer alles ter plaatse uitvinden. Het enige wat we wisten, was dat we vanuit Cusco naar de grofweg 500 jaar oude Inca-ruines van Machu Picchu zouden gaan.
Hoe dan ook, Cusco bleek een erg leuke plaats.
Tot de komst van de Spanjaarden was Cusco de hoofdstad van het Incarijk. Ook was het een heilige stad voor de Inca's
en daarmee een belangrijke culturele stad. De Zonnegod (of Zoon van de Zon, of hoe die gast ook heet; in ieder geval de hoogste Inca) had namelijk na een lange zoektocht naar de beste plek besloten om hier het Incarijk te stichten. Een aantal eeuwen later, en na eerst al het goud te hebben geroofd, hebben de conquistadores de stad vervolgens platgebrand. De roemruchte, metersbrede en aarbevingbestendige muren is het enige dat is overgebleven. Vervolgens zijn deze muren de funderingen geworden van de daarop gebouwde koloniale gebouwen. Dit, tezamen met de vele smalle straatjes en de hoogteverschillen maken het erg leuk om door de stad te slenteren. Daarnaast zijn er volop leuke cafeetjes en restaurants. Dit als gevolg van het enorme aantal toeristen. Wat dan ook meteen het grootste nadeel is.
De eerste drie dagen hebben we voornamelijk de stad te voet verkend, gelezen, emails verstuurd, op terrasjes gezeten en voorbereidingen gedaan voor onze 'hike' naar Machu Picchu.
Aangezien, in verband met de gevolgen voor de natuur, slechts een gelimiteerd aantal mensen per dag de officiele Inca-trail mag afleggen, kent deze vierdaagse hike een wachtlijst van grofweg drie maanden. Omdat we geen zin hadden om ons al in Nederland
vast te leggen op een datum, stonden onze namen dus ook niet op deze wachtlijst. We moesten dan ook een andere hike kiezen. Dat werd de Salcantay-trail; vernoemd naar de bijna 6300 meter hoge Salcantay-berg waar de tocht langs gaat.
Deze vijfdaagse wandeltocht staat bekend om de indrukwekkende en afwisselende natuur tijdens de 58 km lange route.
Ons was verteld dat met name de tweede ochtend van de tocht erg koud zou kunnen zijn. Via, via hadden we gehoord over een markt aan de rand van de stad waar we de meest noodzakelijke kleding voor een appel en een ei zouden kunnen kopen. Voor 20 euro per stuk hebben we daar twee nauwelijks van echt te onderscheiden jassen van NorthFace gekocht. Daarnaast zou de temperatuur tijdens de eerste nacht dalen tot ruim onder het vriespunt. Onze in een Argentijnse versie van de bekende Franse supermarchés gekochte slaapzakken t.w.v. 12 euro zouden hier naar alle waarschijnlijkheid niet tegen bestand zijn. Een slaapzak huren die al reeds vele malen door andere mensen is gebruikt, en waarbij geen van deze mensen gedurende de eerste drie dagen van een dergelijke tocht bovendien de mogelijkheid heeft gehad om zich na een dag vol fysieke
inspanning te wassen, spreekt niet echt tot de gewenste verbeelding. Maar aangezien de functionele argumenten uiteindelijk vaak toch het meeste gewicht in de schaal leggen, hebben we toch maar besloten om slaapzakken te huren. Zoals het een echte verkoper betaamt, zei de man in de kampeerwinkel wat we graag wilden geloven: deze slaapzakken waren vrijwel nieuw en nog nauwelijks gebruikt. Natuurlijk. Van een hele wand vol gebruikte slaapzakken pakten wij precies de twee meest schone.
Zondagochtend om 4.15 uur moesten we klaar staan op het pleintje bij ons hostel. Samen met een aantal andere mensen werden we vervolgens in een busje geladen. We hoopten niets meer dan het uiterst noodzakelijke bij ons te hebben aangezien we de laatste dag al onze spullen zelf moesten dragen. Na een rit van ongeveer drie uur, kwamen we in een klein dorpje waar we eerst hebben ontbeten. Nadat een ieders toegestane 5kg bagage op de muilezels was gebonden, was het tijd om te voet te vertrekken.
De daarop volgende dagen hebben we gemiddeld een uur of zes á zeven per dag gelopen. In de kou omhoog over rotsachtige paden, in de hete zon naar beneden over smalle grindpaadjes, langs diepe dalen, tussen de
besneeuwde bergen, door het zogenaamde 'cloudforest', door de regen en de blubber, door dichtbegroeide groene bergen en tot slot de laatste paar uur langs de treinrails totdat we bijna bij het op 2500meter hoogte gelegen Machu Picchu waren. Al met al erg afwisselend en mooi.
Elke dag stonden we om uiterlijk 5.30 uur op om onze spullen in te pakken en te ontbijten. Vervolgens gingen de dragers en de koks samen met de muilezels voor ons uit om de lunch voor te bereiden. Ook na de lunch vertrokken zij weer. Ditmaal om de tenten op te zetten en het avondeten te maken zodat iedereen rond 20.30 uur weer zijn tentje in kon kruipen om te slapen.
Waarschijnlijk doordat het eten binnen de door de omstandigheden bepaalde beperkte hygienische mogelijkheden moest worden bereid, zat er hier en daar waarschijnlijk wel eens een bacterie te veel in. Vrijwel iedereen had dan ook wel wat last van een rommelende maag en tijdens het lopen je zag regelmatig iemand uit de groep met een toiletrol in de hand op hoge snelheid in de struiken verdwijnen. Voor een enkeling uit de groep vormde antibiotica zelfs de hoofdmoot van het voedsel gedurende een dag
of twee. Met drie Canadese artsen op 12 mensen was er namelijk geen gebrek aan medicamenten in onze groep. Ze waren duidelijk op hun laatste werkdag voor vertrek naar Peru nog even langs de medicijnkast van hun werkgever gelopen om op alles voorbereid te zijn.
Onze magen hebben de afgelopen maanden genoeg te verduren gehad en zijn inmiddels redelijk gewend aan de nieuwe omstandigheden. Los van een sporadisch plotseling opkomende behoefte om de struiken van wat dichterbij te bekijken, was dit dan ook niet ons voornaamste probleem. Vervelender was dat Soumaya al op de tweede dag door haar enkel ging. Maar ook zelfs nadat onze gids haar door vocht gedrochtelijk vervormde dikke enkel vakkundig met verband had ingetaped, heeft deze bikkel de resterende dagen bijna continu gewoon voorop gelopen.
De vierde dag kwamen we 's middags aan in Aguas Calientes, het plaatsje vanwaar we de volgende morgen nog het laatste uur naar Machu Picchu moesten lopen. Na al dat lopen van de afgelopen dagen was iedereen inmiddels redelijk gesloopt. Het was dan ook een aangename afwisseling om, zoals de plaatsnaam al verraadt, de rest van de middag in de daar aanwezige 'hot springs' door te kunnen brengen.
De
laatste dag stonden we al om 3.30 uur naast ons bed aangezien iedereen van onze groep ook naar de Huayna Picchu berg wilde. Dat is de bergtop die aan Machu Picchu grenst. Omdat deze top ruim 350 meter hoger ligt dan Machu Picchu, geeft deze berg een mooi uitzicht over de oude Inca-ruines. Maar net als met de Inca-trail mogen sinds een aantal jaar ook hier maar een beperkt aantal mensen per dag de berg op. Zo krijgen alleen de eerste 400 bezoekers ook een toegangskaart voor Huayna Picchu.
Vroeg opstaan dus aangezien het nog een uur lopen was tot aan de ingang en de laatste 40 minuten van dit uur uit louter traplopen bestaat. Een reden voor Soumaya om de bus te nemen ivm haar nog steeds opgezwollen enkel.
Die ochtend rond een uur of half vijf en ergens halverwege de lange trap omhoog, dus waarschijnlijk na ruim 1000 treden, nam ik tijdens een inhaalmanouvre van een drietal andere Nederlanders met enige teleurstelling kennis van de uitslag van de verkiezingen die een dag eerder in Nederland hadden plaatsgevonden.
Eenmaal boven aangekomen zaten we bij de eerste dertig mensen. En toen de zon op kwam en de toegangspoortjes om zes
uur eindelijk open gingen, stonden er inmiddels ruim boven de 400 mensen in de rij. De daarop volgende drie uur lag Machu Picchu nog voortdurend in de mist wat het geheel een enigszins mysterieuze aanblik gaf. Daarna brak alsnog de zon door. Gelukkig, aangezien we om tien uur Huayna Picchu opwilden en er in de ochtendmist weinig te zien zou zijn.
Vervolgens hebben we vrijwel de hele dag doorgebracht in deze op steile bergen gebouwde Inca-stad.
Diezelfde avond zijn we met de trein van 21.30uur weer naar Cusco vertrokken. Na de trein volgde nog een busrit waarna we om drie uur 's nachts dan eindelijk aan in ons hotel arriveerden. Enigszins gebroken, maar geheel voldaan!
Advertisement
Tot: 0.113s; Tpl: 0.033s; cc: 12; qc: 28; dbt: 0.0499s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.1mb