Interessante bezoeken in Barranquilla.


Advertisement
Colombia's flag
South America » Colombia » Barranquilla
August 12th 2011
Published: August 15th 2011
Edit Blog Post

This content requires Flash
To view this content, JavaScript must be enabled, and you need the latest version of the Adobe Flash Player.
Download the free Flash Player now!
Vrijdag 12 augustus: Enkele bezoeken in Barranquilla.


Deze ochtend was het 29°C en er waaide een windje door het appartement. Hierdoor voelde het er aangenaam en fris.
We begonnen de dag rustig: Mark had nog E-mails op te volgen voor zijn werk, Wim werkte aan de travelblog, ons moeder had woordzoekers op te lossen en Berna zat verslagen te schrijven. Ondertussen was Patricia bezig met de voorbereidingen aan de Mote de Queso. Dit is een typisch gerecht van de Costeno’s (de kustbewoners in Colombia) dat Patricia prima kan klaarmaken. Ze liet ons ook zien hoe je dat doet, Mark vertelde er bij dat de keuze van de niame (maniokwortel) beslissend is voor de kwaliteit van het gerecht. Patricia sneed de wortel in blokjes en kookte ze in water, (de blokjes verkoken verrassend fijn!). Daarna voegde ze look en kruiden toe en bleef ze de soep gelijkmatig doorroeren. Bij de afwerking van de soep vlak voor het opdienen, werd de speciale kaas toegevoegd. De Motte de Queso werd dan opgediend met er bovenop gebakken ajuintjes die mooi gekleurd werden met rode peper. Als nevengerecht werd gebakken banaan opgediend. Deze bakbanaan is niet te vergelijken met wat wij banaan noemen: qua smaak en textuur lijkt het veel meer op aardappel. Hier in Colombia wordt er daarom over platano gesproken als men de bakbanaan bedoelt.

Voor we de soep gingen eten, zouden we eerst nog snel (!) een bezoekje brengen aan de vroegere kantoren van de douane (Aduana) en het vroegere trein- en busstation dat daar in de buurt ligt. Het stadsplan werd bestudeerd om ons een idee te geven waar we naartoe zouden rijden. Ja, dit was stadsbezoek in grote luxe: we werden door Mark met zijn auto tot op de parking gereden terwijl de airco voor een aangename temperatuur zorgde!
We wandelden rond de gebouwen, die volledig gerestaureerd zijn, en weer mooi geschilderd in hoofdzakelijk geel. Er werden onmiddellijk al veel foto’s gemaakt, en Mark gaf zoveel mogelijk uitleg.
We probeerden natuurlijk ook binnen te geraken. Op Patricia’s eenvoudige vraag of we binnen een kijkje mochten nemen, werd geantwoord: “Een ogenblikje geduld, we sturen een gids!”
De gids was een echte professioneel, die alles vlot kon vertellen, in het Spaans, Mark zorgde voor de vertaling. Hij gaf veel uitleg over de geschiedenis van de handel van Colombia, en de rol die de haven van Barranquilla daarin gespeeld heeft, en hoe de ontwikkelingen naar de moderne technieken gebeurden.
Nadat de Douanekantoren verhuisden naar een locatie dichter bij de havenactiviteiten van vandaag, kregen deze gebouwen een bestemming als een soort Cultureel Centrum voor de regio “Atlantico”. De grootste oppervlakte wordt ingenomen door de bibliotheek, een leeszaal voor kranten en tijdschriften en een Internetzaal. Al deze faciliteiten zijn gratis opengesteld voor iedereen. Er is een expositieruimte waar diezelfde avond een schilderijententoonstelling werd geopend.
We mochten nog een kijkje gaan nemen op de bovenste galerij, die een goed overzicht geeft, en de gids stelde meermalen voor om een groepfoto te nemen. Hij gaf uitleg bij de mozaïeken die vele elementen over de geschiedenis van Barranquilla bevatten. Deze waren in Parijs gemaakt en naar hier overgebracht.
Daarna liep de gids nog met ons mee rond de gebouwen, en gaf daar ook uitleg bij ieder standbeeld en iedere gedenkplaat, bij het treinstation en het tramstation. Mark en Patricia leerden nog heel wat bij, voor ons was het allemaal nieuw. De rondleiding eindigde bij één van de 15 locomotieven die weer mooi opgeschilderd werd en voor mooie kiekjes kan zorgen. Ze deden vroeger dienst om het transport te verzorgen van de goederen die in Puerto Colombia toekwamen, enkele tientallen km verder langs de kust. Deze goederen werden per trein naar Barranquilla gebracht om van daar verder per schip via de Rio Magdalena landinwaarts te worden verscheept. De treinverbinding werd tussen 1924 en 1926 opgestart door een Duitser, Elbers. Nadien werd de exploitatie met meer succes verder gezet door een Colombiaan. De goede treinverbinding was echter een hinder voor de ontwikkeling van de haven van Barranquilla: de boten die de goederen van buitenlandse havens aanbrachten, moesten hier een stukje de Rio Magdalena opvaren terwijl er in Puerto Colombia een lange pier lag die ver de zee in stak. Daarom verkozen de kapiteins de haven van Puerto Colombia boven die van Barranquilla. Uit kortzichtig eigenbelang werd na enkele decennia de treinverbinding opgeheven. Alle goederen die daarna nog naar Puerto Colombia werden gebracht, geraakten niet meer verder en waren verloren. Puerto Colombia verviel volledig en de haven van Barranquilla geraakte zo in opgang. Van de vroegere treinverbinding is niets meer over. De gids liet duidelijk verstaan dat de verbinding nu heel goed toeristen op en neer tussen de twee plaatsen had kunnen vervoeren. Het mooi gerestaureerde stationsgebouw van Barranquilla is nu dus helemaal niet meer aangesloten op het spoornet en dient enkel als toeristische bezienswaardigheid.
De interessante rondleiding deed ons erg deugd maar het was duidelijk dat ook de gids het heel plezierig vond om een geïnteresseerd publiek te hebben. Hij vertelde nog dat er veel te weinig beroep op hem gedaan werd. Normaal zou de bewaker hem moeten inlichten indien er toeristen kwamen voor een kijkje maar die bleken dat maar zeer sporadisch te doen.
We sloten dit bezoek af met een blik op de achtergevel van het Aduana kantoor, van op het plein waar de officiële défilés worden gehouden. Daar werd de panoramafoto gemaakt.

Toen we wegreden, stelde Mark voor om ook nog snel een kijkje te nemen in het Museo del Caribe, dat nieuw is sinds 2 jaar, en waar noch hij, noch Patricia al geweest waren.
Dit werd een hele openbaring: een vijftal ruime zalen, waarin telkens een onderwerp op een zeer moderne en dikwijls interactieve manier werd voorgesteld met heel veel videomateriaal. De eerste zaal ging over Gabriel Garcia Marquez, de schrijver die dicht bij Barranquilla geboren werd, en een Nobelprijs heeft gewonnen. De andere zalen bevonden zich daarnaast, maar in 4 verdiepingen onder elkaar. Na de zaal van de schrijver gingen we verder met de zaal over de natuur rond de Magdalena rivier en in de Caraïben op de bovenste verdieping. We hadden van bij het begin een gids meegekregen, die in (gebroken) Engels uitleg gaf van wat we zagen. Het museum heeft nergens uitleg in het Engels, vandaar waarschijnlijk die gratis gids in het Engels. Op de verdieping daaronder vonden we info over de verschillende oorspronkelijke bevolkingsgroepen en ook al de bevolkingsgroepen die later het land zijn binnengestroomd. Dit werd op een aangename manier gebracht maar onverstaanbaar voor ons. Andere interactieve voorstellingen konden we dan weer beter begrijpen. Zo was de manier om de typische gerechten voor te stellen zeer leuk: een aantal ingrediënten werden rond een centrale plaats geprojecteerd. Daar kwam de vraag om de ingrediënten voor een typisch gerecht aan te duiden. Die moest je dan met een handbeweging naar het midden sturen. Was jouw voorstel goed, dan verdween het ingrediënt ook naar het midden. Was alles gevonden, dan kreeg in het midden een mooie foto van het gerecht en wat meer uitleg erbij. Het spreekt vanzelf dat we de oefening over de Mote del Queso helemaal goed deden. Bij een smakelijke visbereiding haperde het systeem wat. Het laatste ingrediënt (avocado geloof ik) was voor gefluisterd door de gids maar werd keer op keer geweigerd. Uiteindelijk lukte het dan toch.
De zaal met de typische gebruiksvoorwerpen en hoe die geëvolueerd zijn in de tijd had onze aandacht goed beet: een Spaanssprekende bewaker kon zeer boeiend vertellen en Mark vertaalde alles voor ons. Het leuke was dat de tentoongestelde stukken door de suppoost van de rekken werd gehaald en mochten uitgeprobeerd worden. Hier zagen we o.a. de staf van een bemiddelaar bij ruzies. Berna maakte muziek opeen paardenschedel en Wim speelde op een voorhistorische fluit. We kregen ook het verschil te zien tussen de allereerste draagbare camera en diegene die we zelf gebruikten.
Op de benedenste verdieping ging de aandacht naar de muziek en dans van de regio. Tussendoor moest er wel eens gerust worden op een bankje.

We besloten dit bezoek moe, maar tevreden, en keken nu echt wel uit naar die Mote de Queso van Patricia. Het werd een overheerlijke maaltijd.

De rest van de namiddag bekwamen we van deze grote hoeveelheid nieuwe en interessante dingen die we hadden leren kennen. Om vijf uur kwam Anuar van school, die onmiddellijk weer met zijn smurfjes ging spelen.
Iedereen behalve Mark smulden als avondmaal weer van de toosten met kaas en ham die Patricia klaarmaakte. Mark besloot de dag echter met een lekkere boterham met choco van Kwatta, van zwarte fondant, een smaak die hij meer dan een jaar had moeten missen. Geen denken aan dat Anuar daar iets van zal mogen proeven.
Tussendoor was Mark ook weer aan de slag gegaan met zijn computer. Hij kon die dankzij de telefoonservice van Sony dan toch zonder fout aan de praat krijgen. Eindelijk was zijn (en Patricia’s) venster op de wereld weer geopend: hij kon weer mailen, op Facebook gaan en de krant lezen.
Tijd om goed uit te rusten, want de volgende morgen zouden we naar Carthagena gaan.

P.S. Bij het bekijken van de filmpjes kan het de eerste keer telkens hortend gaan. Hem gewoon laten opladen en daarna nog eens afspelen, dan gaat het vlot.


Verslag: Berna en Wim.


Foto’s: Berna, Wim en Mark.




Additional photos below
Photos: 17, Displayed: 17


Advertisement



Tot: 0.107s; Tpl: 0.014s; cc: 11; qc: 28; dbt: 0.0499s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.1mb