Bezoekjes in Carthagena.


Advertisement
Colombia's flag
South America » Colombia » Cartagena
August 13th 2011
Published: August 17th 2011
Edit Blog Post

Zaterdag 13 augustus: een eerste bezoek aan Carthagena.


Het is zaterdag, dus moet Anuar niet naar school. Daarom planden we een iets langere uitstap, namelijk naar Carthagena, de meest toeristische trekpleister van Colombia. Dit is een stad die door de Spanjaarden in 1533 werd gesticht. Wegens de vele aanvallen door piraten, werd in de 16e eeuw een indrukwekkende stadsomwalling gebouwd en verschillende forten die bescherming moesten bieden. Carthagena is gelegen aan de Caraïbische Zee en telt meer dan 1 miljoen inwoners. De historische oude stad heeft nog vele overblijfselen van koloniale bouwstijl.

Naar zuiderse stijl, werd er geen vertrektijd gepland, en gezien de zware school- en werkweken werd er toch wat uitgeslapen. Enkel Wim was naar gewoonte al vroeg op post om foto’s uit te kiezen voor de weblog, panoramafoto’s te verzorgen en al het beeldmateriaal al op de blog te zetten.
De meesten ontwaakten bij een lekkere tas Colombiaanse koffie. Nadat iedereen alle spullen bij elkaar had gezocht, stapten we de auto in.

We hadden een rit van ongeveer 200 km voor de boeg wel langs een "grote" weg. Dit betekent dat voor het grootste gedeelte de weg er goed bij ligt en goed is bewegwijzerd. Het gaat echter niet om een vierbaansweg, elke richting is er maar één baanvak ter beschikking. Er moet wel geregeld tolgeld betaald worden. Door de vele trage wagens en bussen kan je niet altijd snel vooruitkomen. Wat ons in het eerste stuk erg opviel zijn de vele politiecontroleposten. Je moet hiervoor telkens stapvoets gaan rijden en regelmatig wordt er een auto of bus uitgepikt, die gecontroleerd wordt. Gelukkig waren wij daar vandaag niet bij.
De weg is mooi: bijna gans de tijd reden we langs lage bosjes, en het terrein glooit.
Langs deze weg komen we geregeld een afslag tegen naar één of ander strand of andere bezienswaardigheid.

Halfweg maakten we halt voor een typisch ontbijt van de kuststreek. De baas van de zaak waar wij terechtkwamen, was echter iemand van het binnenland. Hij had de samenstelling van de Arepa de huevo aangepast aan de smaak van de inlanders van Bogota. Een Arepa de huevo is een soort zachte, gebakken koek die hier met een aangepast ‘wafelijzer’ werd voorgebakken. Daarna werd de koek opengesneden en gevuld wordt met een rauw ei. Het geheel werd dan opnieuw gebakken, in het frituurvet. Men had hier echter enkele andere ingrediënten waaronder vlees en aan toegevoegd, en Mark vond dat maar niks. Ook voor Anuar was het een ontgoocheling: de kroon van zijn flesje drank had geen stempel om voor een Smurfenbeker te sparen. De anderen waren wel tevreden met dit ontbijt.

Het was ondertussen middag geworden en erg warm, maar eens terug in de auto hadden we daar geen last van! Langs de weg kregen we nu steeds vaker water te zien, omdat we dichter bij de oceaan kwamen. Er waren ook heel wat inritten tot vakantiecentra. Deze uitgebreide complexen hebben achter hun gebouwen het strand liggen. Van in La Boquilla ziet het er echt uit als in een badplaats: overal nieuwe appartementsgebouwen voor vakantiegangers. Uiteindelijk kwamen we aan in Carthagena. We moesten er nu nog de halve stad door om bij de oude stad te geraken, maar er wordt gewerkt aan een tunnel die de toeristen sneller bij hun doel zal brengen. Mark wist de parkeerplaats aan de oude stadsomwalling feilloos te vinden.

We bereidden ons voor met zonnehoedjes en zonnecrème, om de zon te trotseren. Het stadsplan werd bovengehaald om de juiste straatjes te vinden. We kwamen eerst bij het klooster en de kerk van San Pedro Claver terecht. Die liggen op een mooi plein, waar we eerst en vooral voor drinkwater zorgden. Er was ook tijd om een paar mooie kiekjes te nemen bij het standbeeld van San Pedro, die zich destijds specifiek bekommerde om de zwarte slaven. Een paar zwarte dames in traditionele kledij wilden wel gefotografeerd worden, maar alleen tegen betaling. Telkens als er iemand met de camera ook maar een beetje naar hen wees, doken ze weg achter een politieagent of hielden ze een karton voor hun gezicht. Het lukte Mark toch om hen te verschalken.
De panoramafoto van vandaag is van het plein voor de kerk van San Pedro Claver.
Het bezoek aan het klooster kon voorlopig niet doorgaan, en we zouden later hiervoor terugkomen. We stapten we dan maar verder naar het Museo del Oro. Toen we daar aankwamen bleek dat dit 5 minuten later zou dichtgaan voor een middagpauze. Een behulpzame drankverkoper bracht ons tot bij het zogenaamde "museum der smaragden" dat volgens hem zeker open was. Het bleek om een juwelierszaak te gaan die ons graag naar binnen wou lokken. Later bleek dat elke juwelierszaak zich "smaragdmuseum" noemde. Niet ver uit de buurt lag een alternatieve bestemming: het Museum van de geschiedenis van Carthagena (met in kleine lettertjes erbij "en van de inquisitie". De drie buitenlandse toeristen kregen afslag. Voor oma was dit normaal, wegens haar leeftijd. Dat Berna en Wim ook afslag kregen, was waarschijnlijk te wijten aan het feit dat er heel weinig info in het Engels te vinden was.
We kwamen eerst terecht op een benedenverdieping vol van de gruwelijkste marteltuigen, gebruikt tijdens de Inquisitie. We haastten ons naar boven voor wat minder gruwelijke beelden en om iets van de geschiedenis van de streek te leren. Allereerst namen we daar even een rust- en drinkpauze op een bankje uit de zon en afgekoeld door een deugddoend briesje. In de verschillende lokalen werd hier het verhaal gedaan van de gemeenschappen die hier leefden voor de komst van de Spanjaarden. Daarna kwam de koloniale tijd aan bod die de samenleving in Colombia veranderde in een smeltkroes van verschillende nationaliteiten: er werden slaven uit Afrika aangevoerd en gelukzoekers uit verschillende Europese landen vestigden zich ook hier. Na de vrijheidsstrijd onder leiding van Simon Bolivar bleef Colombia een multiculturele samenleving waar nog steeds verschillende invloeden merkbaar zijn. Al deze informatie moesten we in het Spaans lezen, zodat we enkel de grote lijnen snapten maar niet de fijne details: we liepen ieder op eigen tempo door de zalen en konden niet telkens Mark om vertaling vragen.
Alleen in de zalen over de Inquisitie stonden enkele ventilatoren. Op de tweede verdieping was dit niet het geval, zodat we het op den duur toch weer warm kregen. Groot was dus Wim’s verbazing toen hij de didactische zaal vond waar airco voor koelte zorgde. In dat lokaal hingen enkel hedendaagse schilderijen van inheemse bewoners uit verschillende streken van Colombia. De schilderijen waren niet bijzonder interessant, maar de frisse omgeving zorgde ervoor dat we er toch een tijdje bleven rondhangen.

Na het museum werd het tijd om wat te eten. Patricia had informatie gekregen waar er typische restaurantjes waren. Het was een wandeling door typische straatjes met gevels in verschillende en vaak felle kleuren en met veel zware balkons. Uiteindelijk wist één uitbater Mark met de juiste argumentatie naar binnen te lokken: pintjes voor maar 2000 peso’s.
In de havenstad Carthagena besloten Oma, Patricia, Berna en Wim om wijselijk voor een visschotel te kiezen. Het werd heerlijke ‘filete de Robalo’: voor Oma en Wim ‘a la plancha’, voor Berna ‘con salsa de coco’ en voor Patricia op nog een andere wijze klaargemaakt. De vis was perfect gefileerd, smolt op de tong en smaakte verrukkelijk. Anuar en Mark kozen voor vlees. De biefstuk van Anuar werd vakkundig (maar wel met enige moeite) door Patricia in kleine stukjes gesneden en Anuar at alles met smaak op. Mark begon aan een titanenstrijd met zijn Churrasco. Mark bleek een volhouder te zijn maar behaalde slechts een pyrrusoverwinning. Het grootste deel van het vlees overleefde, weliswaar zwaar gehavend, de strijd maar Mark zijn wapens moesten het onderspit delven: vork en mes bleken nadien behoorlijk verbogen. Het oordeel van Mark: de Churrasco was koud, taai en smakeloos. Toen hij daarover bij de dienster zijn beklag deed, negeerde deze de eerste twee klachten. Ze ging wel adrem in op de laatste opmerking van Mark met: “Daarvoor had ik dan ook de pikante saus erbij gegeven!”. Ook zij vond dat vis een betere keuze was geweest. Na een bezoek aan de sanitaire instellingen verlieten we het restaurantje volgens het gezegde: “Moe (dit gold voor Mark) maar voldaan (dit gold voor de overigen)”.
Na dit leuke intermezzo wandelden we verder door de pittoreske straatjes van de stad naar de haven van Carthagena. Wim en Anuar enterden daar een piratenschip dat er voor anker lag: veel tegenstand ondervonden ze niet.
De wandeling eindigde op de stadsmuren van Carthagena. Deze zijn zeer indrukwekkend en voor het grootste deel goed bewaard gebleven.
Het was ondertussen wel tijd om de terugreis aan te vatten: Mark wilde het grootste deel van de weg nog met daglicht afleggen. We hadden verre van alles gezien in Carthagena maar zouden later nog eens terug komen om ondermeer de kathedraal en het museum del oro te bezoeken. Ook één van de vestingen van de Spanjaarden tegen de piraten (Castilio van San Philippe) stond nog op ons wensenlijstje.
Aangekomen werden Oma en Berna op het appartement afgezet. Patricia, Mark, Wim en Anuar haastten zich naar de Carrefour voor inkopen.
Op het appartement namen we eerst tijd voor een fris glaasje schuimwijn als aperitief. Daarna werden we vergast op een andere specialiteit van het huis: verrukkelijke croque Monsieur vakkundig klaargemaakt met special toastbrood, kaas, ham en het apparaat dat Mark uit België had meegebracht.
Bij een glaasje wijn of bier werd er nog wat nagepraat. We waren allen moe genoeg om het niet te laat te maken zodat we redelijk snel heerlijk in ons bedje lagen.


Verslag: Berna en Wim


Foto’s: Berna, Mark en Wim.










Additional photos below
Photos: 20, Displayed: 20


Advertisement



Tot: 0.109s; Tpl: 0.012s; cc: 10; qc: 52; dbt: 0.0679s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.2mb