Advertisement
Tonga is wel het meest obscure landje dat we tot dusver deze reis bezoeken. Het valt van de meeste kaarten af (Fiji past er soms nog net op) en als het er al oppast is het puntje op de kaart dat de hoofdstad aangeeft al groter dan het grootste eiland, dus je ziet alleen een naam in de middle of nowhere. Toeristen zijn er nauwelijks te vinden en daar zijn ook wel wat redenen voor, dit ondanks allerlei moedige pogingen in de reisgidsen om het er zo aantrekkelijk en avontuurlijk mogelijk uit te laten zien. Een hoogtepunt in die reisgidsen is bijvoorbeeld het "Stonehenge van de Pacific", drie stukken koraal die samen een poort vormen. In de gids omschreven als "experience the Stonehenge of the Pacific, full of mysteries". Wij vol verwachting met onze gehuurde auto (met gevaar voor eigen leven, zie hieronder) naar dit visuele spektakel gereden. We reden er eerst met 40 kilometer per uur voorbij (de maximale snelheid op de meeste plaatsen) Manmoedig geprobeerd te remmen, wat ook al niet meeviel in ons heilige koetje en weer teruggereden. In werkelijkheid zijn het drie stukken koraal op een verlaten veldje met wat houten schotten (de restanten van toeristenkraampjes)
en een WC- gebouw dat sinds de jaren '80 niet meer is schoongehouden en over 10 jaar ook tot de ruines kan worden gerekend en een en al spektakel zal zijn!
Meteen vanaf het vliegveld bleek al dat het heel anders is dan Fiji; een mooie weg, grote huizen en vooral heel veel auto's (meest Amerikaanse formaten). Allemaal geld van familieleden die in Australie, Nieuw Zeeland en Amerika werken, zo wist onze chauffeur trots te melden. Mensen zijn hier het enige exportproduct dat het land rijk is en zonder de inkomsten van de familieleden overzee zou het land er ongetwijfeld uitzien als de meer afgelegen streken in Fiji. Helaas zijn niet alleen de auto's en huizen uit de westerse wereld overgekomen maar ook het voedsel en lijdt het land nogal onder de Westerse "welvaartsziektes": bijna iedereen is hier te zwaar, want er wordt weinig gewerkt en vooral heel weinig bewogen. Er is hier nog geen Mc Donalds (dit tot groot verdriet van sommige Tonganezen), maar wat ze eten is qua dieet zo mogelijk nog slechter en vetter. Net als in Fiji wordt het vetste vlees hier gedumpt en de winkels - die er overigens overal hetzelfde uitzien - bestaan
vaak voor meer dan 10% uit een corned beef afdeling. De enige beesten die overal aanwezig zijn en worden gegeten zijn varkens, iedereen heeft er wel een paar in zijn overigens uiterst smerige achtertuin rondlopen. Maar varkens worden uitsluitend op speciale dagen gegeten, bijvoorbeeld op bruiloften en verjaardagen. Voor de rest is het vooral corned beef wat de klok slaat. Overigens kennen ze hier het principe van klok niet. Een Tonganees gaat slapen als hij moe is ongeacht het tijdstip van de dag. Zo komt het vaak voor dat je 'snachts om 4 uur wordt gewekt omdat er een kerkdienst aan de gang is en je 2 uur lang het koor hoort krijsen (het is trouwens prachtig gezongen hoor maar het is meer een competitie wie elkaar kan overstemmen met zijn of haar stemgeluid) Volgens de eigenaar van de lodge was het een soort wake voor een begrafenis. Ook word je doodleuk om 03.49 a.m. gewekt omdat je naar de ferry moet die om 5.00 a.m. vertrekt naar het vaste land. Als je vraagt waarom het ferryritje van 2 uur zo vroeg moet vertrekken dan wordt er met een stalen gezicht verteld dat er mensen op het vasteland werken en
om 7 uur moeten beginnen. Wij moeten de eerste arbeider hier nog vinden, laat staan een die om 7 uur begint!
Alles gebeurt hier met de auto, net als in Amerika. Bussen zijn er wel, maar die gaan niet zo vaak en er zitten toch vooral schoolkinderen in. Om ergens te komen heb je al snel een auto nodig en om die te huren heb je hier echt niets nodig. We hadden via een hotelletje een auto bij Lee (hier zijn de Chinezen ook al geinfiltreerd) besteld. Een werknemer van Lee kwam de auto brengen en omdat we hem moesten terugbrengen naar 'kantoor' vroegen we hem om de verkeersregels. "The rules?" vroeg hij met een wat ongeloofwaardig en dommig gezicht, waarna het stil bleef.
Bij de eerste kruising vroegen we maar "Wie heeft er hier voorrang?"
"Wij."
"Ook als we naar links gaan?"
"Ja, we hebben altijd voorrang"
Bij de volgende kruising: "Heeft die auto van rechts nu dus voorrang?"
"Nee, want hij is toch al aan het stoppen."
Toen we bij Lee aankwamen kregen we de sleutels en konden we zo wegrijden, zonder dat er werd gevraagd hoe we heten, of we wel een rijbewijs hebben en of
we wel wilden betalen en hoeveel. Uiteindelijk kregen we ook nog een dag gratis erbij zodat we gemiddeld 8 euro per dag kwijt waren. Okee, de remmen deden het niet echt, de voordeur ging niet op slot, de achterklep ging juist niet meer open en de auto maakte onderweg nogal wat kabaal en gepiep, maar dat kon de pret niet drukken. Omdat het tempo hier ook zo lekker laag ligt is het bijna nooit gevaarlijk op de weg. De maximum snelheid in het hele land is 65km/ uur, maar in de bebouwde gedeeltes (het overgrote deel) 40km/ uur, zodat je toch nog een uur rijdt om van het ene puntje naar het andere puntje van het hoofdeiland te komen.
De Tonganezen zijn wat gereserveerder dan de Fiji'ers, maar als je ze eenmaal leert kennen vaak erg aardig. Daar moeten we wel bij zeggen dat de Fijiers de leukste mensen zijn die we zijn tegengekomen en dat het na Fiji dus alleen maar kon tegenvallen. De mannen zijn net als de meeste andere Polynesiers enorme machos (dit is het gebied van de tatoeages) en hebben als lichtende voorbeelden vaak de rappers uit Amerika.
Verder zijn ze net zo religieus als
de Fiji'ers en allemaal bekeerd door Westerse missionarissen. Vooral de nieuwere Amerikaanse kerken (met name de Mormonen) proberen hier voet aan de grond te krijgen en zoveel mogelijk zieltjes te winnen. In veel dorpen, die er nogal rommelig uitzien, staat dan ineens een spierwit gebouw met een brandschoon hek eromheen; dit is een Mormonenkerk, gefinancieerd met Amerikaans geld. Er is ook een grote Mormonenschool, een stukje Amerika in Tonga, perfect verzorgd in tegenstelling tot de omgeving, met bordjes erbij "English Only Please". De rest van de Tonganezen hebben bepaald nog geen last van de schoonmaakkoorts. De eerste hotelkamer die we hadden moesten we delen met spinnen, allerlei andere insecten en vooral heel veel kleine miertjes. Kapotte auto's en andere opgebruikte luxe-artikelen worden als een soort trofeeen in de tuin gezet. Gelukkig is er sinds kort een vuilnisdienst in de hoofdstad waar helaas nog niemand gebruik van lijkt te maken.
Een kwart van de Tonganezen woont in de hoofdstad, Nuku'alofa, die daarmee bijna even groot is als Volendam. Behalve een paar fraaie kerken (die geheel naar eigen inzicht zijn gebouwd in plaats van Europese kopieen) en een gebouw in het centrum met 4 verdiepingen is het niet zo indrukwekkend, vooral
niet nadat tijdens rellen in december vorig jaar de helft van de hoofdstraat (die toch al niet zo indrukwekkend was) is afgebrand. Het is nu goed zoeken naar een restaurant, cafe of supermarkt. Grote kans dat als je er een uitzoekt in de gids dat deze is veranderd in een braakliggend en zwartgeblakerd gebied.
Maar de stad heeft wel haar charmes. Zo kom je af en toe langs een een villa waar dan naast staat "Ministery of Education" of een klein gebouwtje met schoolbanken ervoor: "Ministery of Foreign Affairs - Immigration Department". Er is zelfs een ministerie van defensie, dat nog nooit in actie heeft hoeven komen en dat waarschijnlijk ook nooit zal hoeven doen want in Tonga gebeurt vrijwel niets dat ooit de buren (Tuvalu bijvoorbeeld, of Niue) zal doen besluiten Tonga de oorlog te verklaren. Verder gebeurt er hier ook niets, de rellen vorig jaar waren de eerste ongeregeldheden sinds de 19e eeuw en niemand weet precies wat er is gebeurd, en waarom. De eerstvolgende keer dat Tonga de Nederlandse kranten haalt zal in dit tempo ongeveer de tweede helft van de tweeentwintigste eeuw zijn.
Advertisement
Tot: 0.134s; Tpl: 0.016s; cc: 16; qc: 69; dbt: 0.0738s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.2mb