Advertisement
Na het vertrek van de camping zijn we eerst naar het postkantoor gereden om de overige kaarten te posten en daarna de eerste tankstop van vandaag. Om tien uur rijden we Broome uit, op naar Fitzroy Crossing. De weg gaat verder over de Great Northern Hwy die niet veel interessanter wordt. Wel rij ik na een kilometer of honderd over een slang. Dat vind ik helemaal niet leuk, maar toen ik zag wat er op de weg lag was het al te laat om nog uit te wijken. Deze slang was best groot, ik denk een meter of anderhalf en hij zag er zwart uit. Het doet me denken aan één van de eerste dagen van onze trip. Toen stopten we bij een Roadhouse om te tanken. Even later stopte er een personenauto en de vrouw die in de wagen zat plukt een kip van de voorbumper en stopt ‘m in de vuilnisbak. Ja zei ze, zich verontschuldigend, we wisten wel dat we ‘m hadden aangereden maar dat we ‘m ook mee hadden genomen kwamen we pas later achter…
Nou ja, we rijden verder en nog steeds is de weg niet echt opwindend. We rijden door een stuk waar duizenden vlinders zitten, ze vliegen met z’n allen op en rond en over de weg en dus nemen we er wel een aantal onbedoeld van mee. Deze zijn echt onmogelijk te onwijken. De roadtrains hier op de Great Northern Hwy zijn trouwens wel een slag groter dan op de North West Coastal Hwy, waar ze maar 37,5 meter mochten zijn. Hier zijn ze wel 50 meter denk ik. We worden niet ingehaald want wij mogen 110 en zij 100. Vandaag haal ik m’n eerste volledige roadtrain in. Het zijn wel joekels maar op de weg hebben we er niet zo veel last van gelukkig.
Na zo’n 170 km stoppen we bij Willare Bridge Roadhouse. We tanken nog maar eens voor de zekerheid. Daar krijgen we van iemand die daar werkt een foto-album te zien. Hierin ontdekken we dat het Sandfire Roadhouse dat we eerder deze week volledig afgebrand zagen, in 1994 een cycloon niet heeft overleefd. Het hele Roadhouse lag plat. Ze hebben er ook niet veel geluk! Bij het Willare Bridge Roadhouse zien we dat we 2240 km van Perth afzitten, dan hebben we wel wat omgereden want vandaag voltooien we de 4e 1000 kilometer. En vanaf hier is het nog ruim1700 kilometer naar Darwin. Daar zullen we ook wel iets langer over doen… Het is hier trouwens weer behoorlijk warm als we uitstappen. Sinds Port Hedland is het vochtig en warm en ik moet steeds heel even wennen als ik uit de camper stap. Ik vind het ook wel lekker, zeker als je uit een winkel met airco stapt, dan vind ik het wel prettig om weer even lekker de warmte in te gaan.
Vanaf Willare Bridge Roadhouse neemt Anton het stuur over en rijdt de overige 230 km naar Fitzroy Crossing. Onderweg zien we de eerste Baobab-bomen. Ik vind het echt hele leuke bomen, de manier waarop ze groeien is echt grappig, alsof ze met hun wortels de lucht ingroeien en als ze wat langer staan een beetje inzakken, zo’n dikke stam hebben ze. De meest vreemde vormen zien we voorbijkomen, ook echt super grote, of een stuk of vijf heel dicht tegen elkaar aan. Heel mooi! Eenmaal in Fitzroy Crossing aangekomen gaan we op zoek naar het Visitor Centre, maar dat kunnen we niet vinden. Verder schijnt ook alles dicht te zijn. We rijden maar door naar de camping in de hoop daar meer informatie te kunnen inwinnen over de Geiki Gorge. We kamperen vandaag op het Fitzroy River Lodge Caravan Park. In tegenstelling tot het dorpje een hele mooi camping met een Lodge erbij met restaurant en bar en een hotel.
We arriveren om drie uur op de camping. Ik heb geïnformeerd en de boottochtjes over de Geiki Gorge gaan elke dag om 8:30 uur en 15:00 uur en we kunnen er zelf heenrijden want de weg is helemaal sealed. Dat staat dus op de planning voor morgen. Verder is hier in de buurt niet zoveel te doen dus blijven we op de camping vandaag. We zien weer een heleboel vogels die we nog niet eerder hadden gezien en met zo’n vogelboek erbij is het toch best leuk om ze allemaal eens wat beter te bekijken. Zo komen we de middag wel door. Om een uur of zeven lopen we naar het restaurant om te gaan eten. In de lounge van de receptie kruip ik nog even een kwartiertje achter de computer om te kijken welke mailtjes er voor ons zijn binnengekomen. Jesca en Klaas hebben allebei foto’s van ons gestuurd van toen we voor de webcam stonden. Echt grappig, ook al kan je ons niet echt supergoed zien.
Het restaurant ziet er zo ongezellig uit dat we naar de bar lopen, want ook daar kan je wat eten. Ook die ziet er niet bijster leuk uit, we willen alweer naar de camper lopen om daar van onze voorraad wat te eten, maar buiten gekomen zien we wat tafeltjes staan die bij de bar horen. Dat ziet er al wat beter uit. We gaan zitten en eten en drinken wat. De bar hier en alle andere gelegenheden in de buurt staan onder restrictie, dat wil zeggen dat ze alleen maar licht bier en softdrinks mogen schenken. Waarschijnlijk hebben ze teveel rotzooi gehad ofzo? We horen iemand zeggen dat de bar in het dorp een “caged bar” is. Ze verkopen daar hun drank dus vanachter kippengaas… Zal me wel een partijtje ongeregeld zijn daar. Lekker gezellig. Na het eten lopen we weer naar de camper. Anton gaat even douchen en ik schrijf intussen het verslag.
Advertisement
Tot: 0.088s; Tpl: 0.011s; cc: 5; qc: 45; dbt: 0.0432s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.1mb